Wijzigingsverordening Algemene plaatselijke verordening gemeente Zandvoort

De raad van de gemeente Zandvoort;

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet

 

BESLUIT:

 

vast te stellen de Wijzigingsverordening Algemene Plaatselijke Verordening Zandvoort 2020

Artikel I

 

De Algemene plaatselijke verordening Zandvoort 2017 wordt als volgt gewijzigd:

 

A

 

Na artikel 2:33 wordt een artikel ingevoegd, luidende

 

Artikel 2:33a verkoopverbod lachgas in openbare inrichtingen

Onverminderd het bepaalde in de Drank- en Horecawet is het verboden in een openbare inrichting lachgas te verkopen;

 

B

 

Na artikel 2:49 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

 

Artikel 2:49a verboden gebruik lachgas

Het is verboden op een openbare plaats, op openbaar water of in voor publiek openstaande gebouwen lachgas of daarop gelijkende waar met een ballon of enig ander hulpmiddel te gebruiken, toe te dienen, of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen voorhanden te hebben.

Artikel II

Deze wijzigingsverordening treedt in werking op de eerste dag na datum van bekendmaking.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 30 juni 2020

De griffier,

De voorzitter,

Toelichting op de APV-wijziging

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 2:49a (verboden gebruik lachgas)

Lachgas is de gangbare naam voor distikstofmonoxide (N2O). Het inhaleren van lachgas zorgt voor een korte en (soms) sterke roes. Vaak gaat de gebruiker de omgeving anders zien en klinken geluiden anders. Iemand kan lacherig worden, vandaar de naam ‘lach’ gas. Lachgas is een kleurloos gas met een lichtzoete smaak. Lachgas is in winkels en webshops te koop. Het wordt verkocht in kleine metalen patronen (als drijfgas om slagroom mee te spuiten). Voor medische doeleinden en in de autosport is het te koop in grotere metalen cilinders. Op feesten, festivals of feestdagen zoals Koningsdag wordt het per ballon verkocht. Het gas wordt vanuit patronen of cilinder in een ballon gespoten. Het is een feit van algemene bekendheid dat als in en uit een ballon wordt geademd lachgas wordt ingenomen. Om te voorkomen dat lachgas wordt ingenomen via andere hulpmiddelen, vallen deze ook onder de reikwijdte van deze verbodsbepaling. Het gebruik van lachgas voor andere doeleinden zoals het spuiten van slagroom valt niet onder de werking van dit verbod.

 

De afgelopen weken, sinds de versoepeling van de noodmaatregelen om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan en daarmee samenhangende komst van veel bezoekers naar Zandvoort, heeft het gebruik van lachgas een ware vlucht genomen, met name onder jongeren en jongvolwassen. Het gebruik van lachgas leidt tot aanzienlijke vervuiling van de openbare ruimte. Lachgaspatronen, cilinders en ballonnen waarmee lachgas gebruikt worden, worden aangetroffen op verschillende lokaties. Hoewel het weggooien van dergelijk afval verboden is in de afvalstoffenverordening, wordt daarmee de oorzaak van deze vorm van vervuiling niet aangepakt, namelijk het gebruik van lachgas op openbare plaatsen.

 

Het gebruik van lachgas leidt tot ongewenst en onberekenbaar gedrag: omvallen, bewusteloosheid, slechte concentratie en onoplettendheid, hallucineren. Doordat lachgas vooral in groepsverband in de openbare ruimte wordt gebruikt, gaat hiervan een dreigende houding uit waardoor omstanders zich onveilig voelen. Het gebruik van lachgas wordt dan als overlastgevend ervaren. Omvallen, duwen en afwijkend gedrag vormt in een menigte of op openbare plaatsen waar publiek aanwezig is een risico voor de openbare orde.

 

Ook kunnen door gebruik ongelukken gebeuren (men raakt onder invloed). Bijvoorbeeld roekeloosheid, vallen of zelfs tijdelijk bewustzijnsverlies. In het verkeer en op straat kan dit tot gevaar leiden.

 

Ter bescherming van het milieu, de openbare orde en veiligheid en om overlast en hinder tegen te gaan, is het noodzakelijk om het gebruik van lachgas op openbare plaatsen te verbieden.

 

Artikel 2:33a

 

De verkoop van lachgas valt mogelijk onder het verbod op kleinhandel in artikel 14 van de Drank- en Horecawet, maar dat verbod geldt alleen voor openbare inrichtingen waar alcoholhoudende dranken tegen betaling worden verstrekt en niet voor horecabedrijven waar alcoholvrije dranken worden verstrekt. In het kader van rechtsgelijkheid en in het belang van de openbare orde en ter bescherming van het milieu is het wenselijk dat de verkoop van lachgas in alle horeca is verboden. Daarom is in artikel 2:33a van de APV een verbod op de verkoop van lachgas in openbare inrichtingen opgenomen.

Naar boven