Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam tot wijziging van de Regeling op het binnenwater 2020 in verband met de functionaliteit van de aanvraagmodule (Derde wijzigingsbesluit Regeling op het binnenwater 2020)

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

gelet op artikelen 2.1.12 en 2.4.7 van de Verordening op het binnenwater 2010,

besluit:

Artikel I

De Regeling op het binnenwater 2020 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3.1.3, tweede lid, onderdeel e, vervalt.

B

Artikel 3.1.4, derde lid, komt te luiden:

• 3. Indien een aanvrager meerdere aanvragen indient voor meerdere vaartuigen:

  • a. wordt de nummering van die aanvragen per segment oplopend vanaf nummer 1 bepaald door de volgorde van indiening, indien gebruik wordt gemaakt van de aanvraagmodule, bedoeld in artikel 3.1.6;

  • b. bundelt de aanvrager de aanvragen en nummert de aanvrager de aanvragen per segment oplopend vanaf nummer 1, indien gebruik wordt gemaakt van het aanvraagformulier, bedoeld in artikel 3.1.6.

C

In artikel 3.1.5, vijfde lid, wordt na “artikel 3.1.4, derde lid” ingevoegd “, onderdeel a en b”.

D

In artikel 3.1.8, eerste lid, onderdeel b, wordt “artikel 3.1.3, tweede lid, onderdeel b, d en e” vervangen door “artikel 3.1.3, tweede lid, onderdeel b en d”.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking, met dien verstande dat onderdelen A tot en met D terug werken tot en met 1 september 2020, indien de bekendmaking plaatsvindt na 31 augustus 2020.

Artikel III

Deze regeling wordt aangehaald als Derde wijzigingsbesluit Regeling op het binnenwater 2020.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 25 augustus 2020.

De voorzitter

Femke Halsema

De gemeentesecretaris

Peter Teesink

Toelichting

Algemeen deel

Het is verboden zonder (exploitatie)vergunning anders dan om niet met een vaartuig of object personen te vervoeren of te laten vervoeren. De vergunningen worden verdeeld door middel van uitgifterondes. Voor een aanvraag wordt gebruik gemaakt van de aanvraagmodule op de website van de gemeente Amsterdam of een papieren aanvraagformulier dat op aanvraag beschikbaar is. Gelet op de functionaliteit van de aanvraagmodule op de website van de gemeente Amsterdam is besloten enkele artikelen van de Regeling op het binnenwater 2020 aan te passen om het proces rond de aanvraag van vergunningen beter aan te laten sluiten bij de praktijk.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I

Onderdeel A

Op grond van artikel 3.1.5, eerste lid, is het niet toegestaan om meer aanvragen per segment in te dienen dan het aantal vergunningen dat voor dat segment ten hoogste kan worden verleend. Zo verleent het college bijvoorbeeld op grond van artikel 3.2.1 ten hoogste 25 vergunningen voor vaartuigen in het segment “groot”. Dit betekent dat een aanvrager in beginsel niet meer dan 25 aanvragen in het segment “groot” indient.

Op grond van artikel 3.1.3, tweede lid, onderdeel e, werd een aanvrager geacht te verklaren dat het aantal aanvragen dat hij doet niet hoger is dan op grond van artikel 3.1.5, eerste lid is toegestaan. Bij nader inzien is deze verklaring niet nodig. Vanwege het beperken van de administratieve lasten voor de aanvrager is besloten dat artikel 3.1.3, tweede lid, onderdeel e, komt te vervallen.

Onderdeel B en C

Artikel 3.1.4, derde lid, is dusdanig gewijzigd dat voor digitale aanvragen die worden ingediend via de aanvraagmodule het moment van indiening bepalend is voor de nummering van deze aanvragen. Voor aanvragen die worden ingediend via een papieren aanvraagformulier blijft gelden dat de aanvrager de ingediende aanvragen per segment moet nummeren vanaf nummer 1.

Het bepalen van de volgorde van de ingediende aanvragen is van belang voor het geval een aanvrager toch meer aanvragen indient dan op grond van artikel 3.1.5, eerste lid, is toegestaan. In dat geval worden de boventallige aanvragen afgewezen. Daartoe is artikel 3.1.5, vijfde lid, aangepast.

Onderdeel D

Nu is besloten dat de verklaring van de aanvrager dat het aantal aanvragen dat hij doet niet hoger is dan op grond van artikel 3.1.5, eerste lid is toegestaan, op grond van artikel 3.1.3, tweede lid, onderdeel e, vervalt, is artikel 3.1.8, eerste lid, onderdeel b, dienovereenkomstig aangepast.

Artikel II

Aan de wijzigingen als bedoeld in Artikel I, onderdelen A tot en met D is terugwerkende kracht toegekend tot en met 1 september 2020, indien de bekendmaking plaatsvindt op een latere datum. Daarmee wordt voorkomen dat aanvragen die zijn ingediend tussen 1 september 2020 en 30 september 2020 verschillend worden beoordeeld.