Gemeenteblad van Rotterdam
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rotterdam | Gemeenteblad 2020, 159681 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rotterdam | Gemeenteblad 2020, 159681 | Verordeningen |
Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam houdende regels omtrent subsidiëring van de corona noodsteun (Subsidieregeling Rotterdamse corona noodsteun 2020)
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,
gelezen het voorstel van de gemeentesecretaris van 16 juni 2020, Corsanummer 20bb007570;
gelet op de artikelen 2, 3 derde lid, 3a, 4, 6, derde lid, artikel 13, vierde lid, artikel 14, vijfde lid, van de Subsidieverordening Rotterdam 2014;
Subsidie kan niet worden toegekend aan instellingen die al op 31 december 2019 in financiële moeilijkheden verkeerden in de zin van de AGVV en aan instellingen ten aanzien waarvan een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerder besluit van de Commissie waarbij de steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard.
Subsidie wordt, op aanvraag, uitsluitend verstrekt aan instellingen waarbij de continuïteit van de bedrijfsvoering in de periode van 13 maart 2020 tot en met 1 september 2020 als gevolg van de beperkende coronamaatregelen in het geding is, of die vanwege hun rol als vitaal onderdeel van de regionale culturele infrastructuur aangewezen zijn op de gemeente voor matching van rijksgelden.
Indien de som van de te verlenen subsidies het subsidieplafond overschrijdt worden de subsidies evenredig verlaagd met het bedrag waarmee het subsidieplafond wordt overschreden, waarbij in geval van matching met een Rijkscultuurfonds het toe te kennen subsidiebedrag niet kan dalen tot onder het bedrag dat het Rijkscultuurfonds toekent.
Onverminderd artikel 5 van de SVR 2014 legt de aanvrager de volgende gegevens over:
Een subsidieaanvraag wordt, in afwijking van artikel 6 van de SVR 2014, uiterlijk op 18 juli 2020 Ingediend.
Artikel 11 Aanvullende weigeringsgronden
Onverminderd artikel 8 van de SVR 2014 kan subsidieverlening worden geweigerd als:
Artikel 12 Verplichtingen subsidieontvanger
Onverminderd de artikelen 12 en 12a van de SVR 2014 neemt de instelling gedurende de periode tot en met 31 augustus 2020 alle maatregelen en onthoudt zich van handelingen noodzakelijk om de continuïteitspositie niet te verslechteren, waaronder het niet aangaan van financiële verplichtingen die nagekomen moeten worden in de periode tot en met 31 augustus 2020.
Aldus vastgesteld in de vergadering van 16 juni 2020.
De secretaris,
V.J.M. Roozen
De burgemeester,
A. Aboutaleb
Dit gemeenteblad is uitgegeven op 17 juni 2020 en ligt op dins-, woens- en donderdagen van 9.00 tot 13.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Wachtruimte Timmerhuis, Halvemaanpassage 1 (trap op, melden bij Informatiebalie)
(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)
Toelichting Subsidieregeling Rotterdamse corona noodsteun 2020
De coronacrisis heeft grote gevolgen voor een aantal sectoren in Rotterdam. De beheersmaatregelen (o.a. sluiting instellingen) van de Rijksoverheid hebben ertoe geleid dat de inkomsten van veel instellingen in de stad drastisch zijn teruggelopen. Het Rijk zet instrumenten in om de impact landelijk te verzachten. Dit zal echter slechts ten dele helpen om de maatschappelijke infrastructuur van Rotterdam in stand te houden. Met name in de culturele sector en de sportsector hebben onvoldoende aan landelijke steunmaatregelen.
Delen van de sport- en culturele infrastructuur dreigen door de huidige COVID-19-maatregelen ernstig en mogelijk onherstelbaar beschadigd te raken. Dit heeft mogelijk definitieve sluitingen van sport- of culturele instellingen tot gevolg. Daarom acht het college het noodzakelijk middels onderhavige subsidieregeling een noodfonds in het leven te roepen. Op basis van deze subsidieregeling kunnen belangrijke onderdelen van de sport- en culturele infrastructuur financieel worden ondersteund in de periode tot 1 september 2020.
De regeling is bedoeld voor instellingen die een belangrijke plek innemen in de sport- en culturele infrastructuur. Voor sportorganisaties betekent dit dat zij activiteiten uitvoeren die passen binnen het gemeentelijk beleid van het taakveld Sport en bijdragen aan het in standhouden van de basisinfrastructuur aan sportvoorzieningen. Het gaat om organisaties die exploitant zijn van sportvoorzieningen (zwembaden, sporthallen, gymzalen of sportvelden) en hiervoor een structurele subsidie- of inkooprelatie met de gemeente hebben.
Voor de culturele infrastructuur betreft het instellingen die een structurele subsidierelatie met de gemeente hebben voor het uitvoeren van activiteiten die vallen onder het beleid van het taakveld Cultuur en die een positief advies hebben ontvangen van de RRKC voor de cultuurplanperiode 2021 – 2024. Ook kunnen instellingen die als vitaal onderdeel van de culturele infrastructuur in aanmerking komen voor Rijkssteun, van dit noodfonds gebruik maken om te voldoen aan de matchingsverplichting die door het Rijk is opgelegd (aanvullende financiering door de gemeente).
De regeling is getoetst aan het staatssteunkader. De Europese Commissie heeft in meerdere mededellingen aangegeven dat steunregelingen als gevolg van COVID-19 maatregelen versneld in behandeling genomen worden en dat onder voorwaarden dergelijke steunmaatregelen verenigbaar zijn met de interne markt (Tijdelijk kader staatssteun).
In overleg met het ministerie van Binnenlandse Zaken en Economische zaken is geconcludeerd dat het tijdelijk steunkader niet van toepassing is voor de genoemde beleidsvelden en dat toepassing van artikel 53 (cultuur) en 55 (sportinfrastructuur) van de verordening (EU) Nr. 651/2014 (de Algemene groepsvrijstellingsverordening) voldoet. Dat betekent dat na vaststelling en publicatie van de regeling door het college, de regeling direct in werking treedt en er geen tijd verloren gaat. Vereiste is wel dat de regeling binnen 20 dagen na vaststelling ter kennisgeving aangeboden wordt aan de Europese Commissie.
Subsidie wordt, op aanvraag, uitsluitend verstrekt aan instellingen waarbij de continuïteit van de bedrijfsvoering in de periode van 13 maart 2020 tot en met 1 september 2020 als gevolg van de coronamaatregelen in het geding is, of die vanwege hun rol als vitaal onderdeel van de regionale culturele infrastructuur aangewezen zijn op de gemeente voor matching van rijksgelden. Daarbij geldt als voorwaarde dat de instelling een beroep heeft gedaan op alle financiële ondersteuningsmogelijkheden die beschikbaar zijn en alle mogelijke maatregelen heeft genomen om de kosten te verminderen en de opbrengsten te verhogen.
Voor subsidie komen in aanmerking de kosten die direct verbonden zijn met het voortzetten van de bedrijfsvoering tot 1 september 2020. Daarnaast komt voor subsidie in aanmerking het bedrag dat minimaal nodig is om te voldoen aan de matchingsverplichting die aan instellingen zijn opgelegd die vanwege hun rol als vitaal onderdeel van de regionale culturele infrastructuur in aanmerking komen van ondersteuning van het Rijk.
De noodsteun is bedoeld als ‘last resort’. Van de instelling wordt dan ook verwacht dat deze reeds een beroep heeft gedaan op alle beschikbare financiële ondersteuningsmogelijkheden en zelf alle mogelijke maatregelen heeft genomen om de kosten te verminderen en de opbrengsten te verhogen. Alleen instellingen die als een rechtstreeks gevolg van de coronamaatregelen niet meer kunnen ‘overleven’ komen voor subsidie in aanmerking.
Subsidie kan worden verstrekt indien uit de beoordeling van de gegevens bij de aanvraag kan worden opgemaakt dat het voortbestaan van de instelling als direct gevolg van de coronacrisis ernstig wordt bedreigd.
Matchingsverplichting: De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen heeft een Fonds Podiumkunsten ingesteld voor instellingen die deel uitmaken van de regionale culturele infrastructuur. Instellingen kunnen een beroep doen op dat fonds, maar daarbij is als voorwaarde opgenomen dat het provinciale of gemeentelijke bevoegd gezag meefinanciert voor eenzelfde bedrag dat vanuit het fonds beschikbaar gesteld wordt. De Subsidieregeling Rotterdamse corona noodsteun 2020 is ook van toepassing op bijdrage in verband met deze matchingsverplichting.
Voor subsidie kunnen in aanmerking komen die instellingen die een cruciale betekenis hebben voor de maatschappelijke en publiek economische infrastructuur van Rotterdam op de terreinen Cultuur en Sport.
Voor Cultuurinstellingen gelden daarnaast de volgende aanvullende voorwaarden:
De instellingen met een matchtingsverplichting moeten ook voldoen aan de criteria b en c. Er moet dus ook een subsidierelatie zijn en de instelling dient een positief advies van de RRKC te hebben ontvangen. Dit kan betekenen dat een aanvraag van een instelling uit twee onderdelen bestaat. Een deel vanwege het voldoen aan de matchingsverplichting en een deel aanvullende noodzakelijkheid, omdat een instelling met de aanvullende matchingbijdrage nog steeds niet zou uitkomen.
Uitsluitend voor het beleidsveld Sport geldt dat alleen instellingen voor subsidie in aanmerking komen die activiteiten uitvoeren die passen binnen het gemeentelijk beleid op de taakvelden sport, zoals vastgelegd in de toepasselijke beleidskaders. De instellingen hebben daarnaast een structurele subsidie- of inkooprelatie met de gemeente voor het beheren en exploiteren van de gemeentelijke zwembaden, sporthallen/-zalen, gymzalen of sportvelden. Daarmee vervullen deze instellingen een cruciale rol met betrekking tot de toegankelijkheid en kwaliteit van de Rotterdamse sportvoorzieningen, zodat zij tot de infrastructuur op het gebied van Sport kunnen worden gerekend. Om deze reden wordt het wenselijk geacht deze instellingen in aanmerking te laten komen voor een eenmalige subsidiebijdrage om de continuïteit tot 1 september 2020 te kunnen borgen.
De subsidieregeling kent een subsidieplafond van in totaal € 14.925.000. Dit bedrag is uitgesplitst naar een deelplafond ter hoogte van € 10.050.000 voor Cultuur en deelplafond van € 4.875.000 voor Sport.
De mogelijkheid bestaat om indien het ene plafond onvoldoende wordt uitgenut de middelen toe te voegen aan het andere plafond. Dit biedt het college de mogelijkheid om de middelen daar waar nodig te kunnen inzetten.
Verstrekking van subsidie vindt plaats op basis van de beoordeling van de noodzaak tot een bijdrage om in de continuïteit van de bedrijfsvoering te kunnen voorzien of te voorzien in matching zoals omschreven in art. 3, tweede lid. De hoogte van de bijdrage wordt gebaseerd op een beoordeling van de gegevens uit artikel 9.
Deze beoordeling zou ertoe kunnen leiden dat de inschatting van het college lager uitvalt dan op basis van de aangeleverde gegevens en door de aanvrager berekende aanvraag. Een lagere verlening op basis van de beoordeling zal op financiële wijze gemotiveerd moeten worden in de verleningsbeschikking.
Indien de som van de te verlenen subsidies het subsidieplafond overschrijdt worden de te verlenen subsidiebedragen evenredig verlaagd met het bedrag waarmee het subsidieplafond wordt overschreden. Indien blijkt dat het totaal aan gehonoreerde aanvragen het subsidieplafond overstijgt zullen aanvragen navenant met een vergelijkbaar percentage gekort worden.
Het college heeft een subsidieplafond opgenomen op basis van een bestemmingsreserve die door de raad is beschikbaar gesteld. Het derde lid ziet op de situatie waarin de som van de te verlenen subsidies het subsidieplafond overschrijdt in dat geval worden de subsidies evenredig verlaagd met het bedrag waarmee het subsidieplafond wordt overschreden. Gekozen is voor een methode die recht doet aan objectiviteit, gelijkwaardigheid en transparantie. Ieder wordt naar evenredigheid gekort. De regeling heeft wel in zich dat hierdoor alle instellingen te weinig zullen ontvangen en indien de eerdere berekening en beoordeling van het tweede lid correct zou zijn, instellingen met minder dan op grond van de beoordeling zouden omvallen.
De gegevens die gevraagd worden, dienen om een beoordeling te kunnen maken over de noodzaak van de gevraagde steun. Met name van belang is aan te geven welke steunmaatregelen reeds ontvangen zijn en welke maatregelen de instelling reeds heeft getroffen om haar positie niet te verslechteren. De bijdrage uit het noodfonds is immers een last resort.
Artikel 11 Aanvullende weigeringsgronden
Het gaat hier om extra weigeringsgronden. Het gevolg is dat de aanvraag niet verder in behandeling wordt genomen. Deze zijn noodzakelijk omdat ze specifiek zien op de noodsteun beoordeling.
Artikel 12 Verplichtingen subsidieontvanger
De instelling neemt gedurende de periode tot 1 september 2020 alle maatregelen en onthoudt zich van handelingen noodzakelijk om de continuïteitspositie niet te verslechteren, waaronder het niet aangaan van verplichtingen die nagekomen moeten worden in de periode tot 1 september 2020. Deze verplichting is opgenomen om te zorgen dat de financiële positie van de instelling niet nog meer verslechtert
Artikel 13 Verantwoording en vaststelling subsidies
De subsidie wordt vastgesteld op basis van de een aanvraag tot vaststelling. Dit geldt ook voor de subsidies onder de € 25.000. Dit wijkt af van de algemene praktijk en regeling van artikel 13 eerste lid sub a waarbij subsidie onder de € 25.000 direct bij subsidieverlening wordt vastgesteld.
De subsidie is ter overbrugging tot 1 september 2020. De subsidieperiode eindigt derhalve op 1 september. Verantwoording kan dan eerder plaatsvinden. De termijn voor indienen van de aanvraag tot vaststelling is gelijk aan de regeling voor eenmalige subsidies in artikel 13, derde lid, sub a en artikel 14, eerste lid, sub a van de Subsidieverordening Rotterdam. In dit lid wordt bepaald dat deze regeling in het kader van deze subsidie ook van toepassing is op instellingen die normaal gesproken werken met jaarsubsidies.
Hier worden de extra verantwoordingsgegevens gevraagd die specifiek toezien op de beoordeling of en in welke mate de verleende subsidie heeft bijgedragen aan de financiële overbrugging. Daarnaast regelt dit lid dat in afwijking van artikel 14 van de Subsidieverordening Rotterdam 2014 niet alle accountantsproducten aangeleverd hoeven te worden. Zo is bepaald dat voor subsidies tussen € 50.000 en € 200.000 alleen een beoordelingsverklaring aangaande de financiële verantwoording en voor subsidies boven de € 200.000 alleen een controleverklaring aangaande de financiële verantwoording nodig is.
In artikel 2 van de SVR 2014 is bepaald dat de verordening van toepassing is op het verstrekken van subsidies op de programma’s die in de begroting zijn opgenomen. Omdat de middelen die voor deze regeling worden vrijgemaakt, nog niet in de begroting zijn verwerkt, dient de raad hier eerst een besluit over te nemen. Dit besluit is gepland op 16 juli. Reden waarom de datum van inwerkingtreding op 17 juli is gezet.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2020-159681.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.