Verordening op het burgerinitiatief gemeente Gorinchem 2020

Intitulé

Verordening op het burgerinitiatief gemeente Gorinchem 2020

De raad van de gemeente Gorinchem, bijeen in zijn openbare vergadering van 23 april 2020:

Gelet op artikelen 108 en 147 van de Gemeentewet;

Besluit vast te stellen de navolgende "Verordening op het burgerinitiatief 2020”;

 

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    raad: de gemeenteraad van Gorinchem;

  • b.

    voorzitter: voorzitter van de gemeenteraad van Gorinchem of diens vervanger;

  • c.

    parallelsessie: een raadscommissie zoals bedoeld in artikel 9 van het Reglement van orde voor raadsvergadering gemeente Gorinchem 2020;

  • d.

    college: het college van burgemeester en wethouders van Gorinchem;

  • e.

    burgerinitiatief: een schriftelijk en gemotiveerd verzoek van ingezetenen aan de raad om te beraadslagen en te besluiten over een door hen geformuleerd voorstel over een maatschappelijk initiatief;

  • f.

    ingezetenen: personen die ingeschreven zijn in het bevolkingsregister van Gorinchem.

Artikel 2 Doelgroep

Ingezetenen van zestien jaar en ouder kunnen een burgerinitiatief indienen.

Artikel 3 Reikwijdte

Een burgerinitiatief kan niet worden ingediend over de volgende aangelegenheden:

  • a.

    aangelegenheden die niet onder de competentie van de raad vallen;

  • b.

    uitvoering van besluiten van hogere bestuursorganen waaromtrent de raad geen beleidsvrijheid heeft;

  • c.

    gemeentelijke procedures;

  • d.

    gemeentelijke organisatie;

  • e.

    vaststelling en wijziging van de gemeentelijke begroting;

  • f.

    gemeentelijke belastingen en tarieven;

  • g.

    besluiten over rechtspositionele regelingen;

  • h.

    benoeming en ontslag van personen en functioneren van personen

  • i.

    voorstellen of beleidsvoorbereiding door het college;

  • j.

    handelingen en gedragingen van de burgemeester, de wethouders of ambtenaren waartegen een klacht kan worden ingediend op grond van artikel 9 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • k.

    aangelegenheden waartegen bezwaar kan worden aangetekend op grond van artikel 7 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • l.

    aangelegenheden waartegen een bezwaar- of beroepsprocedure openstaat of heeft opengestaan;

  • m.

    een onderwerp waarover al eerder door de raad een besluit is genomen in dezelfde raadsperiode, tenzij nieuwe argumenten tot een nieuwe afweging zouden kunnen leiden

  • n.

    onderwerpen waarover de raad in diezelfde raadsperiode al een burgerinitiatief heeft behandeld of afgewezen;

  • o.

    een uitsluitend individueel belang;

  • p.

    een voorstel dat expliciet nadeel of schade oplevert voor specifieke bewonersgroepen; 

Artikel 4 Ondersteuningsverklaringen

  • 1.

    Een burgerinitiatief moet, om in behandeling te kunnen worden genomen, worden ondersteund door ten minste 50 ingezetenen van zestien jaar en ouder.

  • 2.

    De ondersteuning als bedoeld in het vorige lid blijkt uit de plaatsing van een handtekening met vermelding van naam, adres en geboortedatum op een aan het burgerinitiatief gehecht vastgesteld formulier.

  • 3.

    Ingezetenen dienen hun steunbetuigingen schriftelijk in.

Artikel 5 Vorm en inhoud

  • 1.

    Het burgerinitiatief moet een voorstel aan de raad bevatten voor een door de raad te nemen besluit, voorzien van een motivering.

  • 2.

    Indien uit realisering van het burgerinitiatief kosten voortvloeien, wordt daarvan een globale raming gegeven.

  • 3.

    Het burgerinitiatief vermeldt de naam, het adres en de geboortedatum van ten minste één en ten hoogste drie personen die als vertegenwoordiger of vertegenwoordigers van het burgerinitiatief optreden.

Artikel 6 Wijze van indiening en agendering

  • 1.

    Een burgerinitiatief moet schriftelijk bij de voorzitter worden ingediend.

  • 2.

    De voorzitter beoordeelt of het initiatief voldoet aan de in artikelen 3, 4 en 5 gestelde eisen.

  • 3.

    De voorzitter brengt het initiatief, onder vermelding van zijn oordeel als bedoeld in het tweede lid, onverwijld ter kennis van de raadsleden en het college, en plaatst het op de agenda van de eerstvolgende vergadering van de raad.

  • 4.

    Als naar het oordeel van de voorzitter sprake is van beletselen als bedoeld in het tweede lid stelt hij de indieners gedurende een termijn van ten hoogste twee weken in de gelegenheid om de gebreken te herstellen.

  • 5.

    De raad beslist of het burgerinitiatief in behandeling wordt genomen dan wel wordt afgewezen. De raad kan zijn besluit uitstellen tot de eerstvolgende raadsvergadering.

  • 6.

    Indien het initiatief in behandeling wordt genomen legt de agendacommissie het ter bespreking voor in een parallelsessie. De eerste behandeling in een parallelsessie vindt niet later plaats dan 3 maanden, de maanden juli en augustus niet meegeteld, na ontvangst van het initiatief en stelt de behandelprocedure vast;

  • 7.

    Een burgerinitiatief over een onderwerp of voorstel dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad, maar wel valt onder de bevoegdheid van het gemeentebestuur, zal door de voorzitter, eventueel vergezeld van zijn advies, worden doorgezonden naar het college of naar de burgemeester in de hoedanigheid van portefeuillehouder;

  • 8.

    Het college of de burgemeester zal een onderwerp of voorstel als bedoeld in lid 7 behandelen als ware het een burgerinitiatief.

Artikel 7 Behandeling in een parallelsessie

  • 1.

    Het college wordt ten behoeve van de behandeling in de parallelsessie als bedoeld in artikel 6, zesde lid in de gelegenheid gesteld zijn mening omtrent het burgerinitiatief schriftelijk kenbaar te maken.

  • 2.

    Een woordvoerder namens de indieners licht desgewenst tijdens de parallelsessie het burgerinitiatief mondeling toe.

  • 3.

    Een burgerinitiatief kan te allen tijde door de indieners worden ingetrokken totdat de besluitvorming in de raadsvergadering heeft plaatsgevonden.

Artikel 8 Communicatie

  • 1.

    De raad stelt de vertegenwoordigers als bedoeld in artikel 5, derde lid, binnen twee weken na de datum van de raadsvergadering waarin de besluitvorming over het burgerinitiatief heeft plaatsgevonden in kennis van zijn besluit. Indien de raad geheel of gedeeltelijk afwijkt van het burgerinitiatief geeft hij de reden daarvoor aan.

  • 2.

    Indien de raad geheel of gedeeltelijk overeenkomstig het burgerinitiatief besluit, deelt het college de vertegenwoordigers binnen twee weken na de raadsvergadering als bedoeld in het eerste lid van dit artikel mede wanneer met de uitvoering van het raadsbesluit zal worden gestart en bij welke medewerker van de gemeente Gorinchem de vertegenwoordigers nadere inlichtingen kunnen inwinnen.

Artikel 9 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op het burgerinitiatief 2020.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking. 


  • 3.

    De Verordening burgerinitiatief gemeente Gorinchem 2011 wordt hiermee ingetrokken.

Naar boven