15e Wijzigingsbesluit Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Schiedam 2013

De raad van de gemeente Schiedam;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 2 juni 2020, BPR2000133/20INT00132;

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

 

gezien het advies van de raadscommissie;

 

besluit vast te stellen de volgende wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Schiedam 2013.

Artikel I

 

De inhoudsopgave wordt gewijzigd als volgt:

 

Huidige tekst

Voorgestelde tekst

(geen)

Artikel 2:48a Verbod gebruik lachgas

Toelichting op de wijziging

Deze wijziging spreekt voor zich. Als gevolg van wijzigingen in artikelen, verandert vanzelfsprekend ook de inhoudsopgave.

 

Artikel 2:31 wordt gewijzigd als volgt:

 

Huidige tekst

Voorgestelde tekst

Artikel 2:31 Verboden gedragingen

  • 1.

    Het is verboden in en om een openbare inrichting de orde te verstoren.

  • 2.

    Het is verboden zich als bezoeker in een openbare inrichting te bevinden op tijden waarop de openbare inrichting voor het publiek gesloten moet zijn.

  • 3.

    Het is verboden een vergunningplichtige openbare inrichting voor bezoekers geopend te hebben dan wel bezoekers in de openbare inrichting te laten verblijven zonder dat een exploitant of een leidinggevende in de openbare inrichting aanwezig is.

  • 4.

    Het is verboden dranken en/of eetwaren voor gebruik ter plaatse te verstrekken buiten een terras waarvan exploitatie is toegestaan dan wel vergund.

  • 5.

    Het is verboden om op een terras dranken en/of eetwaren voor gebruik ter plaatse te verstrekken aan degenen die geen gebruik maken van de op dat terras toegestane dan wel vergunde sta- en/of zitplaatsen.

  • 6.

    Het is een exploitant of leidinggevende van een openbare inrichting verboden na het van kracht worden van een sluiting als bedoeld in het eerste lid van artikel 2:28f, bezoekers tot de openbare inrichting toe te laten of daarin te laten verblijven.

  • 7.

    Het is verboden om als bezoeker in een bij besluit van de burgemeester gesloten openbare inrichting te verblijven.

Artikel 2:31 Verboden gedragingen

  • 1.

    Het is verboden in en om een openbare inrichting de orde te verstoren.

  • 2.

    Het is verboden zich als bezoeker in een openbare inrichting te bevinden op tijden waarop de openbare inrichting voor het publiek gesloten moet zijn.

  • 3.

    Het is verboden een vergunningplichtige openbare inrichting voor bezoekers geopend te hebben dan wel bezoekers in de openbare inrichting te laten verblijven zonder dat een exploitant of een leidinggevende in de openbare inrichting aanwezig is.

  • 4.

    Het is verboden dranken en/of eetwaren voor gebruik ter plaatse te verstrekken buiten een terras waarvan exploitatie is toegestaan dan wel vergund.

  • 5.

    Het is verboden om op een terras dranken en/of eetwaren voor gebruik ter plaatse te verstrekken aan degenen die geen gebruik maken van de op dat terras toegestane dan wel vergunde sta- en/of zitplaatsen.

  • 6.

    Het is een exploitant of leidinggevende van een openbare inrichting verboden na het van kracht worden van een sluiting als bedoeld in het eerste lid van artikel 2:28f, bezoekers tot de openbare inrichting toe te laten of daarin te laten verblijven.

  • 7.

    Het is verboden om als bezoeker in een bij besluit van de burgemeester gesloten openbare inrichting te verblijven.

  • 8.

    Het is verboden , om als exploitant, leidinggevende en bezoeker, in en om een openbare inrichting lachgas voor recreatief gebruik te verkopen, aanwezig te hebben en te gebruiken.

 

Toelichting op de wijziging

Lachgas is de gangbare naam voor distikstofmonoxide (N2O). Het inhaleren van lachgas zorgt voor een korte en soms sterke roes. Het gebruik van lachgas leidt tot ongewenst en onberekenbaar gedrag: omvallen, bewusteloosheid, slechte concentratie en onoplettendheid, hallucineren. In het verkeer en op straat kan dit tot gevaar leiden en kunnen er ongelukken gebeuren. Doordat lachgas vooral in groepsverband in de openbare ruimte wordt gebruikt, gaat hiervan een dreigende houding uit waardoor omstanders zich onveilig voelen. Het gebruik van lachgas wordt dan als overlast gevend ervaren. Omvallen, duwen en afwijkend gedrag vormt in een menigte of op openbare plaatsen waar publiek aanwezig is een risico voor de openbare orde.

 

Ter bescherming van het milieu, de openbare orde en veiligheid en om overlast en hinder tegen te gaan, is het noodzakelijk om de verkoop, het aanwezig hebben en het gebruik van lachgas in openbare inrichtingen te verbieden.

 

Het verschil met artikel 2:48a, is dat artikel 2:48a specifiek op de verkoop en gebruik in de openbare ruimte ziet. In artikel 2:31, achtste lid wordt de verkoop, aanwezigheid en recreatief gebruik in de horeca verboden.

 

Na artikel 2:48 wordt ingevoegd artikel 2:48a:

 

Huidige tekst

Voorgestelde tekst

[geen]

Artikel 2:48a Verbod gebruik lachgas

 

  • 1.

    Het is verboden lachgas voor recreatief gebruik te verkopen.

  • 2.

    Het is verboden op een openbare plaats of op openbaar water lachgas voor recreatief gebruik o f daarop gelijkende waar met een ballon of enig ander hulpmiddel te gebruiken, toe te dienen, of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen voorhanden te hebben.

 

Toelichting op de wijziging

Lachgas is de gangbare naam voor distikstofmonoxide (N2O). Het inhaleren van lachgas zorgt voor een korte en soms sterke roes. Het gebruik van lachgas leidt tot ongewenst en onberekenbaar gedrag: omvallen, bewusteloosheid, slechte concentratie en onoplettendheid, hallucineren. In het verkeer en op straat kan dit tot gevaar leiden en kunnen er ongelukken gebeuren. Doordat lachgas vooral in groepsverband in de openbare ruimte wordt gebruikt, gaat hiervan een dreigende houding uit waardoor omstanders zich onveilig voelen. Het gebruik van lachgas wordt dan als overlast gevend ervaren. Omvallen, duwen en afwijkend gedrag vormt in een menigte of op openbare plaatsen waar publiek aanwezig is een risico voor de openbare orde.

 

Ter bescherming van het milieu, de openbare orde en veiligheid en om overlast en hinder tegen te gaan, is het noodzakelijk om de verkoop, het aanwezig hebben en het gebruik van lachgas op openbare plaatsen te verbieden. Met dit artikel is aansluiting gezocht bij diverse gemeenten, waaronder Rotterdam en Haarlem.

 

Naast het openbare orde en veiligheidsaspect heeft het gebruik van overmatig lachgas gevolgen voor de volksgezondheid. Dit blijkt uit het rapport: CAM-rapport Risicobeoordeling lachgas (november 2019). Het gebruik van lachgas is de laatste jaren toegenomen en ook het aantal meldingen van ernstige gezondheidsincidenten in relatie tot lachgas gebruik neemt toe, zoals brandwonden en verlammingsverschijnselen zoals een dwarslaesie.

 

Het verschil met artikel 2:31, achtste lid is dat artikel 2:31 specifiek op de verkoop, aanwezigheid en gebruik in de horeca ziet. In artikel 2:48a wordt de verkoop en gebruik in de openbare ruimte verboden.

 

Artikel 6:1 wordt gewijzigd als volgt:

 

Huidige tekst

Voorgestelde tekst

Artikel 6:1

1. Overtreding van het bij of krachtens de volgende artikelen bepaalde en de op grond van artikel 1:4 daarbij gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie:

2. Overtreding van het bij of krachtens de volgende artikelen bepaalde en de op grond van artikel 1:4 daarbij gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie:

[geen]

Artikel 6:1 Sanctiebepaling

1. Overtreding van het bij of krachtens de volgende artikelen bepaalde en de op grond van artikel 1:4 daarbij gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie:

2. Overtreding van het bij of krachtens de volgende artikelen bepaalde en de op grond van artikel 1:4 daarbij gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie:

Artikel 2:48a Verbod gebruik lachgas

Toelichting op de wijziging

De artikelen zijn nieuw toegevoegd en bevatten verboden. Een sanctiebepaling ondersteunt de naleving van de verboden. Gezien de aard van de bepalingen van de APV kan als algemene lijn worden gehanteerd dat op overtredingen een straf van de eerste of tweede categorie wordt gesteld.

 

Artikel II

De artikelsgewijze toelichting bij de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Schiedam 2013 wordt gewijzigd conform bijlage 1 bij dit wijzigingsbesluit.

Artikel III

Dit besluit treedt in werking op 15 juli 2020.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Schiedam in zijn openbare vergadering van 7 juli 2020.

de griffier,

J. W. Scherpenzeel

de voorzitter,

C.H.J. Lamers

Bijlage 1 bij het 15e Wijzigingsbesluit APV 2013 Schiedam: wijzigingen in de (artikelsgewijze) Toelichting

 

Toelichting bij artikel 2:31:

Toelichting eerste t/m zevende lid ongewijzigd.

 

Achtste lid

Zie toelichting artikel 2:48a Verbod gebruik lachgas.

 

Toelichting bij artikel 2:48a:

 

Artikel 2:48a Verbod gebruik lachgas

Algemeen

Lachgas is de gangbare naam voor distikstofmonoxide (N2O). Het inhaleren van lachgas zorgt voor een korte en soms sterke roes. Het gebruik van lachgas leidt tot ongewenst en onberekenbaar gedrag: omvallen, bewusteloosheid, slechte concentratie en onoplettendheid, hallucineren. In het verkeer en op straat kan dit tot gevaar leiden en kunnen er ongelukken gebeuren. Doordat lachgas vooral in groepsverband in de openbare ruimte wordt gebruikt, gaat hiervan een dreigende houding uit waardoor omstanders zich onveilig voelen. Het gebruik van lachgas wordt dan als overlast gevend ervaren. Omvallen, duwen en afwijkend gedrag vormt in een menigte of op openbare plaatsen waar publiek aanwezig is een risico voor de openbare orde. Ook kunnen door gebruik ongelukken gebeuren (men raakt onder invloed).

 

Ter bescherming van het milieu, de openbare orde en veiligheid en om overlast en hinder tegen te gaan, is het noodzakelijk om het gebruik van lachgas op openbare plaatsen te verbieden.

 

Lachgas is in winkels en webshops te koop. Het wordt verkocht in kleine metalen patronen (als drijfgas om slagroom mee te spuiten). Voor medische doeleinden en in de autosport is het te koop in grotere metalen cilinders.

 

De verkoop van lachgas valt mogelijk onder het verbod op kleinhandel in artikel 14 van de Drank- en Horecawet, maar dat verbod geldt alleen voor openbare inrichtingen waar alcoholhoudende dranken tegen betaling worden verstrekt en niet voor horecabedrijven waar alcoholvrije dranken worden verstrekt. In het kader van rechtsgelijkheid en in het belang van de openbare orde en ter bescherming van het milieu is het onwenselijk dat de verkoop van lachgas in slechts een deel van de horeca, namelijk in de alcoholhoudende horeca, is verboden. Daarom is in artikel 2:31 van de APV een verbod op de verkoop, het aanwezig hebben en het gebruik van lachgas in openbare inrichtingen opgenomen.

 

Het Schiedamse lachgasverbod is primair ingegeven vanuit de ‘handhaving van de openbare orde, leefbaarheid en veiligheid’. Met het verbod op verkoop en gebruik van lachgas wordt de inbreuk op de openbare orde, leefbaarheid en veiligheid beperkt.

 

Eerste lid

Recreatief gebruik van lachgas is gebruik van lachgas als partydrug bij o.a. festivals, evenementen en/of feestdagen zoals Koningsdag. De verkoop voor deze doeleinden is verboden.

 

Tweede lid

Het gas wordt vanuit patronen of cilinder in een ballon gespoten. Het is een feit van algemene bekendheid dat als in en uit een ballon wordt geademd lachgas wordt ingenomen. Om te voorkomen dat lachgas wordt ingenomen via andere hulpmiddelen, vallen deze ook onder de reikwijdte van deze verbodsbepaling. Het gebruik van lachgas voor andere doeleinden zoals het spuiten van slagroom valt niet onder de werking van dit verbod.

Naar boven