VERORDENING AMBTELIJKE BIJSTAND EN FRACTIEONDERSTEUNING GEMEENTE BRUMMEN 2020

Kenmerk Z038282/D333647

 

DE RAAD VAN DE GEMEENTE BRUMMEN,

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 01 juli 2020 met kenmerk D333639;

 

HEEFT BESLOTEN:

1. de Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning (2020), met documentkenmerk D328097 vast te stellen.

 

 

Paragraaf 1 algemene bepalingen

 

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

- ambtelijke bijstand: bijstand, verleend door onder het gezag van het college werkzame ambtenaren;

- bijstand : ondersteuning bij het opstellen van voorstellen, amendementen en moties of andere ondersteuning niet zijnde een verzoek om informatie;

 

Paragraaf 2 Verzoeken om informatie of bijstand

 

Artikel 2 Verzoek om informatie

1 . Een raadslid kan de griffier verzoeken om feitelijke informatie van geringe omvang of om inzage in of afschrift van bij de raad, burgemeester en wethouders of de burgemeester berustende schriftelijke stukken en ander materiaal dat gegevens bevat.

2 . De griffier verstrekt zo spoedig mogelijk de verzochte informatie, voor zover deze daarover kan beschikken. Voor zover daarmee niet aan het verzoek voldaan is, verzoekt de griffier de secretaris één of meer ambtenaren aan te wijzen die voor zover mogelijk de resterende informatie zo spoedig mogelijk verstrekken.

 

Artikel 3 Verzoek om bijstand

1 . Een raadslid kan de griffier verzoeken om bijstand.

2 . De verzochte bijstand wordt zo spoedig mogelijk verleend, voor zover dit naar het oordeel van de griffier in redelijkheid kan worden gevergd. Als de griffier de verzochte bijstand niet kan verlenen, verzoekt hij de secretaris om een of meer ambtenaren aan te wijzen die ambtelijke bijstand verlenen.

3 . De secretaris weigert het verzoek om ambtelijke bijstand als:

a . naar zijn oordeel niet aannemelijk is gemaakt dat de ambtelijke bijstand betrekking heeft op raadswerkzaamheden en/of

b . dit naar zijn oordeel het belang van de gemeente kan schaden en/of

c . het verlenen van de verzochte ambtelijke bijstand naar zijn oordeel in redelijkheid niet kan worden gevergd.

4 . Als de secretaris het verzoek om ambtelijke bijstand weigert, deelt hij dit met redenen omkleed mee aan de griffier en aan het raadslid door wie het verzoek is ingediend. De griffier of het raadslid kan de burgemeester verzoeken met de griffier en de secretaris en zo nodig het raadslid in overleg te treden over het alsnog laten verlenen van de ambtelijke bijstand. De burgemeester geeft zo spoedig mogelijk gehoor aan dit verzoek.

 

Artikel 4 Geschil over verleende ambtelijke bijstand

1 . Een raadslid dat niet tevreden is over de aan hem verleende ambtelijke bijstand, kan de griffier verzoeken hierover in overleg te treden met de secretaris.

2 . Als overleg met de secretaris niet leidt tot een ook voor het raadslid bevredigende oplossing, kan deze de burgemeester verzoeken met de griffier en de secretaris en zo nodig het raadslid in overleg te treden over de aan hem verleende ambtelijke bijstand. De burgemeester geeft zo spoedig mogelijk gehoor aan dit verzoek.

 

Artikel 5 Verstrekking informatie over verzoeken om ambtelijke bijstand

Als het college of een of meer leden van het college informatie wensen over een verzoek om ambtelijke bijstand of over de inhoud van verleende ambtelijke bijstand, wenden zij zich daartoe rechtstreeks tot het betrokken raadslid.

 

Paragraaf 3 Fractieondersteuning

 

Artikel 6 Recht op financiële bijdrage

1 . De raad verstrekt een in de raad vertegenwoordigde fractie voor de duur van de zittingsperiode een financiële bijdrage ter ondersteuning van het functioneren van de fractie.

2 . De financiële bijdrage per jaar bestaat uit een basisbedrag van € 221,00 per fractie en een variabel deel van € 10 per raadszetel van de fractie.

3. De Algemene subsidieverordening is niet van toepassing.

 

Artikel 7 Besteding financiële bijdrage

1 . De financiële bijdrage wordt uitsluitend besteed aan ondersteuning die ertoe strekt de volksvertegenwoordigende, kaderstellende of controlerende rol van de fractie te versterken.

2 . De financiële bijdrage wordt in ieder geval niet gebruikt ter bekostiging van:

a . betalingen, inclusief die ter voldoening van contributie, aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van diensten of goederen geleverd ten behoeve van de versterking van de ondersteuning van de fractie op basis van een gespecificeerde, reële declaratie of arbeidsovereenkomst;

b . giften, leningen, beleggingen en voorschotten;

c . uitgaven die op grond van enige andere wettelijke regeling in aanmerking komen voor vergoeding van overheidswege, inclusief uitgaven in verband met verkiezingsactiviteiten.

3. Fracties dienen hun nota’s, die ten laste komen van het budget dat bij de griffier in beheer is, in bij de griffier. De griffier draagt zorg voor de betaling.

 

Artikel 8 Voorschot

1. Jaarlijks vóór 31 januari wordt een voorschot verleend ter hoogte van 10% van de financiële bijdrage als bedoeld in artikel 6, eerste lid. Dit bedrag is bestemd voor algemene kosten.

2. 90 % van de financiële bijdrage als bedoeld in artikel 6 wordt ten behoeve van de fracties beheerd door de griffier.

 

Artikel 9 Gevolgen splitsen en einde bestaan fractie

1. Als één of meer raadsleden van één of meer fracties als zelfstandige fractie gaan optreden of zich aansluiten bij een andere fractie, wordt het voor elk van deze zetels beschikbaar gestelde variabele deel van de financiële bijdrage ter ondersteuning van de fractie waar zij uittreden, toebedeeld aan de nieuw gevormde fractie of aan de fractie waarbij aangesloten wordt.

2. Als zich een situatie als bedoeld in het eerste lid voordoet, worden de verleende voorschotten naar evenredigheid van het nog resterende aantal maanden van het jaar waarvoor het voorschot is verleend onverwijld bijgesteld overeenkomstig de uit het eerste lid voortvloeiende verdeling.

3. Als een fractie tijdens een zittingsperiode ophoudt te bestaan, vervalt de aanspraak op de financiële bijdrage ter ondersteuning van die fractie met ingang van de maand volgend op de maand waarin hiervan kennisgeving is gedaan aan de raad.

 

Artikel 10 Reserve

Niet gebruikte gedeelten van de financiële bijdrage die ten behoeve van de fracties beheerd worden door de griffier vloeien terug in de algemene middelen van de gemeente Brummen.

 

Artikel 11 Verantwoording, controle en vaststelling financiële bijdrage

1 . De verantwoording van de besteding van de bijdrage voor fractieondersteuning die in beheer is bij de gemeente , vindt plaats via de reguliere systematiek van verslaglegging en geschiedt onder verantwoording van de griffier.

2. Fracties leggen over het budget bedoeld in artikel 8, lid 1, dat jaarlijks aan hen zelf wordt uitgekeerd, geen verantwoording af.

3. De raad stelt bij de jaarrekening de bedragen vast die in het vorige kalenderjaar uit de bijdrage zijn bekostigd.

 

Paragraaf 4 Slotbepalingen

 

Artikel 12 Intrekking oude verordening en overgangsrecht

1 . De Verordening ambtelijke bijstand en fractievergoeding gemeente Brummen, vastgesteld op 24 juni 2003 wordt ingetrokken.

2 . De Verordening ambtelijke bijstand en fractievergoeding gemeente Brummen blijft van toepassing ten aanzien van de op basis van die verordening verleende financiële bijdragen en de verantwoording, controle, vaststelling en afrekening van die financiële bijdragen.

 

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

1 . Deze verordening treedt in werking op 10 september 2020.

2 . Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning.

 

 

Dit besluit is genomen tijdens de openbare raadsvergadering van 03 september 2020.

De gemeente raad van gemeente Brummen,

De burgemeester A.J. van Hedel

Griffier D.D. Balduk

Memorie van Toelichting

Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning Gemeente Brummen (2020)

1. Algemeen

Artikel 33 van de Gemeentewet (de wet) bepaalt dat de raad en elk van zijn leden recht hebben op ambtelijke bijstand en dat de in de raad vertegenwoordigde groeperingen recht hebben op ondersteuning. Met deze verordening wordt hieraan uitvoering gegeven.

 

Fractieondersteuning voldoet aan de kenmerken van een subsidie als bedoeld in artikel 4:21, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), zodat de regels uit titel 4.2 van de Awb daarop van toepassing zijn. Dit betekent dat het besluit van de raad waarmee – na verantwoording en controle – de hoogte van de financiële bijdrage wordt vastgesteld vatbaar is voor bezwaar en beroep.

 

In deze verordening vervult de griffier een centrale rol. De hoofdverantwoordelijkheid van de griffier is de ondersteuning van de raad; de griffier is onder andere het eerste aanspreekpunt als het gaat om verzoeken om informatie en bijstand.

 

2. Artikelsgewijs

Artikel 1. Definities

In dit artikel worden definities gegeven van enkele begrippen die in de verordening voorkomen en die verduidelijking behoeven omdat de betekenis niet per se voor zich spreekt.

 

Bijstand in de vorm van ondersteuning bij het opstellen van voorstellen, amendementen en moties kan verleend worden door ambtenaren die onder het gezag van de raad vallen (artikel 107e van de wet) of door de reguliere ambtelijke organisatie die onder het gezag van het college valt (artikel 160 van de wet). Hoewel medewerkers van de griffie wel degelijk ambtenaren zijn in de zin van de Ambtenarenwet, is de term ‘ambtelijke bijstand’ in deze verordening voorbehouden aan het verlenen van bijstand door medewerkers van de reguliere ambtelijke organisatie.

 

Artikel 2.Verzoek om informatie

Raadsleden die feitelijke informatie van geringe omvang nodig hebben of inzage of afschrift van bij de raad, burgemeester en wethouders of de burgemeester berustende schriftelijke stukken, kunnen hun verzoek aan de griffier richten.

Verzoeken die betrekking hebben op documenten waarop al dan niet geheimhouding rust, worden eveneens aan de griffier gericht. Daarbij zij er volledigheidshalve op gewezen dat de griffier een opgelegde geheimhouding in acht moet nemen. Als een raadslid geheime stukken opvraagt die alleen mogen worden ingezien, moet de griffier het verzoek van het raadslid doorgeleiden naar het orgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd.

De griffier (of één van de griffiemedewerkers) verstrekt de informatie zo spoedig mogelijk (tweede lid). Als de griffier niet in staat is om volledig tegemoet te komen aan het verzoek, kan hij de secretaris vragen of de reguliere ambtelijke organisatie de informatie kan leveren. Het is in lijn met de onderlinge taakverdeling dat de griffier het aanspreekpunt en de aangewezen persoon is om de voortgang in het proces te bewaken.

 

Artikel 3. Verzoek om bijstand

Ook verzoeken om bijstand moeten aan de griffier gericht worden. Als de griffier of de griffiemedewerkers de verzochte ondersteuning niet kunnen leveren, verzoekt de griffier de secretaris om inzet van ambtenaren van de reguliere ambtelijke organisatie. Het is aan de secretaris te beoordelen of één van de in het derde lid genoemde ‘weigeringsgronden’ voor het door ambtenaren van de reguliere ambtelijke organisatie verlenen van ambtelijke bijstand zich voordoet. Overigens ligt het bij een conflict over het al dan niet verlenen van ambtelijke bijstand in de rede dat de burgemeester, als voorzitter van de raad en het college, hierover overleg voert met de secretaris, de griffier en indien nodig ook het betrokken raadslid (vierde lid).

Artikel 4. Geschil over verleende ambtelijke bijstand

Net als bij de weigering om ambtelijke bijstand door ambtenaren vanuit de reguliere ambtelijke organisatie te verlenen, kan de burgemeester ook een rol vervullen als een raadslid niet tevreden is over de door een ambtenaar van de reguliere ambtelijke organisatie verleende ambtelijke bijstand. Als er een conflictsituatie ontstaat of dreigt te ontstaan zal de burgemeester ook hier een bemiddelende rol kunnen spelen (tweede lid). De positie van de burgemeester maakt hem bij uitstek geschikt voor deze taak als bruggenbouwer.

 

Artikel 5. Verstrekking informatie over verzoeken om ambtelijke bijstand

Dit artikel voorkomt dat de betreffende ambtenaar in een spagaat tussen raad en college terecht komt. Als een raadslid om ambtelijke bijstand verzoekt, moet hij ervan uit kunnen gaan dat de ambtenaar bij het verrichten van die werkzaamheden onafhankelijk opereert van het college. Om te verzekeren dat een ambtenaar niet door collegeleden onder druk wordt gezet om toch inlichtingen te verschaffen over het verzoek van een raadslid, is bepaald dat collegeleden zich voor informatie direct tot het betrokken raadslid wenden en niet tot de behandelend ambtenaar. Dit biedt bovendien een extra waarborg voor de onafhankelijke behandeling van een verzoek om ambtelijke bijstand.

De ambtenaar die ambtelijke bijstand verleent blijft echter wel onderdeel van de reguliere ambtelijke organisatie. Het verlenen van ambtelijke bijstand hoort tot de normale uitoefening van zijn taak. Als hij dit gedeelte van zijn taak niet goed uitoefent, behoudt het college dus de mogelijkheid om de ambtenaar hierop aan te spreken.

 

Artikel 6. Recht op financiële bijdrage

Fractieondersteuning vindt zijn vorm in een financiële ondersteuning. De hoogte van het totale budget voor fractieondersteuning wordt door de raad in de gemeentebegroting opgenomen.

De fractieondersteuning bestaat uit een basisbedrag per in de raad vertegenwoordigde fractie. Het basisbedrag garandeert dat elke fractie de kans krijgt zich op een gelijkwaardig basisniveau te laten ondersteunen. De bijdrage wordt verstrekt voor de duur van de zittingsperiode van de raad (eerste lid).

De financiële bijdrage voor fractieondersteuning voldoet aan de definitie van subsidie van artikel 4:21 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb). Omdat het verlenen van subsidies in de Algemene subsidieverordening in onze gemeente aan het college gedelegeerd is, wordt voornoemde verordening uitdrukkelijk niet van toepassing verklaard op de bijdrage voor fractieondersteuning. Niet alleen vanwege het dualisme tussen de raad en het college, maar ook omdat het regime in de ASV wezenlijk anders is dan het regime voor het verlenen, vaststellen en verantwoorden van de bijdrage voor fractieondersteuning.

 

Artikel 7. Besteding financiële bijdrage

Voor wat betreft de besteding van de fractieondersteuning worden de fracties grotendeels vrijgelaten. Voorwaarde is wel dat de financiële bijdrage besteed wordt aan ondersteuning om de volksvertegenwoordigende, kaderstellende of controlerende rol van de fractie te versterken. De financiële bijdrage is niet bedoeld om politieke partijen te subsidiëren.

 

Artikel 8. Voorschot financiële bijdrage

Dit artikel regelt op welke momenten voorschot wordt verleend van de op grond van artikel 6 verleende financiële bijdrage.

 

Artikel 9. Gevolgen splitsen en einde bestaan fractie

Als tijdens de zittingsperiode van de gemeenteraad mutaties plaatsvinden in zittende fracties dienen de financiële bijdragen aangepast te worden aan de veranderde verhoudingen inde raad.

 

Artikel 10. Reserve

De mogelijkheid van reserveren is niet opgenomen.

 

Artikel 11. Verantwoording, controle en vaststelling financiële bijdrage

Over het voorschot hoeft geen verantwoording afgelegd te worden. Voor aanspraak op het resterende bedrag kunnen facturen van gemaakte kosten door fracties naar de griffier worden gestuurd ter goedkeuring. Zodra de griffier de factuur heeft goedgekeurd geeft de griffier opdracht tot uitbetaling.

 

Artikel 12. Intrekking oude verordening en overgangsrecht, en Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

Deze artikelen behoeven geen toelichting.

Naar boven