Gemeenteblad van Haarlemmermeer
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Haarlemmermeer | Gemeenteblad 2020, 170768 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Haarlemmermeer | Gemeenteblad 2020, 170768 | Verordeningen |
Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Haarlemmermeer houdende regels omtrent grondzaken (Verordening Grondzaken gemeente Haarlemmermeer 2020)
De raad van de gemeente Haarlemmermeer;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer 14 april 2020, kenmerk 2020.0000918;
gelet op artikel 212 van de Gemeentewet;
gelet op artikel 20 van de Financiële verordening Haarlemmermeer 2016;
overwegende dat de wijze waarop afspraken, spelregels en instrumenten vastgelegd zijn om raad en college die handvatten te geven om voor wat betreft de grondzaken in control te zijn;
Actieve grondexploitatie of grondexploitatiecomplex: een ruimtelijk plan, voorzien van een financiële vertaling die daadwerkelijk door de raad zijn vastgesteld. De raad stelt tevens een uitvoeringskrediet vast voor de te maken kosten voor de gehele looptijd van de grondexploitatie.
Actualisatie: een grondexploitatie die binnen de kaders blijft van de eerder vastgestelde grondexploitatie waardoor er geen herziening nodig is. Actualisatie van een grondexploitatie vindt halfjaarslijk plaats bij het (t)MPG en betreft een update van de boekwaarde, ramingen, resultaat en de kansen en risico’s.
Algemeen belangbesluit: het besluit, overeenkomstig artikel 25h Mededingingswet, om vast te stellen dat een activiteit in het algemeen belang plaatsvindt, wat impliceert dat de gedragsregels van de Wet markt en overheid niet van toepassing zijn.
Anterieure overeenkomst: een overeenkomst via het privaatrechtelijke spoor die wordt gesloten tussen de gemeente en (in beginsel) de grondeigenaar/grondeigenaren voordat een bestemmingsplan wordt vastgesteld zodat het kostenverhaal anderszins verzekerd is. De overeenkomst is vorm vrij. De term is afkomstig uit de Wet ruimtelijke ordening (afdeling 6.4).
Bestuurlijke voortgangsrapportage (BVR): rapportage over de sturing van de segmenten kantoren & bedrijven en wonen. Actuele inzichten in het betreffende segment worden gepresenteerd en eventuele beleidsmatige dan wel projectmatige keuzes worden aan de raad voorgelegd.
Bouwgrond in exploitatie (BIE): die gronden in eigendom van de gemeente, waarvoor door de gemeenteraad een grondexploitatiecomplex met een grondexploitatiebegroting is vastgesteld.
Conjuncturele risico’s: risico’s voor de gehele portefeuille en gaan in zijn algemeenheid over de verwachtingen ten aanzien van markt- en conjunctuurinvloeden, waardoor prijzen en afzetmogelijkheden over de gehele linie kunnen veranderen ten opzichte van de planning.
Grondexploitatie: het proces van productie en daarmee ook prijsvorming van bouw- en woonrijpe grond. In de grondexploitatiebegroting staan de kosten en opbrengsten die samenhangen met de productie van bouwrijpe grond.
Grondexploitatiebegroting: de financiële vertaling van een grondexploitatie(complex), waarbij de kosten en opbrengsten gefaseerd zijn in tijd.
Grondprijzennota: de interne beleidsnota waarin uitgifteprijzen of de uitgangspunten voor de uitgifteprijzen van gronden zijn vastgelegd.
In het kader van grondexploitaties behoren hiertoe aanvullend:
Herziening: een grondexploitatie met nieuwe kaders die ten opzichte van de eerder vastgestelde grondexploitatie opnieuw bestuurlijk moet worden vastgelegd.
Initiatievenbudget: een jaarlijks beschikbaar budget waaruit het college krediet beschikbaar kan stellen ter dekking van de kosten om de eerste haalbaarheid van een initiatief te bepalen.
Intentieovereenkomst: een overeenkomst die wordt gesloten tussen de gemeente en (in beginsel) een grondeigenaar/grondeigenaren waarin de intentie wordt uitgesproken om gezamenlijk de haalbaarheid van een plan te onderzoeken.
Meerjarenperspectief grondzaken (MPG): Nota waarin het college inzicht verschaft in de stand van zaken van de actieve grondexploitaties, de kansen en risico’s in deze grondexploitaties, voorbereidende grondexploitaties, projecten met ontwikkelaar en strategische gronden, en als gevolg daarvan het resultaat van de Reserve Grondzaken met de stand van de gegevens per 1 januari. Daarnaast wordt inzicht gegeven in de stand van de reserve Ruimtelijke Investeringen Haarlemmermeer (RIH).
Netto contante waarde (NCW): het resultaat van alle kasstromen die op verschillende tijdstippen plaatsvinden, teruggerekend naar hetzelfde tijdstip van 1 januari. Dit maakt het mogelijk om te beoordelen of de opbrengsten op termijn voldoende zullen zijn om de daarvoor benodigde uitgaven af te dekken en waardoor de verschillende projecten op basis van het mogelijke resultaat vergelijkbaar zijn.
Omgevingswet: een wet in voorbereiding met het doel de regels voor ruimtelijke ontwikkeling te vereenvoudigen en samen te voegen. Naar verwachting treedt de Omgevingswet in 2021 in werking.
Omvangrijkere projecten: ruimtelijke projecten groter dan circa 30 woningen die afhankelijk van de complexiteit al dan niet binnen de gemeente Haarlemmermeer als omvangrijk worden beoordeeld.
Onroerende zaken: De onroerende zaken, die zijn aangekocht ten behoeve van of met het oog op ruimtelijke ontwikkelingen. Niet onder voornoemd begrip vallen de onroerende zaken ten behoeve van de gemeentelijke taken.
Planning & Control-cyclus (P&C-cyclus): het jaarlijks weerkerend patroon van opstellen en vaststellen van programmabegroting, voorjaarsrapportage, najaarsrapportage en jaarstukken.
Programma: datgene dat het plan beoogt te realiseren; bouwrijpe grond ten behoeve van een volume woningbouw, kantoren, bedrijventerreinen, commerciële voorzieningen of andere bestemmingen. Het programma wordt vastgesteld met de vaststelling van het referentiekader.
Projectdefinitie: een (globale) beschrijving van wat naar verwachting ruimtelijk gerealiseerd gaat worden door de verdere uitwerking van een initiatief. De projectdefinitie is onderdeel van het voorstel aan de raad tot het verstrekken van een voorbereidingskrediet.
Projecten met ontwikkelaar: projecten, waarbij de grondpositie geheel of grotendeels in handen is van een ontwikkelaar. De gemeente maakt kosten ter realisatie van de projectontwikkeling en brengt deze bij de ontwikkelaar in rekening middels een intentie of anterieure overeenkomst.
Projectspecifieke risico’s: specifieke risico’s voor individuele gemeentelijke projecten (grondexploitaties), zoals beroepsprocedures, onverwachte bodemvervuiling, tegenvallende aanbestedingsresultaten etc. Het gaat hierbij uitdrukkelijk niet om risico’s ten aanzien van (macro) ontwikkelingen voor de totale gemeente.
Uitvoeringskrediet: een door de raad vastgesteld krediet bij een grondexploitatie of project met ontwikkelaar bestaande uit een verwervingskrediet, VTA-krediet en investeringskrediet.
Referentiekader: een beschrijving van de hoofdlijnen van de ruimtelijke inrichting van het plan, met uitwerkingen/schetsen van de hoofdstructuur voor wegen-, water- en groenvoorzieningen en de stedenbouwkundige opzet en programma. De grondexploitatie geeft de financiële consequenties aan van het referentiekader.
Reserve Grondzaken: is de reserve waarin de resultaten worden verevend van de actieve grondexploitaties, voorbereidende grondexploitaties, de projecten met ontwikkelaar en de strategische gronden. Deze reserve maakt onderdeel uit van de algemene dekkingsreserve van de gemeente.
Reserve Ruimtelijke Investeringen Haarlemmermeer (reserve RIH): reserve waarin de bijdragen ruimtelijke ontwikkelingen als bedoeld in de Wro worden gestort om te worden ingezet voor de in de vastgestelde structuurvisie aangegeven doelen. Over de stand van de reserve RIH wordt gerapporteerd in het MPG.
Restplan: een restplan wordt aangemaakt als een grondexploitatie wordt afgesloten, waarbij de resterende begrotingen uit de grondexploitatie worden overgeheveld naar het restplan. Dit gebeurt ingeval het afsluiten van een omvangrijke grondexploitatie onevenredig lang zou gaan duren vanwege een langlopende resterende activiteit, die van beperkte waarde is voor de grondexploitatie als geheel. De resterende werkzaamheden worden afgerond in het restplan.
Strategische gronden: gronden, die de gemeente verwerft om hiermee een betere sturing op (toekomstige) gebiedsontwikkeling te hebben.
Strategisch grondbeleid: in het beleid worden de instrumenten van grondbeleid beschreven en beleidskaders aangegeven.
Structuurvisie: document waarin het bevoegde bestuursorgaan voor haar grondgebied de hoofdlijnen van de voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling aangeeft. De structuurvisie Haarlemmermeer 2030 is vastgesteld op 18 oktober 2012.
Tussentijds meerjarenperspectief grondzaken (tMPG): Nota waarin het college inzicht verschaft in de stand van zaken van de actieve grondexploitaties, de kansen en risico’s in deze grondexploitaties, voorbereidende grondexploitaties en projecten met ontwikkelaar met de stand van de gegevens per 1 juli. Het tMPG geeft, in tegenstelling tot het MPG, geen inzicht in de Reserve Grondzaken, de stand van de strategische gronden en de reserve RIH.
Verordening Grondzaken: onderhavige verordening waarin wordt ingegaan op de verantwoordingsrapportages grondexploitaties, de beleidsnota’s grondzaken, de richtlijnen inzake de grondexploitaties en de werkwijze inzake de verevening tussen de reserve grondzaken en de algemene dekkingsreserve.
Voorbereidende grondexploitatie: het proces van de definitiefase met als einddoel een voorstel tot openen van een grondexploitatie door de raad. Tijdens een voorbereidende grondexploitatie worden voornamelijk kosten gemaakt voor voorbereiding, toezicht en administratie (VTA).
Voorbereidingskrediet: een door de raad verstrekt krediet voor de te maken kosten voor voorbereiding, toezicht en administratie (VTA).
Voorziening negatieve resultaten plannen: voorziening ter dekking van actief verklaarde grondexploitaties met een negatief plansaldo.
Voorziening overige ruimtelijke projecten: voorziening opgesplitst in twee voorzieningen:
VTA: zijn de apparaatskosten om het plan te kunnen maken en uitvoeren, de kosten voor voorbereiding, toezicht en administratie.
Wet ruimtelijke ordening (Wro): zoals in werking getreden op 1 juli 2008.
Hoofdstuk 4 Regels inzake voorbereidingskosten
Artikel 8 Voorbereidende grondexploitaties bij gemeentelijke projecten
De gemaakte kosten in een voorbereidende grondexploitatie worden verrekend en zijn boekwaarde bij de start van de grondexploitatie. Als een voorbereidende grondexploitatie niet wordt omgezet in een actieve grondexploitatie, worden de reeds gemaakte kosten verrekend met de voorziening overige ruimtelijke projecten (voorbereidende grondexploitaties). Het resterende saldo komt vervolgens ten laste van de Reserve Grondzaken.
Voor het verstrekte voorbereidingskrediet wordt een risico-inschatting gemaakt of een deel van de gemaakte kosten uiteindelijk niet kan worden ingeboekt in een grondexploitatie. De risico-inschatting bepaalt de opbouw van de voorziening overige ruimtelijke projecten (voorbereidende grondexploitaties).
Artikel 9 Voorbereidende projecten met ontwikkelaars
Uitgangspunt voor een voorbereidingskrediet voor projecten met ontwikkelaars is volledig kostenverhaal. Vanuit dit uitgangspunt wordt een voorbereidingskrediet verstrekt voor de te maken kosten die toerekenbaar zijn aan het specifieke project. Het streven is de gemaakte en de nog te maken kosten te verhalen via een intentieovereenkomst of een anterieure overeenkomst.
De gemaakte kosten in voorbereidende projecten met ontwikkelaars worden verrekend en zijn boekwaarde bij het te openen project met ontwikkelaars. Op het moment dat er geen anterieure overeenkomst tot stand komt en er geen project met ontwikkelaars wordt geopend, worden de reeds gemaakte kosten verrekend met de voorziening overige ruimtelijke projecten (projecten met ontwikkelaar). Het resterende saldo komt vervolgens ten laste van de Reserve Grondzaken.
Hoofdstuk 5 Regels inzake grondexploitaties
Artikel 10 Openen van een grondexploitatie
Het inboeken van gemeentelijke gronden in de grondexploitaties gebeurt tegen boekwaarde. Bij gronden uit de strategische grondvoorraad kan het voorkomen dat voor de betreffende gronden een voorziening getroffen is. Er ontstaat dan een keuze om deze voorziening (deels) te laten vrijvallen. Indien bij het inboeken van de gronden er gemotiveerd voor gekozen wordt om een getroffen voorziening (deels) te laten vrijvallen, dan gebeurt dit ten gunste van de Reserve Grondzaken.
Artikel 12 Herzien van een grondexploitatie
Artikel 13 Afsluiten van een grondexploitatie
Voor zover in een lopende grondexploitatie of een deelplan daarvan alle werkzaamheden afgerond zijn, wordt, uiterlijk 12 maanden na overdracht van de laatste openbare ruimte binnen een deelplan aan de staande organisatie, een voorstel tot afsluiten van de grondexploitatie door het college aan de raad ter besluitvorming voorgelegd.
Een voorstel tot afsluiten van een grondexploitatie omvat een berekening van het definitieve resultaat op netto contante waarde. Bij winstgevende grondexploitaties vindt de resterende winstname plaats ten bate van de Reserve Grondzaken en bij verliesgevende grondexploitaties wordt het negatief eindresultaat verrekend met de voorziening negatieve resultaten plannen en vervolgens komt het resterende saldo ten laste van de Reserve Grondzaken.
Hoofdstuk 6 Regels inzake projecten met ontwikkelaars
Artikel 14 Openen van projecten met ontwikkelaars
Het openen van projecten met ontwikkelaars vindt plaats om inzichtelijk te krijgen welke kosten de gemeente maakt op basis van gesloten overeenkomsten met een ontwikkelaar in relatie tot de vastgelegde vergoedingsafspraak. Alleen de omvangrijkere of complexere projecten met ontwikkelaars worden geopend.
Artikel 16 Afsluiten van projecten met ontwikkelaars
Op het moment dat bij een anterieure overeenkomst alle gemeentelijke werkzaamheden afgerond zijn, informeert het college via het MPG de raad over de boekwaarde van het definitieve resultaat en een voorstel tot verrekening met de voorziening overige ruimtelijke projecten (projecten met ontwikkelaar). Het resterende saldo komt vervolgens ten laste van de Reserve Grondzaken.
Hoofdstuk 7 Reserve grondzaken
Besluiten over kosten ten laste van de Reserve Grondzaken vinden plaats op basis van een (eerder genomen) raadsbesluit. Het college informeert jaarlijks via het MPG over de financiële gevolgen van de genomen besluiten. De volgende structurele kosten komen jaarlijks ten laste van de Reserve Grondzaken:
Hoofdstuk 8 Verliesvoorzieningen
Artikel 19 Verliesvoorziening overige ruimtelijke projecten
De verliesvoorziening overige ruimtelijke projecten is opgesplitst in twee delen. Het deel voor voorbereidende grondexploitatie wordt gebruikt voor situaties zoals omschreven in lid 1 b van dit artikel. Het deel voor projecten met ontwikkelaars wordt gebruikt voor situaties zoals omschreven in lid 1 a & c van dit artikel.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van ………… 2020
De griffier,
J. van der Rhee, B.Ha
De voorzitter,
M.H.F. Schuurmans-Wijdeven
De Verordening Grondzaken gemeente Haarlemmermeer 2020 vervangt de verordening Grondzaken die in 2014 in werking is getreden. Naast de Verordening Grondzaken zijn er de afgelopen jaren verschillende beleidsnota’s tot stand gekomen of geactualiseerd: beleidskader strategisch grondbeleid, nota Reserve Grondzaken, actualisatie Ruimtelijke Investeringen Haarlemmermeer (RIH) en de Grondprijzennota. Daarnaast is het rapportage instrument van het (tussentijds) meerjarenperspectief grondzaken, het (t)MPG, verder ontwikkeld.
Het gehele proces van opstellen en actualisatie leidt tot aanpassing van begrippen en kaders. Bij de actualisatie van voorliggende verordening zijn drie categorieën wijzigingen doorgevoerd:
De actualisatietermijn van de verordening is vier jaar. Binnen deze termijn gaat naar verwachting de Omgevingswet (vanaf 2021) in werking treden. Over de gevolgen van de Omgevingswet op de inhoud van deze verordening zijn nog geen uitspraken te doen, zodra dat wel mogelijk is en relevant blijkt te zijn voor de verordening wordt hierop wordt teruggekomen door middel van een tussentijdse aanpassing.
De verordening Grondzaken heeft tot doel om de afspraken tussen het college en de raad inzake grondzaken vast te leggen. Die afspraken hebben betrekking op voorbereidingskosten, grondexploitaties, projecten met ontwikkelaars, het omgaan met risico’s en voorzieningen en de Reserve Grondzaken. De verordening legt de wijze vast waarop het college daar verantwoording over aflegt aan de raad en de wijze waarop de raad kan sturen inzake grondzaken. Sturing en in “control” zijn, dat zijn de sleutelbegrippen.
De Verordening Grondzaken is beknopt van opzet. Het eerste uitgangspunt is dat zoveel mogelijk zaken betreffende grondzaken die zijn geregeld in bestaande wetgeving, bestaande verordeningen en raadsbesluiten geen deel uit maken van de verordening Grondzaken. Er ontstaan anders onnodige en ongewenste dubbelingen, die lastig beheersbaar zijn bij aanpassing van wet- en regelgeving. Toch is er, indien het een meerwaarde heeft, er bij diverse artikelen voor gekozen om bepaalde zaken die ook ergens anders zijn vastgelegd, op te nemen in de verordening Grondzaken.
Het tweede uitgangspunt is dat de Verordening Grondzaken verwijst naar rapportages en besluiten. Een verordening moet stabiel zijn en jaren meekunnen. Voor zover te veel actuele zaken in de verordening Grondzaken zelf worden geregeld, zoals bijvoorbeeld de bedrijfsvoering van heden, bestaat het risico dat de verordening zeer regelmatig moet worden aangepast. Dat is onwenselijk.
Enkele onderwerpen zijn niet in de verordening Grondzaken opgenomen. Daar is voor gekozen omdat zij om bovenstaande redenen in andere documenten zijn vastgelegd. Dit zijn mandatering, onderhandelings-protocol en geheimhouding.
De mandatering is in het Mandaatbesluit, machtigings- en volmachtbesluit dd. 4 februari 2020, gemeentebreed geregeld. De verhouding qua informatieverstrekking en verantwoording van college naar raad zijn vastgesteld in deze verordening Grondzaken.
De bandbreedtes voor onderhandeling over gronduitgifteprijzen liggen vast in de Grondprijzennota die jaarlijks in de raad wordt vastgesteld. In de verordening Grondzaken wordt bepaald dat het college jaarlijks, uiterlijk in de maand december een Grondprijzennota ter besluitvorming aan de raad moet voorleggen om de grondprijzen en onderhandelingsmarges voor het jaar daaropvolgend vast te stellen. Wat betreft de ambtelijke inzet in onderhandelingen ligt de werkwijze vast in het onderhandelingsprotocol, dat de directie op 19 oktober 2017 heeft vastgesteld.
Met het raadsvoorstel 2013.66065v2, kader actief opheffen van geheimhouding op raadsstukken, is beleid vastgesteld voor de duur van de geheimhouding voor die stukken waarvoor geheimhouding van toepassing is.
Dit artikel legt de gehanteerde definities vast.
Dit artikel gaat in op de rapportages inzake grondzaken. In deze rapportages legt het college verantwoording af aan de raad en kunnen keuzes aan de raad worden voorgelegd. De raad krijgt via deze rapportages nadrukkelijk sturingsmogelijkheden.
Meerjarenperspectief Grondexploitaties (MPG), tussentijds Meerjarenperspectief Grondexploitaties (tMPG)
Het college rapporteert halfjaarlijks via het MPG en het tMPG aan de raad over de grondexploitaties. Bij het (t)MPG zullen voor zover noodzakelijk herzieningen van grondexploitaties, aanvullende kredietaanvragen of afsluitingen ter besluitvorming aan de raad worden aangeboden. De overwegingen om te bepalen of een herziening noodzakelijk is, zijn opgenomen in artikel 12 van de verordening Grondzaken.
Het (t)MPG geeft een totaalbeeld van het geconsolideerde resultaat van de grondexploitaties en een inzicht in de kansen en risico’s. Het MPG rapporteert daarnaast ook over de Reserve Grondzaken, de strategische gronden en de reserve Ruimtelijke Investeringen Haarlemmermeer. Het (t)MPG wordt ter kennisname aan de raad aangeboden. Het (t)MPG sluit aan op de planning en control-cyclus binnen de Gemeente Haarlemmermeer. Het MPG levert input voor de jaarrekening, het tMPG voor de najaarsrapportage.
Bestuurlijke Voortgangsrapportage (BVR)
Het college rapporteert jaarlijks in dezelfde periode van het MPG over de actuele stand en sturing van het segment wonen in de BVR Wonen en in dezelfde periode van het tMPG over de actuele stand en sturing van het segment kantoren en bedrijven in de BVR Kantoren & Bedrijven.
De BVR wordt ter kennisname aan de raad aangeboden. Het is voor de raad een sturingsinstrument. Op basis van de gegevens in deze rapportages kan de raad inhoudelijke keuzes maken ten aanzien van de koers van individuele projecten en kaders op segmentniveau aan het college meegeven.
Over de onroerende zaken, zijnde gronden in de strategische grondvoorraad, wordt jaarlijks gerapporteerd in het MPG. Op het niveau van de betreffende grondexploitatie wordt halfjaarlijks gerapporteerd in het (t)MPG.
Artikelen 5 t/m 6 beleidsnota’s
Beleidskader strategisch grondbeleid
Minimaal eens per vier jaar legt het college een beleidskader strategisch grondbeleid aan de raad ter besluitvorming voor. In deze nota wordt ingegaan op het strategisch verwervingsbeleid, het beschikbaar grondbeleidsinstrumentarium en de wijze waarop zij voornemens zijn dit instrumentarium in te zetten. Daarbij gaat het om het te volgen grondbeleid op korte, middellange en lange termijn in relatie tot de (ruimtelijke) ontwikkelingsmogelijkheden.
Het college legt jaarlijks, uiterlijk in de maand december, een Grondprijzennota voor het aankomende jaar aan de raad ter besluitvorming voor. De Grondprijzennota legt de uitgifteprijzen of de uitgangspunten voor de uitgifteprijzen van gronden vast en de onderhandelingsmarges. De Grondprijzennota is om die reden geheim. Tegelijk wordt een bijbehorende grondprijzenbrief ter besluitvorming voorgelegd. De grondprijzenbrief is openbaar en geeft een samenvatting van het grondprijzenbeleid met de richtprijzen voor de verschillende bestemmingen.
Artikel 7 t/m 9 regels inzake voorbereidingskosten
Dit artikel omschrijft de spelregels voor het initiatievenbudget om de kosten van de eerste werkzaamheden te dekken. Het initiatievenbudget wordt ingezet bij de start van een gemeentelijk project of het uitwerken van een privaat initiatief, met als doel een beslissing te kunnen nemen of het project/ initiatief voldoende interessant is om verder uit te werken als voorbereidende grondexploitatie of voorbereidende anterieure overeenkomst.
Voorbereidende grondexploitatie bij gemeentelijke projecten
Dit artikel omschrijft de spelregels voor het maken van kosten voor voorbereiding, toezicht en administratie (VTA) op het moment dat er nog geen actieve grondexploitatie is geopend. Om deze kosten te kunnen maken is er een voorbereidingskrediet nodig.
Voorbereidende projecten met ontwikkelaars
Dit artikel omschrijft de spelregels voor het maken van kosten voor voorbereiding, toezicht en administratie (VTA) op het moment dat er nog geen anterieure overeenkomst is gesloten met een ontwikkelde partij. De voorbereidingskosten worden aan de voorkant geboekt op een voorbereidingskrediet. Het doel is om deze kosten terug te laten komen in een nog overeen te komen intentieovereenkomst of anterieure overeenkomst. Uitgangspunt is dat de kosten die op dit krediet worden gemaakt toerekenbaar, en daarmee verhaalbaar, zijn op het specifieke project.
Artikelen 10 t/m 13 regels inzake grondexploitaties
Deze artikelen omschrijven de spelregels voor het openen, het actualiseren, het herzien en het afsluiten van een grondexploitatie.
Met het openen van een grondexploitatie wordt onderscheid gemaakt tussen bouwgrond in exploitatie en andere grondontwikkeling gerelateerde projecten. Andere grondontwikkeling gerelateerd projecten zijn bijvoorbeeld anticiperend aangekochte gronden of herinrichtingsprojecten openbare ruimte.
Bij het openen van een negatieve grondexploitatie, bevat het raadsvoorstel aanvullend een algemeen belangbesluit. Bij het verrichten van economische activiteiten, zoals grondexploitaties, moeten wij ons houden aan de gedragsregels Markt en Overheid, die zijn opgenomen in de Mededingingswet. Wij moeten daarbij onder meer de integrale kosten van de activiteit doorberekenen. Activiteiten die plaatsvinden in het algemeen belang zijn uitgezonderd van de gedragsregels.
Een actualisatie van een grondexploitatie is van toepassing wanneer de grondexploitatie binnen de kaders blijft van de eerder vastgestelde grondexploitatie. In tegenstelling tot een herziening worden er geen nieuwe kaders vastgesteld en er kan bij een actualisatie worden volstaan met een update van de boekwaarde, ramingen, resultaat en de kansen en risico’s.
Een herziening van een grondexploitatie omvat expliciet een verschillenanalyse ten opzichte van het laatst vastgestelde referentiekader. Normaal kan bij een actualisatie worden volstaan met een verschillenanalyse ten opzichte van de voorgaande rapportage in het MPG dan wel tMPG.
Een noodzakelijke herziening is onder meer van toepassing als de kosten en/of opbrengsten en/of programma meer dan een vooraf bepaald percentage (zowel positief als negatief) afwijken van de gestelde financiële kaders van de door de raad vastgestelde grondexploitatie. Het maximale afwijkingspercentage is gebaseerd op een staffelmethode, afhankelijk van de totale kosten en opbrengsten van het project is het afwijkingspercentage 3, 5 of 10%. In die gevallen dat het percentage wordt overschreden, wordt de grondexploitatie in ieder geval opnieuw ter vaststelling aan de raad aangeboden.
De verplichting om een grondexploitatie tijdig af te sluiten betekent dat de financiële beheersing verbetert. Het tijdig afsluiten van een project betekent immers dat het resultaat van de betreffende grondexploitatie wordt verantwoord naar de Reserve Grondzaken. Daarna kunnen geen kosten en opbrengsten meer in deze grondexploitatie worden geboekt. Er is een duidelijk moment om het beheer van een afgesloten grondexploitatieproject over te dragen naar de staande organisatie.
Artikel 14 t/m 16 regels inzake projecten met ontwikkelaars
Deze artikelen omschrijven de spelregels voor het openen, aanvullende kredietaanvragen en het afsluiten van een project met een ontwikkelaar waarbij, op basis van een anterieure overeenkomst, krediet wordt verstrekt voor de gemeentelijke werkzaamheden. Het resultaat wordt bij afsluiting verantwoord via de Reserve Grondzaken.
Dit artikel omschrijft de werkwijze inzake de verevening tussen de Reserve Grondzaken en de Algemene dekkingsreserve. Het doel van de Reserve Grondzaken is het voorkomen van rechtstreekse beïnvloeding van de programmabegroting en de jaarrekening door (project)resultaten op het gebied van grondzaken.
In de situatie waarbij het bedrag in de Reserve Grondzaken hoger is dan de vastgestelde bovengrens, wordt het meerdere afgedragen aan de Algemene dekkingsreserve. Vervolgens kan de raad een storting doen vanuit de Algemene dekkingsreserves in bestemmingsreserves.
Artikel 18 t/m 19 verliesvoorzieningen
Deze artikelen omschrijven de werking van de verliesvoorzieningen en de invloed hierop vanuit grondexploitaties en de overige ruimtelijke projecten. Bij het openen van negatieve grondexploitaties wordt direct het begroot verlies afgedekt in de verliesvoorziening negatieve resultaten plannen. Positieve grondexploitaties hebben geen invloed op de hoogte van de voorziening.
De verliesvoorziening overige ruimtelijke projecten wordt gebruikt voor projecten waarbij er geen sprake is van een gemeentelijke grondexploitatie en voor de voorbereidingskosten van een negatieve grondexploitatie.
Deze artikelen omschrijven hoe er wordt omgegaan met kansen en risico’s bij grondexploitatieprojecten. Voor iedere grondexploitatie wordt er een kansen- en risicoanalyse opgesteld. De kansen- en risicoanalyse bevat alleen projectspecifieke risico’s en niet de conjuncturele risico’s. De projectspecifieke risico’s zijn risico’s voor individuele projecten (grondexploitaties), zoals beroepsprocedures, onverwachte bodemvervuiling, tegenvallende aanbestedingsresultaten etc. Het gaat hierbij uitdrukkelijk niet om risico’s ten aanzien van (macro) ontwikkelingen voor de totale grondexploitatie. Risico’s bij positieve grondexploitaties niet opgenomen in de voorziening.
De conjuncturele risico’s voor de portefeuille als geheel gaan in zijn algemeenheid over de verwachtingen ten aanzien van markt- en conjunctuurinvloeden, waardoor prijzen en afzetmogelijkheden over de gehele linie kunnen veranderen ten opzichte van de planning. Voor conjuncturele risico’s wordt een gevoeligheidsanalyse gemaakt, met daarbij bandbreedtes voor minimum en maximum invloed op de geprognosticeerde resultaten van de grondexploitatieportefeuille. De conjuncturele kansen- risicoanalyse wordt jaarlijks geactualiseerd.
Dit artikel bepaalt de maximale periode waarbinnen de Verordening Grondzaken wordt geactualiseerd.
Artikel 23 inwerkingtreding en titel
Dit artikel bepaalt wanneer de Verordening Grondzaken in werking treedt.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2020-170768.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.