Gemeenteblad van Amsterdam
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Amsterdam | Gemeenteblad 2020, 168040 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Amsterdam | Gemeenteblad 2020, 168040 | Verordeningen |
Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam houdende regels over kunst- en cultuuractiviteiten in wijken (Regeling gebiedsgebonden kunst- en cultuuractiviteiten 2021-2024)
Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,
gelet op artikel 160 eerste lid van de Gemeentewet, artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013, en de Verordening op het lokaal bestuur in Amsterdam,
besluit de volgende regeling vast te stellen:
Subsidieregeling gebiedsgebonden kunst- en cultuuractiviteiten 2021-2024
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:
Artikel 2 Toepasselijkheid Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013
De Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 is van toepassing, tenzij daarvan in deze regeling uitdrukkelijk wordt afgeweken.
Artikel 4 Bevoegdheden en subsidiabele activiteiten
Het dagelijks bestuur is bevoegd om op grond van deze subsidieregeling binnen het kader van de Hoofdlijnen kunst en cultuur 2021-2024 en het door hem vastgestelde Uitwerkingsbesluit kunst en cultuur eenmalige en periodieke subsidies te verstrekken voor gebiedsgebonden kunst- en cultuuractiviteiten. Het dagelijks bestuur bepaalt in het Uitwerkingsbesluit kunst en cultuur welke activiteiten subsidiabel zijn.
Hoofdstuk 2 Uitwerkingsbesluit
In het Uitwerkingsbesluit kunst en cultuur bepaalt het dagelijks bestuur voor zijn stadsdeel, met inachtneming van de voorschriften zoals opgenomen in deze subsidieregeling, de hoogte van het subsidieplafond en welke soort activiteiten subsidiabel zijn. Daarbij geeft het dagelijks bestuur tevens per soort activiteiten aan:
Hoofdstuk 3 Subsidieplafond, verdeelsleutel en adviescommissie
Artikel 7 Verdeelsleutel en adviescommissie
Indien na toepassing van het zesde lid van dit artikel meerdere aanvragen op dezelfde plaats op de prioriteitenlijst worden gerangschikt en door honorering van deze aanvragen het subsidie- of deelplafond wordt overschreden, komt het eerst in aanmerking die aanvraag die op dat moment het meest bijdraagt aan pluriformiteit op het gebied van doelgroep, locatie, discipline en organisatie binnen het totaal van de te honoreren aanvragen.
Hoofdstuk 4 Subsidieaanvraag, weigeringsgronden en beslistermijn
Artikel 10 Aanvraagtermijn eenmalige subsidies
Het dagelijks bestuur kan in het Uitwerkingsplan kunst en cultuur bepalen dat voor eenmalige subsidies de volgende aanvraagtermijnen gelden:
Als het dagelijks bestuur toepassing geeft aan de wijze van verdelen als bedoeld in artikel 7 van deze subsidieregeling, weigert hij, in aanvulling op artikel 9, tweede lid van de ASA, een subsidie als:
de aanvraag op een van de beoordelingscriteria zoals genoemd in artikel 7, derde lid van deze subsidieregeling minder scoort dan 3 punten, terwijl het dagelijks bestuur in het Uitwerkingsbesluit kunst en cultuur heeft bepaald dat op dit criterium ten minste 3 punten behaald moeten worden om voor subsidieverlening in aanmerking te komen.
Aldus vastgesteld in de vergadering van 30 juni 2020.
De burgemeester
Femke Halsema
De gemeentesecretaris
Peter Teesink
Kunst- en cultuuractiviteiten in buurten en gebieden zijn van grote waarde voor het lokale culturele klimaat en voor het leefklimaat in het algemeen. Deze activiteiten bieden de gelegenheid aan buurtbewoners om kennis te maken met kunst en cultuur en dragen bij aan de versterking van sociale en maatschappelijke verbindingen.
De Hoofdlijnen kunst en cultuur 2021-2024, waarin het stadsbestuur een integrale stedelijke visie op kunst en cultuur heeft geformuleerd, vormt het beleidskader voor de uitvoering van de subsidieregeling gebiedsgebonden kunst- en cultuuractiviteiten (vastgesteld door de gemeenteraad op 18 december 2019).
De uitvoering van de subsidieregeling gebiedsgebonden kunst- en cultuuractiviteiten is een verantwoordelijkheid van de bestuurscommissies op grond van de Verordening op het lokaal bestuur in Amsterdam.
Bij de uitvoering van deze regeling is de verbinding met de gebiedsagenda’s en/of gebiedsplannen belangrijk. In het kader van het gebiedsgericht werken is Amsterdam opgedeeld in 22 gebieden, verdeeld over 7 stadsdelen. Daarom stellen de bestuurscommissies jaarlijks een Uitwerkingsbesluit kunst en cultuur vast waarin nader wordt beschreven hoe binnen het betreffende stadsdeel de subsidieregeling gebiedsgebonden kunst- en cultuuractiviteiten wordt toegepast. Dit betreft maatwerk waarbij zowel de ontwikkelingen, opgaven en kansen van een gebied een rol spelen, het profiel of eigen karakter van een gebied, en de algemene kenmerken zoals de bevolkingssamenstelling.
De subsidieregeling biedt de bestuurscommissies verschillende keuzemogelijkheden met betrekking tot het Uitwerkingsbesluit kunst en cultuur. Deze keuzemogelijkheden betreffen onder meer de nadere omschrijving van subsidiabele activiteiten, de aanvrager (alleen instellingen met rechtspersoonlijkheid of ook natuurlijke personen zoals zelfstandig kunstenaars), de aard van de subsidie (periodieke en/of eenmalige subsidies), de subsidieplafonds en deelplafonds en de instelling van een adviescommissie. Voor periodieke subsidies geldt dat dit zowel om jaarlijkse als meerjarige subsidieverleningen kan gaan.
Voor het opstellen van het Uitwerkingsbesluit kunst en cultuur is een format vastgesteld door het college. Voor dit format is gekozen met het oog op de uitvoerbaarheid van de regeling.
In het kader van deze regeling komen niet voor subsidie in aanmerking activiteiten die georganiseerd worden in het kader van de brede talentontwikkeling voor kinderen en jongeren van 4 tot 18 jaar. De gebiedsgebonden activiteiten voor deze doelgroep worden onder meer op basis van de subsidieregeling Basisvoorzieningen in de stadsdelen gesubsidieerd.
Bij activiteiten op het gebied van kunst en cultuur ligt de nadruk op kunst waarbij de artistieke kwaliteit een belangrijke factor is. De activiteiten dienen aan te sluiten op bij de gebiedsagenda’s en/of gebiedsplannen en bij te dragen aan de realisatie van de daarin opgenomen doelstellingen en/of uitvoeringsplannen.
In dit artikel wordt bepaald voor welke activiteiten een bestuurscommissie een subsidie kan verlenen.
Dit artikel regelt het Uitwerkingsbesluit kunst en cultuur. In het derde lid wordt bepaald welke onderwerpen het dagelijks bestuur ten aanzien van een aantal onderwerpen dient te regelen in het Uitwerkingsbesluit. Dit betreft een limitatieve opsomming.
In het Uitwerkingsbesluit kunst en cultuur kan het dagelijks bestuur bepalen dat de aanvraag op een of meer beoordelingscriteria zoals genoemd in artikel 7 derde lid van deze regeling minimaal 3 punten moet scoren. Dit kan bijvoorbeeld aan de orde zijn als een dagelijks bestuur veel waarde hecht aan de artistiek-inhoudelijke kwaliteit van activiteiten.
Als een dagelijks bestuur in het Uitwerkingsbesluit niet kiest voor de toepassing van de verdeelsleutel als genoemd in artikel 7 van de subsidieregeling, wordt de hoofdbepaling van de ASA gevolgd en worden de aanvragen behandeld op volgorde van binnenkomst.
Hier worden de voorschriften betreffende het subsidieplafond en de mogelijkheden voor het instellen van deelplafonds bepaald .
Indien het subsidieplafond of een deelplafond onvoldoende is om alle aanvragen te honoreren, kan een bestuurscommissie de beschikbare subsidiemiddelen verdelen op basis van de volgorde van binnenkomst van de aanvragen of op basis van de kwaliteit van de aanvragen. Kiest een bestuurscommissie voor de laatste methode, dan dient hij daarbij gebruik te maken van de verdeelsleutel als opgenomen in artikel 7. Bij de beoordeling van de aanvragen kan de bestuurscommissie zich laten adviseren door een door hem ingestelde adviescommissie.
Naast een kunst- en cultuurinstelling met rechtspersoonlijkheid kunnen tevens natuurlijke personen, bijvoorbeeld (een groep van) individuele kunstenaars, een aanvraag indienen als de bestuurscommissie dit in het Uitwerkingsbesluit kunst en cultuur mogelijk heeft gemaakt.
Dit artikel regelt welke gegevens in aanvulling op de voorschriften van de ASA 2013 bij een aanvraag dienen te worden overlegd. Het gaat daarbij met name om informatie over de doelgroepen die men wil bereiken en de lokale partners (bewoners, organisaties en (creatieve) ondernemers) waarmee de aanvrager wil samenwerken. Bij de aanvraag dient uitgewerkt te worden op welke wijze aanvrager denkt te voldoen aan de criteria van artikel 7. Dit geldt ook voor aanvragers waarop de verdeelsleutel niet van toepassing is, maar die wel op basis van dezelfde criteria op grond van artikel 11 geweigerd kunnen worden.
Voor de eenmalige subsidies kan een dagelijks bestuur kiezen voor de toepassing van twee aanvraagtermijnen, om het afhandelings- en beoordelingsproces in tijd te beperken en daarmee overzichtelijk te houden.
Kunst- en cultuuractiviteiten kunnen een breed publiek trekken. De gebiedsgebonden activiteiten dienen op de eerste plaats georganiseerd te worden voor de bewoners van het betreffende gebied en eventueel aangrenzende gebieden. Als de beoogde activiteit onvoldoende gericht is op deze bewoners, wordt de subsidieaanvraag niet in behandeling genomen. Grootstedelijke activiteiten kunnen derhalve niet op grond van deze regeling worden gesubsidieerd. In het vierde lid is opgenomen dat het dagelijks bestuur een subsidieaanvraag kan weigeren als een aanvrager in aanmerking komt voor een financiële bijdrage of een subsidie voor dezelfde buurtgebonden activiteit voor hetzelfde tijdvak van een fonds of een ander bestuursorgaan. Ten aanzien van deze weigeringsgrond heeft het dagelijks bestuur beleidsvrijheid.
In afwijking van artikel 8, tweede lid van de ASA 2013 geldt voor de afhandeling van de aanvraag van de eenmalige subsidies een termijn van 12 weken. Deze termijn is nodig als een stadsdeel een adviescommissie inschakelt voor het beoordelen van de aanvragen.
Een belangrijke doelstelling van deze regeling is de actieve en/of passieve deelname van bewoners aan de kunst- en cultuuractiviteiten. Daarom dient de subsidieontvanger voorafgaand aan de uitvoering van de activiteiten) bewoners hiervan op de hoogte te stellen door publicatie via voor het gebied of stadsdeel geëigende communicatiekanalen.
Uitwerkingsbesluit kunst en cultuur
In dit Uitwerkingsbesluit is vastgelegd hoe de subsidieregeling ‘gebiedsgebonden kunst- en cultuuractiviteiten’ wordt toegepast in relatie tot de Hoofdlijnen en het Kunstenplan 2021-2024, de gebiedsagenda’s en/of gebiedsplannen. Het dagelijks bestuur bepaalt, met inachtneming van de voorschriften zoals opgenomen in bovengenoemde subsidieregeling, per soort activiteit de wijze waarop de subsidie wordt verleend (onderdeel IV).
Besluit van het dagelijks bestuur van stadsdeel [stadsdeel] van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent het Uitwerkingsbesluit kunst en cultuur [stadsdeel] [jaar].
Het dagelijks bestuur van [stadsdeel] besluit vast te stellen de volgende regeling:
Korte beschrijving van het kunst- en cultuurprofiel van het stadsdeel gerelateerd aan de gebiedsagenda’s en/of gebiedsplannen (maximaal 1 A4). |
Aldus vastgesteld in de vergadering van [datum],
Het Uitwerkingsbesluit kunst en cultuurdient op grond van artikel 5, eerste lid van de de subsidieregeling Gebiedsgebonden kunst- en cultuuractiviteiten, voor 1 juli van elk jaar te worden vastgesteld door het dagelijks bestuur. Dit betekent dat voor elk stadsdeel een apart Uitwerkingsbesluit geldt. Een aantal variabele componenten van de stedelijke regeling Gebiedsgebonden kunst- en cultuuractiviteiten wordt per stadsdeel ingevuld of gedefinieerd.
In onderdeel I van het Uitwerkingsbesluit wordt een korte beschrijving opgenomen van het kunst- en cultuurprofiel van het stadsdeel gerelateerd aan de gebiedsagenda’s en/of gebiedsplannen en binnen het kader van de Hoofdlijnen kunst en cultuur 2021-2024.
In onderdeel II neemt het dagelijks bestuur het subsidieplafond op. Het gaat daarbij om het bedrag dat in totaal beschikbaar is voor de uitvoering van deze subsidieregeling. Het subsidieplafond kan eventueel opgedeeld worden in deelplafonds. Hiermee krijgt het dagelijks bestuur instrumenten om per activiteit, soort subsidie of gebied een subsidie te weigeren, waardoor het beschikbare budget beter verdeeld kan worden over de gebieden en de activiteiten in het stadsdeel.
Gebaseerd op het kunst- en cultuurprofiel van het stadsdeel, volgt in onderdeel III een opsomming van de subsidiabele activiteiten (bijvoorbeeld (kleinschalige) festivals gericht op kunst en cultuur, atelierroutes, tijdelijk kunstproject, etc.). Een accurate omschrijving van de soort activiteiten geeft het stadsdeel handvatten om aanvragen die buiten de omschrijving vallen te weigeren op grond van de ASA 2013.
Van elke soort activiteit die voor subsidie in aanmerking komt, bepaalt het dagelijks bestuur in onderdeel IV van het uitwerkingsbesluit de kaders waarbinnen de subsidie wordt verleend. De onderdelen van de kaders die het dagelijks bestuur zelfstandig kan invullen dan wel definiëren zijn vastgelegd in artikel 5 lid 3 van de regeling. In het uitwerkingsbesluit is ruimte voor een uitgebreide toelichting.
Eenmalige en periodieke subsidies
Eenmalige subsidies worden afgegeven voor activiteiten die van bepaalde duur zijn en niet per se in één kalenderjaar gerealiseerd hoeven te worden. Periodieke subsidies worden afgegeven voor activiteiten van in beginsel onbepaalde duur, die per boekjaar of voor een aantal boekjaren aan een aanvrager worden verstrekt met een maximum van vier jaar.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2020-168040.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.