Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen gemeente Nijmegen 2020

De Raad van de Gemeente Nijmegen, bijeen in zijn openbare vergadering van 18 december 2019;

 

Gelezen het voorstel van

burgemeester en wethouders van 26 november 2019;

 

Gelet op

artikel 225, van de Gemeentewet;

 

Besluit

vast te stellen de volgende verordening

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen gemeente Nijmegen 2020 (Verordening parkeerbelastingen 2020)

 

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • a.

    Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • b.

    Autodate: het herhaald en opeenvolgend gezamenlijk gebruik van motorvoertuigen op grond van een overeenkomst tussen een aanbieder die motorvoertuigen ter beschikking stelt en een deelnemer, zijnde een natuurlijk persoon.

  • c.

    Binnen de singels: het gebied dat wordt begrensd door het Keizer Traianusplein, de St. Canisiussingel, de Oranjesingel, het Keizer Karelplein, de Van Schaeck Mathonsingel, de spoorlijn Nijmegen-Arnhem en de Waalkade, met inbegrip van de genoemde wegen of weggedeelten;

  • d.

    Buiten de singels: geheel Nijmegen, met uitzondering van het gebied binnen de singels

  • e.

    Centrale computer: computer van het bedrijf c.q. de bedrijven waarmee de gemeente Nijmegen een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon en/of internet;

  • f.

    College: het College van Burgemeester en Wethouders

  • g.

    houder van een motorrijtuig: degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken in het register krachtens de Wegenverkeerswet 1994 is ingeschreven of degene die het motorvoertuig op grond van een contract van huurkoop of vruchtgebruik (lease) onder zicht heeft;

  • h.

    motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1 onder z van het RVV 1990;

  • i.

    openbare weg: alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten

  • j.

    parkeerapparatuur: parkeermeters, centrale computer, parkeerautomaten met inbegrip van verzamelparkeermeters en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

  • k.

    parkeervergunning: een door Burgemeester en Wethouders verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerplaatsen op de openbare weg;

  • l.

    parkeren: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 225 van de Gemeentewet;

  • m.

    RVV 1990: het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens van 26 juli 1990, Stb. 459;

  • n.

    Tarieventabel: de bij deze verordening behorende tabel waarin opgenomen de tarieven voor de verschillende parkeerbelastingen;

  • o.

    vergunninghouder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend;

  • p.

    zelfstandige woning: woning welke een eigen toegang heeft, voorzien is van een toilet en keuken en welke de bewoner kan bewonen zonder daarbij afhankelijk te zijn van wezenlijke voorzieningen buiten die woning, dan wel een woning waarvan met van een notariële acte wordt aangetoond dat sprake is van een zelfstandige woning. Voor deze verordening wordt onder woning mede verstaan: woonwagen op een daartoe aangewezen centrum en woonboot op een reguliere ligplaats:

  • q.

    zorginstelling: instellingen in de curatieve zorg die beschikken over een erkenning van het College van Ziekenhuisvoorzieningen (CvZ), sectoren Verpleging en Verzorging, de geestelijke en gezondheidszorg (ggz) en gehandicaptenzorg volgens de Awbz-zorg, alsmede professionele organisaties voor stervensbegeleiding.

  • r.

    dag: kalenderdag;

  • s.

    week: periode van 7 aaneengesloten dagen;

  • t.

    maand: kalendermaand;

  • u.

    bezoekersregeling: de regeling waarbij een bezoeker van een belanghebbende, die in een betaald parkeren gebied woont, tegen een gereduceerd uurtarief kan parkeren. De regeling geldt voor een maximaal aantal uren per kalenderjaar. Urenregistratie vindt digitaal plaats middels een digitale aan- en afmelding van het parkeertijdstip;

  • v.

    parkeerregeling mantelzorg: de regeling waarbij een bewoner die mantelzorg ontvangt en die in aanmerking komt voor het mantelzorgcompliment, zijn mantelzorgers tegen gereduceerd uurtarief kan laten parkeren. De regeling geldt voor een maximaal aantal uren per kalenderjaar. Urenregistratie vindt digitaal plaats middels een digitale aan- en afmelding van het parkeertijdstip.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam "parkeerbelastingen" worden de volgende belastingen geheven:

  • a.

    een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

  • b.

    een belasting ter zake van het parkeren van een voertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college te bepalen plaats, tijdstip en wijze;

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die het voertuig heeft geparkeerd.

  • 2.

    Als degene die het voertuig heeft geparkeerd, wordt mede aangemerkt:

  • a.

    degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;

  • b.

    zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel b, heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat

  • indien een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het voertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd;

  • indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd.

  • 3.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

  • 4.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak

De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

Artikel 5 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het heffingstijdvak waarover de belasting wordt geheven.

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren.

  • 3.

    Indien de belastingplicht als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, in de loop van een vergunning periode aanvangt, is de belasting verschuldigd voor het resterende gedeelte van de vergunningstermijn van zes maanden;

  • 4.

    Indien de belastingplicht als bedoeld in artikel 2, onderdeel a in de loop van een vergunning periode eindigt, wordt restitutie verleend voor het resterende gedeelte van de vergunningstermijn van 6 maanden.

  • 5.

    In afwijking van het vorige lid bestaat geen ontheffing van de belastingplicht voor de vergunningen zoals opgenomen in Hoofdstuk I onder L van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 6 Wijze van heffing en termijnen van betaling

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven via een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waartoe ook wordt gerekend een nota of andere schriftuur, en moet worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte en moet worden betaald bij de aanvang van het parkeren.

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in het vorige lid moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen een maand na het einde van het parkeren, indien het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon en/of internet inloggen op de centrale computer.

  • 4.

    Een naheffingsaanslag moet terstond worden betaald.

Artikel 7 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belastingen, bedoeld in artikel 2 mag worden geparkeerd, geschiedt door het college bij openbaar te maken besluit. (zie Aanwijzingsbesluit betaald parkeren en Uitwerkingsbesluit parkeren)

Artikel 8 Kosten naheffingsaanslag

De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, bedragen €62,-.

Artikel 9 Vrijstelling van het betalen van parkeerbelastingen

Het parkeren van de volgende gebruikers wordt niet gereguleerd en is derhalve vrijgesteld van het parkeren van parkeerbelastingen als bedoeld in artikel 2 van deze verordening:

  • a.

    Gehandicapte, voor zover deze beschikt over een duidelijk zichtbaar aangebrachte:

  • geldige Europese Gehandicapten Parkeerkaart,

  • gemeentelijke parkeerontheffing voor gehandicapten

  • buitenlandse gehandicaptenparkeerkaart

  • b.

    als zodanig herkenbare politievoertuigen

  • c.

    als zodanig herkenbare brandweervoertuigen

  • d.

    als zodanig herkenbare ambulances

  • e.

    als zodanig herkenbare dierenambulances

  • f.

    als zodanig herkenbare dienstvoertuigen van de gemeente Nijmegen.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelasting.

Artikel 12 Overgangsrecht

De "Verordening Parkeerbelastingen 2019" zoals deze is vastgesteld bij raadsbesluit van 19 december 2018 en gepubliceerd onder nr. Gmb-2018-278749, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13 genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na publicatie, welke tevens de datum van ingang van de heffing is, met dien verstande dat de verordening niet eerder dan 15 januari 2020 in werking treedt.

  • 2.

    De tarieven zoals opgenomen in de tarieventabel treden in werking op de dag na publicatie, met dien verstande dat de verordening niet eerder dan 15 januari 2020 in werking treedt.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Parkeerbelastingen 2020".

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 18 december 2019.

 

De raadsgriffier,

Drs. S.J. Ruta

 

De voorzitter,

Drs. H.M.F. Bruls

 

Tarieventabel, behorende bij de vero rdening parkeerbelastingen 2020

I Tarieven voor parkeren met een parkeervergunning, zoals bedoeld in

art. 2 onderdeel a

 

 

 

 

Binnen de singels conform artikel 1 sub b verordening parkeerbelastingen 2020

Buiten de singels conform artikel 1 sub c verordening parkeerbelastingen 2020

A.

Bewonersvergunning

€ 90,00 per half jaar

€ 15,00 per maand

€ 78,00 per half jaar

€ 13,00 per maand

B.

Bedrijfsvergunning beperkt kenteken wijzigen, geldig van maandag tot en met vrijdag van 09.00 tot 18.00 uur

€ 240,00 per half jaar

€ 40,00 per maand

€ 180,00 per half jaar

€ 30,00 per maand

C.

Bedrijfsvergunning beperkt kenteken wijzigen, geldig van maandag tot en met zondag

€ 390,00 per half jaar

€ 65,00 per maand

€ 240,00 per half jaar

€ 40,00 per maand

D.

Bedrijfsvergunning onbeperkt kenteken wijzigen, geldig van maandag tot en met vrijdag van 09.00 tot 18.00 uur

€ 390,00 per half jaar

€ 65,00 per maand

€ 240,00 per half jaar

€ 40,00 per maand

E.

Bedrijfsvergunning onbeperkt kenteken wijzigen, geldig van

maandag tot en met zondag

€ 600,00 per half jaar

€ 100,00 per maand

€ 300,00 per half jaar

€ 50,00 per maand

F.

Bedrijfsvergunning beperkt kenteken wijzigen, geldig van maandag tot en met vrijdag van 09.00 tot 18.00 uur in vergunninggebied T

 

€ 62,10 per half jaar

€ 10,35 per maand

G.

Overloopvergunning

€ 60,00 per half jaar

€ 10,00 per maand

 

H.

Autodatevergunning binnen een gebied waar parkeerbelasting van toepassing is

€ 279,30 per half jaar

€ 46,55 per maand

 

I.

Autodatevergunning buiten een gebied waar parkeerbelasting van toepassing is

€ 51,30 per jaar

 

J.

Marktparkeervergunning 1 dag per week

€ 30,80 per half jaar

 

K.

Marktparkeervergunning 2 dagen per week

€ 51,30 per half jaar

 

L.

Hulpverleningsvergunning

€ 129,10 per jaar

 

M.

Bezoekersregeling € 0,25 per uur met een maximum van 585 uur per kalenderjaar voor bewoners in het centrum. In de 1e Ring met een maximum van 500 uur per kalenderjaar. Voor bewoners in de 2e Ring 400 uur per kalenderjaar.

 

 

N.

Parkeerregeling mantelzorg € 0,20 per uur met een maximum van 400 uur per kalenderjaar.

 

 

 

II Tarieven voor parkeren bij parkeerapparatuur 2020

A. Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, bedraagt per parkering voor de straten en terreinen:

 

Locatie

Tarief

Wedren

€ 7,90 per dag

Vierdaagseplein

Van 09.00 uur tot 18.00 uur € 2,40 per uur met een maximum van € 7,90 per dag.

Van 18.00 uur tot 21.00 uur € 0,50 per uur.

Parkeerterrein oude Stad

Van 09.00 uur tot 18.00 uur € 2,40 per uur en koopavond van 18.00 uur tot 21.00 uur € 0,50 per uur met een maximum van € 7,50 per dag.

Radboud Universitair Medisch Centrum

€ 1,65 per uur

Novium Woonboulevard

€ 1,00 per 3 uur of gedeelte daarvan

 

B. Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, voor zover gelegen binnen het gebied dat wordt begrensd door de denkbeeldige lijn gelegen tussen de spoorlijn Nijmegen- Arnhem (ter hoogte van de Van Schaek Mathonsingel) en de van Schaek Mathonsingel, de spoorlijn Nijmegen-Arnhem, de Waalkade en de Lindenberghaven, de Generaal James Gavinweg; de denkbeeldige lijn door het midden van het Keizer Traianusplein, de St.Canisiussingel, de Oranjesingel, het Keizer Karelplein én de Van Schaeck Mathonsingel (met inbegrip van voornoemde straten, wegen en/of straatdelen en wegdelen);

én

in het gebied dat bestaat uit de straten Zwanenveld 54e, 56e, 80e, 82e en 83e straten, Spijkerhofplein, Van Schuylenburgweg, het parkeerterrein gelegen tussen Zwanenveld 5301 t/m 5319, 5401 t/m 5493 en het Winkelcentrum Dukenburg, het parkeerterrein gelegen tussen Zwanenveld 6615 en het Winkelcentrum Dukenburg, de parkeervakken tegenover Zwanenveld 6601: € 2,90 per uur.

 

C. Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, voor zover gelegen binnen het gebied dat wordt begrensd door de spoorlijn Nijmegen-Venlo ter hoogte van Stationsplein 26 tot en met de St. Stephanusstraat, St. Stephanusstraat, St. Annastraat gelegen tussen St. Stephanusstraat en Fransestraat, Fransestraat, Groesbeekseweg gelegen tussen Fransestraat en Guyotstraat, Guyotstraat, Waldeck Pyrmontsingel, Jacob Canisstraat, Berg- en Dalseweg gelegen tussen Jacob Canisstraat en Mariaplein, Mr. Franckenstraat, Regentessestraat, Graadt van Roggestraat, Keizer Traianusplein gelegen tussen de Terwindstraat en de Sint Jorisstraat, de buitenzijde van de singels vanaf de St.Canisiussingel, de Oranjesingel, het Keizer Karelplein, de Van Schaeck Mathonsingel én de denkbeeldige lijn gelegen tussen de spoorlijn Nijmegen- Arnhem (ter hoogte van de Van Schaek Mathonsingel) en de van Schaek Mathonsingel (met inbegrip van voornoemde straten, wegen en/of of straatdelen en wegdelen): €2,40 per uur.

 

D. Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel b. gelegen in de nabijheid van en bestemd voor parkeren bij McDonald’s ten zuiden van de Wijchenseweg: € 0,25 per 45 minuten of gedeelte daarvan;

 

E. Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel b voor zover gelegen binnen:

- het gebied dat bestaat uit de straten Valkenaerhof en de ventweg van de Wijchenseweg aan de zijde van de Valkenaerhof gelegen tussen de Spijkerhofweg en de Viaductweg;

- het gebied dat bestaat uit de Wijchenseweg gelegen tussen de Viaductweg en het Maas-Waalkanaal;

- het gebied dat bestaat uit de straten Zwanenveld 50e t/m 56e, 80e, 82e en 83e straten, Spijkerhofplein, Van Schuylenburgweg, het parkeerterrein gelegen tussen Zwanenveld 5301 t/m 5319, 5401 t/m 5493 en het Winkelcentrum Dukenburg, het parkeerterrein gelegen tussen Zwanenveld 6615 en het Winkelcentrum Dukenburg, de parkeervakken tegenover Zwanenveld 6601;

- het gebied dat bestaat uit de straten Zwanenveld 60e t/m 63e, 66e, 70e t/m 75e straten;

- behalve het gebied dat is omschreven onder punt A en D: € 2,60 per uur

 

F. Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel b voor zover gelegen buiten de onder punt A. tot en met E. omschreven gebieden: € 1,80 per uur;

 

G. Voor parkeren in geheel Nijmegen voor een onbeperkt aantal parkeringen (dag- meerdagenkaart):

Per kalenderdag

€ 16,00

Voor een periode van minimaal 2 tot maximaal 7 dagen

€ 58,65

Voor een maand of een gedeelte daarvan doch meer dan twee weken

€ 127,90

 

H. Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur in het gebied dat bestaat uit de Willemsweg gelegen tussen de kruising van de Willemseweg met de Tollenstraat en de kruising van de Willemsweg met de Jan Luykenstraat en de Génestetlaan: €0,50 voor het eerste uur en €1,80 per uur voor ieder volgend uur.

 

Toelichting Verordening parkeerbelastingen

In de verordening parkeerbelastingen is de toepassing van betaald parkeren geregeld, zoals bedoeld in artikel 225 van de gemeentewet. In artikel 2 van deze verordening zijn de vormen van parkeerbelastingen zoals die in de gemeentewet zijn opgenomen letterlijk weergegeven.

 

Parkeerbelastingen hebben uitsluitend betrekking op wegen die openbaar zijn in de zin van de Wegenwet. Dit zijn wegen die niet zijn afgesloten voor het verkeer door fysieke maatregelen (slagboom) of het bord “verboden toegang, art 461 wetboek van strafrecht”.

 

Een parkeervergunning wordt twee keer per jaar betaald voor een periode van 6 maanden: van april tot oktober en van oktober tot april.

 

Artikel 5

De restitutieregeling zoals opgenomen in het vierde lid van dit artikel geldt niet bij tussentijdse beëindiging van de hulpverlenersvergunning.

 

Artikel 7 regelt de bevoegdheden van het College van B&W. Het aanwijzen van parkeerplaatsen waar een fiscaal regime geldt, geschiedt in het “Aanwijzingsbesluit”, terwijl de tijden dat betaald parkeren van kracht is en de wijze waarop moet worden betaald is geregeld in het “Uitwerkingsbesluit”.

 

Er bestaat behoefte aan een product waarmee gebruikers voor langere tijd kunnen parkeren in het gebied waar betaald parkeren van kracht is. Denk bijvoorbeeld aan aannemers, incidentele werknemers of bedrijven die op meerdere plaatsen in de stad moeten parkeren op 1 dag. Voor deze groep is onder 2G de mogelijkheid opgenomen om voor langere tijd een parkeerkaart aan te schaffen. De tarieven daarvoor zijn gelijkgesteld aan de tarieven voor de parkeerontheffing uit de Legesverordening.

 

Artikel 10 gaat in op de mogelijkheid van kwijtschelding. Bij parkeerbelastingen die worden geheven bij wege van voldoening op aangifte is het verlenen van kwijtschelding niet aan de orde. De van hogerhand gegeven regels geven geen ruimte om voor deze belasting de rijksregels zonder meer toepassing te laten vinden. Derhalve is een uitsluiting in deze verordening opgenomen.

 

Omdat het bezoekersparkeertegoed van maximaal 500 uren per jaar in centrum en 1e Ring en maximaal 400 uren per jaar in 2e Ring te weinig kan zijn voor bewoners die mantelzorg ontvangen, kunnen deze bewoners in plaats van of naast een bezoekersregeling gebruik maken van de mantelzorgregeling. Voor deze regeling geldt een maximaal tegoed van 400 uren per jaar. De criteria om voor de parkeerregeling mantelzorg in aanmerking te komen zijn opgenomen in het vigerende Uitwerkingsbesluit parkeren.

 

Artikel 13

Ingevolge artikel 139 van de Gemeentewet moet de gemeente het besluit tot het vaststellen, wijzigen of intrekken van belastingverordeningen bekend maken. Bekendmaking geschiedt door middel van publicatie in het Gemeenteblad. Het Gemeenteblad moet elektronisch worden uitgegeven. Dit gebeurt op www.Overheid.nl. De dag van bekendmaking is de dag van publicatie op www.Overheid.nl . Dit is de datum waarop de tekst van de verordening daadwerkelijk beschikbaar is voor de burger. De datum van inwerkingtreding van de heffing is vastgelegd in het tweede lid van artikel 13.

 

Naar boven