Gemeenteblad van Meerssen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Meerssen | Gemeenteblad 2020, 183635 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Meerssen | Gemeenteblad 2020, 183635 | Verordeningen |
Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Meerssen houdende regels omtrent openbare orde en veiligheid (Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Meerssen 2020)
DE RAAD VAN DE GEMEENTE MEERSSEN;
Gelezen het voorstel van het college van 19-05-2020, strekkende tot vaststelling van de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Meerssen 2020;
gelet op de bepalingen van de Gemeentewet;
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
Artikel 1.2 Beslistermijn (vervallen)
Artikel 1.3 Te late indiening aanvraag (vervallen)
Artikel 1.4 Voorschriften en beperkingen
Artikel 1.5 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing
Artikel 1.6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing
Artikel 1.7 Termijnen (vervallen)
AFDELING 1 ORDE EN VEILIGHEID OP DE WEG
Paragraaf 1 Bestrijding van ongeregeldheden
Artikel 2.1.1.1 Samenscholing en ongeregeldheden
Paragraaf 2 Optochten en betogingen
Artikel 2.1.2.2. Optochten (vervallen)
Artikel 2.1.2.2 Kennisgeving betogingen op openbare plaatsen
Artikel 2.1.2.3 Afwijking termijn
Artikel 2.1.2.4 Te verstrekken gegevens
Paragraaf 3 Verspreiden van gedrukte stukken
Artikel 2.1.3.1 Beperking aanbieden e.d. van geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen
Paragraaf 4 Vertoningen e.d. op de weg
Artikel 2.1.4.1 Feest, muziek en wedstrijd e.d. (vervallen)
Artikel 2.1.4.2 Dienstverlening (vervallen)
Artikel 2.1.4.3 Straatartiest (vervallen)
Paragraaf 5 Bruikbaarheid van de weg
Artikel 2.1.5.1 Voorwerpen of stoffen op, aan of boven de weg
Artikel 2.1.5.2 Aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg
Artikel 2.1.5.3 Maken en veranderen van een uitweg
Paragraaf 6 Veiligheid van de weg
Artikel 2.1.6.1 Veroorzaken van gladheid (vervallen)
Artikel 2.1.6.2 Winkelwagentjes (vervallen)
Artikel 2.1.6.3 Hinderlijke beplanting of voorwerp
Artikel 2.1.6.4 Openen straatkolken e.d.
Artikel 2.1.6.5 Kelderingangen, koekoeken e.d.
Artikel 2.1.6.6 Rookverbod in bossen en natuurgebieden
Artikel 2.1.6.7 Gevaarlijk of hinderlijk voorwerp
Artikel 2.1.6.7a Gevaarlijke voorwerpen
Artikel 2.1.6.8 Vallende voorwerpen
Artikel 2.1.6.9 Voorzieningen voor verkeer en verlichting
Artikel 2.1.6.10 Objecten onder hoogspanningslijn (vervallen)
Artikel 2.1.6.11 Veiligheid op het ijs
AFDELING 2 TOEZICHT OP EVENEMENTEN
Artikel 2.2.1 Begripsomschrijving
AFDELING 3 TOEZICHT OP OPENBARE INRICHTINGEN
Paragraaf 1 Toezicht op horecabedrijven
Artikel 2.3.1.1 Begripsomschrijvingen
Artikel 2.3.1.2 Exploitatie openbare inrichting
Artikel 2.3.1.3 Opheffing vergunningplicht (vervallen)
Artikel 2.3.1.5 Afwijking sluitingsuur; tijdelijke sluiting
Artikel 2.3.1.6 Aanwezigheid in gesloten horecabedrijf
Artikel 2.3.1.7 Ordeverstoring (vervallen)
Artikel 2.3.1.8 Het college als bevoegd bestuursorgaan
Artikel 2.3.1.9 Maskeerverbod in inrichtingen (vervallen)
Paragraaf 2 Toezicht op inrichtingen tot het verschaffen van nachtverblijf
Artikel 2.3.2.1 Begripsomschrijvingen
Artikel 2.3.2.2 Kennisgeving exploitatie (vervallen)
Artikel 2.3.2.3 Nachtregister (vervallen)
Artikel 2.3.2.4 Verschaffing gegevens nachtregister
Paragraaf 3 Toezicht op speelgelegenheden
Artikel 2.3.3.1 Speelgelegenheden
Artikel 2.3.3.2 Speelautomatenbeleid
AFDELING 4 MAATREGELEN TEGEN OVERLAST EN BALDADIGHEID
Artikel 2.4.1 Betreden gesloten woning of lokaal
Artikel 2.4.2 Plakken en kladden
Artikel 2.4.3 Vervoer plakgereedschap e.d.
Artikel 2.4.4 Vervoer inbrekerswerktuigen
Artikel 2.4.5 Betreden van plantsoenen e.d.
Artikel 2.4.6 Rijden over bermen e.d. (vervallen)
Artikel 2.4.7 Hinderlijk gedrag op of aan de weg
Artikel 2.4.7a Verplichte route
Artikel 2.4.8 Hinderlijk drankgebruik
Artikel 2.4.9 Hinderlijk gedrag bij of in gebouwen
Artikel 2.4.10 Gedrag in voor publiek toegankelijke ruimten
Artikel 2.4.11 Neerzetten van fietsen e.d.
Artikel 2.4.12 Overlast van fiets of bromfiets op markt- en kermisterrein e.d.
Artikel 2.4.13 Bespieden van personen
Artikel 2.4.14 Bewakingsapparatuur (vervallen)
Artikel 2.4.15 Nodeloos alarmeren (vervallen)
Artikel 2.4.16 Alarminstallaties (vervallen)
Artikel 2.4.17 Loslopende honden, verboden plaatsen, identificatie
Artikel 2.4.18 Verontreiniging door honden
Artikel 2.4.19 Gevaarlijke honden
Artikel 2.4.20 Houden van hinderlijke of schadelijke dieren
Artikel 2.4.21 Wilde dieren (vervallen)
Artikel 2.4.22 Loslopend vee (vervallen)
Artikel 2.4.23 Duiven (vervallen)
Artikel 2.4.24 Bijen (vervallen)
Artikel 2.4.26 Handhaving bij diverse vormen van overlast
Artikel 2.4.27 Verbod op zichtbare uitingen van verboden organisaties
Artikel 2.4.28 (Slaap-) verblijf op de weg, in voertuigen en in kampeermiddelen
AFDELING 5 BEPALINGEN TER BESTRIJDING VAN HELING GOEDEREN
Artikel 2.5.1 Begripsomschrijvingen
Artikel 2.5.2 Verplichtingen met betrekking tot het verkoopregister
Artikel 2.5.3 Voorschriften als bedoeld in artikel 437 ter, eerste lid, van het
Artikel 2.5.4 Vervreemding van door opkoop verkregen goederen
Artikel 2.5.5 Handel in horecabedrijf (vervallen)
Artikel 2.6.1 Begripsomschrijving (vervallen)
Artikel 2.6.2 Ter beschikking stellen van consumentenvuurwerk tijdens de verkoopdagen
Artikel 2.6.3 Bezigen van consumentenvuurwerk tijdens de jaarwisseling
Artikel 2.7.1 Drugshandel op straat
Artikel 2.7.2 Openlijk drugsgebruik
AFDELING 8 BESTUURLIJKE OPHOUDING
Artikel 2.8.1 Bestuurlijke ophouding
AFDELING 9 VEILIGHEIDSRISICOGEBIED
Artikel 2.9.1 Veiligheidsrisicogebied
AFDELING 10 CAMERATOEZICHT OP OPENBARE PLAATSEN
Artikel 2.10.1 Cameratoezicht op openbare plaatsen
AFDELING 11 BIJZONDERE BEPALINGEN OVER HORECABEDRIJVEN ALS BEDOELD IN DE DRANK- EN HORECAWET
Artikel 2.11.1 Begripsbepalingen
Artikel 2.11.2 Openingstijden kantines van sportverenigingen
Artikel 2.11.3. Schenktijden kantines van sportverenigingen
Artikel 2.11.5. Bijeenkomsten bij kantines van sportverenigingen, niet behorende bij de uitoefening van de hoofdfunctie
Artikel 2.11.6 Procedure ter verkrijging van een ontheffing
Artikel 2.11.7 Vervallen bepalingen
Artikel 2.13.1 Woonoverlast als bedoeld in artikel 151d Gemeentewet
Hoofdstuk 3 REGULERING PROSTITUTIE, SEKSBRANCHE EN AANVERWANTE ONDERWERPEN
AFDELING 1 ALGEMENE BEPALINGEN
AFDELING 2 VERGUNNING SEKSBEDRIJF
Artikel 3.2.2 Maximum aantal vergunningen seksbedrijf
Artikel 3.2.4 Weigeringsgronden
Artikel 3.2.5 Eisen met betrekking tot vergunning
Artikel 3.2.6 Intrekkingsgronden
Artikel 3.2.7 Melding gewijzigde omstandigheden
AFDELING 3 UITOEFENEN SEKSBEDRIJF
Paragraaf 3.1 Regels voor alle seksbedrijven
Artikel 3.3.1 Sluitingstijden seksinrichtingen, aanwezigheid toegang
Paragraaf 3.2 Regels voor prostitutiebedrijven
Artikel 3.3.3 Leeftijd en verblijfstitel prostituees
Artikel 3.3.5 Verdere verplichtingen van de exploitant en beheer prostitutiebedrijf
Artikel 3.3.7 Straatprostitutie
Artikel 3.3.8 Verbodsbepalingen klanten
Artikel 3.3.9 Tentoonstellen, aanbieden en aanbrengen van erotische- pornografische goederen, afbeeldingen en dergelijke
Hoofdstuk 4 Bescherming van het milieu en het natuurschoon en zorg voor het uiterlijk aanzien van de gemeente
AF DELING 1 GELUID- EN LICHTHINDER
Artikel 4.1.1 Begripsomschrijvingen
Artikel 4.1.2 Aanwijzing collectieve festiviteiten
Artikel 4.1.3 Kennisgeving incidentele festiviteiten
Artikel 4.1.4. Verboden incidentele festiviteiten (vervallen)
Artikel 4.1.4.a Bepalingen ter voorkoming van overmatige hinder bij festiviteiten
Artikel 4.1.5 Overige geluidhinder
Artikel 4.1.5.a (Geluids-)hinder door dieren
Artikel 4.1.5.b (Geluids-)hinder door bromfietsen e.d. (vervallen)
Artikel 4.1.5.c (Geluids-)hinder door vrachtauto’s (vervallen)
Artikel 4.1.5.d Routering (vervallen)
AFDELING 2 BODEM-, WEG- EN MILIEUVERONTREINIGING
Artikel 4.2.1 Straatvegen (vervallen)
Artikel 4.2.2 Natuurlijke behoefte doen
Artikel 4.2.3 Toestand van sloten en andere wateren en niet-openbare riolen en putten buiten gebouwen
Artikel 4.2.4 Bestrijding ongedierte
Artikel 4.2.5 Verwijdering onkruid en/of afval (vervallen)
AFDELING 3 HET BEWAREN VAN HOUTOPSTANDEN
Artikel 4.3.1 Begripsomschrijvingen
Artikel 4.3.3 Aanvraag vergunning
Artikel 4.3.3a Weigeringsgronden
Artikel 4.3.4 Vergunning ex lege (vervallen)
Artikel 4.3.5 Bijzondere vergunningsvoorschriften
Artikel 4.3.6 Herplant-/instandhoudingsplicht
Artikel 4.3.7 Schadevergoeding (vervallen)
Artikel 4.3.8 Bestrijding van iepziekte
Artikel 4.3.9 Verhouding tussen kap- en bouw- of aanlegvergunning (vervallen)
Artikel 4.3.10 Bescherming bomen (vervallen)
Artikel 4.3.11 Standaardvoorwaarde van niet-gebruik (vervallen)
Artikel 4.3.12 Vervaltermijn vergunning (vervallen)
Artikel 4.3.13 Afstand van de erfgrenslijn
AFDELING 4 MAATREGELEN TEGEN ONTSIERING EN STANKOVERLAST
Artikel 4.4.1 Opslag bromfietsen, motorvoertuigen, caravans, afvalstoffen, mest, ingekuilde landbouwproducten e.d. (vervallen)
Artikel 4.4.1a Stankoverlast door gebruik van meststoffen
Artikel 4.4.2 Vergunningsplicht handelsreclame (vervallen)
Hoofdstuk 5 Andere onderwerpen betreffende de huishouding der gemeente
Artikel 5.1.1 Begripsomschrijvingen (vervallen)
Artikel 5.1.2 Parkeren van voertuigen van autobedrijf e.d.
Artikel 5.1.2a Te koop aanbieden van voertuigen
Artikel 5.1.3 Defecte voertuigen
Artikel 5.1.4 Voertuigwrakken (vervallen)
Artikel 5.1.5 Kampeermiddelen e.d.
Artikel 5.1.6 Parkeren van reclamevoertuigen
Artikel 5.1.7 Parkeren van grote voertuigen
Artikel 5.1.8 Parkeren van uitzicht belemmerende voertuigen
Artikel 5.1.9 Parkeren van voertuigen met stank verspreidende stoffen
Artikel 5.1.10 Aantasting groenvoorzieningen door voertuigen
Artikel 5.1.11 Overlast van fiets of bromfiets
Artikel 5.1.12 Gebruik parkeerplaatsen anders dan hun bestemming
AFDELING 2 COLLECTEREN, VENTEN, STANDPLAATSEN EN SNUFFELMARKTEN
Artikel 5.2.1 Inzameling van geld of goed
Artikel 5.2.3 Standplaatsen: uitstallingen op de weg
Artikel 5.2.4 Snuffelmarkten e.d.
Artikel 5.3.1 Gebruik van openbaar water (vervallen)
Artikel 5.3.2 Ligplaats woonschepen en overige vaartuigen (vervallen)
Artikel 5.3.3 Aanwijzingen ligplaats (vervallen)
Artikel 5.3.4 Verbod innemen ligplaats (vervallen)
Artikel 5.3.5 Beschadigen van waterstaatswerken en oevers (vervallen)
Artikel 5.3.6 Reddingsmiddelen (vervallen)
Artikel 5.3.7 Veiligheid op het water (vervallen)
Artikel 5.3.8 Overlast aan vaartuigen (vervallen)
AFDELING 4 CROSSTERREINEN EN GEMOTORISEERD- EN RUITERVERKEER IN NATUURGEBIEDEN
Artikel 5.4.2 Beperking verkeer in natuurgebieden
AFDELING 5 VERBOD VUUR TE STOKEN
Artikel 5.5.1 Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken
AFDELING 6 VERSTROOIING VAN AS (vervallen)
Artikel 5.6.1 Begripsomschrijving (vervallen)
Artikel 5.6.2 Verboden plaatsen (vervallen)
Artikel 5.6.3 Hinder of overlast (vervallen)
Hoofdstuk 6 Straf-, overgangs- en slotbepalingen
Artikel 6.3 Binnentreden woningen
HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1.1. Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt, tenzij in enig artikel anders is bepaald, verstaan dan wel mede verstaan onder:
Artikel 1.5. Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing is persoonsgebonden, tenzij bij of krachtens deze verordening anders is bepaald.
Paragraaf 2. Optochten en betogingen
Artikel 2.1.2.2. Kennisgeving betogingen op openbare plaatsen
Degene die het voornemen heeft op een openbare plaats een betoging te houden, moet daarvan voor de openbare aankondiging ervan en ten minste 48 uur voordat deze gehouden zal worden, schriftelijk kennis geven aan de burgemeester, met inachtneming van hetgeen in artikel 2.1.2.4 van deze verordening, eerste lid hierover is bepaald.
Artikel 2.1.2.3. Afwijking termijn
De burgemeester kan in bijzondere omstandigheden de in artikel 2.1.2.2 van deze verordening, genoemde termijn van 48 uur verkorten en een mondelinge kennisgeving ontvankelijk verklaren.
Paragraaf 6. Veiligheid van de weg
Artikel 2.1.6.3. Hinderlijke beplanting of voorwerp
Het is verboden beplanting of een voorwerp aan te brengen of te hebben op zodanige wijze dat aan het wegverkeer het vrije uitzicht wordt belemmerd of daarvoor op andere wijze hinder of gevaar oplevert.
Artikel 2.1.6.4. Openen straatkolken e.d.
Het is aan degene die daartoe niet bevoegd is verboden een straatkolk, rioolput, brandkraan of enigerlei andere afsluiting, die behoort tot een openbare nutsvoorziening, te openen, onzichtbaar te maken of af te dekken.
Artikel 2.1.6.8. Vallende voorwerpen
Het is verboden aan een weg of aan enig deel van een bouwwerk een voorwerp te hebben dat niet deugdelijk beveiligd is tegen neervallen op de weg.
Artikel 2.1.6.9. Voorzieningen voor verkeer en verlichting
De rechthebbende op een bouwwerk is verplicht toe te laten dat op of aan dat bouwwerk, vanwege en overeenkomstig de aanwijzingen van het college, voorwerpen, borden of voorzieningen ten behoeve van het openbaar verkeer of de openbare verlichting worden aangebracht, onderhouden, gewijzigd of verwijderd.
AFDELING 2. TOEZICHT OP EVENEMENTEN
Artikel 2.2.1. Begripsomschrijving
In deze afdeling wordt onder evenement verstaan elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, met uitzondering van:
muziek- en zanggezelschappen die in de gemeente Meerssen zijn gevestigd en bij het gemeentebestuur van Meerssen zijn geregistreerd, voor zover zij op of aan de weg op enige wijze voor publiek muziek ten gehore brengen. In dat geval moet daarvan ten minste 48 uur voordat dit gehouden wordt, kennisgeving worden gedaan aan de burgemeester.
Het is verboden bij een evenement zichtbaar goederen te dragen, bij zich te hebben of te vervoeren die uiterlijke kenmerken zijn van een organisatie die bij rechterlijke uitspraak of bestuurlijk besluit verboden is verklaard of is ontbonden vanwege een doel of werkzaamheid in strijd met de openbare orde.
Paragraaf 1. Toezicht op horecabedrijven
Artikel 2.3.1.2 Exploitatie openbare inrichting
In het geval en onder de voorwaarden als bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob) kan om een advies als bedoeld in artikel 9 van de Wet Bibob worden gevraagd bij het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur als bedoeld in artikel 8 van voornoemde wet.
Artikel 2.3.1.5. Afwijking sluitingsuur; tijdelijke sluiting
De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid of gezondheid, of in geval van bijzondere omstandigheden, te zijner beoordeling, voor één of meer horecabedrijven tijdelijk andere dan de krachtens artikel 2.3.1.4 van deze verordening geldende sluitingsuren vaststellen of tijdelijk sluiting bevelen.
Artikel 2.3.1.6. Aanwezigheid in gesloten horecabedrijf
Het is bezoekers van een horecabedrijf verboden gedurende de tijd dat dit bedrijf krachtens artikel 2.3.1.4 van deze verordening of ingevolge een op grond van artikel 2.3.1.5 van deze verordening genomen besluit gesloten dient te zijn, zich daarin of aldaar te bevinden.
Artikel 2.3.1.8. Het college als bevoegd bestuursorgaan
Indien een horecabedrijf als bedoeld in artikel 2.3.1.1 van deze verordening geen inrichting is in de zin van artikel 174 Gemeentewet treedt niet de burgemeester maar het college op als bevoegd bestuursorgaan ten behoeve van de artikelen 2.3.1.2 tot en met 2.3.1.5 van deze verordening.
Paragraaf 2. Toezicht op inrichtingen tot het verschaffen van nachtverblijf
Paragraaf 3. Toezicht op speelgelegenheden
Artikel 2.3.3.1. Speelgelegenheden
Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een speelgelegenheid te exploiteren of te doen exploiteren. Het verbod is niet van toepassing op:
speelgelegenheden waar de mogelijkheid wordt geboden om het kleine kansspel als bedoeld in artikel 7c van de Wet op de kansspelen te beoefenen, of te spelen op speelautomaten als bedoeld in artikel 30 van de Wet op de kansspelen, of de handeling als bedoeld in artikel 1, onder a, van de Wet op de kansspelen te verrichten.
AFDELING 4 MAATREGELEN TEGEN OVERLAST EN BALDADIGHEID
Artikel 2.4.4. Vervoer inbrekerswerktuigen
Dit verbod is niet van toepassing indien de bedoelde werktuigen niet zijn gebruikt of niet zijn bestemd om zich onrechtmatig de toegang tot een gebouw of erf te verschaffen, onrechtmatig sluitingen te openen of te verbreken, diefstal door middel van braak te vergemakkelijken of het maken van sporen te voorkomen.
Artikel 2.4.8a Verboden gebruik lachgas
Het is verboden in het openbaar gebied lachgas te gebruiken als daardoor hinder ontstaat voor personen of de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu in gevaar komt.
Artikel 2.4.10. Hinderlijk gedrag in voor publiek toegankelijke ruimten
Het is verboden zich zonder redelijk doel of op een voor anderen hinderlijke wijze op te houden in of op een voor het publiek toegankelijk portaal, telefooncel, wachtlokaal voor een openbaar vervoermiddel, parkeergarage, rijwielstalling of een andere soortgelijke, voor het publiek toegankelijke ruimte dan wel deze te verontreinigen dan wel te bezigen voor een ander doel dan waarvoor de desbetreffende ruimte is bestemd.
Artikel 2.4.11. Neerzetten van fietsen e.d.
Het is verboden op of aan de weg een fiets of een bromfiets te plaatsen of te laten staan tegen een raam, een raamkozijn, een deur, de gevel van een gebouw dan wel in de ingang van een portiek, indien:
Artikel 2.4.17. Loslopende honden, verboden plaatsen, identificatie
Het is de eigenaar of houder of hij die een hond onder zijn hoede heeft verboden, die hond te laten verblijven of te laten lopen:
binnen de vastgestelde bebouwde kom op de weg 1 ) en buiten de bebouwde kom binnen door het college aangewezen natuurgebieden, zonder dat die hond aangelijnd is;
op de weg zonder voorzien te zijn van een microchip die met een chipreader afleesbaar is dan wel van een halsband met daarop duidelijk vermeld de naam, het adres en de woonplaats van de eigenaar of houder; op de bij de halsband behorende riem dient eveneens de naam, het adres en de woonplaats van de eigenaar of houder te zijn vermeld.
Artikel 2.4.19. Gevaarlijke honden
Een muilkorfgebod houdt in dat de eigenaar of houder verplicht is de hond voorzien te houden van een muilkorf die:
door middel van een stevige leren riem zodanig rond de hals is aangebracht dat verwijdering zonder toedoen van de mens niet mogelijk is; en zodanig is ingericht dat de hond niet kan bijten, dat de afgesloten ruimte binnen de korf een geringe opening van de bek toelaat en dat geen scherpe delen binnen de korf aanwezig zijn.
Artikel 2.4.19a. Gevaarlijke honden op eigen terrein
Het is de eigenaar of houder van een hond verboden deze hond op zijn terrein zonder muilkorf te laten loslopen als de burgemeester [een aanlijngebod of een aanlijn- en muilkorfgebod heeft opgelegd als bedoeld in artikel 2.4.19, eerste lid OF heeft meegedeeld dat hij de hond gevaarlijk acht], dan wel als de hond is opgeleid voor bewakings-, opsporings- en verdedigingswerk.
Het is verboden in door het college aangewezen gebieden op of aan de weg of in een voor het publiek toegankelijk gebouw te bedelen om geld of andere zaken.
Artikel 2.4.26. Handhaving bij diverse vormen van overlast
het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantasting van het woon- en leefklimaat, de veiligheid van personen en goederen, de verkeersvrijheid, of veiligheid en de gezondheid of zedelijkheid kan het college een gebied aanwijzen waarvoor door politieambtenaren aan een persoon, die zich bevindt op de weg of plaats binnen dit gebied, gedurende de uren daarbij genoemd, het bevel kan worden gegeven zich onmiddellijk in een bepaalde richting te verwijderen.
Met het oog op de in het eerste lid genoemde belangen kan:
de burgemeester aan de persoon aan wie tenminste een maal een bevel is gegeven als bedoeld in het eerste lid, een verbod opleggen om zich gedurende een in dat verbod genoemd tijdvak van ten hoogste veertien dagen, anders dan in een openbaar middel van vervoer, te bevinden op de weg of plaats, die deel uitmaakt van een door het college aangewezen gebied als bedoeld in het eerste lid, gedurende de tijden daarin genoemd;
de burgemeester aan de persoon aan wie eerder een verbod als bedoeld onder a is opgelegd een verbod opleggen om zich gedurende een in dat verbod genoemd tijdvak van ten hoogste zes maanden, anders dan in een openbaar middel van vervoer, te bevinden op de weg of plaats, die deel uitmaakt van een door het college aangewezen gebied als bedoeld in het eerste lid, gedurende de uren daarin genoemd.;
Artikel 2.4.27 Verbod op zichtbare uitingen van verboden organisaties
Het is verboden op openbare plaatsen of in voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven zichtbaar goederen te dragen, bij zich te hebben of te vervoeren die uiterlijke kenmerken zijn van een organisatie die bij rechterlijke uitspraak of bestuurlijk besluit verboden is verklaard of is ontbonden vanwege een werkzaamheid of doel in strijd met de openbare orde.
Artikel 2.4.28. (Slaap)verblijf op de weg, in voertuigen en in kampeermiddelen
Het is verboden op de weg, al dan niet in een motorvoertuig, te slapen, dan wel op of aan de weg een voertuig, woonwagen, tent, caravan of een soortgelijk of ander onderkomen te plaatsen met het kennelijke doel dit als slaapplaats te gebruiken of daarin te overnachten dan wel gelegenheid daartoe te bieden.
AFDELING 5. BEPALINGEN TER BESTRIJDING VAN HELING VAN GOEDEREN
Artikel 2.5.1. Begripsomschrijvingen
In deze afdeling wordt verstaan onder:
Handelaar: de handelaar als bedoeld in artikel 1 van de algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
Artikel 2.5.2. Verplichtingen met betrekking tot het verkoopregister
De handelaar is verplicht aantekening te houden van alle gebruikte of ongeregelde goederen die hij verkoopt of op andere wijze overdraagt, in een doorlopend en een door of namens de burgemeester gewaarmerkt register, of het register zoals bedoeld in het vastgestelde “ aanwijzingsbesluit digitaal in- en verkoopregister handelaren in tweedehands goederen”. Daarin vermeldt hij onverwijld:
Artikel 2.5.3. Voorschriften als bedoeld in artikel 437 ter, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht
De handelaar of een voor hem handelend persoon is verplicht:
Artikel 2.5.4. Vervreemding van door opkoop verkregen goederen
Het is de handelaar of een voor hem handelend persoon verboden enig door opkoop verkregen goed gedurende de eerste vijf dagen dat het onder zijn berusting is, over te dragen of daarin enige wijziging aan te brengen tenzij deze wijziging van geen invloed is op de herkenbaarheid van het goed.
Artikel 2.6.2. Ter beschikking stellen van consumentenvuurwerk tijdens de verkoopdagen
Het is verboden in de uitoefening van een bedrijf of nevenbedrijf consumentenvuurwerk ter beschikking te stellen dan wel voor het ter beschikking stellen aanwezig te houden, zonder een vergunning van het college.
Artikel 2.7.1. Drugshandel op straat
Onverminderd het bepaalde in de Opiumwet is het verboden op of aan de weg met de daaraan gelegen portieken, galerijen, arcaden of nissen post te vatten of zich daar heen en weer te bewegen en zich op of aan wegen in of op een voertuig te bevinden of daarmee heen en weer of rond te rijden, met het kennelijke doel om middelen als bedoeld in de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet, of daarop gelijkende waar, al dan niet tegen betaling af te leveren, aan te bieden of te verwerven, daarbij behulpzaam te zijn of daarin te bemiddelen.
Artikel 2.7.2. Openlijk drugsgebruik
Het is verboden op of aan de weg, op een voor publiek toegankelijke plaats of in een voor publiek toegankelijk gebouw, middelen als bedoeld in de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet te gebruiken, toe te dienen, dan wel voorbereidingen daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen en/of stoffen voorhanden te hebben.
AFDELING 8. AFDELING 8. BESTUURLIJKE OPHOUDING
Artikel 2.8.1. Bestuurlijke ophouding
De burgemeester kan overeenkomstig artikel 154a van de Gemeentewet besluiten tot het tijdelijk doen ophouden van door hem aangewezen groepen van personen op een door hem aangewezen plaats indien deze personen het bepaalde in de artikelen, 2.1.1.1, 2.1.5.1, 2.1.6.4, 2.1.6.7, 2.1.6.7a, 2.1.6.9, 2.4.7, 2.4.7a, 2.4.8, 2.4.9 of 2.4.10 van deze verordening niet nakomen.
AFDELING 9. VEILIGHEIDSRISICOGEBIED
Artikel 2.9.1. Veiligheidsrisicogebied
De burgemeester kan overeenkomstig artikel 151b van de Gemeentewet bij verstoring van de openbare orde door de aanwezigheid van wapens, dan wel bij ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, een gebied, met inbegrip van de daarin gelegen voor het publiek openstaande gebouwen en de daarbij behorende erven, aanwijzen als veiligheidsrisicogebied.
Afdeling 11. BIJZONDERE BEPALINGEN OVER HORECABEDRIJVEN ALS BEDOELD IN DE DRANK- EN HORECAWET
Artikel 2.11.1. Begripsbepaling
Para commercieel rechtspersoon
Een rechtspersoon niet zijnde een naamloze vennootschap of besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, die in het kader van activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard een horecabedrijf in eigen beheer exploiteert.
Bijeenkomsten van persoonlijke aard
Bijeenkomsten met een veelal feestelijk karakter, waarbij alcoholhoudende drank wordt genuttigd, die geen direct verband houden met de doelstelling van de para commerciële rechtspersonen, zoals bruiloften, feesten, partijen, recepties, jubilea, verjaardagen, bedrijfsfeesten, koffietafels, condoleancebijeenkomsten en dergelijke. Voor zover niet anders is bepaald, is artikel 1 van de Drank- en Horecawet van overeenkomstige toepassing op de niet op die wet steunende bepalingen van deze verordening.
Artikel 2.11.5. Bijeenkomsten bij kantines van sportverenigingen, niet behorende bij de uitoefening van de hoofdfunctie
AFDELING 12 GEBIEDSONTZEGGINGEN
De burgemeester kan - in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantastingen van het woon- of leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen, de gezondheid of de zedelijkheid - aan een persoon die strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen verrichten een bevel geven zich gedurende ten hoogste 24 uur niet in een of meer bepaalde delen van de gemeente op een openbare plaats op te houden.
Met het oog op de in artikel 2.12.1 genoemde belangen kan de burgemeester aan een persoon aan wie tenminste eenmaal een bevel als bedoeld in dat lid is gegeven en die opnieuw strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen verricht, een bevel geven zich gedurende ten hoogste acht weken niet in een of meer bepaalde delen van de gemeente op een openbare plaats op te houden.
Artikel 2.13.1 Woonoverlast als bedoeld in artikel 151d Gemeentewet
Degene die een woning of een bij die woning behorend erf gebruikt, of tegen betaling in gebruik geeft aan een persoon die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen is ingeschreven, draagt er zorg voor dat door gedragingen in of vanuit die woning of dat erf of in de onmiddellijke nabijheid van die woning of dat erf geen ernstige en herhaaldelijke hinder voor omwonenden wordt veroorzaakt.
Als de burgemeester een last onder dwangsom of onder bestuursdwang oplegt naar aanleiding van een schending van deze zorgplicht kan hij daarbij aanwijzingen geven over wat de overtreder dient te doen of na te laten om verdere schending te voorkomen. De burgemeester stelt beleidsregels vast over het gebruik van deze bevoegdheid.
HOOFDSTUK 3. REGULERING PROSTITUTIE, SEKSBRANCHE EN AANVERWANTE ONDERWERPEN.
AFDELING 2 VERGUNNING SEKSBEDRIJF
Artikel 3.2.4 Weigeringsgronden
Een vergunning wordt geweigerd als:
er aanwijzingen zijn dat voor of bij het seksbedrijf personen te werk zijn gesteld of zullen zijn die, als het prostituees betreft, nog niet de leeftijd van 21 jaar hebben bereikt, slachtoffer zijn van mensenhandel of verblijven of werken in strijd met het bepaalde bij of krachtens de vreemdelingenwet 2000;
De exploitant of beheerder minder dan vijf jaren geleden voor de dag dat vergunning wordt aangevraagd, bij meer dan een rechterlijke uitspraak of strafbeschikking onherroepelijk veroordeeld is tot een onvoorwaardelijke geldboete van € 500,00 of meer of tot een andere hoofdstraf als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a, van het Wetboek van Strafrecht, wegens dan wel mede wegens overtreding van:
Een vergunning kan in ieder geval worden geweigerd:
voor een seksbedrijf waarvoor de vergunning op grond van artikel 3.2.6, eerste lid, aanhef en ander a tot en met f, of tweede lid, onder a tot en met d, en f, of in ieder geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet Bevordering Integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur is ingetrokken, gedurende een periode van 5 jaar na de intrekking;
Artikel 3.2.7 Melding gewijzigde omstandigheden
De vergunninghouder meldt elke verandering waardoor zijn seksbedrijf niet langer in overeenstemming is met de op grond van artikel 3.2.5, eerste lid, in de vergunning opgenomen gegevens, zo spoedig mogelijk aan het bevoegde bestuursorgaan. Deze verleent een gewijzigde vergunning als het seksbedrijf aan de vereisten voldoet.
Paragraaf 3.2 Regels voor alle prostitutiebedrijven
Artikel 3.3.3 Leeftijd en verblijfstitel prostituees
Het is de exploitant verboden een prostituee voor of bij zich te laten werken die:
De exploitant meldt een voorgenomen wijziging van het bedrijfsplan onverwijld aan het bevoegde bestuursorgaan. De wijziging wordt na goedkeuring van het bevoegde bestuursorgaan als onderdeel van het bedrijfsplan aangemerkt, als deze voldoet aan de eisen die overeenkomstig het eerste en tweede lid aan een bedrijfsplan worden gesteld.
Artikel 3.3.7 Straatprostitutie
Het is verboden zich op de weg of op, aan of in een andere vanaf de weg zichtbare plaats, niet zijnde een seksinrichting waarvoor een vergunning is verleend, op te houden met het kennelijke doel zich beschikbaar te stellen voor prostitutie of op of aan de weg ontuchtige handelingen te verrichten als dit kennelijk geschiedt in het kader van prostitutie.
Artikel 3.3.9 Tentoonstellen, aanbieden en aanbrengen van erotisch – pornografische goederen, afbeeldingen en dergelijke
Het in het eerste lid van dit artikel gestelde verbod is niet van toepassing op het tentoonstellen, aanbieden of aanbrengen van goederen, opschriften, aankondigingen, gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen, die dienen tot het openbaren van gedachten en gevoelens als bedoeld in artikel 7, eerste lid van de Grondwet.
HOOFDSTUK 4. BESCHERMING VAN HET MILIEU EN HET NATUURSCHOON EN ZORG VOOR HET UITERLIJK AANZIEN VAN DE GEMEENTE
AFDELING 1 GELUID- EN LICHTHINDER
4.1.3 Kennisgeving incidentele festiviteiten
Het is een inrichting toegestaan maximaal 6 incidentele festiviteiten per kalenderjaar te houden waarbij de geluidsnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Besluit niet van toepassing zijn, mits de houder van de inrichting ten minste vijf werkdagen voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld.
Artikel 4.1.5. Overige geluidhinder
Voor evenementen die op grond van artikel 2.2.2 vergunningsplichtig of meldingsplichtig zijn, gelden de volgende voorschriften:
De toegestane begintijd geluidproductie op zondagen, 2e Paasdag, 2e Pinksterdag, 1e en 2e Kerstdag, Goede vrijdag en Nieuwjaarsdag is niet eerder dan 13.00 uur tenzij een ontheffing op grond van de Zondagswet is verleend. Voor de overige dagen is de toegestane de begintijd niet eerder dan 09.00 uur;
AFDELING 2 BODEM-, WEG- EN MILIEUVERONTREINIGING
Artikel 4.2.2. Natuurlijke behoefte doen
Het is verboden binnen de bebouwde kom op of aan de weg zijn natuurlijke behoefte te doen buiten een daarvoor bestemde inrichting of plaats.
Artikel 4.2.3. Toestand van sloten en andere wateren en niet-openbare riolen en putten buiten gebouwen
Sloten en andere wateren en niet-openbare riolen en putten buiten gebouwen mogen zich niet bevinden in een toestand die gevaar voor de veiligheid, nadeel voor de gezondheid of hinder voor de gebruikers van de gebouwen of voor anderen oplevert.
AFDELING 3 HET BEWAREN VAN HOUTOPSTANDEN
Artikel 4.3.3. Aanvraag Vergunning
De vergunning moet schriftelijk gemotiveerd en onder bijvoeging van een situatieschets worden aangevraagd. Het college kan eisen dat bij de aanvraag voor een kapvergunning een onderzoeksrapport naar de algehele onderhoudstoestand van de te kappen boom wordt overgelegd. Het onderzoeksrapport moet opgesteld zijn door een beëdigd boomtaxateur.
De houder van de vergunning moet zorg dragen, dat deze vergunning ten tijde van het uitvoeren van de kapwerkzaamheden aanwezig is op het betreffende terrein waarop de houtopstand zich bevindt. De vergunning moet op eerste vordering van een ambtenaar, belast met de zorg voor de naleving van een of meer bepalingen van deze verordening, ter inzage worden gegeven aan deze ambtenaar.
Artikel 4.3.5. Bijzondere vergunningsvoorschriften
Tot de aan de vergunning te verbinden voorschriften kan behoren het voorschrift dat binnen een bepaalde termijn en in overeenstemming met de door het college te geven aanwijzingen moet worden herplant. Indien het gemeentelijk beleid of een gemeentelijk bestemmings-, bomen-, groen-, of landschapsplan de te vellen houtopstand direct of indirect als waardevol omschrijft, wordt zo vaak mogelijk een herplantplicht opgelegd.
Artikel 4.3.6. Herplant-/instandhoudingsplicht
Indien houtopstand, waarop het verbod tot vellen als bedoeld in deze afdeling van toepassing is, zonder vergunning van het college is geveld, dan wel op andere wijze teniet is gegaan, kan het college aan de zakelijke gerechtigde van de grond waarop zich de houtopstand bevond, dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen te herplanten overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn.
Indien houtopstand, waarop het verbod tot vellen als bedoeld in deze afdeling van toepassing is, in het voortbestaan ernstig wordt bedreigd, kan het college aan de zakelijke gerechtigde van de grond waarop zich de houtopstand bevindt dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen om overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn voorzieningen te treffen, waardoor de bedreiging wordt weggenomen.
Artikel 4.3.8. Bestrijding van iepziekte
Indien zich op een terrein één of meer iepen bevinden die naar het oordeel van het college gevaar opleveren van verspreiding van de iepziekte of voor vermeerdering van de iepenspintkever, is de rechthebbende, indien hij daartoe door het college is aangeschreven, verplicht binnen de bij aanschrijving vast te stellen termijn:
Artikel 4.3.13. Afstand van de erfgrenslijn
De afstand als bedoeld in artikel 5:42, lid 2 van het Burgerlijk Wetboek wordt vastgesteld op 0,5 meter voor bomen en op nihil voor heggen en heesters indien het bomen, heggen en heesters betreft op of aan de openbare weg of een openbaar water, grenzende aan een ander erf.
AfDELING 4 MAATREGELEN TEGEN ONTSIERING EN STANKOVERLAST
Artikel 4.4.2. Vergunningsplicht handelsreclame
Het verbod geldt niet voor onverlichte:
opschriften en aankondigingen die betrekking hebben op:
het beroep, de dienst of het bedrijf dat in of op de onroerende zaak wordt uitgeoefend of waarvoor de zaak is bestemd zomede op naamborden mits deze opschriften en aankondigingen gezamenlijk geen grotere afmetingen hebben dan 50 x 50 x 2 cm op een maximum hoogte van 2 m en mits deze opschriften en aankondigingen zijn aangebracht op of aan een gebouw;
opschriften die betrekking hebben op de naam of aard van in uitvoering zijnde bouwwerken of op de namen van degenen die bij het ontwerp of de uitvoering van het bouwwerk betrokken zijn, mits deze opschriften zijn aangebracht op borden bij of op de in uitvoering zijnde bouwwerken zelf, zulks voor zover zij feitelijke betekenis hebben;
HOOFDSTUK 5. ANDERE ONDERWERPEN BETREFFENDE DE HUISHOUDING DER GEMEENTE
Artikel 5.1.3. Defecte voertuigen
Het is verboden een voertuig waarmede als gevolg van andere dan eenvoudig te verhelpen gebreken niet kan of mag worden gereden, langer dan op drie achtereenvolgende dagen op de weg te parkeren.
Artikel 5.1.7. Parkeren van grote voertuigen
Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van de lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter te parkeren op een door het college aangewezen plaats, waar dit naar het oordeel van het college schadelijk is voor het uiterlijk aanzien van de gemeente. [zie uitvoeringsbesluit 14.4.2012 parkeerverbod vrachtauto’s kern Geulle].
Artikel 5.1.8. Parkeren van uitzicht belemmerende voertuigen
Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter, op de weg te parkeren bij een voor bewoning of ander dagelijks gebruik bestemd gebouw op zodanige wijze dat daardoor het uitzicht van bewoners of gebruikers vanuit dat gebouw op hinderlijke wijze wordt belemmerd of hen anderszins hinder of overlast wordt aangedaan.
Artikel 5.1.11. Overlast van fiets of bromfiets
Het college kan op de weg gelegen plaatsen aanwijzen waar het in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast, dan wel ter voorkoming van schade aan de openbare gezondheid, verboden is fietsen of bromfietsen onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen te laten staan.
AFDELING 2 COLLECTEREN, VENTEN, STANDPLAATSEN EN SNUFFELMARTKEN
Artikel 5.2.1. Inzameling van geld of goed
Onder een inzameling van geld of goederen wordt mede verstaan het bij het aanbieden van goederen, waartoe ook geschreven of gedrukte stukken worden gerekend, dan wel bij het aanbieden van diensten aanvaarden van geld of goederen, indien daarbij te kennen wordt gegeven of de indruk wordt gewekt dat de opbrengst geheel of ten dele voor een liefdadig of ideëel doel is bestemd.
Artikel 5.2.3. Standplaatsen: uitstallingen op de weg
Het in het eerste lid, onder b van dit artikel, gestelde verbod geldt niet ten aanzien van het uitgestald hebben van gedrukte of geschreven stukken waarin gedachten of gevoelens worden geopenbaard als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Grondwet. Alsdan geldt ook het in het tweede lid van dit artikel gestelde verbod niet.
De in het eerste en tweede lid van dit artikel gestelde verboden gelden niet op de plaats die is aangewezen voor het houden van een markt, zulks gedurende de tijden dat de markt gehouden wordt voor een evenement als bedoeld in artikel 2.2.1. van deze verordening, of voor het organiseren van een markt als bedoeld in artikel 5.2.4. van deze verordening.
Het college houdt de beslissing op een aanvraag voor een standplaatsvergunning aan, indien de aanvraag een activiteit betreft waarvoor tevens een vergunning als bedoeld in artikel 8.1. van de Wet milieubeheer is vereist en indien geen toepassing kan worden gegeven aan het vijfde lid van dit artikel, tot de dag waarop de beslissing over de Wet milieuvergunningaanvraag is genomen.
AFDELING 4 CROSSTERREINEN EN GEMOTORISEERD EN RUITERVERKEER IN NATUURGEBIEDEN
Het is verboden op enig terrein, geen weg zijnde, met een motorvoertuig als bedoeld in artikel 1, onderdeel z, en een bromfiets als bedoeld in artikel 1, onderdeel i van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 een wedstrijd dan wel, ter voorbereiding van een wedstrijd, een trainings- of proefrit te houden of te doen houden dan wel daaraan deel te nemen, dan wel een motorvoertuig of een bromfiets met het kennelijke doel daartoe aanwezig te hebben.
Artikel 5.4.2 Beperking verkeer in natuurgebieden
Het college kan voor publiek toegankelijke natuurgebieden, parken, plantsoenen of voor recreatief gebruik beschikbare terreinen aanwijzen ten aanzien waarvan zij verklaren, dat het rijden met een motorvoertuig als bedoeld in artikel 1, onder z, Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 of een bromfiets als bedoeld in artikel 1, onder i, Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 of met een fiets of een paard aldaar overlast kan veroorzaken of schade kan berokkenen aan milieuwaarden.
De gevraagde ontheffing wordt in ieder geval geweigerd, indien vaststaat of met reden is te vrezen dat de openbare orde in de omgeving van de plaats waar van de ontheffing gebruik zal worden gemaakt, zal worden verstoord dan wel anderszins in ernstige mate afbreuk zal worden gedaan aan het leefmilieu van de omgeving of het woongenot ter plaatse in ernstige mate zal worden belemmerd.
HOOFDSTUK 6. STRAF-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde en de daarbij gegeven voorschriften en beperkingen wordt, voor zover daartegen niet bij of krachtens een hogere regeling straf is bedreigd, gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak, voor zover daarentegen niet bij of krachtens een hogere regeling straf is bedreigd.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn, naast de in artikel 141, lid b Wetboek van Strafvordering aangewezen personen, belast de bij besluit van het college of de Burgemeester aangewezen personen.
Artikel 6.3. Binnentreden woningen
Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften welke strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner.
Artikel 6.3.a. Binnentreden woningen in noodsituaties
Zij die belast zijn met de zorg voor de nakoming van een voorschrift van een door de burgemeester op grond van artikel 176 van de Gemeentewet vastgesteld algemeen verbindend voorschrift, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2020-183635.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.