Beleidsregels minimabeleid Bloemendaal 2020

Het college van de gemeente Bloemendaal;

 

gelezen het voorstel van het college van 14 januari 2020;

gelet op artikel 35 van de Participatiewet;

besluit vast te stellen de volgende regeling:

 

Beleidsregels minimabeleid Bloemendaal 2020

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • -

    belanghebbende: de persoon van 18 jaar of ouder die een aanvraag minimabeleid indient;

  • -

    bijstandsnorm: de norm bedoeld in artikel 5, onder c, van de wet;

  • -

    gezin: een gezin als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onder c, van de wet;

  • -

    kind: ten laste komend kind van een ouder met een laag inkomen;

  • -

    ouder(s)/verzorger(s): belanghebbende(n) die aanspraak kunnen maken op kinderbijslag voor een eigen, aangehuwd of pleegkind jonger dan 18 jaar;

  • -

    schooljaar: een schooljaar loopt van 1 augustus tot en met 31 juli van het daaropvolgende jaar;

  • -

    toetsingsinkomen: het maandinkomen op het moment van het ontstaan van de kosten, exclusief vakantietoeslag;

  • -

    voorziening: een vorm van financiële ondersteuning of ondersteuning in natura;

  • -

    wet: Participatiewet.

Artikel 2 Algemene voorwaarden

  • 1.

    De belanghebbende moet ten tijde van het ontstaan van de kosten woonachtig zijn in de gemeente Bloemendaal.

  • 2.

    Bij een verhuizing tussen Bloemendaal en Heemstede komen belanghebbenden in de nieuwe gemeente in hetzelfde schooljaar niet nog een keer voor dezelfde regelingen in aanmerking. Het eventuele restant van een regeling is wel inzetbaar in de andere gemeente.

  • 3.

    Kosten die gemaakt zijn in de periode voordat belanghebbende tot de doelgroep behoorde, maar wel in hetzelfde (school)jaar vallen, komen niet voor declaratie in aanmerking.

  • 4.

    Als het inkomen van een belanghebbende die regelingen toegekend heeft gekregen gedurende het betreffende school- of kalenderjaar boven de van toepassing zijnde inkomensnorm uitkomt, bijvoorbeeld doordat iemand een baan heeft gevonden en de uitkering wordt beëindigd, dan blijven de toegekende regelingen dat school- of kalenderjaar geldig (het jaar uit). Of het om een schooljaar of kalenderjaar gaat hangt af van de regeling (zie artikel 5).

  • 5.

    Studenten die recht hebben op een beurs in de zin van de Wet studiefinanciering 2000 (WSF) zijn uitgesloten van de regelingen. De kinderen van deze studenten kunnen wel in aanmerking komen voor de regelingen.

Artikel 3 Voorwaarden inkomen

  • 1.

    Regelingen doelgroep kinderen: de belanghebbende beschikt over een toetsingsinkomen tot maximaal 130 procent van de toepasselijke bijstandsnorm.

  • 2.

    Regelingen doelgroep volwassenen: de belanghebbende beschikt over een toetsingsinkomen tot maximaal 120 procent van de toepasselijke bijstandsnorm.

  • 3.

    In afwijking van het tweede lid bedraagt de inkomensgrens voor de collectieve zorgverzekering 130 procent van de toepasselijke bijstandsnorm voor de doelgroep ouderen, gehandicapten en chronisch zieken.

  • 4.

    Voor de bepaling van het toetsingsinkomen wordt aangesloten bij het gestelde in de artikelen 32 en 33 van de wet.

  • 5.

    Ouder(s)/verzorger(s) kunnen gebruik maken van het minimabeleid voor hun kinderen als ze deelnemen aan een schuldhulpverleningstraject en het netto-inkomen na aftrek van de aflossingsverplichting lager is dan de inkomensgrens zoals bedoeld in het eerste lid.

  • 6.

    In afwijking van het eerste tot en met derde lid kunnen aanvragers met een inkomen net boven de inkomensgrens toch in aanmerking komen voor een deel van het minimabeleid. Het bedrag waarmee het inkomen de inkomensgrens overschrijdt, wordt in mindering gebracht op de mogelijke vergoedingen. We volgen hierbij de systematiek van de bijzondere bijstand.

Artikel 4 Voorwaarden vermogen

  • 1.

    Voor het minimabeleid gelden vermogensgrenzen.

  • 2.

    Voor de bepaling van het vermogen en de vermogensgrenzen wordt aangesloten bij het gestelde in artikel 34 van de wet.

  • 3.

    Bij het vaststellen van het vermogen wordt geen rekening gehouden met eigen woning bezit, voor zover belanghebbende zelf in de woning woont.

Artikel 5 Aanvraagprocedure en betaling

  • 1.

    Voor de Schoolkostenregeling en de Regeling huiswerkbegeleiding, bijles en examentraining kan de aanvraag tot uiterlijk drie maanden na afloop van het schooljaar worden ingediend.

  • 2.

    Voor de Computerregeling, de Fietsregeling, de Regeling Eropuit, de Regeling zwemlestoelage en de Regeling identiteitsbewijs kan de aanvraag tot uiterlijk drie maanden na afloop van het kalenderjaar worden ingediend.

  • 3.

    De Schoolkostenregeling en de Regeling huiswerkbegeleiding, bijles en examentraining blijven geldig in het schooljaar dat een kind 18 jaar wordt (‘het jaar uit’).

  • 4.

    De Regeling Eropuit blijft geldig in het kalenderjaar dat een kind 18 jaar wordt.

  • 5.

    De Computerregeling, de Fietsregeling en de Regeling zwemlestoelage stoppen direct op het moment dat een kind 18 jaar wordt.

  • 6.

    Belanghebbende heeft recht op de volledige (school)jaarbedragen, ook als de aanvraag en toekenning pas later in een jaar plaatsvinden.

  • 7.

    De vergoedingen worden op declaratiebasis betaald.

  • 8.

    Indien de belanghebbende de kosten niet vooruit kan financieren, kan een voorschot worden verstrekt.

Hoofdstuk 2 Regelingen voor kinderen

Artikel 6 Schoolkostenregeling

  • 1.

    Ouder(s)/verzorger(s) met schoolgaande kinderen in het basis-, voortgezet of beroepsonderwijs in de leeftijd van 4 tot en met 17 jaar kunnen in aanmerking komen voor een vergoeding van schoolkosten.

  • 2.

    Voor kinderen in het basisonderwijs geldt een vergoeding van maximaal € 150,00 per kind per schooljaar.

  • 3.

    Voor kinderen in het voortgezet of beroepsonderwijs geldt een vergoeding van maximaal € 300,00 per kind per schooljaar.

Artikel 7 Regeling huiswerkbegeleiding, bijles of examentraining

  • 1.

    Ouder(s)/verzorger(s) met schoolgaande kinderen in het voortgezet of beroepsonderwijs die niet ouder zijn dan 17 jaar kunnen in aanmerking komen voor een vergoeding van kosten voor huiswerkbegeleiding, bijles of examentraining.

  • 2.

    De vergoeding bedraagt maximaal € 1.200,00 per kind.

  • 3.

    Er is een schriftelijke verklaring van de school nodig waaruit blijkt dat de ondersteuning noodzakelijk is.

  • 4.

    De huiswerkbegeleiding, bijles of examentraining moet aangeboden worden door een professioneel, geregistreerd instituut of een gecertificeerd docent.

Artikel 8 Computerregeling

  • 1.

    Ouder(s)/verzorger(s) met schoolgaande kinderen in het basis-, voortgezet of beroepsonderwijs in de leeftijd van 8 tot en met 17 jaar kunnen in aanmerking komen voor een vergoeding van kosten voor een computer en noodzakelijke accessoires.

  • 2.

    Onder een computer wordt verstaan: een desktop, laptop, tablet of smartphone.

  • 3.

    Onder noodzakelijke accessoires wordt onder andere verstaan: een printer, beeldscherm, toetsenbord, muis, laptoptas, telefoonhoesje.

  • 4.

    De vergoeding geldt voor maximaal twee kinderen per gezin in de leeftijdscategorie.

  • 5.

    De vergoeding kan per kind maximaal eenmaal in de drie jaar worden aangevraagd.

  • 6.

    De vergoeding bedraagt maximaal € 400,00 inclusief accessoires per kind.

  • 7.

    Wanneer de tegemoetkoming van € 400,00 niet in zijn geheel binnen een kalenderjaar wordt benut, kan het restant niet alsnog op een ander moment worden opgemaakt.

Artikel 9 Fietsregeling

  • 1.

    Ouder(s)/verzorger(s) met kinderen in de leeftijd van 8 tot en met 17 jaar kunnen per kind in aanmerking komen voor een vergoeding voor een fiets.

  • 2.

    De vergoeding kan per kind maximaal eenmaal in de drie jaar worden aangevraagd.

  • 3.

    De vergoeding bedraagt maximaal € 225,00 per fiets, inclusief accessoires.

  • 4.

    Wanneer de tegemoetkoming van € 225,00 niet in zijn geheel binnen een kalenderjaar wordt benut, kan het restant niet alsnog op een ander moment worden gebruikt.

  • 5.

    De fietsregeling voor statushouders via de bijzondere bijstand geldt als voorliggende voorziening voor deze doelgroep.

Artikel 10 Regeling Eropuit (sport, cultuur of dagje uit)

  • 1.

    Ouder(s)/verzorger(s) met kinderen in de leeftijd van 0 tot en met 17 jaar kunnen in aanmerking komen voor een vergoeding van kosten voor activiteiten op het gebied van sport, cultuur of een dagje uit voor hun kinderen.

  • 2.

    De activiteiten zoals bedoeld in het eerste lid spelen zich buitenshuis af.

  • 3.

    De vergoeding bedraagt maximaal € 475,00 per kind per kalenderjaar.

  • 4.

    Binnen de € 475,00 mag maximaal € 125,00 worden vergoed aan sportkleding (inclusief sportschoeisel), onder voorwaarde van lidmaatschap bij een sportvereniging of abonnement sportschool.

Artikel 11 Regeling zwemlestoelage

  • 1.

    Ouder(s)/verzorger(s) met kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 17 jaar kunnen in aanmerking komen voor een zwemlestoelage voor hun kinderen voor diploma A, B of C.

  • 2.

    De toelage bedraagt maximaal € 255,00 per kind.

Artikel 12 Regeling identiteitsbewijs

  • 1.

    Ouder(s)/verzorger(s) met kinderen in de leeftijd van 14 tot en met 17 jaar kunnen in aanmerking komen voor een vergoeding van kosten voor een identiteitsbewijs voor hun kinderen.

  • 2.

    Ouder(s)/verzorger(s) met kinderen onder de 14 jaar die zich verplicht moeten kunnen legitimeren vanwege benodigde medische zorg, kunnen in aanmerking komen voor een vergoeding van kosten voor een identiteitsbewijs voor hun kinderen.

  • 3.

    De vergoeding bedraagt maximaal de kosten van het goedkoopst mogelijke identiteitsbewijs.

  • 4.

    De vergoeding kan maximaal eens in de vijf jaar (de geldigheidsduur van het identiteitsbewijs) worden aangevraagd.

Hoofdstuk 3 Regelingen voor volwassenen

Artikel 13 Regeling Eropuit (sport, cultuur of dagje uit)

  • 1.

    Belanghebbenden kunnen in aanmerking komen voor een vergoeding van kosten voor activiteiten op het gebied van sport, cultuur of een dagje uit.

  • 2.

    De activiteiten zoals bedoeld in het eerste lid spelen zich buitenshuis af.

  • 3.

    In afwijking van het tweede lid komen ook thuiscursussen in aanmerking voor vergoeding.

  • 4.

    De vergoeding bedraagt maximaal € 175,00 per persoon per kalenderjaar.

  • 5.

    Binnen de € 175,00 mag maximaal € 125,00 worden vergoed aan sportkleding (inclusief sportschoeisel).

  • 6.

    De vergoeding mag ingezet worden als aanbetaling voor een computer, als het niet of nauwelijks mogelijk is om op andere manieren te participeren vanwege in de persoon gelegen factoren.

Artikel 14 Regeling identiteitsbewijs

  • 1.

    Belanghebbenden kunnen in aanmerking komen voor een vergoeding van kosten voor een identiteitsbewijs.

  • 2.

    De vergoeding bedraagt maximaal de kosten van het goedkoopst mogelijke identiteitsbewijs.

  • 3.

    De vergoeding kan maximaal eens in de tien jaar (de geldigheidsduur van een identiteitsbewijs) worden aangevraagd.

Artikel 15 Gemeentelijke collectieve zorgverzekering

  • 1.

    Belanghebbenden kunnen in aanmerking komen voor een bijdrage in de kosten van de collectieve zorgverzekering.

  • 2.

    Deelnemers aan de gemeentelijke collectieve zorgverzekering ontvangen van de gemeente een maandelijkse bijdrage van € 15,00 per polis.

  • 3.

    Voor ouderen, gehandicapten en chronisch zieken bedraagt de maandelijkse bijdrage van de gemeente € 25,00 per polis.

  • 4.

    Onder ouderen wordt verstaan: personen die de Algemene Ouderdomswet (AOW)-leeftijd hebben bereikt.

  • 5.

    Onder chronisch ziek of gehandicapt wordt verstaan: mensen die

    • a.

      een ziekte hebben die minstens drie maanden duurt, regelmatig terugkeert en niet (volledig) te genezen is; of

    • b.

      langdurige thuiszorg nodig hebben; of

    • c.

      hulpmiddelen hebben voor wonen/werk (bijvoorbeeld een WMO-voorziening); of

    • d.

      hulpmiddelen hebben voor vervoer en lopen (zoals een rolstoel, een autovoorziening, of een gehandicaptenparkeerkaart/gehandicaptenparkeerplaats); of

    • e.

      een arbeidsongeschiktheidsuitkering hebben naar een percentage van minimaal 35 procent arbeidsongeschiktheid.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 16 Voorliggende voorzieningen

Er bestaat geen recht op vergoedingen als een beroep op een voorliggende voorziening kan worden gedaan.

Artikel 17 Terugvordering

Verstrekkingen die ten onrechte dan wel tot een te hoog bedrag zijn uitgekeerd, kunnen van de belanghebbende worden teruggevorderd.

Artikel 18 Intrekken oude beleidsregels

De Beleidsregels minimabeleid Bloemendaal 2017 worden ingetrokken.

Artikel 19 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt, voor zover nodig met terugwerkende kracht, in werking op 1 januari 2020.

Artikel 20 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Beleidsregels minimabeleid Bloemendaal 2020.

Vastgesteld door het college op 14 januari 2020.

Toelichting Beleidsregels minimabeleid Bloemendaal 2020

Artikel 1 Definities

Toetsingsinkomen: bij wisselende inkomsten kan op verzoek van de klant een gemiddeld maandinkomen worden berekend. Hierbij wordt uitgegaan van de periode voorafgaand aan de maand waarin de kosten zijn ontstaan, terug tot 1 januari van het betreffende kalenderjaar.

Artikel 2 Algemene voorwaarden

Lid 3

Kosten voor een heel jaar, zoals jaarabonnementen die in januari zijn betaald, komen ook niet voor declaratie in aanmerking.

Lid 5

De reden dat studenten zijn uitgesloten van regelingen, is dat studenten door deelname aan een studie al participeren in de samenleving en door een bijbaan zelf in deze kosten kunnen voorzien.

Artikel 3 Voorwaarden inkomen

Lid 1 en 2

Het betreft de toepasselijke bijstandsnorm exclusief vakantietoeslag.

Lid 6

De uitvoering van deze afwijking is maatwerk. Voorbeeld: belanghebbende heeft een inkomen van € 120,00 teveel op jaarbasis om in aanmerking te komen voor de regeling Eropuit ad € 175,00. Om gelijk uit te komen met iemand die wel recht heeft, komt hij in aanmerking voor de regeling Eropuit tot een bedrag van € 55,00. Het draagkrachtjaar wordt hierbij vastgesteld vanaf datum aanvraag en 12 maanden vooruit (dus niet op schooljaar of kalenderjaar).

Artikel 5 Aanvraagprocedure en betaling

Lid 7

De vergoedingen worden verstrekt wanneer met bewijsstukken, zoals een kassabon, is aangetoond dat de kosten daadwerkelijk zijn gemaakt.

Lid 8

Een voorschot kan bijvoorbeeld worden verstrekt als de belanghebbende rood staat of als het te declareren bedrag hoog is, zoals bij de Computerregeling.

Artikel 6 Schoolkostenregeling

Kostensoorten die voor een vergoeding in aanmerking komen zijn bijvoorbeeld:

  • ouderbijdrage activiteiten (Sinterklaas, Kerst, meester- en juffendag, schoolfonds, projecten);

  • bijdrage voor een schoolreisje, schoolkamp, werkweek;

  • ouderbijdrage voor tussenschoolse opvang;

  • kosten voor materialen zoals etuis, schoolschriften, pennen, lijm, schaar, rekenmachine, passer, mappen, agenda (de omschrijving ‘kantoorartikelen’ op een kassabon is hiervoor voldoende);

  • kosten voor een drinkbeker, broodtrommel, rugzak, kopieerkaart, printkaart, cartridge, USB-stick, huur kluisje (niet de borg) en huur leermiddelen;

  • sportkleding voor gymles of schoolsport.

Kostensoorten die niet voor een vergoeding in aanmerking komen zijn bijvoorbeeld:

  • kosten voor schoolboeken, omdat scholen verplicht zijn gratis schoolboeken te verstrekken aan ouder(s)/verzorger(s) met kinderen in het basis- en voortgezet onderwijs.

  • sportkleding voor sporten in verenigingsverband of in de sportschool, omdat dit kan worden gedeclareerd via de Regeling Eropuit tot een maximum van € 125,00.

  • onderdelen voor een computer, zoals een externe harde schijf.

Artikel 7 Regeling huiswerkbegeleiding, bijles of examentraining

Lid 2

Het bedrag voor huiswerkbegeleiding is gebaseerd op € 200,00 gedurende zes maanden, maar mag flexibel binnen de schoolloopbaan worden ingezet.

Artikel 8 Computerregeling

Lid 2

Kosten van internet(aansluiting) komen niet voor vergoeding in aanmerking.

Artikel 9 Fietsregeling

Lid 3

Accessoires zijn bijvoorbeeld een slot en fietstassen.

Artikel 10 Regeling Eropuit (sport, cultuur en dagje uit) kinderen

Let op: tussen de regeling voor volwassenen en kinderen zitten kleine verschillen.

 

Kostensoorten die in aanmerking komen zijn bijvoorbeeld:

  • lidmaatschap sportvereniging of sportclub, noodzakelijke sportattributen, sportkleding voor de sportvereniging of sportschool;

  • zwemles, zwembadkaart;

  • yoga, meditatie, mindfulness;

  • muziekles, muziekinstrument, schilderles, acteerles;

  • toegang theater, schouwburg, concert, museum, bioscoop, pretpark;

  • hobbyclub, scouting, natuur- en milieu educatie;

  • cursus, workshop;

  • kosten openbaar vervoer.

Kostensoorten die niet in aanmerking komen zijn bijvoorbeeld:

  • kleding die niet voor het sporten bedoeld is, sportkleding zonder lidmaatschap sportvereniging of sportschool;

  • internet-, televisie-, telefoonabonnement;

  • krant- of tijdschriftabonnement;

  • computer/tablet/printer (voor kinderen afzonderlijke regeling), software voor computer, (mobiele) telefoon, telefoonkaart;

  • zonnebankstudio, schoonheidsspecialist, massage, kapper;

  • fiets (voor kinderen afzonderlijke regeling), scooter;

  • vakantiehuisje, overnachting;

  • eten en drinken, uit eten;

  • treinabonnement of voordeelurenkaart;

  • kosten benzine of autohuur.

Artikel 11 Regeling zwemlestoelage

De toelage kan gebruikt worden in combinatie met de Regeling Eropuit (sport, cultuur of dagje uit), waarvan ook zwemles kan worden betaald.

Artikel 12 Regeling identiteitsbewijs

De kosten voor pasfoto’s worden niet vergoed.

Artikel 13 Regeling Eropuit (sport, cultuur en dagje uit) volwassenen

Kosten van activiteiten voor volwassenen, kunnen niet op het budget van kinderen worden geboekt. Let op: tussen de regeling voor volwassenen en kinderen zitten kleine verschillen.

 

Kostensoorten die in aanmerking komen:

  • lidmaatschap sportvereniging of sportclub, sportattributen, sportkleding;

  • zwemles, zwembadkaart, sauna;

  • yoga, meditatie, mindfulness;

  • muziekles, muziekinstrument, schilderles, acteerles;

  • toegang theater, schouwburg, concert, museum, bioscoop, pretpark;

  • hobbyclub, scouting, natuur- en milieu educatie;

  • cursus, workshop;

  • kosten openbaar vervoer;

  • kosten benzine (19 cent per km) of autohuur.

Kostensoorten die niet in aanmerking komen:

  • kleding die niet voor het sporten bedoeld is;

  • internet-, televisie-, telefoonabonnement;

  • krant- of tijdschriftabonnement;

  • computer/tablet/printer, software voor computer, (mobiele) telefoon, telefoonkaart;

  • zonnebankstudio, schoonheidsspecialist, massage, kapper;

  • fiets, scooter;

  • vakantiehuisje, overnachting;

  • eten en drinken, uit eten;

  • treinabonnement of voordeelurenkaart.

Artikel 14 Regeling identiteitsbewijs

De kosten voor pasfoto’s worden niet vergoed.

Artikel 15 Gemeentelijke collectieve zorgverzekering

Lid 1

De gemeentelijke collectieve zorgverzekering is een compleet pakket van basisverzekering en aanvullende verzekering, met korting op de maandelijkse premie.

Artikel 16 Voorliggende voorzieningen

Bij de Regeling huiswerkbegeleiding, bijles of examentraining is een voorliggende voorziening bijvoorbeeld begeleiding die via de school gratis wordt aangeboden.

Naar boven