Nadere regels standplaatsen Valkenburg aan de Geul 2020

Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Valkenburg aan de Geul;

 

overwegende dat,

 

het gewenst is om de nadere regels standplaatsen te wijzigen

 

 

omdat er in het centrum van Valkenburg geen mogelijkheid is om verse vis te kopen. Het toelaten van een standplaats voor het verkopen van verse gebakken vis e.d. is een waardevolle aanvulling op het reeds bestaande aanbod van o.a. de winkels;

 

 

gelet op de artikelen 4:81, eerste lid, 4:83 en 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

artikel 3.3.1 van de Omgevingsverordening Valkenburg aan de Geul 2019;

 

b e s l u i t vast te stellen de volgende nadere regels:

 

Artikel 1 Begripsbepaling

 

De begripsbepaling van een standplaats staat als volgt geformuleerd in artikel 3.3.1 van de Omgevingsverordening Valkenburg aan de Geul 2019 (OMV) het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel;

In deze nadere regels wordt verder verstaan onder:

- Standplaatsvergunning: de vergunning tot het innemen van een standplaats, verleend op grond van artikel 3.3.1 OMV;

- Vergunninghouder: degene aan wie door het college een vergunning is verstrekt om een vaste of een tijdelijke standplaats in te nemen;

- Verkoopinrichting: een verplaatsbare inrichting, zoals een voertuig, een kraam, een stelling of een tafel, teneinde van hieruit producten of diensten te verkopen, te verstrekken of onder de aandacht te brengen.

 

Artikel 2 Volgorde afhandeling vergunningaanvragen

Vaste locaties

1. Voor de afhandeling van de vergunningaanvragen wordt het lotingsstelsel gehanteerd voor het toekennen van de vaste locaties voor standplaatsen.

2. Burgemeester en wethouders maken bekend dat een of meer standplaatsvergunningen voor vaste locaties kunnen worden verleend, voor welke branche dit geldt en dat gegadigden voor een vergunning vóór de daarbij genoemde datum daarvoor een aanvraag kunnen indienen.

3. De bekendmaking geschiedt door openbare kennisgeving in 1Valkenburg.

4. Een vergunning wordt door loting toegewezen aan een in aanmerking komende gegadigde. Gaat het om een bepaalde branche, dan wordt per branche geloot. De in aanmerking komende gegadigden worden uitgenodigd bij de loting aanwezig te zijn. De loting vindt plaats door het gebruiken van een ‘grabbelton’. De loting geschiedt in de raadszaal door de burgemeester of door een door hem aan te wijzen persoon.

5. Indien tot vergunningverlening wordt overgegaan, worden de overige aanvragen afgewezen. Er wordt geen wachtlijst bijgehouden.

6. Gegadigden kunnen zich uitsluitend binnen de aangegeven periode aanmelden (zie tijdschema). Aanmeldingen die buiten de periode van aanmelding ontvangen zijn, worden niet meegenomen in de procedure.

 

 

Tijdschema

 

Datum

 

Omschrijving

1 juli

publicatie overzicht beschikbare standplaatsen in 1Valkenburg

Van 10 augustus tot 10 september

Aanmelding potentiële gegadigden

op of omstreeks 13 september         

Loting

 

Incidentele locaties

Aanvragen voor incidentele locaties worden per aanvraag afgehandeld.

 

Incidentele locaties kerstperiode

van 12 november tot 31 december worden incidentele standplaatsvergunningen uitgegeven in de branche ‘kerst’ waarbij is uitgesloten de verkoop van drank en etenswaren. De aanvragen dienen uiterlijk 1 september voor de kerst van dat jaar ingediend te zijn.

 

Artikel 3 Algemene vergunningsvoorwaarden

1. Een standplaatsvergunning heeft conform artikel 1:5 van de Omv een persoonsgebonden karakter. De standplaatshouder is verplicht de standplaats persoonlijk in te nemen.

2. De vergunninghouder, die wegens ziekte of vakantie verhinderd is en de standplaats niet zal innemen, dient de behandeld ambtenaar daarvan, vooraf schriftelijk in kennis te stellen. Bij plotselinge verhindering wegens omstandigheden dient de hiervoor bedoelde melding zo spoedig mogelijk mondeling of telefonisch plaats te vinden, gevolgd door een schriftelijke bevestiging.

3. De omvang van de verkoopinrichting en standplaats wordt per locatie door de gemeente bepaald.

4. De standplaats mag niet worden ingenomen met een andere verkoopinrichting dan waarvoor vergunning is verleend.

5. Op de standplaats mogen geen andere goederen of diensten worden aangeboden dan binnen de branche die in de vergunning is vermeld.

6. Verkoopactiviteiten mogen uitsluitend plaatsvinden overeenkomstig de dagen en uren zoals in de vergunning is omschreven.

7. Het is verboden de verkoopinrichting of een deel daarvan (bijvoorbeeld een tentzeil) in de grond te verankeren.

8. De vergunninghouder vrijwaart de gemeente van alle aanspraken voor schade, welke door het gebruik van deze vergunning mocht worden ingesteld. Eventuele herstelkosten als gevolg van het gebruik van het onderliggende terrein zullen bij de vergunninghouder in rekening worden gebracht.

9. Op de standplaats mogen geen goederen, noch voorwerpen buiten de verkoopinrichting worden geplaatst, ten verkoop aangeboden en/of worden verkochten (zoals statafels, reclameborden, etc). Een uitzondering wordt gemaakt voor een afvalvoorziening voor klanten. Voorts mag aan de standplaats geen uitbreiding worden gegeven. Onder de klep mogen wel goederen of voorwerpen geplaatst worden.

10. De vergunninghouder dient er zorg voor te dragen dat het verkeer (voetgangers en (brom)fietsers daaronder inbegrepen) niet onnodig wordt gehinderd als gevolg van het innemen van een standplaats.

 

Artikel 4 Locaties

1. Het College van B&W kan vergunning verlenen voor drie verschillende soorten standplaatsen:

a. Standplaatsen op vooraf aangewezen locaties die met vaste regelmaat één of meerdere dagen per week ingenomen worden.

b. Incidentele standplaatsen met een maatschappelijk karakter op niet vooraf aangewezen locaties die op van te voren vastgestelde dagen zonder vaste regelmaat voor 1 dag of dagdeel met een maximum van 5 dag(en)(delen) per kalenderjaar per vergunninghouder kunnen worden ingenomen.

c. Incidentele standplaatsen deel uitmakend van de branche ‘kerst’ waarbij is uitgesloten de verkoop van drank en etenswaren, op niet vooraf aangewezen locaties van 12 november tot 31 december per kalenderjaar per vergunninghouder kunnen worden ingenomen.

2. Het College van B&W kan besluiten om voor het bevolkingsonderzoek de termijn van 5 dag(en)(delen) per aanvrager per kalenderjaar per vergunninghouder te verlengen tot een door het College van B&W nader te bepalen termijn.

 

Artikel 5 (Tijds)duur

1. Een standplaatsvergunning wordt verleend voor ten hoogste 5 kalenderjaren en eindigt op 31 december.

2. De dagen en tijdstippen waarop de standplaats wordt ingenomen worden vermeld in de vergunning.

3. Voor standplaatsen met een maatschappelijk karakter voor niet vooraf aangewezen locaties betreft het ten hoogste een vergunning voor 1 dag of 1 dagdeel met een maximum van 5 dag(en)(delen) per aanvrager per kalenderjaar. De dag of het dagdeel waarop de standplaats wordt ingenomen worden vermeld in de vergunning. Conform artikel 7 lid 2 kan het College van B&W besluiten hiervan af te wijken.

4. Voor standplaatsen deel uitmakend van de branche ‘kerst’ waarbij is uitgesloten de verkoop van drank en etenswaren betreft het een vergunning van 12 november tot 31 december per kalenderjaar per vergunninghouder. De dag(en) of het dagdeel waarop de standplaats wordt ingenomen worden vermeld in de vergunning.

5. Een standplaats kan worden ingenomen tussen 06.00 uur en 22.00 uur. Op 24 december en 4 mei kan een standplaats worden ingenomen tussen 06.00 en 19.00 uur. De tijdstippen waarop een standplaats wordt ingenomen worden vermeld in de vergunning.

6. Als een standplaats zich in de directe omgeving van een weekmarkt bevindt, dan kan de standplaats niet gelijktijdig met de weekmarkt worden ingenomen.

7. Als voor de daaropvolgende dag tevens vergunning is verleend, hoeft de standplaats niet ontruimd te worden. In het geval van evenementen in de directe omgeving van de standplaats dient deze wel ontruimd te worden.

  •  

Artikel 6 Schoonhouden

1. De vergunninghouder is verplicht er zorg voor te dragen dat de van de verhandelde artikelen afkomstige restanten en afvalstoffen, die zich binnen enige afstand van de standplaats op de weg bevinden, tijdens het innemen van de standplaats regelmatig en uiterlijk 1 uur na het beëindigen van de verkoop, volledig worden opgeruimd.

2. Eventuele kosten van reiniging van de omgeving van de standplaats door de gemeente zullen bij de vergunninghouder in rekening worden gebracht.

 

Artikel 7 Geluid

De vergunninghouder mag geen gebruik maken van middelen ter versterking van het geluid.

 

 

 

Artikel 8 Activiteitenbesluit

Een verkoopwagen kan een inrichting zijn als bedoel in de Wet milieubeheer. Indien een dergelijke inrichting wordt geëxploiteerd, dient in het kader van het Activiteitenbesluit een melding te worden gedaan (type B). In het kader van bijvoorbeeld voorkoming van geuroverlast kan als eis worden gesteld dat er in de inrichting een doelmatige ontgeuringsinstallatie aangebracht dient te worden. Dit dient per vergunning te worden beoordeeld en vereist maatwerk.

 

Artikel 9 Stroomvoorziening

1. De vergunninghouder kan, indien aanwezig, gebruik maken van de gemeentelijke stroomvoorziening tegen de op dat moment geldende energietarieven.

2. Wanneer er geen gemeentelijke stroomvoorziening aanwezig is, dan dient de vergunninghouder bij behoefte aan stroom gebruik te maken van een aggregaat dat binnen de geldende geluidsnormen blijft (zgn. ‘fluisterstil’ aggregaat) of afspraken te maken met pandeigenaren in de directe omgeving.

 

Artikel 10 Bijzonderheden tijdens evenementen en (infrastructurele) werkzaamheden

1. Tijdens evenementen en infrastructurele werkzaamheden in de directe omgeving van de standplaats kan worden bepaald dat de standplaatsvergunning tijdelijk buiten werking wordt gesteld in het belang van de openbare orde en veiligheid.

2. Wanneer een evenement gepland staat in de directe omgeving van de standplaats, dan kan het college van burgemeester en wethouders maximaal 5 keer per jaar per vergunninghouder een vervangende locatie voor de standplaats aanwijzen. Een en ander vindt zo mogelijk plaats in overleg met de betrokken standplaatshouder(s).

3. Geen gebruik mag worden gemaakt van de standplaatsvergunning gedurende de periode van (infrastructurele) werkzaamheden, groot onderhoud dan wel reconstructie op of aan het aan de standplaats liggende weggedeelte. De gemeente bepaalt daarbij de duur van de werkzaamheden, groot onderhoud en reconstructie. Een en ander vindt zo mogelijk plaats in overleg met de betrokken standplaatshouder(s).

4. Deze nadere regels bieden geen grondslag voor schadevergoeding als gevolg van het geen gebruik kunnen maken van de standplaatsvergunning als hier bedoelt doch uitsluitend op restitutie van precariobelasting.

 

Artikel 11 Aanwezigheid vergunning

Ten behoeve van de uitvoering van goed toezicht dient de verleende vergunning bij ingebruikname van de standplaatslocatie steeds aanwezig te zijn.

 

Artikel 12 Toezicht

De standplaatshouder is verplicht de vergunning op eerste aanvraag van een ambtenaar van de gemeente Valkenburg aan de Geul dan wel van de politie te overhandigen. Voorts is hij verplicht de aanwijzingen welke gegeven worden op te volgen.

 

Artikel 13. Intrekking oude nadere regels

De Nadere regels standplaatsen Valkenburg aan de Geul 2019 worden ingetrokken met ingang van de datum waarop deze nadere regels in werking treden.

 

Artikel 14. Inwerkingtreding en citeertitel

1. Deze nadere regels treden in werking op 1 oktober 2020.

2. Deze nadere regels worden aangehaald als: Nadere regels standplaatsen Valkenburg aan de Geul 2020.

 

 

Algemene toelichting

 

 

Artikel 4 Locaties

 

In deze nadere regels wordt een onderscheid gemaakt tussen drie verschillende soorten standplaatsen:

1. Standplaatsen op vooraf aangewezen locaties

Standplaatsen op vooraf aangewezen locaties zijn standplaatsen die een of meerdere dagen per week kunnen worden ingenomen door eenzelfde vergunninghouder.

Als vaste locaties voor standplaatsen zijn door het College van B&W de onderstaande locaties aangewezen. Het College van B&W wijst voor het (historische- en winkel)centrum van de kern Valkenburg geen locaties aan vanwege het historische karakter, de vele evenementen en de vernieuwde ruimtelijke kwaliteitsimpuls die in deze gebieden heeft plaatsgevonden / plaatsvindt.

Tevens wordt een maximum stelsel gehanteerd bij het verlenen van het aantal vaste standplaatsvergunningen. Dit om te zorgen dat het aantal standplaatsen binnen bepaalde normen blijft en er geen wildgroei ontstaat. Voor de vaststelling van het maximum aantal vaste standplaatsen is rekening gehouden met het aanwezige voorzieningenniveau en de verleende vergunningen voor standplaatsen de afgelopen jaren.

Gelet op de doelstelling om bij de invulling van de standplaatsen te zorgen voor een waardevolle aanvulling op en diversiteit ten opzichte van het bestaande voorzieningenniveau te garanderen, is verdere sturing binnen het maximale aantal standplaatsen gewenst. Om die reden wordt branchering toegepast bij de vaste standplaatsen. Bekeken is waar het wenselijk is om te sturen op branches welke aanvullend zijn en/of passen bij het bestaande voorzieningenniveau van de winkels.

 

Vaste locaties

Kern

Maximum aantal

standplaatsen per locatie op eenzelfde moment

Branchebeperking*

Walramplein

Valkenburg

1

Gebakken vis en koude viswaren

Burg. Henssingel

Valkenburg

1

Alleen productinformatie

Geulpark (parkeerplaats)

Valkenburg

1

Geen branchebeperking

Berkelplein

Valkenburg

1

Bevolkingsonderzoek

Ljubljanaplein

 

Schin op Geul

2

1 x branche groente en fruit

1 x geen branchebeperking

Gerendal

 

Schin op Geul

1

1 x branche consumptie-ijs

Marktplein

Berg & Terblijt

2

Geen branchebeperking

 

2. Incidentele standplaatsen met een maatschappelijk karakter op niet vooraf aangewezen locaties

Incidentele standplaatsen met een maatschappelijk karakter op niet vooraf aangewezen locaties kunnen zonder vaste regelmaat voor 1 dag of dagdeel met een maximum van 5 dag(en)(delen) per kalenderjaar per vergunninghouder kunnen worden ingenomen.

Onder een standplaats met een maatschappelijk karakter valt het innemen van een standplaats voor bevolkingsonderzoek, educatieve doelen, verenigingen, politieke partijen en stembureaus in het kader van de verkiezingen.

Vanwege het bijzondere karakter en het maatschappelijke belang van het bevolkingsonderzoek kan het College van B&W besluiten om voor het bevolkingsonderzoek de termijn van 5 dag(en)(delen) te verlengen tot een door het College van B&W nader te bepalen termijn.

3. Incidentele standplaatsen deel uitmakend van de branche ‘kerst’ waarbij is uitgesloten de verkoop van drank en etenswaren

Incidentele standplaatsen deel uitmakend van de branche ‘kerst’ waarbij is uitgesloten de verkoop van drank en etenswaren, op niet vooraf aangewezen locaties van 12 november tot 31 december per kalenderjaar per vergunninghouder kunnen worden ingenomen.

De standplaatsen tijdens de kerstperiode nemen een incidentele standplaats in. De (kleine) standplaatsen tijdens de kerstperiode kunnen veel toevoegen aan de uitstraling van kerststad. De verkoop van dranken en etenswaren vanuit standplaatsen worden uitgesloten omdat in deze behoefte wordt voorzien door de kerstmarkt, kerstgrotten en de omliggende horeca-inrichtingen.

 

Artikel 5 (Tijds)duur

Door een standplaatsvergunning voor ten hoogste 5 kalenderjaren te verlenen bestaat voor de vergunninghouder de tijd om clientèle op te bouwen, de investeringen terug te verdienen en winst te maken.

Conform de vigerende winkeltijdenverordening kan een locatie voor een standplaats ingenomen worden tussen 06.00 uur en 22.00 uur.

 

 

 

 

 

Artikel 9 Stroomvoorziening

Op de meeste standplaatsen is geen vaste stroomvoorzieningen voorhanden. Indien een standplaatshouder gebruik wil maken van stroom dan dient hij daar zelf voor te zorgen. Dat kan op allerlei manieren. De meest eenvoudige oplossing is stroom te vragen bij een pand in de buurt van de standplaats. Wil de standplaatshouder een eigen stroomvoorziening, dan kan hij gebruik maken van een aggregaat, mits het geluid afkomstig van het aggregaat binnen de geldende geluidsnormen blijft (zgn. ‘fluisterstil’ aggregaat). Technische gegevens betreffende een aggregaat dienen bij de vergunningaanvraag ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de gemeente Valkenburg aan de Geul.

Is er wel een gemeentelijke stroomvoorziening voorhanden, zoals bijvoorbeeld op het marktplein in Berg en Terblijt, dan kunnen standplaatshouders tegen betaling van het dan geldende energietarief gebruik maken van deze voorziening.

 

Artikel 10 Bijzonderheden tijdens evenementen en infrastructurele werken

In Valkenburg aan de Geul worden jaarlijks vele evenementen georganiseerd. Deze worden georganiseerd op diverse locaties in de gemeente. Hierdoor is het mogelijk dat een standplaats niet kan worden ingenomen in verband met de openbare orde en veiligheid en een goed verloop van het evenement. Het college van burgemeester en wethouders kan maximaal 5 keer per jaar per vergunninghouder een vervangende locatie voor de standplaats aanwijzen. Dit aantal is overeenkomstig met de afspraken die gemaakt zijn met de marktkooplieden op de weekmarkten in de gemeente Valkenburg aan de Geul.

 

 

 

 

Besluit van het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Valkenburg aan de Geul tot wijziging van de nadere regels voor de uitvoering van artikel 4 van de nadere regels standplaatsen Valkenburg aan de Geul 2020

 

Nadere regels standplaatsen van de gemeente Valkenburg aan de Geul 2020

Aldus vastgesteld door het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Valkenburg aan de Geul in de vergadering van d.d. 30 juni 2020.

dr. J.J. Schrijen mr. G.S. Reehuis

burgemeester algemeen directeur/gemeentesecretaris

Naar boven