Gemeenteblad van Gennep
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Gennep | Gemeenteblad 2020, 16363 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Gennep | Gemeenteblad 2020, 16363 | Verordeningen |
Verordening Maatschappelijke ondersteuning gemeente Gennep 2020
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Leefzorgplan: beschrijft en geeft een schriftelijke weergave van de uitkomsten van het onderzoek. Het plan waarin de cliënt de omstandigheden, bedoeld in artikel 2.3.2, vierde lid, onderdelen a tot en met g van de wet, welke maatschappelijke ondersteuning naar zijn mening het meest is aangewezen; de weergave van het gesprek met de cliënt naar aanleiding van zijn melding, alsmede de beoogde resultaten en de evaluatie daarvan;
Woonvoorzieningen: Een niet-bouwkundige of niet-woon technische voorziening kan compensatie bieden in de zelfredzaamheid door cliënt in staat te stellen tot het verrichten van de noodzakelijke algemene dagelijkse levensverrichtingen (zoals een tillift of uitraasruimte).niet bouwkundig en woon technisch.
Woningaanpassingen: Een woningaanpassing is een bouwkundige of woon technische ingreep in of aan een woning wel bouwkundig en woon technisch (.verbouwing of het aanbrengen van speciale voorzieningen in de woning zonder aantasting van het gebouw (woon technische ingreep) bijvoorbeeld keuken, baden douchen, toilet).
Gemeenschappelijke ruimte (n): gedeelte(n) van een woongebouw, niet behorende tot de onderscheiden woningen, bestemd en noodzakelijk om de woning van de cliënt of waar deze zijn hoofdverblijf heeft vanaf de toegang tot het woongebouw te bereiken. Hieronder begrepen ruimten voor gemeenschappelijk gebruik zoals een keuken of recreatieruimte.
HOOFDSTUK 2: Melding, onderzoek en aanvraag
Artikel 6. Onderzoek naar de behoeften, persoonskenmerken en voorkeuren
de mogelijkheden om met gebruikmaking van een algemene voorziening of door het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten te komen tot verbetering van zijn zelfredzaamheid of zijn participatie, onderscheidenlijk de mogelijkheden om met gebruikmaking van een algemene voorziening te voorzien in zijn behoefte aan beschermd wonen of opvang;
de mogelijkheden om door middel van samenwerking met zorgverzekeraars en zorgaanbieders als bedoeld in de Zorgverzekeringswet en partijen op het gebied van publieke gezondheid, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen, te komen tot een zo goed mogelijk afgestemde dienstverlening met het oog op de behoefte aan verbetering van zijn zelfredzaamheid of zijn participatie of aan beschermd wonen of opvang;
HOOFDSTUK 3: Maatwerkvoorziening
Artikel 10. Criteria voor een maatwerkvoorziening in natura en PGB
Een cliënt met psychische of psychosociale problemen en een cliënt die de thuissituatie heeft verlaten, al dan niet in verband met risico’s voor zijn veiligheid als gevolg van huiselijk geweld, komt in aanmerking voor een maatwerkvoorziening ter compensatie van de problemen bij het zich handhaven in de samenleving, voor zover de cliënt deze problemen naar het oordeel van het college niet:
De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het in artikel 4 bedoelde onderzoek, een passende bijdrage aan het voorzien in de behoefte van de cliënt aan beschermd wonen of opvang en aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld zo zich snel mogelijk weer op eigen kracht te handhaven in de samenleving.
Een cliënt kan voor een voorziening voor vervoer in natura of in de vorm van een persoonsgebonden budget in aanmerking komen wanneer beperkingen, chronische psychische problemen of psychosociale problemen het gebruik van een collectief systeem onmogelijk maken, dan wel een collectief systeem niet aanwezig is.
Geen maatwerkvoorziening wordt verstrekt:
als het college van oordeel is dat een cliënt zijn behoefte aan maatschappelijke ondersteuning redelijkerwijs van te voren had kunnen voorzien en met zijn beslissing had kunnen voorkomen, kan het college besluiten dat de cliënt niet in aanmerking komt voor een maatwerkvoorziening met betrekking tot zelfredzaamheid of participatie.
Géén woonvoorziening wordt verstrekt:
voor zover het voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten betreft, zoals automatische deuropeners, hellingbanen, het verbreden van gemeenschappelijke toegangsdeuren, het aanbrengen van drempelhulpen of vlonders of het aanbrengen van een opstelplaats bij de toegangsdeur van de gemeenschappelijke ruimte;
Artikel 12. Sportvoorzieningen
Wanneer het voor de cliënt zonder sporthulpmiddel niet mogelijk is om een sport (niet zijnde topsport) te beoefenen en de kosten hiervoor aanzienlijk hoger zijn dan de gebruikelijke kosten die een persoon zonder beperkingen heeft voor dezelfde (of een vergelijkbare) sport, kan een sportvoorziening worden verstrekt.
Artikel 14. Regels voor Persoonsgebonden budget (PGB)
waarbij, voor zover van toepassing, rekening is gehouden met de in het derde lid gestelde voorwaarden betreffende het tarief onder welke de cliënt de mogelijkheid heeft om de betreffende diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen te betrekken van een persoon die behoort tot het sociale netwerk, en
het tarief of de prijs, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, onder 1, bedraagt voor maatschappelijke ondersteuning - verleend door een derde, niet zijnde op onverplichte basis verleende maatschappelijke ondersteuning door een hulp uit het sociale netwerk als bedoeld in artikel 2 van de Uitvoeringsregeling Wmo 2015 - 50% van het professionele uurtarief tot ten hoogste de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopste adequate in de gemeente tijdig beschikbare maatwerkvoorziening in natura, als noodzakelijk is om:
een hulp uit het sociaal netwerk als bedoeld in artikel 2 van de Uitvoeringsregeling Wmo 2015 kan voor op onverplichte basis verleende maatschappelijke ondersteuning een tegemoetkoming van maximaal € 170,-- per kalendermaand worden betaald, voor zover van toepassing aangevuld met een tegemoetkoming per kalendermaand voor schoonmaakmiddelen, levensmiddelen, kleding of reiskosten ten behoeve van de hulp overeenkomstig de door het college daarvoor vastgestelde bedragen.
de hoogte van het persoonsgebonden budget voor de inzet van het sociale netwerk is 50% van het persoonsgebonden budget voor professionele ondersteuning bedraagt, aangevuld tot het wettelijk minimumloon en de minimumvakantiebijslag indien er sprake is van een overeenkomst van opdracht, met uitzondering van de uitoefening van een bedrijf of in de zelfstandige uitoefening van een beroep.
Artikel 16. Intrekking en terugvordering
Een cliënt die een aanvraag heeft ingediend of aan wie krachtens deze verordening een voorziening is verstrekt, is verplicht zo spoedig mogelijk en schriftelijk aan het college mededeling te doen van feiten en omstandigheden waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening.
HOOFDSTUK 4: Eigen Bijdrage in de kosten
Artikel 17. Eigen Bijdrage in de kosten van maatwerkvoorzieningen in natura of PGB’s
In afwijking van het eerste lid is geen Eigen Bijdrage verschuldigd per bijdrageperiode door inwoners met een inkomen dat gelijk is of lager dan 120% van het wettelijk minimumloon. Met uitzondering van de maatwerkvoorzieningen Beschermd Wonen of Opvang zoals aangegeven in artikel 11 lid 1 van deze verordening.
De bijdrage, bedoeld in artikel 3.1, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 dan wel het totaal van de bijdragen, is gelijk aan de kostprijs, tot aan ten hoogste de door het rijk vastgestelde periodebijdrage voor de cliënt of de gehuwde cliënten tezamen, tenzij overeenkomstig artikel 2.1.4, derde lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 hoofdstuk 3 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 geen of een lagere bijdrage is verschuldigd.
De Eigen Bijdrage voor een maatwerkvoorziening in natura of PGB ten behoeve van een woningaanpassing voor een minderjarige cliënt is - in afwijking van artikel 2.1.4a, vierde lid, van de wet- verschuldigd door de onderhoudsplichtige ouders, daaronder begrepen degene tegen wie een op artikel 394 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek gegrond verzoek is toegewezen, en degene die anders dan als ouder samen met de ouder het gezag uitoefent over een cliënt.
Hoofstuk 5 Kwaliteit, misbruik en veiligheid
Artikel 20. Verhouding prijs en kwaliteit levering dienst door derden
Artikel 22. Voorkoming en bestrijding ten onrechte ontvangen maatwerkvoorzieningen in natura en PGB’s en misbruik of oneigenlijk gebruik van de wet
Onverminderd artikel 2.3.8 van de wet doet een cliënt aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing als bedoeld in artikel 2.3.5 of 2.3.6 van de wet.
Als het college een beslissing op grond van het tweede lid, onder a, heeft ingetrokken en de verstrekking van de onjuiste of onvolledige gegevens door de cliënt opzettelijk heeft plaatsgevonden, kan het college van de cliënt en degene die daaraan opzettelijk zijn medewerking heeft verleend, geheel of gedeeltelijk de geldswaarde vorderen van de ten onrechte genoten maatwerkvoorziening of het ten onrechte genoten PGB.
Artikel 23. Opschorting betaling uit het PGB
Het college kan de Sociale Verzekeringsbank (SVB) gemotiveerd verzoeken te beslissen tot een gehele of gedeeltelijke opschorting van betalingen uit het PGB voor ten hoogste dertien weken als er ten aanzien van een cliënt een ernstig vermoeden is gerezen dat sprake is van een omstandigheid als bedoeld in artikel 2.3.10, eerste lid, onder a, d of e, van de wet.
HOOFDSTUK 6: Waardering en ondersteuning mantelzorgers
Artikel 25a. ondersteuning mantelzorgers
De gemeente kan een mantelzorger van een zorgvrager die in de gemeente Gennep woont, ontlasten bij de uitvoering van taken door bijvoorbeeld de toekenning van huishoudelijke hulp aan de mantelzorger en de inzet van dagbesteding en/of persoonlijke verzorging bij de hulpbehoevende.
HOOFDSTUK 7: Klachten, medezeggenschap en inspraak
Artikel 28. Betrekken van ingezetenen bij het beleid
Het college stelt ingezetenen, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers, in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning te doen, vroegtijdig gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende maatschappelijke ondersteuning, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.
HOOFDSTUK 8: Overgangsrecht en slotbepalingen
Het door het gemeentebestuur gevoerde beleid wordt, voor de verordening jaarlijks voor beleidsplannen, eenmaal per twee jaar geëvalueerd. Het college zendt hiertoe telkens twee jaar na de inwerkingtreding van de verordening aan de gemeenteraad een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de verordening in de praktijk.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2020-16363.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.