Besluit hogere waarde(n) Wet geluidhinder, project “Prinsenstraat fase 2”

 

In het kader van het bestemmingsplan “Prinsenstraat fase 2” hebben burgemeester en wethouders van Zundert conform de Wet geluidhinder een Besluit Hogere Waarde Wet geluidhinder (Wgh) ongewijzigd vastgesteld. Met dit besluit zijn hogere waarden vastgesteld voor enkele woningen die aan de Prinsenstraat en direct daarachter zijn gelegen. Ook voor enkele woningen aan de noodwestelijke rand van het plangebied, evenwijdig aan de randweg en gelegen aan de landschappelijke zone, zijn hogere waarden vastgesteld. Het gaat in totaal om 15 woningen, waarbij de geluidsbelasting 49-57 dB bedraagt. De voorkeursgrenswaarde wordt zodoende met maximaal 9 dB overschreden. De maximaal te verlenen hogere waarde (63 dB) wordt niet overschreden. Aan het besluit is de voorwaarde verbonden dat bij de woningen waarvoor een hogere grenswaarde is vastgesteld één geluidluwe buitengevel aanwezig dient te zijn waarop de voorkeursgrenswaarde niet wordt overschreden.

Geen zienswijzen

Tegen het ontwerpbesluit zijn geen zienswijzen ingediend. Het besluit is daarom ongewijzigd vastgesteld.

 

Terinzagelegging

Het besluit hogere waarde Wet geluidhinder met de bijbehorende stukken ligt vanaf 9 juli 2020 tot en met 20 augustus 2020 tijdens openingstijden ter inzage in het Raadhuis aan de Markt 1 te Zundert.

 

Beroep

Gedurende bovengenoemde termijn van 6 weken, dus tot en met 20 augustus 2020, kunnen belanghebbenden tegen het besluit beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag.

Een belanghebbende aan wie redelijkerwijs kan worden verweten dat hij/zij geen zienswijze naar voren heeft gebracht tegen het ontwerpbesluit kan, op basis van artikel 6.13 van de Algemene wet bestuursrecht, geen beroep instellen.

Het besluit Hogere Waarden Wgh treedt in werking daags na afloop van de beroepstermijn. Het instellen van beroep heeft geen schorsende werking. Om te voorkomen dat het besluit in werking treedt, kan gedurende de beroepstermijn door voornoemde doelgroep bij de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State ook een verzoek om voorlopige voorziening worden ingediend. Het besluit treedt niet in werking voordat op dat verzoek is beslist.

Naar boven