Gemeenteblad van Pijnacker-Nootdorp
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Pijnacker-Nootdorp | Gemeenteblad 2020, 164325 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Pijnacker-Nootdorp | Gemeenteblad 2020, 164325 | Verordeningen |
Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Pijnacker-Nootdorp houdende regels omtrent jeugdhulp (Verordening jeugdhulp gemeente Pijnacker-Nootdorp 2020)
De raad van de gemeente Pijnacker-Nootdorp;
gezien het voorstel van het college van 07 mei 2020;
gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 en 8.1.1, derde lid, van de Jeugdwet en artikel 149 van de Gemeentewet;
overwegende dat het voorts wenselijk is te bepalen onder welke voorwaarden degene aan wie een persoonsgebonden budget wordt verstrekt de jeugdhulp kan betrekken van een persoon die behoort
vast te stellen de Verordening jeugdhulp gemeente Pijnacker-Nootdorp 2020:
HOOFDSTUK 2. VORMEN VAN JEUGDHULP
Artikel 2.2 - Individuele voorzieningen
Het Servicebureau Jeugdhulp Haaglanden maakt op www.jeugdhulp-haaglanden.nl bekend welke aanbieders individuele voorzieningen in welke categorie uitvoeren.
Artikel 3.1 - Melding hulpvraag
Het college bevestigt de ontvangst van een melding schriftelijk en wijst de jeugdige en zijn ouders voor het onderzoek, als bedoeld in artikel 3.3, eerste lid, op de mogelijkheid gebruik te maken van gratis cliëntondersteuning en op de mogelijkheid om een persoonlijk plan op te stellen en stelt hen gedurende zeven dagen na de melding in de gelegenheid dit plan te overhandigen.
Artikel 3.2 - Cliëntondersteuning
Het college zorgt ervoor dat jeugdigen en ouders een beroep kunnen doen op gratis cliëntondersteuning, waarbij het belang van de jeugdigen en ouders het uitgangspunt is.
De jeugdige, ouders en de relevante huisgenoten in het kader van gebruikelijke hulp verschaffen het college de gegevens en bescheiden die voor het onderzoek nodig zijn en waarover zij redelijkerwijs de beschikking kunnen krijgen. Daarnaast verlenen zij medewerking aan het uitvoeren van het onderzoek.
Artikel 3.4 - Deskundig oordeel en advies
Het college wint een specifiek deskundig oordeel en advies in, als het onderzoek of de beoordeling van een aanvraag dit vereist.
Artikel 3.7 - Inhoud beschikking
Het college kan -mits sprake is van een door de jeugdige en/of zijn ouders ondertekend gezinsplan- beslissen dat dit gezinsplan wordt aangemerkt als een beschikking als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht. In dat geval zendt het college het gezinsplan toe onder vermelding van de mogelijkheid tot bezwaar.
HOOFDSTUK 4. TOEGANG JEUGDHULP VIA DE GEMEENTE
Artikel 4.1 - Criteria voor een individuele voorziening
HOOFDSTUK 5. TOEGANG JEUGDHULP VIA HUISARTS, MEDISCH SPECIALIST OF JEUGDARTS
Artikel 5.2 - Doorverwijzing naar niet-gecontracteerde aanbieder
Indien verwijzing plaatsvindt naar een niet-gecontracteerde aanbieder onder wie begrepen een aanbieder die weliswaar is gecontracteerd maar niet voor de individuele voorziening waarvoor verwijzing plaatsvindt, is deze aanbieder gehouden om onverwijld, in ieder geval voor de start van de zorginzet contact te leggen met het college middels een verzoek tot toewijzing.
HOOFDSTUK 6 PERSOONSGEBONDEN BUDGET
Conform artikel 8.1.1, tweede lid, van de wet verstrekt het college de jeugdige of zijn ouders een pgb, indien:
de jeugdige of zijn ouders naar het oordeel van het college op eigen kracht voldoende in staat zijn tot een redelijke waardering van de belangen ter zake dan wel met hulp uit hun sociale netwerk dan wel een curator, bewindvoerder, mentor of gemachtigde, gecertificeerde instelling of aanbieder van gesloten jeugdhulp, in staat zijn de aan een pgb verbonden taken op verantwoorde wijze uit te voeren;
Artikel 6.2 - Onderscheid professionele en niet-professionele jeugdhulp
Van professionele jeugdhulp is sprake als de hulp verleend wordt door onderstaande personen:
personen die werkzaam zijn bij een instelling die ten aanzien van de voor het pgb uit te voeren taken/werkzaamheden ingeschreven staat in het Handelsregister (conform artikel 5 Handelsregisterwet 2007), en die beschikken over de relevante diploma’s die nodig zijn voor uitoefening van de desbetreffende taken, of
personen die aangemerkt zijn als zelfstandige zonder personeel. Daarnaast moeten ze ten aanzien van de voor het pgb uit te voeren taken/werkzaamheden ingeschreven staan in het Handelsregister (conform artikel 5 Handelsregisterwet 2007) en beschikken over de relevante diploma’s die nodig zijn voor uitoefening van de desbetreffende taken, of
De hoogte van het pgb voor niet-professionele jeugdhulp wordt vastgesteld op basis van een inclusief uurtarief dat is gebaseerd op de FWG 15, periodiek 5, van de cao Verpleeg- en Verzorgingshuizen, Thuiszorg en Jeugdgezondheidszorg of maximaal het in artikel 5.22 van de Regeling langdurige zorg genoemde uurtarief voor een persoon uit het sociaal netwerk.
Het uurtarief voor niet-professionele jeugdhulp als bedoeld in het derde lid wordt per individueel geval vastgesteld met inachtneming van de noodzakelijke deskundigheidsgraad, planbaarheid en onregelmatigheid van de hulp en andere relevante factoren met betrekking tot de voor de jeugdige of zijn ouders vereiste jeugdhulp.
De hoogte van het pgb voor niet-professionele jeugdhulp bij kortdurend verblijf en dagbesteding wordt per individueel geval vastgesteld op basis van de daarvoor geldende tarieven als bedoeld in het derde lid. Hierbij wordt uitgegaan van het aantal uren individuele begeleiding en/of persoonlijke verzorging dat per etmaal kortdurend verblijf of per dagdeel dagbesteding noodzakelijk is. Het pgb bedraagt ten hoogste het pgb voor professionele jeugdhulp als bedoeld in het eerste lid.
Bij jeugdhulp die wordt verleend op grond van een verklaring wordt de hoogte van het pgb vastgesteld op basis van een tegemoetkoming ter hoogte van € 90,00 per kalendermaand voor een hulp uit het sociaal netwerk zoals opgenomen in artikel 8ab, eerste lid, van de Regeling Jeugdwet, tenzij op basis van het bestedingsplan kan worden volstaan met een lagere tegemoetkoming.
HOOFDSTUK 7. NIEUWE FEITEN EN OMSTANDIGHEDEN, HERZIENING, INTREKKING OF TERUGVORDERING
Artikel 7.1 - Nieuwe feiten en omstandigheden
Onverminderd artikel 8.1.2 van de wet doen de jeugdige en zijn ouders aan het college op verzoek of onmiddellijk uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hen redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing aangaande een individuele voorziening.
Artikel 7.2 - Opschorting betaling pgb
Het college kan de Sociale verzekeringsbank gemotiveerd verzoeken te beslissen tot een gehele of gedeeltelijke opschorting van betalingen uit het pgb voor ten hoogste dertien weken als er ten aanzien van een jeugdige of zijn ouders een ernstig vermoeden is gerezen dat er sprake is van een omstandigheid als bedoeld in artikel 7.1 tweede lid, sub a, d en e van deze verordening.
Indien de jeugdige langer dan twee maanden verblijft in een instelling als bedoeld in de Wet langdurige zorg of de Zorgverzekeringswet kan het college de Sociale Verzekeringsbank gemotiveerd verzoeken te beslissen tot een gehele of gedeeltelijke opschorting van betalingen uit het pgb voor de duur van de opname.
Artikel 8.1 - Verhouding prijs en kwaliteit van voorzieningen geleverd door derden
HOOFDSTUK 9. AFSTEMMING MET ANDERE VOORZIENINGEN
Artikel 9.1 - Afstemming met gezondheidszorg
Het college maakt afspraken met de zorgverzekeraars en het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) over hoe de continuïteit van zorg te garanderen voor jeugdigen die jeugdhulp ontvangen en de leeftijd van 18 jaar bereiken en daarmee onder de Zorgverzekeringswet of Wet langdurige zorg komen te vallen, en hoe te voorkomen dat jeugdigen tussen wal en schip vallen wanneer er discussie is over het wettelijke kader.
Artikel 9.3 - Afstemming met het justitiedomein
Het college maakt afspraken met de gecertificeerde instellingen, de Raad voor de Kinderbescherming en Justitiële Jeugdinrichtingen over het overleg over de inzet van jeugdhulp bij de uitvoering van een strafrechtelijke beslissing en jeugdreclassering als bedoeld in artikel 2.4, tweede lid, sub b van de wet.
Artikel 9.5 - Afstemming met Veilig Thuis
Het college maakt afspraken met Veilig Thuis over de toegang naar overige en individuele voorzieningen.
Artikel 9.7 - Afstemming met voorzieningen werk en inkomen
Het college draagt zorg dat het Kernteam, jeugdhulpaanbieders en de gecertificeerde instellingen financiële belemmeringen voor het slagen van preventie en jeugdhulp vroegtijdig signaleren en waar nodig jeugdigen en hun ouders helpen de juiste ondersteuning vanuit de gemeentelijke voorzieningen –zoals schuldhulpverlening, inkomensvoorzieningen, re-integratievoorzieningen en armoedevoorzieningen - te krijgen om deze belemmeringen weg te nemen.
HOOFDSTUK 10. OVERIGE BEPALINGEN
De klachtregeling van de gemeente is van toepassing op de afhandeling van klachten van jeugdigen of ouders die betrekking hebben op de wijze van afhandeling van meldingen en aanvragen als bedoeld in deze verordening.
Artikel 10.3 - Betrekken ingezetenen bij ontwikkelen beleid
Het college stelt jeugdigen, ouders en vertegenwoordigers van cliëntgroepen vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende jeugdhulp te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende jeugdhulp, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.
Artikel 11.1 - Hardheidsclausule
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van jeugdigen en ouders afwijken van de bepalingen van deze verordening indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Artikel 11.2 - Intrekking oude verordening
De Verordening jeugdhulp gemeente Pijnacker-Nootdorp 2015 wordt ingetrokken.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2020-164325.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.