Gemeente Zoetermeer - wijziging verordening Wmo gebiedsgerichte ondersteuning

De raad van de gemeente Zoetermeer;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 maart 2020

 

Besluit

 

  • 1.

    Maatschappelijke ondersteuning op het gebied van begeleiding en dagbesteding behalve als maatwerk- en collectieve voorziening ook aan te bieden als algemene voorziening;

  • 2.

    De prioriterig van de maatschappelijke ondersteuning als volgt vast te stellen:

    • 1)

      Algemene voorziening

    • 2)

      Collectieve voorziening

    • 3)

      Maatwerkvoorziening

  • 3.

    Voor de algemene voorziening voor begeleiding en dagbesteding een eigen bijdrage te vragen conform het 'abonnementstarief zodra er sprake is van een langdurige hulpverleningsrelatie;

  • 4.

    Op basis van de bovenstaande voorstellen de Wmo-verordening Zoetermeer 2015 als volgt te wijzigen:

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Hoofdstuk 4 Maatschappelijke ondersteuning

Artikel 4.2 Soorten maatwerkvoorzieningen Het college kan onder andere de volgende maatwerkvoorzieningen verstrekken:

  • a.

    Kortdurend verblijf ter ontlasting van de mantelzorger en zo nodig het daarvoor noodzakelijke vervoer;

  • b.

    Hulpmiddel;

  • c.

    Woningaanpassing;

  • d.

    Begeleiding;

  • e.

    Vervoersvoorziening;

  • f.

    Ondersteuning bij (de organisatie van) het huishouden of een ontregeld huishouden.

     

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Artikel 4.3 Primaat en kortdurende maatschappelijke ondersteuning 1 .Het college kan maatschappelijke ondersteuning verlenen als collectieve - en individuele maatwerkvoorziening, waarbij het primaat ligt bij de collectieve maatwerkvoorziening.

 

  • 2.

    Het college kan een maatwerkvoorziening als bedoeld in het eerste lid kortdurend verlenen indien de cliënt of de personen van wie gebruikelijke hulp kan worden gevergd leerbaar zijn.

  • 3.

    De maatschappelijke ondersteuning als bedoeld in het tweede lid is gericht op het versterken of verbeteren van de zelfredzaamheid en participatie van de cliënt. Daaronder kan ook toeleiding naar algemene voorzieningen of voorliggende voorzieningen worden verstaan.

Artikel 4.2 soorten voorzieningen

  • 1.

    Het college kan voor de maatschappelijke ondersteuning maatwerkvoorzieningen of algemene voorzieningen beschikbaar stellen.

  • 2.

    Het college kan onder andere de volgende maatwerkvoorzieningen verstrekken:

    • a.

      Kortdurend verblijf ter ontlasting van de mantelzorger en zo nodig het daarvoor noodzakelijke vervoer;

    • b.

      Hulpmiddel;

    • c.

      Woningaanpassing;

    • d.

      Begeleiding;

    • e.

      Dagbesteding

    • e.

      Vervoersvoorziening;

    • f.

      Ondersteuning bij (de organisatie van) het huishouden of een ontregeld huishouden.

  • 3.

    Het college kan voor begeleiding en/of dagbesteding een algemene voorziening beschikbaar stellen op de volgende voorwaarden: de algemene voorziening

    • a)

      is toegankelijk met een globaal onderzoek of iemand tot de doelgroep behoort

    • b)

      wordt uitgevoerd door een door de gemeente gecontracteerde partij/partijen

    • c)

      is gericht op het zo lang mogelijk zelfstandig in de eigen leefomgeving kunnen blijven wonen; en/of het in aanvaardbare mate kunnen meedoen in de maatschappij

    • d)

      kan bestaan uit een aanbod van individuele of collectieve ondersteunings- en dagbestedingstrajecten, activiteiten en diensten die kunnen veranderen indien dit

      voortvloeit uit de behoefte van inwoners.

    • e)

      is gericht op activiteiten en resultaten zoals beschreven in artikel 6.3. lid 3, 4 en 5 van deze verordening

  • 4.

    De verstrekking van een algemene voorziening voor begeleiding en/of dagbesteding geschiedt binnen de kaders van het beleidsplan Wmo en aanvullende besluitvorming daarop door de gemeenteraad.

 

Artikel 4.3 Primaat en kortdurende maatschappelijke ondersteuning

  • 1.

    Het college kan maatschappelijke ondersteuning verlenen als algemene, collectieve - en individuele maatwerkvoorziening, waarbij het primaat achtereenvolgens ligt bij ligt bij

    • -

      een algemene voorziening

    • -

      een collectieve voorziening

    • -

      een individuele voorziening

  • 2.

    Het college kan een maaM'erkvoorziening als bedoeld in het eerste lid kortdurend verlenen indien de cliënt of de personen van wie gebruikelijke hulp kan worden gevergd leerbaar zijn.

  • 3.

    De maatschappelijke ondersteuning als bedoeld in het tweede lid is gericht op het versterken of verbeteren van de zelfredzaamheid en participatie van de cliënt. Daaronder kan ook toeleiding naar algemene voorzieningen of voorliggende voorzieningen worden verstaan.

 

 

Hoofdstuk 6 Begeleiding, huishoudelijke hulp en kortdurend verblijf

Artikel 6.1 Maatschappelijke ondersteuning Het college kan aan de cliënt die aanspraak heeft op maatschappelijke ondersteuning een maatwerkvoorziening verlenen in de vorm van:

  • a.

    Langdurige ambulante begeleiding;

  • b.

    huishoudelijke hulp

  • c.

    Arbeidsmatige dagbesteding;

  • d.

    Kortdurend verblijf waaronder zo nodig het noodzakelijke vervoer;

  • e.

    Specialistische begeleiding voor personen met een zintuiglijke beperking.

     

 

 

 

 

 

 

Artikel 6.2 Algemene criteria

  • 1.

    Het college kan de maatschappelijke ondersteuning als bedoeld in dit hoofdstuk:

    • a.

      afstemmen op de eigen kracht, ondersteuning vanuit het sociaal netwerk en informele hulp uit de sociale omgeving van de cliënt;

    • b.

      verlenen in de vorm van een totaal aan afspraken zoals neergelegd in een ondersteuningsplan.

  • 2.

    Voor de maatschappelijke ondersteuning afs bedoeld in artikel 6.1 geldt waar mogelijk het principe van het primaat van de collectieve maatwerkvoorziening

Artikel 6.5 specifiek criterium arbeidsmatige dagbesteding

De ondersteuning zoals bedoeld in artikel 6.1 onder b van deze verordening kan slechts worden toegekend aan een client die niet beschikt over arbeidsvermogen in de zin van de Participatiewet.

Artikel 6.1 Maatschappelijke ondersteuning

1 .Het college kan aan de cliënt die aanspraak heeft op maatschappelijke ondersteuning een maatwerkvoorziening verlenen in de vorm van:

  • a.

    Langdurige ambulante begeleiding;

  • b.

    huishoudelijke hulp

  • c.

    dagbesteding;

  • d.

    Kortdurend verblijf waaronder zo nodig het noodzakelijke vervoer;

  • e.

    specialistische begeleiding voor personen met een zintuigelijke beperking

1. Het college kan voor een client die aanspraak heeft op maatschappelijke ondersteuning een algemene voorziening beschikbaar stellen in de vorm van

  • a)

    langdurige ambulante begeleiding

  • b)

    dagbesteding

 

Artikel 6.2 Algemene criteria

  • 1.

    Het college kan de maatschappelijke ondersteuning als bedoeld in dit hoofdstuk:

    • a.

      afstemmen op de eigen kracht, ondersteuning vanuit het sociaal netwerk en informele hulp uit de sociale omgeving van de cliënt;

    • b.

      verlenen in de vorm van een totaal aan afspraken zoals neergelegd in een ondersteuningsplan.

  • 2.

    Voor de maatschappelijke ondersteuning als bedoeld in artikel 6.1 en 6.2. geldt achtereenvolgens het primaat voor een algemene voorziening, een collectieve voorziening en een maatwerkvoorziening.

Artikel 6.5 specifiek criterium dagbesteding De ondersteuning zoals bedoeld in artikel 6.1 onder c. van deze verordening kan slechts worden toegekend aan de client die tijdelijk of permanent niet beschikt over arbeidsvermogen in de zin van de Participatiewet

 

Hoofdstuk 9 Eigen bijdrage

Artikel 9.1 Algemene voorziening en maatwerkvoorzieningen

  • 1.

    .De cliënt is een bijdrage in de kosten verschuldigd voor de algemene voorziening Recreatieve dagbesteding en voor maatwerkvoorzieningen, tenzij op grond van dit artikel of hoofdstuk 3 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 geen bijdrage verschuldigd is.

  • 2.

    De bijdrage, bedoeld in het eerste lid, dan wel het totaal van deze bijdragen bedraagt € 19 per maand voor de ongehuwde cliënt of de gehuwde cliënten tezamen. Een indexering van dit bedrag door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, wordt gevolgd,

  • 3.

    De bijdrage, bedoeld in het eerste lid, is verschuldigd zolang de cliënt van de voorziening gebruik maakt of tot de volledige kostprijs van de voorziening door de cliënt is betaald.

  • 4.

    Voor de maatwerkvoorziening Arbeidsmatige dagbesteding is geen bijdrage, als bedoeld in het eerste lid, verschuldigd.

  • 5.

    Voor de maatwerkvoorziening Regiotaxi is geen bijdrage, als bedoeld in het eerste lid, verschuldigd. Voor deze voorziening geldt een door het college vast te stellen ritbijdrage per verreden zone.

  • 6.

    Voor de verstrekking van een maatwerkvoorziening waarvan de kosten per verstrekking niet hoger zijn dan € 100, is geen bijdrage, als bedoeld in het eerste lid, verschuldigd.

  • 7.

    Indien een maatwerkvoorziening wordt verleend ten behoeve van een woningaanpassing voor een minderjarige cliënt, is de eigen bijdrage, als bedoeld in het eerste lid, verschuldigd door:

    • -

      de onderhoudsplichtige ouders; en

    • -

      degene die anders dan als ouder samen met de ouder het gezag uitoefent over de cliënt.

Artikel 9.1 Algemene voorziening en maatwerkvoorzieningen

  • 1.

    De client is een bijdrage in de kosten verschuldigd voor de algemene voorziening voor begeleiding en dagbesteding en voor maatwerkvoorzieningen, tenzij op grond van dit artikel of hoofdstuk 3 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 geen bijdrage verschuldigd is.

  • 2.

    De bijdrage, bedoeld in het eerste lid, dan wel het totaal van deze bijdragen bedraagt € 19 per maand voor de ongehuwde cliënt of de gehuwde cliënten tezamen. Een indexering van dit bedrag door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, wordt gevolgd.

  • 3.

    De bijdrage voor maatwerkvoorzieningen bedoeld in het eerste lid, is verschuldigd zolang de client van de voorziening gebruik maakt of tot de volledige kostprijs van de voorziening door de cliënt is betaald.

  • 4.

    het college stelt nadere regels aan het opleggen van de eigen bijdrage voor de algemene voorziening voor begeleiding en dagbesteding, zoals bedoeld in lid 1

  • 5.

    Voor dagbesteding specifiek gericht op arbeidsmatige activiteiten is geen bijdrage, als bedoeld in het eerste lid, verschuldigd.

  • 6.

    Voor de maatwerkvoorziening Regiotaxi is geen bijdrage, als bedoeld in het eerste lid, verschuldigd. Voor deze voorziening geldt een door het college vast te stellen ritbijdrage per verreden zone.

  • 7.

    Voor de verstrekking van een maatwerkvoorziening waarvan de kosten per verstrekking niet hoger zijn dan € 100, is geen bijdrage, als bedoeld in het eerste lid, verschuldigd.

  • 8.

    Indien een maatwerkvoorziening wordt verleend ten behoeve van een woningaanpassing voor een minderjarige cliënt, is de eigen bijdrage, als bedoeld in het eerste lid, verschuldigd door:

    • -

      de onderhoudsplichtige ouders; en

    • -

      degene die anders dan als ouder samen met de ouder het gezag uitoefent over de cliënt.

 

Dit besluit treedt in werking twee weken na de bekendmaking daarvan. Tenzij over dit besluit een inleidend verzoek tot het houden van een referendum wordt gedaan.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad op 2 juni 2020

de griffier,

drs. R. Blokland MCM

de voorzitter,

drs. J.P.J. Lokker

Naar boven