Wijzigingsbesluit Verordening Naamgeving en Nummering (adressen) Schiedam 2013(19VR066)

De raad van de gemeente Schiedam;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 oktober 2019, nr. 19INT00251;

gelet op

  • Artikel 6 van de Wet basisregistratie adressen en gebouwen;

  • Artikel 147 van de Gemeentewet (medebewindstaken);

  • Artikel 108, eerste lid en artikel 149 van de Gemeentewet (autonome taken);

  • Artikel 156, eerste lid, van de Gemeentewet en artikel 10:13 van de Algemene wet bestuursrecht (delegatiebesluit);

gezien het advies van de raadscommissie;

besluit vast te stellen de volgende wijziging van de Verordening Naamgeving en Nummering (adressen) Schiedam 2013

Artikel I  

De Verordening Naamgeving en Nummering (adressen) Schiedam 2013

wordt gewijzigd als volgt:

 

A

Preambule wordt gewijzigd als volgt:

 

Huidige

Voorgestelde

<…>

  • Artikel 6 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen;

  • <…>

  • <…>

  • <…>

 

<…>

  • Artikel 6 van de Wet basisregistratie adressen en gebouwen;

  • <…>

  • <…>

  • <…>

 

Toelichting op de wijziging

Omdat de wijziging van de Wet BAG per 1 juli 2018 ertoe leidt dat de wet voortaan niet meer van ‘basisregistraties’ maar van ‘basisregistratie’ spreekt, moet de preambule ook worden aangepast.

   

 

 

B

Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt:

Huidige

Voorgestelde

Artikel 1.

In deze verordening (en de daarop berustende bepalingen) wordt verstaan onder:

  • a.

    Adres: door het college aan een verblijfsobject, een standplaats of een ligplaats toegekende benaming, bestaande uit een combinatie van de naam van een openbare ruimte, een nummeraanduiding en de naam van een woonplaats.

  • b.

    Afgebakend terrein: een terrein met een kunstmatige of natuurlijke afbakening, waarop zich geen verblijfsobjecten bevinden en dat betreedbaar en afsluitbaar is.

  • c.

    College: het college van burgemeester en wethouders.

  • d.

    Convenant: het tussen de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de Koninklijke TPG Post BV gesloten Kader Convenant en Nader Convenant inzake postcodes.

  • e.

    Ligplaats: door het college als zodanig aangewezen plaats in het water, al dan niet aangevuld met een op de oever aanwezig terrein of een gedeelte daarvan, die is bestemd voor het permanent afmeren van een voor woon-, bedrijfsmatige of recreatieve doeleinden geschikt vaartuig.

  • f.

    Nummeraanduiding: door het college als zodanig toegekende aanduiding van een verblijfsobject, een standplaats, een ligplaats en een afgebakend terrein dat bestaat uit een of meer Arabische cijfers, al dan niet met toevoeging van een letter- enlof cijfercombinatie.

  • g.

    Openbare ruimte: door het college als zodanig aangewezen en van een naam voorziene buitenruimte die binnen één woonplaats is gelegen.

  • h.

    pand: kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.

  • i.

    Rechthebbende: een ieder die krachtens eigendom of een beperkt zakelijk recht of een persoonlijk recht zodanig beschikking heeft over een onroerende zaak dat hij naar burgerlijk recht bevoegd is om in die zaak te handelen zoals in de verordening is voorgeschreven, alsmede de beheerder.

  • j.

    Standplaats: door het college als zodanig aangewezen terrein of een gedeelte daarvan dat is bestemd voor het permanent plaatsen van een niet direct en duurzaam met de aarde verbonden en voor woon-, bedrijfsmatige of recreatieve doeleinden geschikte ruimte.

  • k.

    Uitvoeringsvoorschriften: nadere bepalingen inzake naamgeving en nummering (adressen).

  • l.

    Verblijfsobject: de kleinste binnen één of meerdere panden gelegen en voor woon-, bedrijfsmatige of recreatieve doeleinden geschikte eenheid van gebruik die ontsloten wordt via een eigen afsluitbare toegang vanaf de openbare weg, een erf of een gedeelde verkeersruimte, die onderwerp kan zijn van goederenrechtelijke rechtshandelingen en in functioneel opzicht zelfstandig is.

  • m.

    Wijk- en buurtindeling: een indeling van de gemeente in wijken en buurten conform de eisen die het CBS aan deze indeling verbindt.

  • n.

    Woonplaats: door het college als zodanig aangewezen en van een naam voorzien gedeelte van het grondgebied van de gemeente.

  • o.

    De Wet: Wet basisregistraties adressen en gebouwen.

 

Artikel 1.

 

  • 1.

    In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    • -

      adres;

    • -

      ligplaats;

    • -

      openbare ruimte;

    • -

      pand;

    • -

      standplaats;

    • -

      verblijfsobject;

    • -

      woonplaats;

  • dat wat daaronder wordt verstaan in de Wet basisregistratie adressen en gebouwen.

  • 2.

    In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verder verstaan onder:

    • -

      college: het college van burgemeester en wethouders

    • -

      nummeraanduiding: dat wat daaronder wordt verstaan in de Wet basisregistratie adressen en gebouwen, met dien verstande dat deze bestaat uit een of meer Arabische cijfers, al dan niet met toevoeging van een letter- of cijfercombinatie

    • -

      rechthebbende: een ieder die krachtens eigendom of een beperkt zakelijk recht of een persoonlijk recht zodanig beschikking heeft over een onroerende zaak dat hij naar burgerlijk recht bevoegd is om in die zaak te handelen zoals in de verordening is voorgeschreven, alsmede de beheerder.

   

Toelichting op de wijziging

Omdat de wijziging van de Wet BAG per 1 juli 2018 ertoe leidt dat de wet voortaan niet meer van ‘basisregistraties’ maar van ‘basisregistratie’ spreekt en de definitie van ‘ligplaats’ in de wet wijzigt, moest ook artikel 1 van de huidige Verordening naamgeving en nummering (adressen) daarop aangepast worden. Van deze gelegenheid is gebruik gemaakt om artikel 1 helemaal in lijn te brengen met de aanbevelingen uit de 100 Ideeën voor de gemeentelijke regelgever: voor begrippen die in de Wet BAG zijn gedefinieerd (zoals ‘ligplaats’) wordt naar die wet verwezen. Met het oog op het voorkomen van herhaling worden de definities van die begrippen in deze verordening niet herhaald. Begrippen die niet in de Wet BAG voorkomen of daarvan afwijken, worden in deze verordening nog wel afzonderlijk gedefinieerd.

    

 

 

C

Artikel 2, eerste en derde lid, wordt gewijzigd als volgt:

Huidige

Voorgestelde

Artikel 2.

  • 1.

    Het college stelt de grens en de naam van de woonplaats(en) vast en kan desgewenst de woonplaats(en), al dan niet op basis van bouwblokken, in wijken en buurten verdelen en aanduiden met namen, zo nodig met letters en nummers.

  • 2.

    <…>.

  • 3.

    Onder vaststellen, verdelen, aanduiden en toekennen, zoals bedoeld in het eerste lid en tweede lid, wordt tevens begrepen het wijzigen en intrekken daarvan.

 

Artikel 2.

  • 1.

    Het college stelt de grens en de naam van een of meer woonplaatsen vast en kan deze in wijken en buurten verdelen conform de eisen die het Centraal Bureau voor de Statistiek aan deze indeling verbindt.

  • 2.

    <…>.

  • 3.

    Onder vaststellen, verdelen, aanduiden en toekennen, als bedoeld in het eerste lid en tweede lid, wordt tevens begrepen het wijzigen en intrekken daarvan.

Toelichting op de wijziging

Met dit onderdeel wordt in artikel 2, eerste lid, de tekst aangepast. In dat artikel was bepaald dat het college desgewenst woonplaatsen – al dan niet op basis van bouwblokken – in wijken en buurten kunnen verdelen. In artikel 1 was bovendien bepaald dat die indeling geschiedt overeenkomstig de eisen die het Centraal Bureau voor de Statistiek (hierna: CBS) aan die indeling verbindt. Nu die bepaling strikt genomen niet strekte tot verduidelijking van het begrip ‘wijk- en buurtindeling’, maar daaraan de voorwaarde verbond dat deze in overeenstemming moet zijn met de eisen van het CBS (waarin ook besloten ligt dat de wijken en buurten aangeduid kunnen worden met namen, zo nodig met letters en nummers), is deze voorwaarde overgeheveld van artikel 1 naar artikel 2, eerste lid. Tot slot is het woord ‘desgewenst’ komen te vervallen, omdat de discretie reeds besloten ligt in het woord ‘kunnen’.

 

 

 

D

Artikel 3, eerste tot en met vijfde lid, wordt gewijzigd als volgt:

Huidige

Voorgestelde

Artikel 3.

 

  • 1.

    Het college stelt de ligplaatsen en standplaatsen vast.

  • 2.

    Het college kent binnen het grondgebied van de gemeente nummers toe aan verblijfsobjecten, ligplaatsen en standplaatsen.

  • 3.

    Het college bepaalt de afbakening van panden, verblijfsobjecten, standplaatsen enligplaatsen.

  • 4.

    De toekenning of afbakening, zoals bedoeld in het tweede en derde lid, kan ook op voor personen toegankelijke objecten, zijnde niet verblijfsobjecten of op afgebakende terreinen worden toegepast, indien dat naar oordeel van het college noodzakelijk is.

  • 5.

    Onder vaststellen, toekennen en bepalen, zoals bedoeld in het eerste tot en met vierde lid, wordt tevens begrepen het wijzigen en intrekken daarvan.

 

Artikel 3.

 

  • 1.

    Het college stelt de lig- en standplaatsen vast.

  • 2.

    Het college kent nummeraanduidingen toe aan verblijfsobjecten, lig- en standplaatsen.

  • 3.

    Het college bepaalt de afbakening van panden, verblijfsobjecten, lig- en standplaatsen.

  • 4.

    Onder vaststellen, toekennen en bepalen als bedoeld in het eerste tot en met derde lid wordt tevens begrepen het wijzigen en intrekken daarvan.

 

Toelichting op de wijziging

De wijzigingen in de leden een, twee en drie zijn slechts tekstueel ten behoeve van de leesbaarheid. Het vierde lid is komen te vervallen, omdat het in de praktijk niet mogelijk is om toegekende nummeraanduiding ten aanzien van een afgebakend terrein in de BAG-registratie op te nemen omdat de wet BAG daarin niet voorziet (leemte in de wet). Daarmee is het toekennen van een nummeraanduiding aan een afgebakend terrein slechts een theoretische mogelijkheid geworden en kan derhalve komen te vervallen in de verordening.

Omdat het vierde lid komt te vervallen wordt lid vijf lid vier en verwijst deze naar de leden een tot en met drie in plaats van een tot en met vier.

 

 

 

E

Artikel 4, eerste tot en met vierde lid, wordt gewijzigd als volgt:

Huidige

Voorgestelde

Artikel 4.

 

  • 1.

    De door het college toegekende namen, zoals vervat in artikel 2, worden door of in opdracht van de gemeente blijvend zichtbaar en in voldoende aantallen ter plaatse aangebracht.

  • 2.

    Aan objecten, zoals aangegeven in artikel 3, waarvoor een nummer is vastgesteld moet dat nummer op een doeltreffende wijze zijn aangebracht.

  • 3.

    Het is eenieder die daartoe niet is bevoegd is, verboden namen aan de openbare ruimte en woonplaatsen, wijken en buurten toe te kennen door deze op zichtbare wijze aan te brengen.

  • 4.

    Het is een ieder die daartoe niet is bevoegd, verboden aan een pand of verblijfsobject, stand- of ligplaats of afgebakend terrein nummers toe te kennen door deze op zichtbare wijze aan te brengen.

 

Artikel 4.

 

  • 1.

    De door het college aan de openbare ruimte of een gedeelte daarvan toegekende namen, bedoeld in artikel 2, worden door of in opdracht van de gemeente blijvend zichtbaar en in voldoende aantallen ter plaatse aangebracht.

  • 2.

    De door het college aan een object toegekende nummers, bedoeld in artikel 3, tweede lid, worden daaraan op doeltreffende wijze aangebracht.

  • 3.

    Het is eenieder die daartoe niet bevoegd is verboden namen aan de openbare ruimte of delen daarvan, dan wel nummers aan een pand of verblijfsobject, lig- of standplaats, toe te kennen door deze op zichtbare wijze aan te brengen.

 

Toelichting op de wijziging

Dit artikel heeft betrekking op het aanbrengen van naamaanduidingen als bedoeld in artikel 2 en nummeraanduidingen als bedoeld in artikel 3, tweede lid. Dit is verduidelijkt door in het eerste lid (voor naamaanduidingen), onderscheidenlijk het tweede lid (voor nummeraanduidingen) van artikel 4 een verwijzing naar voorgenoemde artikelen op te nemen. Daarnaast zijn het derde en vierde lid samengevoegd tot één lid waarin is bepaald dat het verboden is voor eenieder die daartoe niet bevoegd is om namen aan (delen van) de openbare ruimte, onderscheidenlijk nummers aan objecten, toe te kennen door deze op zichtbare wijze aan te brengen. Voordien was dit verbod voor namen opgenomen in het derde lid, en voor nummers in het vierde lid.

 

 

 

F

Artikel 5, eerste tot en met derde lid, wordt gewijzigd als volgt:

Huidige

Voorgestelde

Artikel 5.

 

  • 1.

    Indien het college het nodig oordeelt dat borden met een wijk- of buurtaanduiding, bordenmet namen van de openbare ruimte, naamverwijsborden, nummerborden,nummerverzamelborden en andere (verwijs)aanduidingen aan een bouwwerk, gebouw, muur, paal, schutting of een andere soort terreinafscheiding worden aangebracht, draagt de rechthebbende er zorg voor dat de hier bedoelde borden vanwege of op verzoek en overeenkomstig de aanwijzingen van het college worden aangebracht, onderhouden, gewijzigd of verwijderd.

  • 2.

    Indien het college het noodzakelijk acht om een naambord, waarop de vervallen naam is doorgehaald, tijdelijk naast het naambord met de nieuwe naam te handhaven, zal derechthebbende dit toelaten als daaraan door het college een termijn van niet langer dan eenjaar is verbonden.

  • 3.

    De rechthebbende zorgt er voor dat de in het eerste en tweede lid bedoelde borden vanaf de openbare weg duidelijk leesbaar blijven.

Artikel 5.

 

  • 1.

    Indien het college het nodig oordeelt dat de door het college toegekende aanduidingen, bedoeld in artikel 2, tweede lid, aan een bouwwerk, gebouw, muur, paal, schutting of een andere soort terreinafscheiding worden aangebracht, draagt de rechthebbende er zorg voor dat de hier bedoelde aanduidingen vanwege of op verzoek en overeenkomstig de aanwijzingen van het college wordt aangebracht, onderhouden, gewijzigd of verwijderd.

  • 2.

    Als het college het nodig oordeelt een naamaanduiding, waarop de vervallen naam is doorgehaald, gedurende ten hoogste een jaar naast de naamaanduiding met de nieuwe naam te handhaven, laat de rechthebbende dit toe.

  • 3.

    De rechthebbende draagt er zorg voor dat de in het eerste en tweede lid bedoelde aanduidingen vanaf de openbare weg duidelijk leesbaar blijven.

 

Toelichting op de wijziging

De wijzigingen in leden een, twee en drie zijn slechts tekstueel ten behoeve van de leesbaarheid.

 

 

 

G

Artikel 6, eerste tot en met het vierde lid, wordt gewijzigd als volgt:

Huidige

Voorgestelde

Artikel 6.

 

  • 1.

    Tenzij het college anders heeft besloten, zorgt de rechthebbende van een object er voor dat de nummers, zoals bedoeld in artikel 3, tweede lid, worden aangebracht op een wijze zoalskrachtens artikel 7 is bepaald.

  • 2.

    De rechthebbende draagt er zorg voor dat de in het eerste lid genoemde nummers binnen vier weken na kennisgeving van het besluit van het college zijn aangebracht.

  • 3.

    Indien een verblijfsobject, ligplaats, standplaats of afgebakend terrein nog niet is voltooid, wordt het nummer binnen vier weken na voltooiing aangebracht.

  • 4.

    Indien het college heeft besloten om een nummerbord, waarop het vervallen nummer is doorgehaald, naast het nummerbord met het nieuwe nummer te handhaven, zal derechthebbende dit toelaten of daar uitvoering aan geven als daaraan door het college eentermijn van niet langer dan een jaar is verbonden.

  • 5.

    <…>.

 

Artikel 6.

 

  • 1.

    Tenzij het college anders heeft besloten, draagt de rechthebbende van een object er zorg voor dat de nummers, bedoeld in artikel 3, tweede lid, worden aangebracht overeenkomstig het krachtens artikel 7 bepaalde.

  • 2.

    De rechthebbende draagt er zorg voor dat de nummers binnen vier weken na kennisgeving van het besluit van het college zijn aangebracht.

  • 3.

    Als een verblijfsobject, lig- of standplaats nog niet gereed is gekomen, wordt het nummer binnen vier weken na het gereedkomen daarvan aangebracht.

  • 4.

    Als het college het nodig oordeelt een nummeraanduiding, waarop het vervallen nummer is doorgehaald, gedurende ten hoogste een jaar naast de nummeraanduiding met het nieuwe nummer te handhaven laat de rechthebbende dit toe of geeft de rechthebbende daaraan uitvoering.

  • 5.

    <…>.

 

Toelichting op de wijziging

Met dit onderdeel wordt in artikel 6, derde lid, ‘voltooid’ vervangen door ‘gereed gekomen’. Deze terminologie sluit beter aan bij artikel 7 van de Wet BAG zoals dat luidde tot 1 juli 2018, en waarin dit in de memorie van toelichting werd toegelicht als “[…] na het gereedkomen van het pand of verblijfsobject – bijvoorbeeld de oplevering van een huis of kantoorpand – of na de realisatie van een wijziging – bijvoorbeeld de aanbouw van een serre – […]”. Door bij deze terminologie aan te sluiten wordt duidelijker dat hetzelfde bedoeld wordt als wat voor 1 juli 2018 onder de Wet BAG gold.

In het derde lid vervalt het onderdeel “afgebakend terrein” aangezien het in de praktijk niet mogelijk is om toegekende nummeraanduiding ten aanzien van een afgebakend terrein in de BAG-registratie op te nemen omdat de wet BAG daarin niet voorziet (leemte in de wet). Daarmee is het toekennen van een nummeraanduiding aan een afgebakend terrein slechts een theoretische mogelijkheid geworden en kan derhalve komen te vervallen in de verordening.

 

 

 

H

Artikel 7 wordt gewijzigd als volgt:

Huidige

Voorgestelde

Artikel 7.

 

  • 1.

    Het college kan uitvoeringsvoorschriften vaststellen betreffende het proces en de wijze van:

    • a.

      naamgeving en van begrenzing van woonplaatsen, wijken, buurten en bouwblokken;

    • b.

      <…>

    • c.

      nummering van verblijfsobjecten, ligplaatsen en standplaatsen en afgebakende terreinen;

    • d.

      <…>

  • 2.

    De uitvoeringsvoorschriften zijn niet strijdig met het convenant inzake postcodes.

 

Artikel 7.

 

  • 1.

    Het college kan nadere regels stellen over het proces en de wijze van:

    • a.

      naamgeving en begrenzing van woonplaatsen, wijken, buurten en bouwblokken;

    • b.

      <…>

    • c.

      nummering van verblijfsobjecten, lig- en standplaatsen;

    • d.

      <…>

  • 2.

    De nadere regels zijn niet strijdig met het Convenant inzake postcodes.

   

Toelichting op de wijziging

De omschreven mogelijke uitvoeringsvoorschriften zijn algemeen verbindende voorschriften die voor een ieder gelden, dat is de reden waarom deze dienen te worden aangeduid als nadere regels.

In het eerste lid, sub c. vervalt het onderdeel “afgebakend terrein” aangezien het in de praktijk niet mogelijk is om toegekende nummeraanduiding ten aanzien van een afgebakend terrein in de BAG-registratie op te nemen omdat de wet BAG daarin niet voorziet (leemte in de wet). Daarmee is het toekennen van een nummeraanduiding aan een afgebakend terrein slechts een theoretische mogelijkheid geworden en kan derhalve komen te vervallen in de verordening.

  

 

Artikel II

Dit besluit treedt na bekendmaking in het elektronisch gemeenteblad in werking.

 

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Schiedam in zijn openbare vergadering van

de griffier,

J.W. Scherpenzeel

de voorzitter,

C.H.J. Lamers

Naar boven