Wijziging Nadere regels subsidieverstrekking Leidschendam-Voorburg 2019, Hoofdstuk 6 Specifieke nadere regels restauratie en onderhoud monumentale panden Leidschendam-Voorburg, inclusief de Bijlage bij Hoofdstuk 6: Leidraad instandhouding monumenten

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leidschendam-Voorburg,

gelezen het bestuurlijk behandelvoorstel met kenmerk 1709;

overwegende dat de gemeenteraad in de gelegenheid is gesteld om haar wensen en bedenkingen hierover kenbaar te maken;

gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Leidschendam-Voorburg 2019;

 

besluit:

 

I.

Vast te stellen Hoofdstuk 6 Specifieke nadere regels restauratie monumenten Leidschendam-Voorburg van de Nadere regels subsidieverstrekking Leidschendam-Voorburg 2019, inclusief de Bijlage bij Hoofdstuk 6: Leidraad instandhouding monumenten.

 

Hoofdstuk 6 Specifieke nadere regels restauratie monumenten Leidschendam-Voorburg

 

 

 

Artikel 6:1 Aanvullende begrippen

  • a.

    Aannemer: degene die gebouwde monumenten restaureert houdt zich aan de ERM-uitvoeringsrichtlijn met technische afspraken, de juridische en de procedurele aspecten van het werk aan monumenten.

  • b.

    Abonnement Monumentenwacht: een abonnement inhoudende een recht op een periodieke inspectie en rapportage ten aanzien van een bepaald monument, uitgevoerd door de Monumentenwacht Zuid-Holland, teneinde sneller kleine gebreken te ontdekken en vervolgschade te voorkomen.

  • c.

    Bouwconstructie: een onderdeel van een bouwwerk (het begrip bouwwerk als omschreven in de Woningwet) dat bestemd is om belasting te dragen.

  • d.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leidschendam-Voorburg.

  • e.

    Eigenaar: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die het recht van eigendom heeft op een monument.

  • f.

    Erkend boomverzorgingsbedrijf: bedrijf waarbij de uitvoerend boomverzorger minimaal beschikt over het certificaat Europaean Treeworker en lid is van de Kring van Praktiserende Boomverzorgers.

  • g.

    Karakteristiek gebouw: pand, geen monument zijnde, ouder dan 50 jaar in een van de rijksbeschermde dorpsgezichten.

  • h.

    Kosten van voorzieningen: de door het college goedgekeurde kosten van de voorzieningen die de instandhouding van waardevolle (onder)delen van de gevels (conform de redengevende omschrijving) of de constructie van het (groen)monument tot doel hebben.

  • i.

    Leidraad instandhouding monumenten: de lijst met subsidiabele voorzieningen waar aanvragen aan worden getoetst. Deze hoort bij de nadere regels en is als bijlage bij dit hoofdstuk opgenomen.

  • j.

    Meerjaren Onderhoudsplan: een overzicht voor een periode van tenminste zes jaar van de aard en de omvang van voorgenomen werkzaamheden, een omschrijving van de beoogde resultaten (bestek, besteksparagraaf of werkomschrijving) en een meerjarenbegroting. Het plan moet gebaseerd zijn op een bouwkundig inspectierapport dat is opgesteld door bijvoorbeeld een architect of de Monumentenwacht. Het inspectierapport mag niet ouder zijn dan twee jaar.

  • k.

    Monument: onroerende zaak, groenstructuur of terrein, die of dat overeenkomstig de bepalingen van de Erfgoedverordening gemeente Leidschendam-Voorburg door het college beschermd is en als bedoeld in artikel 2.2 lid 1 onder b, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Dit zijn:

    • i.

      Gemeentelijk monument: onroerende zaak of terrein, die of dat van algemeen belang is wegens zijn esthetiek, betekenis voor de wetenschap of cultuurhistorische waarde.

    • ii.

      beeldbepalende zaak: zaak waarvan de hoofdvorm van algemeen belang is als kenmerkende uitdrukking van een bepaalde bouwwijze, architectuur, verkaveling of typologie of als kenmerkend overblijfsel van de historische ontwikkeling en als zodanig overeenkomstig de bepalingen van deze verordening als beeldbepalend zaak is aangewezen;

    • iii.

      gemeentelijk groenmonument: een boom of een groep van bomen, al dan niet een compositie vormend met de directe omgeving, welke door de cultuurhistorische context en verschijning, beeldbepalend en kenmerkend is voor het karakter van de gemeente Leidschendam-Voorburg, die overeenkomstig de Erfgoedverordening gemeente Leidschendam-Voorburg is aangewezen als beschermd gemeentelijk groenmonument;

  • l.

    Monumentenlijst: de lijst waarop de overeenkomstig de Erfgoedverordening gemeente Leidschendam-Voorburg als gemeentelijk monument aangewezen zaken zijn geregistreerd.

  • m.

    Monumentensubsidiebudget: het door de gemeenteraad vastgestelde budget, waaruit de subsidies worden verleend.

  • n.

    Onderhoud: periodieke werkzaamheden noodzakelijk om een monument in goede staat te houden c.q. in bestaande staat te behouden en/of om toekomstig groot onderhoud en restauraties te voorkomen of te verminderen, zoals preventieve werkzaamheden tegen water/vochtoverlast, het schilderen van kozijnen en incidentele reparaties aan gevelelementen zoals goten, houtwerk en dakpannen. Onderhoud is niet subsidiabel.

  • o.

    Redengevende omschrijving: een omschrijving, bedoeld voor (groen)monu-menten, beeldbepalende zaken en dorpsgezichten die bestaat uit algemene gegevens, een omschrijving van de bestaande toestand en een waardestelling.

  • p.

    Restauratie: het treffen van voorzieningen tot opheffing van (bouwtechnische) gebreken, het normale onderhoud te boven gaand, noodzakelijk voor de instandhouding van de cultuurhistorische waarde van het monument. De voorzieningen zijn onderdeel van een meerjaren Onderhoudsplan en bedoeld om de cultuurhistorische waarden te behouden. Bij instandhouding van groenmonumenten wordt geen onderscheid gemaakt in restauratie of onderhoud, maar spreekt men uitsluitend van onderhoud.

  • q.

    Voorzieningen: alle werkzaamheden aan monumenten die volgens de Bijlage bij hoofdstuk 6: Leidraad instandhouding monumenten, subsidiabel zijn.

  • r.

    Welstands- en monumentencommissie: de op basis van artikel 15 Monumentenwet 1988 door de raad ingestelde commissie met als taak het college op verzoek of uit eigen beweging te adviseren over de toepassing van de Monumentenwet 1988, de Erfgoedverordening Gemeente Leidschendam-Voorburg en het gemeentelijk erfgoedbeleid.

 

Artikel 6:2 Vigerend beleidskader

De subsidie wordt uitsluitend verleend ten behoeve van monumenten en karakteristieke gebouwen die ingevolge de Erfgoedverordening gemeente Leidschendam-Voorburg zijn aangewezen. Voor groenmonumenten is het kader daarnaast de Bomennota Gemeente Leidschendam-Voorburg, beheerdeel en beleidsdeel 2017.

 

Artikel 6:3 Wat

Subsidie wordt verstrekt voor sobere en doelmatige voorzieningen die noodzakelijk zijn voor de duurzame instandhouding en beeldkwaliteit van het monument en karakteristiek gebouw en die voldoen aan de Bijlage: Leidraad instandhouding monumenten, en voor het laten vervaardigen van een Meerjaren Onderhoudsplan.

 

Artikel 6:4 Voor wie

  • 1.

    Het college kan een subsidie verlenen:

    • a.

      aan de eigenaar van een gemeentelijk monument, niet gelegen binnen het rijks beschermd dorpsgezicht ‘Oude dorpskern Voorburg’ of ‘Sluiscomplex en omgeving’;

    • b.

      aan de eigenaar van een karakteristiek gebouw, geen (rijks)monument zijnde, gelegen in een rijks beschermd dorpsgezicht;

    • c.

      aan de eigenaar van een groenmonument;

    • d.

      aan de eigenaar van een onderneming, horecagelegenheid of winkel in de dorpsgezichten ‘Oude dorpskern Voorburg’ of ‘Sluiscomplex en omgeving’.

 

Artikel 6:5 Doel

Het doel van de subsidieverstrekking is het goed beschermen en beleefbaar maken van het monumentale erfgoed van Leidschendam-Voorburg.

 

Artikel 6:6 Subsidieplafond

  • 1.

    Het subsidieplafond, voor de verstrekking van subsidies zoals opgenomen in artikel 6:7, is gelijk aan het in de begroting opgenomen bedrag voor subsidiëring monumentenzorg DVB.

  • 2.

    Het college verdeelt het maximale subsidiebedrag genoemd in het eerste lid op volgorde van binnenkomst van de volledige aanvragen.

  • 3.

    Indien het subsidieplafond is bereikt, schuiven de aanvragen, op volgorde van ontvangst, door naar het eerstvolgende subsidiejaar. De aanvrager wordt hiervan schriftelijk in kennis gesteld.

 

Artikel 6:7 Subsidiebedrag

  • 1.

    Een subsidie als bedoeld in artikel 6:4 lid 1, sub a en b, kan eens per drie jaar worden aangevraagd en is ten hoogste 60% van de subsidiabele kosten van de restauratie, met een maximum van € 7.500,-; en voor het laten vervaardigen van een Meerjaren Onderhoudsplan met een maximum van € 1.000,-.

  • 2.

    Een subsidie als bedoeld in artikel 6:4 lid 1, sub c, kan eens per vijf jaar per boom worden aangevraagd en is maximaal 50% van de kosten voor de maatregelen, met een maximum van € 500,-. Dus bij een rekening van € 800,- wordt € 400,- vergoed, bij een rekening van € 1.000,- wordt € 500,- vergoed. Bij een rekening van € 1.200,- wordt ook € 500,- vergoed.

  • 3.

    Een eigenaar van meer dan één (groen)monument en/of karakteristiek pand kan per kalenderjaar maximaal € 7500,- instandhoudingsubsidie ontvangen. Het volgende kalenderjaar kan deze eigenaar dan wederom maximaal € 7500,- subsidie ontvangen voor een ander monument of karakteristiek pand dan waar het voorafgaande kalenderjaar subsidie voor is ontvangen. Als het gaat om hetzelfde monument of karakteristiek pand dan geldt de cyclus van drie jaar zoals beschreven in lid 1 en vijf jaar zoals beschreven in lid 2.

  • 4.

    Een subsidie als bedoeld in artikel 6:4 lid 1, sub d, kan aangevraagd worden voor een nieuwe reclame-uiting op of aan dat pand. De subsidie bedraagt 25% van de kosten voor het ontwerp, de fabricage en de plaatsing van de reclame-uiting, met een maximum van € 500,-.

  • 5.

    Een subsidie als bedoeld in artikel 6:4 lid 1, sub d, kan eenmalig worden aangevraagd om detonerende reclames te verwijderen of te verbeteren. Deze stimuleringsmaatregel is tot maximaal € 500, - per aanvrager.

 

Artikel 6:8 Voorwaarden

  • 1.

    Als de subsidieaanvraag volledig en op tijd is ingediend, wordt binnen 12 weken een besluit genomen door het college. Het college kan, indien daartoe naar haar oordeel gegron¬de redenen bestaan, deze termijn met ten hoogste acht weken verlengen, mits zij de aanvrager daarvan kennisgeeft binnen de termijn van 12 weken;

  • 2.

    De subsidie dient aangevraagd te worden voordat de voorzieningen uitgevoerd zijn;

  • 3.

    De voorzieningen voor restauratie zijn getroffen binnen 12 maanden nadat de beschikking is verleend;

  • 4.

    De eigenaar van een monument of karakteristiek gebouw dient een abonnement op de Monumentenwacht te hebben. Dit geldt niet voor groenmonumenten;

  • 5.

    Subsidie wordt slechts verstrekt indien de eigenaar van een monument (geen groenmonument zijnde) of karakteristiek gebouw, een door het college goedgekeurd of nog goed te keuren Meerjaren Onderhoudsplan indient;

  • 6.

    De begroting als bedoeld in artikel 6:9 lid 2, sub a, voor het bomenonderhoud moet zijn opgesteld door een erkend boomverzorgingsbedrijf;

  • 7.

    Subsidieontvangers zijn verplicht om de gesubsidieerde voorzieningen voor groenmonumenten te laten uitvoeren door een erkend boomverzorgingsbedrijf;

  • 8.

    Aan de door het college met controle belaste personen wordt te allen tijde:

    • a.

      toegang verleend door de eigenaar tot het gebouwde onroerend erfgoed en erf,

    • b.

      inzage verleend van de op de voorzieningen betrekking hebbende bescheiden en tekeningen,

    • c.

      de op de voorzieningen betrekking hebbende gegevens verstrekt,

    • d.

      gelegenheid gegeven tot het controleren van de op de voorzieningen betrekking hebbende gegevens.

  • 9.

    De eenmalige vergoeding als bedoeld in artikel 6:4 lid 1, sub d, wordt verstrekt als het ontwerp voor de reclame door de Welstands- en monumentencommissie is goedgekeurd en voldoet aan de welstandseisen.

  • 10.

    Subsidie als bedoeld in artikel 6:7 wordt slechts verstrekt indien voor het treffen van een bepaalde voorziening, binnen 15 jaar voorafgaand aan de indiening van een subsidie als bedoeld in artikel 6:7, voor diezelfde voorziening geen geldelijke steun van een overheid is verleend.

 

Artikel 6:9 Aanvragen

  • 1.

    Aanvragen voor een restauratiesubsidie worden ingediend door middel van het aanvraagformulier op de website van de gemeente;

  • 2.

    Naast het in lid 1 bedoelde aanvraagformulier dient de aanvraag te zijn voorzien van:

    • a.

      een gespecificeerde begroting van de kosten;

    • b.

      een werkomschrijving of bestek;

    • c.

      tekeningen op schaal, ten minste 1:100, aangevende zowel de bestaande als de te maken toestand;

    • d.

      ingeval van een gemeentelijk monument of karakteristiek gebouw: de monumentenvergunning en/of bouwvergunning;

    • e.

      in geval van een gemeentelijk monument of karakteristiek gebouw: een afschrift van het abonnement op de Monumentenwacht;

    • f.

      een Meerjaren Onderhoudsplan;

    • g.

      de naam en het adres van de architect/bouwkundige en van de boomverzorger of aannemer;

  • 3.

    Het college kan nadere informatie vragen, indien dat voor een goede beoordeling van de aanvraag nodig is.

  • 4.

    Het college kan vrijstelling verlenen van de vereisten genoemd in het tweede lid.

  • 5.

    Indien niet wordt voldaan aan het gestelde in het eerste en tweede lid stelt het college de aanvrager in de gelegenheid om binnen twee weken de door hen aan te geven ontbrekende gegevens te overleggen;

  • 6.

    Het college geeft een verleningsbeschikking af binnen 12 weken nadat de aanvraag is ontvangen, dan wel de ontbreken¬de gegevens, als bedoeld in het tweede lid, genoegzaam zijn aangevuld. Zij kunnen, indien daartoe naar hun oordeel gegron¬de redenen bestaan, deze termijn met ten hoogste vier weken verlengen, mits zij de aanvrager daarvan kennisgeven binnen de termijn van 12 weken.

 

Artikel 6:10 Gereedmelding en aanvraag tot vaststellen en uitbetaling van de subsidie

  • 1.

    De subsidieontvanger meldt de restauratie zo spoedig mogelijk na voltooiing van de voorzieningen gereed bij het college via het op de website beschikbaar gestelde formulier voor vaststelling of verantwoording subsidie. Dit formulier met bijlagen wordt intern, ambtelijk voorgelegd aan handhaving voor gereedmelding;

  • 2.

    Binnen 10 weken na de aanvraag tot vaststelling wordt na controle en goedkeuring van de eindverantwoording, rekeningen en betaalbewijzen het definitieve subsidiebedrag door het college vastgesteld. Dit bedrag kan nooit hoger zijn dan in de verleningsbeschikking is opgenomen.

  • 3.

    Subsidievaststelling vindt plaats op basis van de door het college goedgekeurde werkelijke kosten met als maximum het bij de subsidieverlening toegekende bedrag.

  • 4.

    De uitbetaling van het definitief vastgestelde subsidiebedrag vindt plaats binnen 4 weken na vaststelling van de subsidie door het college.

  • 5.

    De vaststelling gaat vergezeld van een gespecificeerde opgave van de kosten van de restauratie met alle daarop betrekking hebbende rekeningen en betaalbewijzen.

 

Artikel 6:11 Toezicht op de naleving

Burgemeester en wethouders kunnen toezichthouders als bedoeld in artikel 5:11 Awb aanwijzen, die zijn belast met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde.

 

Artikel 6:12 Inwerkingtreding en overgangsrecht

  • 1.

    Dit hoofdstuk 6 van de Nadere Regels subsidieverstrekking Leidschendam-Voorburg 2019 treedt in werking per 1 september 2020, en vervangt het eerder vastgestelde Hoofdstuk 6.

  • 2.

    Op aanvragen om subsidie die zijn ingediend voor 1 september 2020 zijn de bepalingen van het eerder vastgestelde Hoofdstuk 6 van toepassing.

 

Artikel 6:13 Bijzondere bepalingen

  • 1.

    Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als “Nadere Regels subsidieverstrekking Leidschendam-Voorburg 2019 Hoofdstuk 6 restauratie monumenten”.

  • 2.

    Het college kan in bijzondere gevallen, in het belang van de monumentenzorg, afwijken van de bepalingen van deze regeling.

  • 3.

    Het college kan, indien het een monument of karakteristiek gebouw betreft en de voorzieningen in het belang van de instandhouding met spoed dienen te worden getroffen een voorschot op de later vast te stellen subsidie uitbetalen voor het treffen van voorzieningen tot gedeeltelijke opheffing van bouwtechnische gebreken.

 

 

 

 

 

II.

Dit besluit treedt in werking op 1 september 2020.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van de gemeente Leidschendam-Voorburg van 14 juli 2020

A. van Mazijk, K. Tigelaar

Secretaris, burgemeester

BIJLAGE BIJ HOOFDSTUK 6 SPECIFIEKE REGELS RESTAURATIE MONUMENTEN LEIDSCHENDAM-VOORBURG

 

Leidraad instandhouding monumenten

 

 

INLEIDING

Deze ‘Leidraad instandhouding monumenten’ hoort bij hoofdstuk 6 van de Nadere regels subsidieverstrekking Leidschendam-Voorburg 2019. Dit is een bijlage ten behoeve van de berekening van de subsidiabele kosten bij de restauratie van gemeentelijke monumenten en karakteristieke gebouwen in Leidschendam-Voorburg. In deze leidraad wordt uiteengezet welke activiteiten subsidiabel zijn. Voorzieningen die niet voorkomen in de leidraad worden niet vergoed. Eventuele nieuwe technieken of onvoorziene vondsten, die ten tijde van de vaststelling van deze leidraad nog niet in gebruik of bekend waren, kunnen na goedkeuring door het college alsnog in aanmerking komen voor restauratiesubsidie. De eigenaar dient hiervoor een subsidieverzoek in.

 

Restauratie en bomenonderhoud

Voor gebouwde monumenten en karakteristieke gebouwen geldt dat alleen restauratiewerkzaamheden subsidiabel zijn, dus niet onderhoud. De term restauratie is voor groenmonumenten (monumentale bomen) wellicht verwarrend, omdat bij bomen over onderhoud wordt gesproken. In deze leidraad en in de nadere regels spreken we uitsluitend over restauratie. In het geval van groenmonumenten moet daar dus onderhoud onder worden verstaan.

 

Onderhoudsplicht

Monumentenzorg in Nederland is gericht op de eigen verantwoordelijkheid van monumenteneigenaren. Alle vastgoedeigenaren hebben een onderhoudsplicht ten aanzien van de instandhouding van een huis of ander gebouwd object. Dat geldt voor zowel monumenten als voor niet-monumentale panden. Het college heeft er om die reden voor gekozen de onderhoudsplicht bij de eigenaren te laten en alleen restauratiekosten (op basis van een meerjarenplan) te subsidiëren.

 

Subsidiabele kosten

Subsidiabel zijn de kosten van voorzieningen die strekken tot instandhouding van het beschermde monument en zijn monumentale waarden, sober, doelmatig en technisch noodzakelijk zijn en gericht op maximaal behoud van aanwezige historische materialen en constructies en de voorzieningen gericht zijn op vervanging van materialen die hun functie niet meer kunnen vervullen.

Restauratie of instandhouding van een monument of karakteristiek gebouw heeft betrekking op het casco van een gebouw: de hoofdstructuur van het gebouw bestaande uit de dragende onderdelen en het omhulsel, te weten dak-, kap- en gebintconstructie, vloeren, balklagen dragende muren, fundering, kelder en gewelven. Daarnaast valt het in stand houden of het terugbrengen van één of meer monumentale onderdelen onder de restauratiesubsidie. Voor bomen geldt dat deze onderhouden moeten worden om instandhouding te bevorderen.

 

SUBSIDIABELE KOSTEN

 

00 KOSTEN TEN BEHOEVE VAN DE PLANONTWIKKELING – EN UITVOERING

00.01 Aannemerskosten

• Materiaalkosten op grond van deze leidraad.

• Loonkosten van het aannemerspersoneel en werkzaamheden van onderaannemers.

00.02 Doe het zelf kosten

• Materiaalkosten op basis van deze leidraad.

• De afschrijving van huur van het benodigde materiaal (in de zin van gereedschappen, e.d.).

00.03 Architect-/plankosten:

• De kosten van het opstellen van een instandhoudingsplan met de daarbij behorende stukken (zoals plan, begroting, werkomschrijving en tekeningen) tot een maximum van € 1.000,-.

• De kosten voor ontwerpwerkzaamheden.

 

00.04 Overige kosten

• Bouw- en kleurhistorisch onderzoek, mits voorgeschreven dan wel vooraf goedgekeurd door het college.

• Specifieke onderzoeken, mits voorgeschreven of na goedkeuring door het college, zoals bouwfysisch onderzoek (naar zout- en vochtproblemen), constructie- en/of bouwtechnisch onderzoek en werktuigbouwkundig onderzoek.

• Specialistische werkzaamheden door derden, mits geadviseerd dan wel vooraf goedgekeurd door het college.

• Duurzaamheidsscan zoals bedoeld in Hoofdstuk 7 is subsidiabel mits die leidt tot subsidiabele voorzieningen zoals bedoeld in artikel 6:1 lid n.

 

01 TEN BEHOEVE VAN DE UITVOERING

01.01 bouwplaats voorzieningen

• Het (tijdelijk) inzetten van groot materiaal (zoals damwanden, steigers, hijskranen, e.d.) ten behoeve van de instandhoudingswerkzaamheden.

01.02 saneringen, verwijderingen en stutwerk

• Het tijdelijk verwijderen van materialen c.q. onderdelen, die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de instandhoudingswerkzaamheden inclusief het daarvoor in te zetten materiaal (zoals containers).

• Stut- en stempelwerk tijdens werkzaamheden.

• Beschermende voorzieningen voor monumentale onderdelen (zoals het bijvoorbeeld het voor en/of tijdens de uitvoering van de werkzaamheden dichtleggen van een dak, afdekken van een vloer en inpakken van het orgel en meubilair).

Niet subsidiabel zijn:

• Schilderwerk is te beschouwen als normaal onderhoud en dus niet subsidiabel. Wanneer de te schilderen onderdelen worden gerestaureerd en de restauratiekosten daarvan subsidiabel zijn, is het schilderwerk van die onderdelen echter wel subsidiabel.

• De kosten voor het saneren van asbest.

• Kosten voortvloeiend uit doorbreuken ten behoeve van comfortverbetering en veranderd gebruik.

 

02 TERREININRICHTING EN BIJBEHOREND

02.01 Grondwerken en terreinverharding

• Het schoon en op diepte houden van sloten en andere waterwerken voor zover dit aantoonbaar van belang is voor de instandhouding van het monument of karakteristiek gebouw.

• Het aanbrengen van nieuwe beschoeiingen en vervangen van onderdelen daarvan indien nodig voor de instandhouding van de historische oeverlijn, voor zover deze deel uitmaakt van de redengevende omschrijving.

• De instandhouding van bestrating voor zover deze deel uitmaakt van het monument en de instandhouding ervan bijdraagt aan de esthetische waarde van het monument, voor zover deze deel uitmaakt van de redengevende omschrijving.

• Herstel van bestrating na herstelwerkzaamheden en onderhoudswerkzaamheden met betrekking tot het monument, voor zover deze deel uitmaakt van het monument en de instandhouding ervan bijdraagt aan de esthetische waarde van het monument.

02.02 Terreininrichting

• Instandhouding of indien noodzakelijk vervanging van bouwkundige elementen zoals hekwerken, bruggetjes, tuinornamenten, voor zover omschreven in de redengevende omschrijving.

• De instandhouding van landschappelijke elementen die bijdragen aan het historische erf- of tuininrichting en voor zover deze bijdragen aan het behoud van het karakter van het monument en voor zover omschreven in de redengevende omschrijving.

 

03 CASCO GEBOUWD ERFGOED

03.01 Funderingen en damwanden

• De instandhouding van funderingsconstructies en/of damwanden (hout, beton, metselwerk of staal).

• De vervanging dan wel het aanbrengen van funderingsconstructies en/of damwanden (hout, beton, metselwerk of staal).

03.02 Beton

• Herstelwerkzaamheden aan betonwerken, zowel geveldetailleringen als constructies.

• Behandelen van betonwerk als gevolg van roestende bewapening, vocht en water voor zover drainage geen oplossing biedt. Dit laatste mits door het college goedgekeurd.

03.03 Metselwerk en bijbehorend

• De instandhouding van dragend metselwerk zoals gevels, wanden, gewelven, kolommen, molenrompen, fabrieksschoorstenen, tuinmuren en dergelijke.

• Herstellen van scheuren en het vervangen van kapotte stenen (inboeten).

• Het herstellen van voegwerk indien aantoonbaar dat de waterkerende werking van de gevel niet meer voldoet en de instandhouding van het monument wordt bedreigd. De voegen dienen conform de bestaande situatie te worden vervangen met een gelijk materiaal.

• Voor het maken van dilatatievoegen bij scheurend metselwerk.

• Het met water reinigen (onder lagedruk zonder toevoegingen van chemicaliën of zand) van gevels voor de verwijdering van algen, mos en dergelijke, mits noodzakelijk voor het in stand houden van het monument.

• Het om bouwfysische redenen behandelen van metselwerk.

Niet subsidiabel zijn:

• (zand)stralen en hydrofoberen van metselwerk

03.04 Houtconstructies

• Het in stand houden en vervangen van draag-, gewelf-, kap- en vakwerkconstructies zoals onder andere balken, gootconstructies, gordingen, hijsbalken, kapspanten, muurstijlen, windveren, dakmakelaars, dakbeschot, vloerdelen, gewelfbeschot, tengels, roeflatten, sporen en bijbehorende betimmeringen. Om zowel materiaal- als bouwtechnische redenen.

• Het gaande en staande werk van molens en bruggen.

• Het vervangen van houten elementen/onderdelen aan het casco voor zover deze van belang zijn voor de instandhouding van het monument en de karakteristieke waarden van het monument.

• Behandelingen tegen houtaantasters als insecten, kevers, schimmels en zwammen.

• Bescherming tegen vocht.

03.05 Metaalconstructies

• Het vervangen van gietijzeren, smeedijzeren en/of stalen constructies.

• Roestwerende behandelingen van elementen die van belang zijn voor de instandhouding van het monument of karakteristiek gebouw, dan wel van belang zijn voor het monumentale karakter.

03.06 Rookkanalen

• Het vervangen of in stand houden van schoorstenen en bijbehorende rookkanalen en sierelementen (roosters, kappen e.d.).

03.07 Kozijnen, ramen en deuren

• Het vervangen van kozijnen, ramen en deuren voor zover materiaal technisch dan wel constructief noodzakelijk en mits vervangen door een overeenkomstig exemplaar.

• Het vervangen van dakkoepels, lichtstraten, galmborden, dakluiken en dergelijke voor zover materiaal technisch dan wel constructief noodzakelijk en mits vervangen door een overeenkomstig exemplaar.

• Het in stand houden van historisch hang- en sluitwerk.

Niet subsidiabel:

• Het inbraak werend maken van ramen en deuren door bijvoorbeeld dievenklauwen.

03.08 Dakbedekking

• Het vervangen van dakbedekking (zoals onder andere riet, pannen, leien, lood, zink en bitumineuze dakbedekking).

• Het in stand houden en plaatselijk vervangen van rietdaken.

• Het vervangen van bedekkingen (zoals koper, lood, zink, leien en natuursteen) van onder andere gevels, zijwangen van dakkapellen, ornamenten, dakranden, daklijsten, balkons, luifels, galerijen, veranda’s en dergelijke.

 

04 INVULLING VAN HET CASCO

04.01 Beglazing

• Het in stand houden of vervangen van glas-in-loodramen, al dan niet gebrandschilderd.

• Het in stand houden van enkele beglazing.

• Het om materiaaltechnische of andere noodzakelijke redenen vervangen van de beglazing, mits geschied op een bijpassende wijze en een bij de stijl passende glassoort.

• Het aanbrengen van achter- of voorzetramen ten behoeve van de bescherming van glas-in-lood en gebrandschilderde ramen.

04.02 Natuursteen en kunststeen

• Het in stand houden en vervangen van natuursteen en kunststeen gevelonderdelen en ornamenten voor zover deze van belang zijn voor de karakteristieken van het monument of karakteristiek gebouw.

• Het in stand houden en vervangen van natuursteen en kunststeen beeldhouwwerken aan of bij een monument voor zover deze van belang zijn voor de karakteristieken van een monument en voor zover omschreven in de redengevende omschrijving.

• Het behandelen van poreuze natuursteen of kunststeen ten behoeve van behoud van het betreffende element, mits toestemming van het college.

04.03 Stucwerken

• Het in stand houden of geheel vervangen, indien noodzakelijk om constructieve dan wel materiaal technische redenen, van stucwerk buiten.

• Het in stand houden, repareren of, indien noodzakelijk om constructieve dan wel materiaal technische redenen, geheel vervangen van stucwerkornamenten buiten.

04.04 Metaal- en kunststofwerken

• Het in stand houden of, indien noodzakelijk om constructieve dan wel materiaal technische redenen, van metaalwerken (constructieve elementen).

• Het in stand houden en zonodig vervangen van decoratieve metalen ornamenten voor zover deze bepalend zijn voor het karakter van het monument of karakteristiek gebouw (bol, haantjes, windvaan, wijzerplaat, e.d.).

• Het in stand houden en zonodig vervangen van decoratieve roosters (ontluchtings-, sneeuwroosters, e.d.).

• Het in stand houden en zonodig vervangen van hijswerken.

• Het in stand houden en zonodig vervangen van ankerwerken (gevelankers, ophangstangen, e.d.).

04.05 Hemelwaterafvoer en dakgoten

• De instandhouding en zonodig de vervanging van historische hemelwaterafvoeren, bestaande uit de dakgoten, de vergaarbak en de regenpijp.

 

05 GEMEENTELIJKE GROENMONUMENTEN

Onder maatregelen om een boom duurzaam in stand te houden, zijn in elk geval begrepen:

• Structurele groeiplaatsverbetering.

• Bescherming van de groeiplaats.

• Kroonsnoei (herstel- en stabilisatie-snoei).

• Kroonverankering.

• Onderzoek dat leidt tot de onder 05 genoemde maatregelen (verbetering en bescherming van de groeiplaats, kroonsnoei en kroonverankering).

 

06 RECONSTRUCTIE VAN VERLOREN ORNAMENTEN EN ONDERDELEN

• Het terugbrengen van verloren onderdelen (zoals luiken, glas-in-lood, ornamenten) wordt alleen gesubsidieerd als aan de hand van historische bronnen aantoonbaar gemaakt kan worden dat deze er zijn geweest en de vorm op basis van de historische bronnen kan worden gereconstrueerd.

 

07 RECLAME-UITINGEN

Niet-subsidiabel:

• Reclame-uitingen op markiezen, zonweringen of windschermen.

 

Naar boven