Aanpassing III in 2019 van de Algemene plaatselijke verordening Zoetermeer

 

 

De raad van de gemeente Zoetermeer besluit:

De Algemene plaatselijke verordening Zoetermeer als volgt te wijzigen:

Bestaande tekst (schrappingen schuin gedrukt)

Nieuwe tekst (aanvullingen vet gedrukt)

Artikel 4:9 Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze afdeling wordt verstaan onder:

    • a.

      houtopstand: hakhout, een houtwal of één of meer bomen,

    • b.

      hakhout: één of meer bomen die na te zijn geveld, opnieuw op de stronk uitlopen,

    • c.

      dunning: velling ter bevordering van het voortbestaan van de overblijvende houtopstand.

    • d.

      vellen: afzagen, afhakken, kappen, rooien, rigoureus snoeien, verplanten of het verrichten van handelingen zowel boven- als ondergronds die de dood of ernstige beschadiging of ontsiering van houtopstand ten gevolge kunnen hebben.

Artikel 4:9 Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze afdeling wordt verstaan onder:

    • a.

      houtopstand: hakhout, een houtwal of één of meer bomen,

    • b.

      hakhout: één of meer bomen die na te zijn geveld, opnieuw op de stronk uitlopen,

    • c.

      dunning: overblijvende houtopstand vrijzetten zodat deze goed kan uitgroeien tot volwassen exemplaren,

    • d.

      vellen: afzagen, afhakken, kappen, rooien, rigoureus snoeien, verplanten of het verrichten van handelingen zowel boven- als ondergronds die de dood of ernstige beschadiging of ontsiering van houtopstand ten gevolge kunnen hebben,

    • e.

      acuut gevaar: indien in ieder geval voorzienbaar is dat als gevolg van de status van een houtopstand op korte termijn de levens van mensen in gevaar worden gebracht en/of goederen worden beschadigd en/of sprake is van ziektes en/of het gevaar voor verspreiding ervan,

    • f.

      verwijderingsbelang: door de vergunningaanvrager :

      • benoemen van de redenen waarom het noodzakelijk is een hout opstand te vellen,

      • aantonen van de onhaalbaarheid van alternatieve maatregelen, waaronder tenminste zijn begrepen de beheertechnische maatregelen, de herplanting en/of de verplanting , ten behoeve van het behoud van een houtopstand;

      • aantonen dat er geen beschermde natuurwaarden worden aangetast door het verwijderen van de houtopstand.

  •  

Artikel 4:10 Omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van het bevoegd gezag houtopstanden te vellen of te doen vellen die vermeld staan op de door het college vastgestelde lijst monumentale bomen, die in eigendom van de gemeente zijn of die staan in door het college aangewezen beschermde gebieden.

  • 2.

    Het in het eerste lid vermelde verbod geldt niet voor:

    • a.

      bomen en houtopstand waarvoor het bevoegd gezag toestemming geeft tot het direct vellen van een boom of houtopstand, indien er sprake is van een situatie van acuut spoedeisend belang,

    • b.

      bomen en houtopstand die bij wijze van dunning moeten worden geveld,

    • c.

      bomen en houtopstand die moeten worden geveld krachtens de Plantenziektewet of krachtens een aanschrijving van het college,

    • d.

      het periodiek vellen van hakhout ter uitvoering van het reguliere onderhoud,

    • e.

      het periodiek knotten of kandelaberen alscultuurmaatregel bij daarvoor geschikte boomsoorten,

  • 3.

    De vergunning kan worden geweigerd op grond van:

    • a.

      de natuurwaarde van de houtopstand,

    • b.

      de landschappelijke waarde van de houtopstand,

    • c.

      de waarde van de houtopstand voor stads- en dorpsschoon,

    • d.

      de beeldbepalende waarde van de houtopstand,

    • e.

      de cultuurhistorische waarde van de houtopstand,

    • f.

      de waarde voor de leefbaarheid van de houtopstand.

  • 4.

    Het bevoegd gezag kan een herplantplicht opleggen onder nader te stellen voorschriften.

Artikel 4:10 Omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van het bevoegd gezag houtopstanden te vellen of te doen vellen die vermeld staan op het door het college vastgestelde overzicht monumentale en herdenkingsbomen Zoetermeer, en/of staanin door het college aangewezen beschermde stadsgezichten, alsmede houtopstanden die eigendom zijn van de gemeente.

  • 2.

    Het in het eerste lid vermelde verbod geldt niet voor:

    • a.

      houtopstand waarvoor het bevoegd gezag toestemming geeft tot het direct vellen ervan, indien er sprake is van een situatie van acuut gevaar voor mens en/of omgeving,

    • b.

      houtopstand die bij wijze van dunning moet worden geveld,

    • c.

      houtopstand die moet worden geveld krachtens de Plantenziektewet of krachtens een aanschrijving van het college,

    • d.

      het periodiek vellen van hakhout ter uitvoering van het reguliere onderhoud,

    • e.

      het periodiek knotten of kandelaberen bij daarvoor geschikte boomsoorten.

 

 

 

 

 

 

  • 3.

    De vergunning kan worden geweigerd op grond van:

    • a.

      de strijdigheid met de Wet natuurbescherming of andere regelgeving inzake natuurbescherming,

    • b.

      het onvoldoende aannemelijk maken van een verwijderingsbelang.

 

 

 

 

 

 

 

  • 4.

    Het bevoegd gezag kan een herplantplicht en/of een andere vorm van groencompensatie opleggen onder nader te stellen voorschriften.

Artikel 4:11 Aanvraag vergunning

De vergunning moet worden aangevraagd door of namens dan wel met toestemming van degene die krachtens zakelijk recht of door degene die krachtens publiekrechtelijke bevoegdheid gerechtigd is over de boom of de houtopstand te beschikken.

Artikel 4:11 Aanvraag vergunning

De vergunning moet worden aangevraagd door of namens dan wel met toestemming van degene die krachtens zakelijk recht of door degene die krachtens publiekrechtelijke bevoegdheid gerechtigd is over de houtopstand te beschikken.

Artikel 4:12 Zelfstandige herplant- en instandhoudingsplicht

  • 1.

    Indien een boom waarop het verbod tot vellen als bedoeld in deze afdeling van toepassing is, zonder vergunning van het bevoegd gezag is geveld dan wel op andere wijze tenietgegaan,kan het bevoegd gezag aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de boom bevond dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is,de verplichting opleggen te herplanten overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn of te verplichten om de getaxeerde, monetaire waarde van de boom in de gemeentekas te storten.

  • 2.

    Indien een boom waarop het verbod tot vellen, als bedoeld in deze afdeling van toepassing is, ernstig in het voortbestaan wordt bedreigd kan het bevoegd gezag aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop de boom zich bevindt dan wel aan degene die uit anderen hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is de verplichting opleggen om:

    • a.

      Overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn voorzieningen te treffen waardoor die bedreiging wordt weggenomen.

    • b.

      Een bomeneffectanalyse of ander boomdeskundig rapport op te (laten) stellen en bij het college in te dienen.

  • 3.

    Degene aan wie een verplichting als bedoeld in het eerste en tweede lid is opgelegd, alsmede zijn rechtsopvolger, is verplicht daaraan te voldoen.

Artikel 4:12 Zelfstandige herplant- en instandhoudingsplicht

 

  • 1.

    Indien een houtopstand waarop het verbod tot vellen als bedoeld in deze afdeling van toepassing is, zonder vergunning van het bevoegd gezag is geveld dan wel op andere wijze tenietgegaan, kan het bevoegd gezag aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de houtopstand bevond dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is:

    • a.

      de verplichting opleggen te herplanten en/of een andere vorm van groencompensatie overeenkomstig de door hem te geven aanwijzingen binnen een door hem te stellen termijn, of:

    • b.

      te verplichten om de getaxeerde, monetaire waarde van de houtopstand in de gemeentekas te storten.

  • 2.

    Indien een houtopstand waarop het verbod tot vellen, als bedoeld in deze afdeling van toepassing is, ernstig in het voortbestaan wordt bedreigd kan het bevoegd gezag aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop de houtopstand zich bevindt dan wel aan degene die uit anderen hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is de verplichting opleggen om:

    • a.

      overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn voorzieningen te treffen waardoor die bedreiging wordt weggenomen,

    • b.

      een boomeffectanalyse of ander boomdeskundig rapport op te (laten) stellen en bij het college in te dienen.

 

 

 

 

  • 3.

    Degene aan wie een verplichting als bedoeld in het eerste en tweede lid is opgelegd, alsmede zijn rechtsopvolger, is verplicht daaraan te voldoen.

Artikel 4:13 Bestrijding boomziekten

  • 1.

    Indien zich op een terrein een of meer bomen of andere houtopstanden bevinden die naar het oordeel van het bevoegd gezag gevaar opleveren voor verspreiding van een boomziekte of voor vermeerdering van insecten die boomziekten verspreiden of hinderlijk zijn voor mensen is de rechthebbende, indien hij daartoe door het bevoegd gezag is aangeschreven, verplicht binnen de bij de aanschrijving vast te stellen termijn:

    • a.

      de bomen of houtopstand te vellen,

    • b.

      de bomen of houtopstand te ontbasten en de bast ter plaatse te vernietigen,

    • c.

      of de niet-ontbaste bomen of houtopstand of delen daarvan te vernietigen of zodanig te behandelen dat verspreiding van de boomziekte of insecten wordt voorkomen.

  • 2.

    Het is verboden de op grond van lid 1 gevelde bomen, houtopstand of delen daarvan, met uitzondering van geheel ontbast hout en hout met een doorsnede kleiner dan 4 cm, voorhanden of in voorraad te hebben of te vervoeren. Het bevoegd gezag kan ontheffing verlenen van dit verbod.

Artikel 4:13 Bestrijding boomziekten

  • 1.

    Indien zich op een terrein één of meer houtopstanden bevinden die naar het oordeel van het bevoegd gezag gevaar opleveren voor verspreiding van een boomziekte of voor vermeerdering van insecten die boomziekten verspreiden of hinderlijk zijn voor mensen is de rechthebbende, indien hij daartoe door het bevoegd gezag is aangeschreven, verplicht binnen de bij de aanschrijving vast te stellen termijn:

    • a.

      de houtopstand te vellen,

    • b.

      de houtopstand te ontbasten en de bast ter plaatse te vernietigen,

    • c.

      hetzij de niet-ontbaste houtopstandcategorie bomen,de houtopstand en/of delen daarvan te vernietigen of zodanig te behandelen dat verspreiding van de boomziekte of insecten wordt voorkomen.

 

 

 

 

 

  • 2.

    Het is verboden de op grond van lid 1 gevelde houtopstand of delen daarvan, met uitzondering van geheel ontbast hout en hout met een doorsnede kleiner dan 4 cm, voorhanden of in voorraad te hebben of te vervoeren. Het bevoegd gezag kan ontheffing verlenen van dit verbod.

Artikel 5:16 Standplaatsvergunning en weigeringsgronden

  • 1.

    a. Het is verboden zonder vergunning van het college een standplaats in te nemen of te hebben.

    b. Het verbod in lid 1a van dit artikel geldt niet voor ideële standplaatsen mits zij tenminste drie weken voor inname bij het college zijn gemeld en het ter plaatse geldende bestemmingsplan de standplaats toelaat.

    c. het college kan nadere regels met betrekking tot ideële standplaatsen vast stellen.

  • 2.

    De vergunning wordt verleend voor maximaal vijf jaar.

  • 3.

    Het college weigert de vergunning wegens strijd met een geldend bestemmingsplan.

  • 4.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de vergunning worden geweigerd als:

    • a.

      de standplaats hetzij op zichzelf hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan eisen van redelijke welstand, of;

    • b.

      een kwantitatieve of territoriale beperking als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente of in een deel van de gemeente noodzakelijk is in verband met een dwingende reden van algemeen belang.

  • 5.

    Het college houdt de beslissing op een aanvraag voor een standplaatsvergunning aan, indien de aanvraag tevens een milieuwetplichtige activiteit betreft en indien geen toepassing kan worden gegeven aan het derde lid, tot de dag waarop de beslissing over de milieuvergunningaanvraag is genomen.

  • 6.

    Voor het innemen of hebben van een standplaats op particulier terrein is geen vergunning als bedoeld in lid 1a van dit artikel nodig.

 

Artikel 5:16 Standplaatsvergunning en weigeringsgronden

 

  • 1.

    a. Het is verboden zonder vergunning van het college een standplaats in te nemen of te hebben.

    b. Het verbod in lid 1a van dit artikel geldt niet voor ideële standplaatsen mits het ter plaatse geldende bestemmingsplan de standplaats toelaat.

    c. Ideële standplaatsen worden via het daartoe bestemde digitale formulier bij het college gemeld.

    d. Het college kan nadere regels met betrekking tot diverse categorieën standplaatsen vast stellen.

  • 2.

    De vergunning wordt verleend voor maximaal vijf jaar.

 

  • 3.

    Het college weigert de vergunning wegens strijd met een geldend bestemmingsplan.

  • 4.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de vergunning worden geweigerd als:

    • a.

      de standplaats hetzij op zichzelf hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan eisen van redelijke welstand, of;

    • b.

      een kwantitatieve of territoriale beperking als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente of in een deel van de gemeente noodzakelijk is in verband met een dwingende reden van algemeen belang.

 

 

 

 

 

  • 5.

    Het college houdt de beslissing op een aanvraag voor een standplaatsvergunning aan, indien de aanvraag tevens een milieuwetplichtige activiteit betreft en indien geen toepassing kan worden gegeven aan het derde lid, tot de dag waarop de beslissing over de milieuvergunningaanvraag is genomen.

 

 

  • 6.

    Voor het innemen of hebben van een standplaats op particulier terrein is geen vergunning als bedoeld in lid 1a van dit artikel nodig.

 

 

Dit besluit treedt in werking twee weken na de bekendmaking daarvan. Tenzij over dit besluit een inleidend verzoek tot het houden van een referendum wordt gedaan.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad op 13 juli 2020,

de griffier,

drs. R. Blokland MCM

de voorzitter,

J.P.J. Lokker

Toelichting

 

Probleemstelling en kader

Inleiding

De Algemene plaatselijke verordening Zoetermeer (verder: Apv) is in de gemeente de belangrijkste verordening die op het gebied van openbare orde en veiligheid regels stelt. Daarnaast zijn in de Apv andere onderwerpen opgenomen die de huishouding van de gemeente regelen. De Apv wordt met enige regelmaat aangepast. Ditmaal gaat het om twee onderwerpen: houtopstanden en standplaatsen.

 

Voorstel/keuzemogelijkheden/risico’s

1. Het bewaren van houtopstanden

De raad heeft onlangs het nieuwe bomenbeleid vastgesteld. Dat heeft tot gevolg dat op sommige onderdelen het beleid in de Apv juridisch vertaald dient te worden. Het betreft allereerst een aanpassing van/toevoegingen aan de begripsbepalingen. Tevens is een aantal artikelen taalkundig aangepast. ‘Boom’ is bijvoorbeeld vervangen door het meer omvattende begrip ‘houtopstand’.

 

De belangrijkste inhoudelijke wijziging betreft het toetsingskader op basis waarvan het college kan weigeren een kapvergunning te verlenen. De huidige waarden 1 op basis waarvan een kapvergunning kan worden geweigerd, worden als de raad daarmee instemt vervangen door enerzijds het zogenaamde ‘verwijderingsbelang’ en anderzijds regelingen inzake natuur-bescherming.

 

Met het begrip ‘verwijderingsbelang’ wordt gedoeld op de absolute noodzaak om een boom te kappen. Als dat verwijderingsbelang niet in voldoende mate wordt aangetoond, verleent het college geen kapvergunning. In het nieuwe bomenbeleid is uitgebreid beschreven wat tot het verwijderingsbelang behoort. Voorbeelden daarvan zijn:

  • -

    de veiligheid van mens of omgeving;

  • -

    de ziekte van een boom;

  • -

    een (bouwkundige) aanpassing van de locatie waar de boom staat. 2

Van de vergunningaanvrager wordt in het kader van het verwijderingsbelang ook gevraagd aan te geven:

  • -

    de redenen waarom het noodzakelijk is de houtopstand te vellen;

  • -

    waarom andere maatregelen dan de kap van de boom niet haalbaar/realistisch zijn;

  • -

    dat er als gevolg van de kap van de boom geen beschermde natuurwaarden worden aangetast.

Nieuw is tot slot dat het college bij het verlenen van een kapvergunning naast de verplichting om een nieuwe boom te planten een andere vorm van groencompensatie kan eisen. Te denken valt aan het planten van een bosschage of struiken.

 

2. Standplaatsen

Op grond van het gewijzigde beleid hoeven ideële standplaatsen geen vergunning aan te vragen. De Apv bevat een bepaling die met dit beleid in tegenspraak is. Indien men verzuimd een ideële standplaats tenminste drie weken voorafgaand aan de inname bij het college te melden, moet er toch een vergunning worden aangevraagd. Dat is niet de bedoeling. Om die reden wordt de passage met betrekking tot de meldplicht uit het Apv-artikel verwijderd.

 

Beoogd effect

  • 1.

    Juridisch borgen dat bomen niet zomaar worden gekapt.

  • 2.

    Juridisch borgen dat ideële standplaatsen zonder overbodige administratieve lasten gevestigd kunnen worden.

Argumenten

  • 1.

    1. De bepalingen in de Apv met betrekking tot het bewaren van houtopstanden moeten in overeenstemming zijn met het nieuwe beleid

Indien er geen juridische vertaling in de Apv plaatsvindt, is het nieuwe beleid niet uit te voeren.

 

  • 2.

    2. De bepaling in de Apv met betrekking tot ideële standplaatsen moet in overeenstemming zijn met het nieuwe reeds vastgestelde beleid

Indien er geen juridische vertaling in de Apv plaatsvindt, is het nieuwe beleid niet uit te voeren.

 

Financiën

De vaststelling, wijziging of intrekking van de regelgeving heeft geen gevolgen voor het controleprotocol.

 

Samenspraak en Communicatie

  • 1.

    Het bewaren van houtopstanden

  • De samenspraak heeft bij het op vaststellen van het nieuwe beleidskader Bomenbeleid plaatsgevonden.

  • 2.

    Standplaatsen

  • De Samenspraakverordening is niet van toepassing omdat er sprake is van een ondergeschikte wijziging van het beleid (artikel 2 lid 7 onder f van de Samenspraakverordening).

Duurzaamheid

Niet van toepassing.

 

Toegankelijkheid en bruikbaarheid voor gehandicapten

Niet van toepassing.

 

Rapportage en evaluatie

Niet van toepassing.

 

Planning

Niet van toepassing.

 

Begrotingswijziging

Niet van toepassing.

Naar boven