De Burgemeester van Buren;
overwegende dat het gebruik van drugs de geestelijke en lichamelijke gezondheid bedreigt;
overwegende dat de burgemeester de: “Beleidsregel nulbeleid coffeeshop” heeft vastgesteld, welke op 8 maart 2001 in werking is getreden;
dat deze geldende beleidsregel was gebaseerd op artikel 2.3.1.2 van de Algemene plaatselijke verordening die in 2001 van kracht was, waarin een (exploitatie)vergunningstelsel voor horecabedrijven was opgenomen;
dat in de geldende Algemene plaatselijke verordening de bevoegdheid tot het verlenen van een exploitatievergunning is vervallen en vervangen door o.a. een bevoegdheid van de burgemeester tot het verbieden van de exploitatie van een openbare inrichting (artikel 2:28, lid 1 APV);
dat de burgemeester in een beleidsregel wil vastleggen in welk geval de exploitatie van een openbare inrichting in ieder geval is verboden;
dat een verbod van de exploitatie van een openbare inrichting voor de burgemeester aanleiding kan zijn om gebruik te maken van zijn bevoegdheid over te gaan tot sluiting van de openbare inrichting als bedoeld in artikel 13b van de Opiumwet;
dat de burgemeester omtrent zijn bevoegdheid in artikel 13b van de Opiumwet afzonderlijke beleidsregels heeft vastgesteld;
gelet op de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Buren 2020, de Opiumwet en de Algemene wet bestuursrecht;
besluit:
vast te stellen de
“Beleidsregel nulbeleid coffeeshop (artikel 2:28 APV Buren)”