Rectificatie: Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Eijsden-Margraten houdende regels omtrent de heffing en invordering van toeristenbelasting (Verordening toeristenbelasting Eijsden-Margraten 2020)

[Deze bekendmaking betreft een rectificatie. De oorspronkelijke bekendmaking is op 25 november 2019 bekendgemaakt, beschikbaar via Gemeenteblad 2019, 284186.]

 

Artikel 1 - Belastbaar feit

Onder de naam “toeristenbelasting” wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene zijn opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente.

Artikel 2 - Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1 in hem ter beschikking staande ruimten dan wel op hem ter beschikking staande terreinen.

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene, ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.

  • 3.

    Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig degene die overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 verblijf houdt.

Artikel 3 - Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:

  • 1.

    door degene, die:

    • a.

      als verpleegde of verzorgde in een inrichting tot verpleging of verzorging van zieken, gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van ouden van dagen verblijf;

    • b.

      verblijf houdt in een gemeubileerde woning, indien hij ter zake van het verblijf in of het ter beschikking houden van die woning forensenbelasting is verschuldigd;

    • c.

      op de dag waarop de eerste overnachting plaatsvindt nog niet de leeftijd van 14 jaar heeft bereikt;

  • 2.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers;

  • 3.

    op vaartuigen voor welk verblijf watertoeristenbelasting is verschuldigd;

Artikel 4 - Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.

Artikel 5 – Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van de heffing

  • 1.

    Het aantal personen dat heeft overnacht, wordt met betrekking tot mobiele kampeeronderkomens en stacaravans op vaste standplaatsen gedurende de periode 1 januari tot en met 31 december bepaald op 2,5;

  • 2.

    het aantal malen dat door de in het eerste lid bedoelde personen is overnacht:

    • a.

      ingeval verblijf wordt gehouden in mobiele kampeeronderkomens en stacaravans op vaste standplaatsen gedurende de periode van 1 maart tot en met 31 oktober, wordt bepaald op 60;

    • b.

      ingeval verblijf wordt gehouden in mobiele kampeeronderkomens en stacaravans op vaste standplaatsen gedurende de periode van 1 maart tot en met 31 december, wordt bepaald op 80;

Artikel 6 - Belastingtarief

Het tarief bedraagt per persoon per overnachting € 1,35.

Artikel 7 - Belastingtijdvak

  • 1.

    Voor de belastingen genoemd in artikel 5 is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2.

    Voor de niet-forfaitaire aanslagen is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderkwartaal.

Artikel 8 - Wijze van heffing

De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 9 - Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede een maand later.

  • 2.

    De algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 10 - Kwijtschelding

Bij de invordering van de toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 - Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231 tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.

Artikel 12 - Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting Eijsden-Margraten 2018” vastgesteld bij raadsbesluit van 12 december 2017, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    De verordening treedt in werking op 1 januari 2020.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening toeristenbelasting Eijsden-Margraten 2020”.

Naar boven