Verordening op de werkgeverscommissie gemeente Noardeast-Fryslân 2020

De raad van de gemeente Noardeast-Fryslân,

gelezen het voorstel van de werkgeverscommissie d.d. 16 maart 2020;

gelet op artikel 83, eerste lid en de artikelen 107 tot en met 107e van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende:

Verordening op de werkgeverscommissie Noardeast-Fryslân 2020

 

 

Artikel 1. Taken en bevoegdheden werkgeverscommissie

1. De werkgeverscommissie oefent het werkgeverschap uit ten aanzien van de griffier en de overige op de griffie werkzame ambtenaren, zoals die door de raad aan haar zijn gedelegeerd. Hieronder wordt mede verstaan het aangaan, wijzigen en beëindigen van arbeidsovereenkomsten met de op de griffie werkzame ambtenaren (artikel 107 e lid 2 Gemeentewet), alsmede het als werkgever voeren van overleg met de vakbonden in het Lokaal Overleg.

2. Ten aanzien van lokale regelingen geldt:

a. Ten aanzien van de lokale regelingen voor arbeidsvoorwaarden die niet zijn geregeld in de landelijk geldende CAO, worden voor het griffiepersoneel de bepalingen gevolgd zoals die voor de gemeentelijke organisatie ressorterend onder de gemeentesecretaris/algemeen directeur in het Personeelshandboek zijn vastgelegd. Indien toepassing daarvan een ongewenste of onredelijke situatie zou opleveren, kan de werkgeverscommissie besluiten hiervan af te wijken.

b. Alvorens de conceptadviezen c.q. conceptregelingen m.b.t. het personeelshandboek aan de Ondernemingsraad of het Lokaal Overleg worden voorgelegd, neemt de werkgeverscommissie hiertoe een voorgenomen besluit. In de concepten wordt, indien de werkgeverscommissie dit noodzakelijk acht, een griffie-specifieke regeling opgenomen.

c. De gemeentesecretaris/algemeen directeur is gemandateerd om het overleg te voeren met de ondernemingsraad.

d. Na behandeling in OR of Lokaal Overleg neemt de werkgeverscommissie een (definitief) besluit.

3. Tot de bevoegdheid van de werkgeverscommissie behoren ook de voorbereiding en uitvoering van de overige tot het werkgeverschap van de raad behorende besluiten en regelingen.

4. Uitgezonderd van delegatie zijn de bevoegdheden als bedoeld in artikel 107, 107a, tweede lid, 107d, eerste lid en 107e, eerste lid, van de Gemeentewet.

5. De werkgeverscommissie kan de aan haar overgedragen bevoegdheden ten aanzien van het griffiepersoneel mandateren aan de griffier.

 

Artikel 2. Samenstelling werkgeverscommissie

1. De werkgeverscommissie bestaat uit een voorzitter, een secretaris en één lid. De werkgeverscommissie bepaalt in onderling overleg welke leden de rol van voorzitter en secretaris uitoefenen.

2. De leden van de werkgeverscommissie worden door de raad uit zijn midden benoemd voor de duur van de zittingsperiode van de raad.

3. Het lidmaatschap van de werkgeverscommissie eindigt:

a. op eigen verzoek; het lid doet daarvan schriftelijk mededeling aan de raad; het ontslag gaat in als de opvolger door de raad is benoemd;

b. indien het lid aftreedt als lid van de raad;

c. indien de raad van oordeel is dat het lid niet langer geschikt is de functie van lid van de werkgeverscommissie te vervullen.

4. In voorkomende gevallen kunnen, op verzoek van de leden van de werkgeverscommissie of de griffier, derden worden uitgenodigd om in de vergadering van de werkgeverscommissie aanwezig te zijn ter informatie of advies.

Artikel 3. Taken voorzitter

De voorzitter draagt in ieder geval zorg voor:

a. het tijdig en periodiek bijeenroepen van de werkgeverscommissie;

b. het leiden van de vergaderingen;

c. het doen naleven van deze verordening;

d. het ondertekenen van de stukken en de besluiten die van deze commissie uitgaan, alsmede het zorg dragen voor de uitvoering van de besluiten van de werkgeverscommissie;

e. het fungeren als schakel tussen de werkgeverscommissie en de griffier als eerstverantwoordelijke voor de personele en organisatorische zaken van de griffie.

Artikel 4. Taken secretaris

De secretaris draagt in ieder geval zorg voor:

a. de besluitenlijst van de vergaderingen van de werkgeverscommissie en de functionerings- en beoordelingsgesprekken met de griffier;

b. het medeondertekenen van stukken en besluiten die van de werkgeverscommissie uitgaan.

Artikel 5. Ondersteuning van de commissie

1. De griffier, of een door deze aan te wijzen functionaris, staat de werkgeverscommissie terzijde.

2. Ook het team P&O staat de werkgeverscommissie terzijde.

 

Artikel 6. Besluitvorming

1. Besluiten worden genomen bij meerderheid van stemmen, uitgebracht door de leden zoals bedoeld in artikel 2.

2. Besluiten worden alleen genomen indien in de vergadering meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

3. Indien niet alle leden van de werkgeverscommissie aanwezig zijn en er geen overeenstemming kan worden bereikt wordt de besluitvorming uitgesteld naar een volgende vergadering. In het geval uitstel van de besluitvorming, gezien de aard van het te nemen besluit, niet wenselijk is, is de stem van de voorzitter van de werkgeverscommissie doorslaggevend.

Artikel 7. Beslotenheid van vergaderingen

1. De vergaderingen van de werkgeverscommissie worden in het belang als bedoeld in artikel 10, tweede lid, onder e of f van de Wet openbaarheid van bestuur in beslotenheid gehouden.

2. Op de agenda en op alle stukken berust geheimhouding, tenzij de werkgeverscommissie beslist dat hierop, of een deel daarvan, openbaarheid rust.

3. Indien een raadslid de stukken als bedoeld in het tweede lid wil inzien, kan hij daartoe een verzoek indienen bij de voorzitter van de werkgeverscommissie. De voorzitter weigert een dergelijk verzoek slechts als sprake is van strijd met het openbaar belang. Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 8. Vergaderfrequentie

De werkgeverscommissie vergadert tenminste twee keer per jaar en voorts zo vaak als door de voorzitter of één van de leden nodig wordt geacht.

Artikel 9. Verantwoording

De werkgeverscommissie brengt met inachtneming van het bepaalde in artikel 7 periodiek verslag uit aan de raad van haar werkzaamheden en bevindingen. Vastgestelde arbeidsvoorwaardenregelingen worden ter kennis van de raad gebracht.

Artikel 10. Onvoorziene omstandigheden

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, of bij twijfel over de toepassing ervan, beslist de werkgeverscommissie op voorstel van de voorzitter.

Artikel 11. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag volgende op die van zijn bekendmaking. Gelijktijdig komt de Verordening op de werkgeverscommissie Noardeast-Fryslân (2019) te vervallen.

Artikel 12. Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als 'Verordening op de werkgeverscommissie Noardeast-Fryslân 2020'.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Noardeast-Fryslân van 23 april 2020.

De Raad voornoemd,

de griffier de voorzitter

mr. S.K. Dijkstra mr. J.G. Kramer

Naar boven