Gemeente Oldenzaal - Verordening tot 1e wijziging van de verordening op de heffing en de invordering van leges 2020

De raad van de gemeente Oldenzaal;

 

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 26 mei 2020, nr. 21/6, reg.nr. INTB-19-20-04465;

 

Gelet op artikel 229, eerste lid, onderdeel b, van de Gemeentewet;

 

 

b e s l u i t :

 

 

vast te stellen de Verordening tot 1e wijziging van de verordening op de heffing en de invordering van leges 2020

Artikel I  

Hoofdstuk 5 van Titel 2 van de Legesverordening 2020 wordt vervangen door:

 

 

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

2.5.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten/niet verder in behandeling genomen aanvraag

2.5.1.1

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten als bedoeld in onderdeel 2.3.1 intrekt voordat de aanvraag in behandeling is genomen als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht dan wel dat de aanvraag niet verder in behandeling wordt genomen als bedoeld in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de geheven leges. De teruggaaf bedraagt

van de op grond van dat onderdeel voor de betreffende bouwactiviteit verschuldigde leges.

 

 

 

 

75%

2.5.1.2

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten als bedoeld in onderdeel 2.3.1 intrekt nadat de aanvraag in behandeling is genomen als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht doch voor het verlenen van de vergunning, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de geheven leges.

De teruggaaf bedraagt

van de op grond van dat onderdeel voor de betreffende bouwactiviteit verschuldigde leges.

 

 

 

 

50%

2.5.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten als bedoeld in onderdeel 2.3.1 intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen een jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

van de op grond van dat onderdeel voor de betreffende bouwactiviteit verschuldigde leges.

 

 

 

 

25%

2.5.3

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten

2.5.3.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten als bedoeld in onderdeel 2.3.1 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

van de op grond van dat onderdeel voor de betreffende bouwactiviteit verschuldigde leges. Hierbij moet onherroepelijk vaststaan dat de vergunning niet wordt verleend.

 

 

25%

2.5.3.2

Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij een onherroepelijk vaststaande rechterlijke uitspraak.

2.5.4

Teruggaaf in verband met het realiseren van duurzaamheidsmaatregelen

2.5.4.1

Indien de duurzaamheidsmaatregel bestaat uit het isoleren van bestaande woningen en andere gebouwen

van het op grond van de in de aanhef genoemde onderdelen verschuldigde bedrag aan leges voor zover dat betrekking heeft op deze duurzaamheidsmaatregel,met een maximum van

50%

 

€ 10.000,00

2.5.4.2

Indien de duurzaamheidsmaatregel bestaat uit het renoveren van een bestaande woningen waardoor die woning een NOM-woning wordt:

van het op grond van de in de aanhef genoemde onderdelen verschuldigde bedrag aan leges voor zover dat betrekking heeft op deze duurzaamheidsmaatregel,met een maximum van

 

50%

 

€ 10.000,00

2.5.4.3

Indien de duurzaamheidsmaatregel bestaat uit de plaatsing van zonnepanelen voor de dekking van het eigen verbruik op het dak, aan de gevel van een bestaande woning of ander gebouw of in de eigen tuin:

van het op grond van de in de aanhef genoemde onderdelen verschuldigde bedrag aan leges voor zover dat betrekking heeft op deze duurzaamheidsmaatregel,met een maximum van

 

100%

 

€ 10.000,00

2.5.4.4

Indien de duurzaamheidsmaatregel bestaat uit het aanbrengen van een begroeid/sedum dak op een bestaande woning of ander gebouw of nieuwbouw dan wel extra aantoonbare duurzaamheidsmaatregelen, zoals off-grid-maatregelen, boven de wettelijke voorschriften vanuit het Bouwbesluit:

van het op grond van de in de aanhef genoemde onderdelen verschuldigde bedrag aan leges voor zover dat betrekking heeft op deze duurzaamheidsmaatregel,met een maximum van

 

 

50%

 

€ 10.000,00

2.5.4.5

Indien de duurzaamheidsmaatregel bestaat uit het plaatsen van een buitenunit voor een warmtepomp met een geluidsproductie van de luchtunit van maximaal 40dB voor een bestaande woning of ander gebouw:

van het op grond van de in de aanhef genoemde onderdelen verschuldigde bedrag aan leges voor zover dat betrekking heeft op deze duurzaamheidsmaatregel,met een maximum van

 

50%

 

€ 10.000,00

2.5.4.6

Indien de duurzaamheidsmaatregel bestaat uit plaatsing van zonnecollectoren voor een zonneboiler op een bestaande woning of ander gebouw:

van het op grond van de in de aanhef genoemde onderdelen verschuldigde bedrag aan leges voor zover dat betrekking heeft op deze duurzaamheidsmaatregel,met een maximum van

 

100%

 

€ 10.000,00

2.5.4.7

Indien de duurzaamheidsmaatregel bestaat uit de bouw van zelfstandige, grondgebonden zonnepanelen:

van het op grond van de in de aanhef genoemde onderdelen verschuldigde bedrag aan leges voor zover dat betrekking heeft op deze duurzaamheidsmaatregel worden de leges beperkt tot een maximum van

50%

 

€ 51.750,00

2.5.4.8

Indien de duurzaamheidsmaatregel bestaat uit de bouw van een of meer windturbines:

van het op grond van de in de aanhef genoemde onderdelen verschuldigde bedrag aan leges voor zover dat betrekking heeft op deze duurzaamheidsmaatregel worden de leges beperkt tot een maximum van

50%

 

€ 51.750,00

2.5.5

Voor de toepassing van onderdeel 2.5.4 wordt verstaan onder:

dB:

decibel, de maat voor een hoeveelheid geluid;

EPC:

Energie Prestatie Coëfficiënt;

Gj:

Gigajoule;

K:

temperatuur uitgedrukt in Kelvin;

m2:

vierkante meter oppervlakte;

NOM-woning:

nul-op-de-meter-woning, zijnde een woning waarin gedurende een jaar gemiddeld net zoveel energie wordt geproduceerd (door zon, wind of warmtepompen) als wordt verbruikt (voor verwarming, warm tapwater en huishoudelijk gebruik);

Rc:

warmteweerstand (R) van een constructie (c);

W:

hoeveelheid energie uitgedrukt in Watt;

Wp:

Wattpiek, het energievermogen aan elektriciteit dat met een zonnepaneel kan worden opgewekt;

zonnecollector:

apparaat dat zonlicht (direct licht bij zonnig weer en diffuus licht bij bewolkt weer) omzet in warmte;

zonnepaneel:

paneel dat bestaat uit meerdere zonnecellen waarmee zonlicht omgezet wordt in elektriciteit.

2.5.6

De in onderdeel 2.5.4 opgenomen maximum teruggaafbedragen gelden per project. Onder project wordt verstaan een bouwplan dat of ontwikkeling die als eenheid moet worden beschouwd, gelet op de bouwkundige en perceelindeling, het opdrachtgeverschap, de eigendom, functie(s), bedoeling en het karakter van het bouwplan. Verschillende omgevingsvergunningen of aanvragen voor omgevingsvergunning kunnen deel uitmaken van één project.

2.5.7

De in onderdeel 2.5.4 opgenomen teruggaafbepalingen zijn uitsluitend van toepassing op aanvragen voor omgevingsvergunningen die in de periode vanaf 1 juli 2020 tot 31 december 2020 worden ingediend.

2.5.8

Minimumbedrag voor teruggaaf

Een bedrag minder dan € 75,00 wordt niet teruggegeven.

2.5.9

Geen teruggaaf legesdeel welstandstoets en extra welstandstoets, advies, beoordeling bodemrapport en verklaring van geen bedenkingen

Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.1.2.1, 2.3.1.2.2, 2.3.16, 2.3.18 en 2.3.19 wordt geen teruggaaf verleend.

 

Artikel II  

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 juli 2020.

Artikel III  

Deze verordening wordt aangehaald als: 1e wijziging Legesverordening 2020.

 

Vastgesteld in de openbare vergadering van 1 juli 2020,

de griffier,

J.H. Brokers

de voorzitter,

P.G. Welman

Naar boven