Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sint-Michielsgestel houdende nadere subsidieregels inzake peuteropvang en voor- en vroegschoolse educatie (Nadere subsidieregels peuteropvang en voor- en vroegschoolse educatie Sint-Michielsgestel)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sint-Michielsgestel;

 

gelet op de Algemene subsidieverordening Sint-Michielsgestel 2018;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen het Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sint-Michielsgestel houdende nadere subsidieregels inzake peuteropvang en voor- en vroegschoolse educatie (Nadere subsidieregels peuteropvang en voor- en vroegschoolse educatie Sint-Michielsgestel)

 

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    aanvraagformulier: formulier waarmee de ouder de subsidie peuteropvang kan aanvragen;

  • b.

    contract: de schriftelijke overeenkomst tussen de ouder en het kinderdagverblijf, waarin staat: naam, geboortedatum en adres van het kind, de uurprijs van de opvang, het aantal opvanguren per jaar, de datum dat de opvang ingaat, de einddatum van de opvang en het soort opvang;

  • c.

    doelgroepkinder: een kind in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar die op basis van een indicatie van de GGD in aanmerking komt voor VVE;

  • d.

    fiscale uurtarief: het door het Rijk bepaalde maximale fiscale uurtarief voor kinderopvang, geldende voor het jaar waarvoor de aanvraag wordt gedaan;

  • e.

    het Rijk: de overheid, in het bijzonder het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, waaronder de verantwoordelijkheid voor de kinderopvangtoeslag valt;

  • f.

    inkomensafhankelijke eigen bijdrage: eigen bijdrage in de kosten voor de peuteropvang rekening houdend met het inkomen van de ouder;

  • g.

    kind: een inwoner van de gemeente Sint-Michielsgestel in de leeftijd van 0 tot 13 jaar die gebruik maakt van opvang in de gemeente Sint-Michielsgestel;

  • h.

    kinderdagverblijf: een in het LRK geregistreerde kinderopvangvoorziening, niet zijnde een gastouder of buitenschoolse opvang;

  • i.

    kinderopvangtoeslag: de toeslag voor kinderopvang, die een ouder kan aanvragen bij de Belastingdienst;

  • j.

    LRK: Landelijk Register Kinderopvang, waarin alle geregistreerde kinderopvangvoorzieningen in Nederland staan;

  • k.

    ouder: gezaghebbende ouder(s) of verzorger(s) van een kind;

  • l.

    pedagogische beleidsmedewerker-ve: de pedagogische beleidsmedewerker-ve, zoals bedoeld in het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie;

  • m.

    peuter: een kind in de leeftijd van 2 tot 4 jaar;

  • n.

    VVE: voor- en vroegschoolse educatie, te weten het aanbod voor kinderen tot en met groep 2 van de basisschool, waarbij, aan de hand van een VVE-programma, op gestructureerde en samenhangende wijze activiteiten worden aangeboden gericht op het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen op het gebied van rekenen, taal, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling;

  • o.

    VVE-programma: erkend voorschools programma, opgenomen in de databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugdinstituut;

  • p.

    VVE-locatie: kinderopvangorganisatie die staat ingeschreven in het LRK met VVE in de gemeente Sint-Michielsgestel.

Hoofdstuk 2. Subsidie peuteropvang

Artikel 2. Doelgroep

De subsidie wordt verstrekt aan een ouder van een peuter die gebruik maakt van peuteropvang.

Artikel 3. Aanspraak

  • 1.

    Om voor subsidie in aanmerking te komen, moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

    • a.

      de opvang wordt aangevraagd voor een peuter;

    • b.

      de ouder heeft een contract met een kinderdagverblijf, en

    • c.

      de ouder heeft geen recht op kinderopvangtoeslag.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid onder a is verlening van subsidie na de vierde verjaardag van het kind mogelijk als:

    • a.

      het kind nog niet naar de basisschool kan en verlenging blijkens een indicatie van de GGD noodzakelijk is voor diens ontwikkeling, of

    • b.

      het kind nog niet kan starten op de basisschool, waarbij ter overbrugging naar het begin van de basisschool voor maximaal 6 weken nog peuteropvang kan worden afgenomen. Een verklaring van het kinderdagverblijf, waarmee de ouder een contract heeft, volstaat.

Artikel 4. Hoogte subsidie

  • 1.

    De uren peuteropvang die voor een subsidie in aanmerking komen, bedragen maximaal 330 per jaar.

  • 2.

    De hoogte van de subsidie bedraagt een vergoeding tot het fiscale uurtarief minus een inkomensafhankelijke eigen bijdrage.

  • 3.

    De hoogte van de inkomensafhankelijke eigen bijdrage bedraagt het fiscale maximale uurtarief minus het vergoedingspercentage op basis van de VNG-inkomenstabel geldende voor het jaar waarin de subsidieaanvraag wordt gedaan.

  • 4.

    De hoogte van de subsidie kan worden herzien, wanneer er tussentijds sprake is van een inkomensdaling van tenminste € 9.000,- op jaarbasis. De ouder dient dit zelf bij de gemeente kenbaar te maken.

Artikel 5. Aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag wordt gedaan door middel van het aanvraagformulier in combinatie met de volgende gegevens:

    • a.

      een kopie van het contract;

    • b.

      informatie over de hoogte van het (gezamenlijk) vastgestelde inkomen door de Belastingdienst van 2 jaar terug (T-2). Dit kan door middel van een inkomensverklaring (IB60). Indien dit niet mogelijk is, dienen andere bewijsstukken te worden overgelegd. Als een aanvrager is geconfronteerd met een terugval in inkomen, is het mogelijk een recentere inkomensverklaring te overleggen.

  • 2.

    Een aanvraag wordt ingediend vóór de startdatum van de peuteropvang. Indien dit niet mogelijk was, kan de subsidie tot maximaal 3 maanden na de startdatum met terugwerkende kracht worden verleend.

Artikel 6. Betaling

  • 1.

    De subsidie wordt een maand voorafgaand aan de opvangmaand rechtstreeks aan het kinderdagverblijf uitbetaald, op basis van facturatie door het kinderdagverblijf aan de gemeente.

  • 2.

    De uitbetaling van de subsidie start vanaf de dag dat de peuteropvang begint. De subsidie kan met terugwerkende kracht tot maximaal 3 maanden na de startdatum alsnog worden gefactureerd.

  • 3.

    Het kinderdagverblijf factureert de inkomensafhankelijke eigen bijdrage, zoals bedoeld in artikel 4, derde lid, rechtstreeks aan de ouder.

  • 4.

    De subsidie stopt op de dag dat de peuter vier jaar wordt. De subsidie kan doorlopen:

    • a.

      tot maximaal 6 weken, indien het kind nog niet kan starten op de basisschool, of

    • b.

      indien het kind nog niet naar de basisschool kan en verlenging blijkens een indicatie van de GGD noodzakelijk is voor diens ontwikkeling.

  • 5.

    De subsidie wordt gestopt:

    • a.

      bij tussentijdse beëindiging van het contract, of

    • b.

      wanneer de ouder recht heeft op kinderopvangtoeslag.

Hoofdstuk 3. Subsidie VVE

Artikel 7. Doelgroep

De subsidie wordt verstrekt aan een kinderdagverblijf met VVE-locatie, waar het doelgroepkind gebruik maakt van peuteropvang.

Artikel 8. Aanspraak

  • 1.

    Om voor subsidie in aanmerking te komen, moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

    • a.

      het betreft een doelgroepkind;

    • b.

      de ouder heeft een contract voor peuteropvang met een kinderdagverblijf op een VVE-locatie;

    • c.

      het kinderdagverblijf voldoet aan de gestelde voorwaarden voor VVE.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid onder a is verlening van subsidie na de vierde verjaardag van het doelgroepkind mogelijk als:

    • a.

      het kind nog niet naar de basisschool kan en verlenging blijkens een indicatie van de GGD noodzakelijk is voor diens ontwikkeling, of

    • b.

      het kind nog niet kan starten op de basisschool, waarbij ter overbrugging naar het begin van de basisschool voor maximaal 6 weken nog peuteropvang kan worden afgenomen. Een verklaring van het kinderdagverblijf met VVE-locatie, waarmee de ouder een contract heeft, volstaat.

Artikel 9. Hoogte subsidie

  • 1.

    De uren VVE die voor een subsidie in aanmerking komen, bedragen minimaal 320 en maximaal 330 per jaar.

  • 2.

    De hoogte van de subsidie bedraagt de volledige vergoeding tot het fiscale uurtarief.

Artikel 10. Betaling

Het kinderdagverblijf:

  • a.

    factureert voorafgaand aan de opvangmaand rechtstreeks aan de gemeente op basis van actuele aantallen (doelgroepkinderen);

  • b.

    stuurt één verzamelfactuur met één totaalbedrag, waarin als bijlage alle doelgroepkinderen gebundeld zijn opgenomen.

Hoofdstuk 4. Subsidie pedagogisch beleidsmedewerker-ve

Artikel 11. Bekostiging

Vaststelling van het jaarlijkse budget ter bekostiging van de pedagogische beleidsmedewerker-ve geschiedt op basis van de volgende rekenformule: 10 uur per doelgroepkind per jaar, gemeten op 1 januari van het geldende jaar (peildatum). Het uurtarief is conform het salaris, zoals vastgelegd in de Cao Kinderopvang of de Cao Sociaal Werk. Toekenning en verdeling van de subsidie geschiedt op basis van de vastgelegde afspraken in het gemeentelijke kwaliteitskader VE.

 

Hoofdstuk 5. Overige bepalingen

Artikel 12. Overgangsbepaling

Aan de ouder aan wie subsidie peuteropvang is toegekend vóór 1 augustus 2020 en waarvan de huidige uren niet wijzigen per 1 augustus 2020, wordt dit gecontinueerd tot de leeftijd van 4 jaar is bereikt. Hierbij is verlenging van peuteropvang mogelijk, zoals bepaald in artikel 3, tweede lid.

Artikel 13. Intrekking oude regeling, inwerkingtredingsdatum en citeertitel

  • 1.

    De regeling ‘Nadere subsidieregels peuteropvang en VVE Sint-Michielsgestel 2020’ wordt ingetrokken.

  • 2.

    Dit besluit treedt na bekendmaking per 1 augustus 2020 in werking.

  • 3.

    Dit besluit wordt aangehaald als ‘Nadere subsidieregels peuteropvang en voor- en vroegschoolse educatie Sint-Michielsgestel’

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sint-Michielsgestel op 8 juli 2020.

De secretaris,

M. van Rijswijk

De burgemeester,

H. Looijen

Naar boven