Verordening tot 1ste wijziging van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Tiel 2015

in verband met

 

  • 1.

    Herstel wegens een omissie

  • 2.

    invoering van het abonnementstarief

 

De raad van de gemeente Tiel,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 november 2019

 

overwegende dat de aanpassing van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Tiel 2015 noodzakelijk is

 

besluit :

 

vast te stellen de volgende wijzigingsverordening:

Verordening tot 1ste wijziging van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Tiel 2015.

Artikel I

De Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Tiel 2015 wordt als volgt gewijzigd:

 

A

 

Toegevoegd wordt artikel 3a;

 

Artikel 3a luidend

Artikel 3a. Criteria voor een maatwerkvoorziening beschermd wonen en opvang

Het college verstrekt de voorzieningen opvang en beschermd wonen overeenkomstig de bepalingen over opvang en beschermd wonen in de verordening(en) van de gemeenteraad en het college van de centrumgemeente Nijmegen, en in de beleidsregels van dit college.

 

B

 

Gewijzigd wordt Artikel 8.

Bestaande tekst:

 

Artikel 8. Regels voor bijdrage in de kosten van maatwerkvoorzieningen en algemene voorzieningen

  • 1.

    Een cliënt is een bijdrage in de kosten verschuldigd:

    • a.

      voor het gebruik van een algemene voorziening, niet zijnde cliëntondersteuning, en,

    • b.

      voor een maatwerkvoorziening in natura dan wel pgb, zolang hij van de maatwerkvoorziening gebruik maakt of gedurende de periode waarvoor het pgb wordt verstrekt.

  • 2.

    Als een maatwerkvoorziening of pgb wordt verstrekt ten behoeve van een woningaanpassing voor een minderjarige cliënt is de bijdrage in de kosten verschuldigd door

    • a.

      de onderhoudsplichtige ouders, daaronder begrepen degene tegen wie een op artikel 394 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek gegrond verzoek is afgewezen, en

    • b.

      degene die anders dan als ouder samen met de ouder het gezag uitoefent over een cliënt.

  • 3.

    De bedragen en percentages die gelden voor de bijdrage voor de maatwerkvoorziening of pgb zijn gelijk aan de bedragen en percentages opgenomen in het Uitvoeringsbesluit 2015

  • 4.

    Het college kan bij nadere regeling bepalen:

    • a.

      voor welke algemene voorzieningen, niet zijnde cliëntondersteuning, de cliënt een bijdrage is verschuldigd;

    • b.

      wat per soort algemene voorziening de hoogte van deze bijdrage is;

  • 5.

    Het college bepaalt bij nadere regeling:

    • a.

      op welke wijze de kostprijs van een maatwerkvoorziening en pgb wordt bepaald, en

    • b.

      door welke andere instantie dan het CAK in de gevallen bedoeld in artikel 2.1.4, zevende lid van de wet, de bijdragen voor een maatwerkvoorziening of pgb worden vastgesteld en geïnd.

 

Nieuwe tekst:

 

Artikel 8. De bijdrage in de kosten van maatwerkvoorzieningen en algemene voorzieningen

  • 1.

    Een cliënt is een bijdrage in de kosten verschuldigd voor een maatwerkvoorziening in natura of pgb, zolang hij van de maatwerkvoorziening gebruik maakt of gedurende de periode waarvoor het pgb wordt verstrekt

  • 2.

    Als een maatwerkvoorziening of pgb wordt verstrekt ten behoeve van een woningaanpassing voor een minderjarige cliënt is de bijdrage in de kosten verschuldigd door

    • a.

      de onderhoudsplichtige ouders, daaronder begrepen degene tegen wie een op artikel 394 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek gegrond verzoek is afgewezen, en

    • b.

      degene die anders dan als ouder samen met de ouder het gezag uitoefent over een cliënt.

  • 3.

    Een cliënt is een bijdrage in de kosten verschuldigd indien deze gebruik maakt van een in deze Verordening vermelde algemene voorziening.

 

Toegevoegd wordt artikel 8a

 

Artikel 8a luidend

 

Artikel 8a. Hoogte bijdrage in de kosten

  • 1.

    Voor de algemene voorzieningen en maatwerkvoorzieningen die niet genoemd worden in lid 2 t/m 4 van dit artikel bedraagt de hoogte van de bijdrage voor een of meerdere voorzieningen tezamen € 19, - per maand voor de ongehuwde cliënt of de gehuwde cliënt tezamen.

  • 2.

    De hoogte van de bijdrage voor de maatwerkvoorziening voor vervoer door Versis is, naast de bijdrage in de kosten van de vervoerspas, per rit gelijk aan het in de regio Rivierenland voor het reguliere openbaar vervoer geldende basistarief plus het kilometertarief vermenigvuldigd met het aantal gereisde kilometers.

  • 3.

    De hoogte van de bijdrage voor een hulpmiddel, woningaanpassing overstijgt niet de kostprijs van de voorziening.

  • 4.

    De kostprijs van een maatwerkvoorziening in natura is gelijk aan de kosten die het college voor de desbetreffende maatwerkvoorziening zelf maakt.

  • 5.

    De kostprijs van een maatwerkvoorziening in de vorm van een pgb is gelijk aan de hoogte van het pgb.

  • 6.

    In afwijking van de bepalingen in dit artikel kan een cliënt op grond van hoofdstuk 3 van het uitvoeringsbesluit geen bijdrage verschuldigd zijn.

Artikel II

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2020.

Artikel III

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening tot 1ste wijziging van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Tiel 2015.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 18 december 2019

de griffier,

de voorzitter,

Toelichting

 

Artikel 3a Criteria bij / voor een maatwerkvoorziening beschermd wonen en opvang

 

Op grond van de Wmo 2015 ligt de verantwoordelijkheid voor maatschappelijke opvang en beschermd wonen bij alle gemeenten. De gemeente Tiel heeft de gemeente Nijmegen gemandateerd voor de uitvoering van deze taken. Op basis van dit artikel kan de gemeente Tiel hierbij het door de gemeente Nijmegen vastgestelde beleid hanteren indien en voor zover dat beleid voorziet in een aan het beschermd wonen en maatschappelijke opvang besluit gerelateerde maatwerkvoorziening.

Als het besluit van Nijmegen voorziet in Zorg in Natura of een persoonsgebonden budget welke tevens toereikend wordt geacht voor de inkoop van huishoudelijke ondersteuning in de woning/woonvoorziening te Tiel, dan stelt dit artikel daarbij aan. Een dergelijke maatwerkvoorziening wordt dan door de gemeente Tiel geweigerd.

 

Artikel 8. Bijdrage voor maatwerkvoorzieningen en algemene voorzieningen

Lid 1

Het college vraagt een bijdrage in de kosten aan de cliënt, zolang hij gebruik maakt van de maatwerkvoorziening of het pgb.

 

Lid 2

Aan jeugdigen tot 18 jaar kan uitsluitend een bijdrage in de kosten worden opgelegd voor een woningaanpassing. Voorwaarde voor het kunnen vragen van deze bijdrage in de kosten, is dat dit door de gemeenteraad als zodanig in de verordening is bepaald.

 

Lid 3

De gemeente kan ook voor het gebruik van een algemene voorziening (behalve voor cliëntondersteuning) een bijdrage in de kosten van de gebruiker vragen. Als de gemeente dit wenst, dan moet dit in de verordening worden geregeld.

 

Artikel 8a. Hoogte bijdrage in de kosten

Lid 1,

In lid 1 is geregeld voor welke algemene voorzieningen en maatwerkvoorzieningen het zogenaamde abonnementstarief van € 19, - per maand geldt.

Het abonnementstarief is verplicht voor alle maatwerkvoorzieningen, met uitzondering van beschermd wonen, de maatwerkvoorziening opvang of andere bij algemene maatregel van bestuur omschreven maatwerkvoorzieningen.

Uit de wet volgt verder dat het abonnementstarief verplicht is voor algemene voorzieningen waarbij een duurzame hulpverleningsrelatie wordt aangegaan tussen degenen aan wie een voorziening wordt verstrekt en de betrokken hulpverlener. De gemeente Tiel biedt die voorzieningen nog niet aan.

 

Met gehuwden tezamen wordt bedoeld dat de eigen bijdrage voor de gehuwde of samenwonende cliënten niet hoger zal zijn dan € 19, - per maand.

 

lid 2

Daarnaast kan het vervoer op grond van het uitvoeringsbesluit worden uitgezonderd van het abonnementstarief. Het gaat hierbij in de meeste gevallen om collectief vervoer en in enkele gevallen individueel vervoer. Het gaat niet om (mobiliteits)hulpmiddelen zoals een aangepaste fiets of een scootmobiel. Reden voor deze uitzondering is dat er bij deze vormen van vervoer per rit lage prijzen worden gevraagd en het gebruik in veel gevallen incidenteel is. In lid 2 is daarom een afzonderlijke bepaling opgenomen over de hoogte van de bijdrage in de kosten voor het vervoer.

 

Lid 3, lid 4 en lid 5

Vanaf 2020 hoeft er, vanwege de invoering van het abonnementstarief, niet meer voor alle voorzieningen gecontroleerd te worden of de bijdrage de kostprijs te boven gaat. In lid 3 is geregeld voor welke voorzieningen deze controle nog wel geldt. In lid 4 en 5 is uitgelegd hoe de kostprijs tot stand komt.

 

Lid 6

Op grond van het uitvoeringsbesluit is er voor een rolstoel geen bijdrage verschuldigd.

 

De verordening is beleidsinhoudelijk niet (verder) gewijzigd.

Naar boven