Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerhugowaard houdende regels omtrent subsidiëring van wonen, welzijn en de zorg (Subsidieregeling Wonen, Welzijn en Zorg 2020)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerhugowaard;

 

overwegende dat het gewenst is

  • -

    dat inwoners van HHW zo lang mogelijk zelfstandig wonen en functioneren;

  • -

    dat de zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie van sociaal kwetsbare inwoners gestimuleerd wordt, ook als zij een beperking hebben;

  • -

    dat inwoners niet in een sociaal isolement geraken;

  • -

    dat mensen een gezonde leefstijl hebben en zich psychisch welbevinden (doordat zij voldoende mentaal vermogen hebben opgebouwd).

gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Heerhugowaard 2014

 

b e s l u i t

 

vast te stellen de volgende regeling:

 

Subsidieregeling Wonen, Welzijn en Zorg 2020

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Algemene subsidieverordening: de Algemene subsidieverordening Heerhugowaard 2014;

  • b.

    Beperkingen: de moeilijkheden die een individu heeft met het uitvoeren van activiteiten, veroorzaakt door een fysieke, verstandelijke en/of psychische handicap of chronische ziekte, waardoor de mogelijkheden om op gelijke voet (als mensen zonder beperking) deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer verminderd zijn;

  • c.

    Maatschappelijke participatie: deelname van (groepen) burgers aan de samenleving, zoals het hebben van werk, volgen van onderwijs, verrichten van vrijwilligerswerk en betrokken zijn bij leefbaarheid van de eigen woonomgeving.

  • d.

    Gezonde leefstijl: gezondheidsbevorderende leefwijze. Een gezonde leefstijl bevat 4 componenten:

    • voldoende bewegen (volgens de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB): minimaal 30 minuten matig intensief per dag (voor jongeren is dat minimaal een uur) én 1 maal per week een uur intensief bewegen;

    • gezond eten (volgens Voedingscentrum: schijf van vijf);

    • verantwoord alcoholgebruik. Dit betekent < 16 jaar geen alcohol, > 16 jaar matig met alcohol (voor mannen dagelijks niet meer dan 2 standaard glazen en voor vrouwen niet meer dan 1 standaard glas. En niet alle dagen alcoholgebruik, bron: Trimbos instituut).

    • niet roken (Stivoro).

  • e.

    Risicogroepen: mensen die sociaal kwetsbaar zijn en mogelijk in een sociaal isolement terechtkomen, of mensen die door hun leefstijl risico’s lopen op een chronische aandoening;

  • f.

    Sociaal kwetsbaar: niet in staat op eigen kracht volledig deel te nemen aan de samenleving, waarbij er sprake kan zijn van kwetsbaarheid op basis van leeftijd en gezondheid, etniciteit of financiële / economische situatie.

  • g.

    Mentaal vermogen bestaat uit vier componenten: cognitief (leervermogen), emotioneel (veerkracht), sociaal (sociale vaardigheden) en gedragsmatig (handelingsbekwaam);

  • h.

    Psychisch welbevinden: wordt bepaald door de subjectieve beleving van welzijn, autonomie, competentie, en de mate waarin men in staat is de eigen intellectuele en emotionele mogelijkheden te ontwikkelen (definitie Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO);

  • i.

    Sociaal isolement: iemand is sociaal geïsoleerd wanneer hij/zij weinig of geen betekenisvolle contacten heeft, en zich daar eenzaam en ongelukkig door voelt;

  • j.

    Zelfredzaamheid: vermogen om dagelijkse algemene levensverrichtingen zelfstandig te kunnen uitvoeren, en om sociaal te kunnen functioneren;

  • k.

    Gebruikers: leden, cliënten of inwoners die gebruik maken van het aanbod van de subsidie-aanvrager;

  • l.

    Chronische ziekte/aandoening: ziekte of aandoening met een langdurig, slepend verloop;

  • m.

    Mantelzorg is zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep meer dan acht uur per week èn langer dan drie maanden wordt gegeven aan een hulpbehoevende door één of meerdere leden van diens directe omgeving, waarbij de zorgverlening direct voortvloeit uit de sociale relatie (Nationale Raad voor de Volksgezondheid)

  • n.

    Vangnet: is een voorziening voor mensen die zich niet zelfstandig redden, niet vragen om hulp, en die om verschillende redenen tussen wal en schip dreigen te raken.

Artikel 2 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor activiteiten, gericht op de speerpunten van het gemeentelijk Wmo-beleid, zijnde:

  • gezondheidsbevorderende activiteiten ten behoeve van risicogroepen;

  • activiteiten die bijdragen aan het vergroten van de kennis en vaardigheden van sociaal kwetsbare inwoners, waardoor zij meer zelfredzaam worden;

  • activiteiten die gericht zijn op de activering van inwoners met een beperking of chronische ziekte;

  • activiteiten die een vangnet bieden voor sociaal kwetsbare inwoners.

Artikel 3 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 9 van de Algemene subsidieverordening moet de subsidie worden geweigerd indien:

  • a.

    de activiteit gericht is op lotgenotencontact of belangenbehartiging

  • b.

    gesubsidieerde activiteiten zijn in hoofdzaak bedoeld voor de inwoners van Heerhugowaard. Daarom dient ten minste 70% van de deelnemers woonachtig te zijn in Heerhugowaard. Minimaal 10 deelnemers per activiteit. Activiteiten die in verband met een gering belangstellingspercentage uitsluitend in regionaal verband worden aangeboden, vormen op dit algemene criterium een uitzondering..

  • c.

    niet is aangetoond dat de activiteiten meerwaarde opleveren bovenop het al bestaande aanbod in Heerhugowaard;

  • d.

    de activiteit bijdraagt aan de versnippering van kennis, ervaring en middelen;

  • e.

    de activiteiten zijn gericht op het promoten van een religieuze, levensbeschouwelijk of politieke overtuiging, hetgeen onder andere kan blijken uit de doelstelling, inhoud, doelgroep of toegankelijkheid;

  • f.

    de activiteit in strijd is met gemeentelijk beleid.

Artikel 4 Doelgroepen

Subsidie op grond van deze regeling wordt uitsluitend verstrekt aan rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid.

Artikel 5 Procedurebepalingen

  • 1.

    Op grond van artikel 7, lid 4 van de Algemene subsidieverordening dient een aanvraag voor subsidie bij voorkeur ingediend te worden tussen 1 juli en 1 september van het jaar voorafgaand aan het jaar of de jaren dat met de activiteiten wordt gestart.

  • 2.

    Aanvragen die worden ingediend voor aanvang van de indieningstermijn worden gedateerd op 1 juli.

Artikel 6 Reserveringen en voorzieningen

  • a.

    Reserveringen zijn alleen toegestaan indien zij onderdeel uitmaken van de subsidieaanvraag en in de beschikking tot toekenning zijn vermeld.

  • b.

    De volgende reserves worden onderscheiden:

    • -

      egalisatiereserve: voor het opvangen van schommelingen in de exploitatie

    • -

      bestemmingsreserve: voor noodzakelijke periodieke investeringen in roerende zaken, op basis van een meerjarenplan.

    • -

      voorzieningen: voor redelijkerwijs te verwachten betalingsverplichtingen.

  • c.

    De egalisatiereserve is maximaal 10% van de gemiddelde totale inkomsten van de instelling over de afgelopen 4 jaar.

  • d.

    De hoogte van bestemmingsreserves en voorzieningen is afhankelijk van de aard van de organisatie en haar activiteiten.

  • e.

    Het is instellingen toegestaan het positieve verschil tussen het bedrag van de subsidieverlening en de (lagere) subsidievaststelling toe te voegen aan de egalisatiereserve.

Artikel 7. Verdeling van het subsidieplafond

Indien het subsidiebedrag, voor de in beginsel voor honorering in aanmerking komende aanvragen, het subsidieplafond overtreft, gelden achtereenvolgens de onderstaande verdeelregels:

  • 1.

    Instellingen die in de periode genoemd in artikel 5 lid 2 hun aanvraag hebben ingediend (groep A) gaan voor instellingen die na die periode hun aanvraag hebben ingediend (groep B);

  • 2.

    Indien het subsidiebedrag voor de in beginsel voor honorering in aanmerking komende aanvragen van groep A het subsidieplafond overtreft, wordt het subsidiebudget naar rato van de in beginsel te verlenen subsidie verdeeld over de subsidieaanvragen van groep A. In dat geval ontvangt groep B geen subsidie;

  • 3.

    Indien het resterende subsidiebedrag voor de in beginsel voor honorering in aanmerking komende aanvragen van groep B ontoereikend is om alle aanvragen uit groep B te honoreren, wordt het subsidiebudget in volgorde van ontvangst van de subsidieaanvragen verdeeld.

  • 4.

    Indien bij toepassing van lid 3 blijkt dat het resterende budget dient te worden verdeeld tussen twee of meer instellingen van wie de aanvraag die op dezelfde datum zijn ontvangen, waarbij het budget ontoereikend is om deze aanvragen volledig te honoreren, dan wordt het budget naar rato van de in beginsel te verlenen subsidie verdeeld over de betreffende subsidieaanvragen.

  • 5.

    Wanneer de aanvrager krachtens art 4:5 van de Algemene Wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de onvolledige aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aanvulling is ontvangen.

Artikel 8. Verplichtingen

  • 1.

    Bij het organiseren van (gesubsidieerde) activiteiten dient aangestuurd te worden op:

    • eigen verantwoordelijkheid van cliënt;

    • preventieve maatregelen/zorg;

    • welzijn/zorgarrangementen;

    • samenwerking met andere organisaties;

    • betrekken van de doelgroep waar de activiteit zich op richt.

  • 2.

    Het College van Burgemeester en Wethouders kan bij de verlening van subsidie aanvullende verplichtingen opleggen die naar verwachting de kwaliteit verbeteren of bijdragen aan een betere verantwoording van de resultaten.

Artikel 9 Eindverantwoording subsidies tot en met € 5.000

Bij subsidies tot en met € 5.000 kunnen burgemeester en wethouders op grond van artikel 13 lid 3 van de Algemene subsidieverordening bepalen dat de subsidieontvanger uiterlijk binnen 13 weken nadat de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht, een aanvraag tot vaststelling indient.

Artikel 10 Eindverantwoording subsidies tussen € 5.000 en € 50.000

Bij subsidies van meer dan € 5.000 doch minder dan € 50.000 kunnen burgemeester en wethouders op grond van artikel 14 lid 2 en 3 van de Algemene subsidieverordening bepalen dat de aanvraag tot vaststelling ook een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening) bevat.

Artikel 11 Hardheidsclausule

Het college kan, in bijzondere gevallen, een artikel of artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger leidt tot onbillijkheid van overwegende aard. Het van toepassing verklaren van dit artikel wordt gemotiveerd in het besluit en hiervan wordt periodiek verslag gedaan aan de raad

Artikel 12 Slotbepalingen

  • 1.

    De Deelsubsidieverordening Wonen, Welzijn, Zorg wordt ingetrokken

  • 2.

    Deze regeling treedt in werking op 1 juli 2020 en is van kracht tot 1 januari 2022

  • 3.

    De regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Wonen, Welzijn en Zorg 2020

Naar boven