Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:
- a.
Sport- en bewegingsevenement: een voor publiek toegankelijke activiteit of gebeurtenis die plaatsvindt in de gemeente Lelystad en is gericht op sport en/of beweging waaraan door middel van publiciteit bekendheid wordt gegeven, bijvoorbeeld via de media, affiches en programmabladen;
- b.
organisatie: rechtspersoon zonder winstoogmerk met als statutaire doelstelling de uitoefening en/of bevordering van sport- of bewegingsactiviteiten;
- c.
goed doel: zaak van algemeen maatschappelijk belang ten behoeve waar men geld of goederen aan kan geven;
- d.
ASVL: Algemene subsidieverordening gemeente Lelystad;
- e.
goed doel: zaak van algemeen maatschappelijk belang ten behoeve waar men geld of goederen aan kan geven;
- f.
start van de activiteit: datum waarop de activiteit voor het publiek toegankelijk wordt gesteld;
- g.
vrijwilligerswaardering: een waardering in natura, verstrekt door de organisatie, aan vrijwilligers die medewerking verlenen aan de activiteit.
Artikel 2. Toepassingsbereik
Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verlening van subsidies door het college voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten waarvan de uitvoering plaatsvindt in 2021 of de daarop volgende jaren en voor zover passend binnen het gestelde in de ASVL.
Artikel 3. Activiteiten
Het organiseren van een voor publiek toegankelijk sport- of bewegingsevenement.
Artikel 4. Doelen
Het doel van de subsidie is het bieden van ondersteuning bij en het stimuleren van de organisatie van een sport- of bewegingsevenement. De activiteiten, genoemd onder artikel 3, dragen bij aan:
- a.
de belangstelling voor sport en bewegen in de gemeente Lelystad en/of
- b.
de sport- en beweegparticipatie van de inwoners van de gemeente Lelystad en/of
- c.
de ontwikkeling en versterking van het sport- en beweegklimaat in de gemeente Lelystad, in het bijzonder op het gebied van sportbeoefening.
Artikel 5. Doelgroep
Voor een aanvraag tot het verlenen van een subsidie in het kader van deze regeling komen uitsluitend organisaties in aanmerking:
- a.
die geen winstoogmerk hebben; en
- b.
waarvan uit de statuten blijkt dat de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd, past binnen de eigen statutaire doelstellingen.
Artikel 6. Aanvraagtermijn
In afwijking van het gestelde in artikel 9, derde lid, van de ASVL gelden de volgende aanvraagtermijnen:
- a.
indien de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd plaatsvinden in de periode 1 januari tot en met 30 juni van een jaar, wordt een aanvraag om subsidie ingediend in de periode vanaf 1 augustus van het daaraan voorafgaande jaar tot uiterlijk 8 weken voor de start van de activiteit;
- b.
indien de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd plaatsvinden in de periode 1 juli tot en met 31 december van een jaar, wordt een aanvraag om subsidie in datzelfde jaar ingediend in de periode vanaf 1 januari tot uiterlijk 8 weken voor de start van de activiteit.
Artikel 7. Subsidiabele kosten
Kosten die voor subsidie in aanmerking komen dienen direct betrekking te hebben op de activiteit. Dit zijn organisatiekosten waaronder in ieder geval:
- a.
- b.
- c.
huur accommodatie voor de activiteit;
- d.
kosten voor noodzakelijke vergunningen;
- e.
transportkosten voor vervoer van materialen voor de activiteit;
- f.
prijzen (materiële waardering in de vorm van bekers, medailles, e.d., niet zijn financiële middelen);
- g.
vrijwilligerswaardering tot een maximum van 5% van de verleende subsidie.
Artikel 8. Niet subsidiabele kosten
Kosten die in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking komen:
- a.
reis- en verblijfskosten;
- b.
- c.
bestuurs- en administratiekosten;
- d.
vergoeding uren eigen inzet en eventueel personeelskosten van de aanvrager;
- e.
kosten die al op andere wijze zijn of worden gesubsidieerd;
- f.
de aan de subsidie-aanvrager in rekening gebrachte BTW die door hem kan worden teruggevorderd of op enigerlei wijze aan hem kan worden terugbetaald of gecompenseerd.
Artikel 9. Aanvraag
In aanvulling op het gestelde in artikel 8 van de ASVL moet de aanvrager de volgende onderbouwingen bij zijn aanvraag overleggen:
- a.
omschrijving op welke wijze de gesubsidieerde activiteit bijdraagt aan de doelen zoals omschreven in artikel 4;
- b.
omschrijving op welke wijze openbare bekendheid wordt gegeven aan de gesubsidieerde activiteit.
Artikel 10. Hoogte van de subsidie
- 1.
Het subsidiebedrag bedraagt:
- a.
maximaal € 3.000,- per aanvraag;
- b.
minimaal € 500,- per aanvraag;
- c.
ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten.
- 2.
De gerealiseerde subsidiabele kosten zijn bepalend voor de vaststelling van de subsidie. De vastgestelde subsidie kan nooit hoger zijn dan de verleende subsidie.
Artikel 11. Subsidieplafond
- 1.
Het college stelt jaarlijks, voorafgaand aan het subsidiejaar het subsidieplafond vast.
- 2.
Het op grond van het subsidieplafond beschikbare subsidiebudget wordt jaarlijks verdeeld over twee tranches: 50% voor de periode januari – juni en 50% voor de periode juli – december van het betreffende subsidie jaar.
- 3.
Niet verleende middelen uit de eerste tranche worden na 30 juni beschikbaar gesteld voor de tweede tranche van het betreffende subsidiejaar.
Artikel 12. Wijze van verdeling
- 1.
Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschieden in volgorde van indiening bij het college, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.
- 2.
Alleen volledige subsidieaanvragen worden in behandeling genomen. Indien een onvolledige aanvraag is ingediend, wordt de aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een redelijke hersteltermijn geboden om de aanvraag te completeren. Wordt binnen de hersteltermijn het gevraagde niet aangeleverd, dan wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.
- 3.
Indien de aanvrager met toepassing van het tweede lid van dit artikel de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, is bepalend voor het tijdstip van ontvangst, het moment waarop de aanvraag compleet is.
- 4.
Indien er op een dag meerdere aanvragen zijn ontvangen en de honorering van al die aanvragen zal leiden tot overschrijding van het subsidieplafond, zal het college de het beschikbare budget evenredig verdelen over de aanvragen.
Artikel 13. Aanvullende weigerings-, intrekkings- of terugvorderingsgronden
In aanvulling op artikel 11 van de ASVL komt een aanvrager ook niet in aanmerking voor subsidie indien :
- a.
de activiteit geen betrekking heeft op sport en bewegen;
- b.
de activiteit een winstoogmerk heeft;
- c.
de subsidie een directe of een indirecte financiële bijdrage vormt voor een goed doel waarvoor het evenement wordt georganiseerd;
- d.
het college in het betreffende subsidie jaar voor dezelfde activiteit reeds subsidie heeft verleend aan de aanvrager;
- e.
de gesubsidieerde activiteit niet wordt uitgevoerd in het kalenderjaar waarin de subsidie is verstrekt.
Artikel 14. Eindverantwoording
In aanvulling op hoofdstuk 6 van de ASVL, dient bij de eindverantwoording tevens de volgende onderbouwing te worden overlegd:
- a.
bewijs dat de activiteit heeft plaatsgevonden;
- b.
bewijs dat voor de gesubsidieerde activiteit openbare publicitaire bekendheid is gegeven en deze voor het publiek toegankelijk is geweest.
Artikel 15. Aanvullende verplichting
- 1.
De subsidieontvanger verleent alle medewerking aan evaluatie en monitoring.
- 2.
De subsidieontvanger meldt onmiddellijk iedere wijziging ten opzichte van de gegevens die bij de aanvraag zijn overgelegd.
- 3.
De subsidiabele kosten dienen aantoonbaar te zijn middels facturen en bijbehorende bancaire afschrijving. In het geval van een contante betaling dient hiervan een onderbouwing te zijn in de vorm van een door beide partijen ondertekende kwitantie (voorzien van tenminste de NAW gegevens begunstigde) en een onderbouwing van de pinopname van de bankrekening van de subsidieontvanger.
- 4.
De subsidies < € 5.000,- worden op basis van artikel 12 van de ASVL doorgaans direct vastgesteld. Indien blijkt dat de subsidiabele kosten lager zijn dan begroot, dient hiervan actief melding te worden gemaakt. De subsidie wordt dan opnieuw vastgesteld.
Artikel 16. Hardheidsclausule
- 1.
Het college kan deze subsidieregeling, met uitzondering van de artikelen 1 tot en met 5, buiten toepassing laten, indien naar het oordeel van het college in bijzondere individuele gevallen de toepassing van een artikel uit deze verordening leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
- 2.
Toepassing van het vorige lid wordt gemotiveerd in de subsidiebeschikking.
Artikel 17. Slotbepalingen
- 1.
Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: ‘Subsidieregeling sportevenementen 2021’.
- 2.
Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van 1 augustus 2020 en is van toepassing op alle subsidieaanvragen die betrekking hebben op 2021 en de daaropvolgende jaren.
- 3.
De ‘Subsidieregeling sportevenementen’ treedt uit werking per 1 januari 2021, voor zover hierna niet van wordt afgeweken.
- 4.
Op aanvragen tot verlening van subsidie die zijn ingediend voor de datum van inwerkingtreding van deze subsidieregeling, zijn de bepalingen van de ‘Subsidieregeling sportevenementen’ van toepassing.
- 5.
Subsidies die worden aangevraagd na de datum van inwerkingtreding van deze subsidieregeling maar betrekking hebben op de uitvoering van activiteiten die geheel of gedeeltelijk plaatsvinden in 2020, worden behandeld overeenkomstig de ‘Subsidieregeling sportevenementen’.
Lelystad, 10 juli 2020.
Het college van de gemeente Lelystad,
de locosecretaris, de locoburgemeester,