Gemeenteblad van Oegstgeest
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Oegstgeest | Gemeenteblad 2020, 154995 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Oegstgeest | Gemeenteblad 2020, 154995 | Verordeningen |
Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Oegstgeest houdende regels omtrent bomen (Bomenverordening Oegstgeest 2019)
ARTIKEL 1: Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
een houtig opgaand gewas zowel levend als afgestorven met een stamdiameter van minimaal 15 cm gemeten op 1,30 m hoogte boven het maaiveld. In geval van meerstammigheid geldt de diameter van de dikste stam. In afwijking van deze minimale stamdiameter van 15 cm geldt geen minimale stamdiameter bij toepasbaarheid van artikel 12 van deze verordening.
ARTIKEL 3: Velverbod Monumentale en Waardevolle houtopstand
Na inwerkingtreding van artikel 4.6 Wet natuurbescherming of van een vergelijkbaar verbod tot het stellen van regels voor de in dit artikel 3 genoemde houtopstanden, geldt buiten de bebouwde kom het in het eerste lid gestelde verbod niet voor houtopstanden die staan buiten erven en tuinen, indien zij staan in een zelfstandige eenheid van:
ARTIKEL 4: Criteria verlening omgevingsvergunning artikel 3
Na inwerkingtreding van artikel 4.6 Wet natuurbescherming of van een vergelijkbaar verbod tot het stellen van regels voor de in dit artikel 5 genoemde houtopstanden, geldt buiten de bebouwde kom het in het eerste lid gestelde verbod niet voor houtopstanden die staan buiten erven en tuinen, indien zij staan in een zelfstandige eenheid van:
ARTIKEL 8: Intrekking of wijziging vergunning artikel 13 of 15
De vergunning van artikel 13 of 15 kan worden ingetrokken of gewijzigd:
ARTIKEL 10: Bijzondere voorschriften omgevingsvergunning
Tot de voorschriften kan behoren, dat pas tot vellen van de houtopstand op en bij bouw- en aanlegwerken of andere ruimtelijke herinrichting of reconstructie mag worden overgegaan indien andere ontheffingen, vergunningen, toestemmingen of ruimtelijke ordeningsprocedures onherroepelijk geworden zijn en de feitelijke en financiële voortgang van de werken voldoende gewaarborgd zijn.
ARTIKEL 11: Herplant-/instandhoudingsplicht
Indien een houtopstand waarop het verbod tot vellen van toepassing is, zonder omgevingsvergunning van het bevoegd gezag is geveld, dan wel op andere wijze teniet is gegaan, zal het bevoegd gezag aan de rechthebbende de verplichting opleggen, te herplanten overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn, tenzij met redenen omkleed van deze regel moet worden afgeweken.
ARTIKEL 13: Bestrijding van ziekten
Indien zich op een terrein één of meer houtopstanden bevinden die naar het oordeel van het college gevaar opleveren van verspreiding van een boomziekte of voor vermeerdering van de ziekteverspreiders, is de rechthebbende - indien hij daartoe door het college is aangeschreven - verplicht binnen de bij aanschrij¬ving vast te stellen termijn:
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van d.d. 28 november 2019,
de griffier,
de voorzitter,
Bomenverordening Oegstgeest 2019
ARTIKEL 1: Begripsomschrijvingen
Gemeentelijk dorpsgezicht en beschermd dorpsgezicht zijn beiden termen die voorkomen in bestemmingsplannen van de gemeente Oegstgeest. In deze verordening vallen deze termen onder de definitie Beschermd dorpsgezicht.
Houtopstanden worden regelmatig (ernstig) beschadigd of vernietigd door bouw en aanleg van huizen, wegen, rioleringen of kabels en leidingen. Vaak gebeurt dit ongewenst en onbedoeld, omdat er te laat is gekeken naar de gevolgen voor de houtopstanden. Hierdoor worden houtopstanden niet op juiste wijze ingepast of raken (onherstelbaar) beschadigd. De Bomen Effect Analyse is een nauwgezette en onafhankelijke beoordeling, voorafgaand aan voorgenomen bouw of aanleg. De Bomen Effect Analyse waarborgt de boomtechnische kwaliteit en garandeert een goede beoordeling van alle effecten en mogelijke alternatieven om houtopstanden te bewaren.
Afbakening van het begrip boom is van belang voor het aangeven van een ondergrens van het velverbod voor bepaalde categorieën bomen. Slechts houtopstanden met een stamdiameter van minimaal 15 cm gemeten op 1,30 m hoogte boven het maaiveld, vallen onder de term ‘boom’. Het betreft zowel vitaal als afgestorven houtachtig gewas.
Dunning is een vorm van vellen die slechts zo ver mag gaan dat hiermee de groei van de overblijvende bomen zal verbeteren.
De stobbe van hakhout bereikt vaak niet de hoogte van 1,30 m boven het maaiveld. Om die reden kan hakhout niet voldoen aan de ondergrens van de term ‘boom’. Er kan namelijk geen stamdiameter van minstens 15 cm gemeten op 1,30 m hoogte boven het maaiveld worden vastgesteld. Vandaar dat deze categorie houtopstanden, ook separaat onder het velverbod van artikel 5 lid 1 onder b is vermeld.
Een begrip van deze verordening, dat onder andere van belang is om aan te geven dat bestrijding van boomziekten en bescherming van gemeenteboom tegen vandalisme, betrekking heeft op meer houtige gewassen dan alleen bomen met een stamdiameter van minimaal 15 cm.
Een vorm van snoeien waarbij alle takken tot op de hoofdtakken van de houtopstand worden teruggesnoeid. Periodiek terugsnoeien van nieuw uitlopende takken blijft daarna nodig.
Betreft het afzagen van de kroon van de houtopstand. De nieuwe takken worden periodiek teruggesnoeid: het zogenaamde ‘knotten’.
Elke wijze van het te gronde richten van houtopstand ongeacht of dit gedeeltelijk is, bijvoorbeeld bij snoeien, of volledig, zoals bij rooien (inclusief stobbe verwijderen). Ook ingrepen die een ingrijpende wijziging betekenen, zoals kandelaberen, knotten of het snoeien van meer dan 20 procent van het kroonvolume, vallen onder vellen. Het ernstig beschadigen of ontsieren van een boomkroon valt dus onder het velverbod. Het in stand houden door periodieke snoei van de door kandelaberen of knotten ontstane kroonvorm is niet omgevingsvergunningplichtig. De eerste keer kandelaberen of knotten is wel omgevingsvergunningplichtig. Het verwijderen van hoofdwortels, waarvan kan worden aangenomen dat daardoor de houtopstand ernstige schade oploopt, valt eveneens onder het begrip vellen. Door de verordening ook van toepassing te laten zijn op het ernstig beschadigen of ontsieren van samengestelde verschijningsvormen, worden grootschalige ingrepen in houtopstanden eveneens omgevingsvergunningplichtig.
ARTIKEL 3: Monumentale en Waardevolle houtopstand
Lid 4. Artikel 4.6 Wet natuurbescherming is bij vaststelling van de Bomenverordening mogelijk nog niet in werking getreden. Artikel 4.6 Wet natuurbescherming bevat voor de gemeente een - specifiek- verbod op het maken van een velverbod in de Bomenverordening. Het gaat dan om het regelverbod voor bepaalde eenheden houtopstanden die staan buiten de bebouwde komgrens (zoals vastgesteld volgens de Wet natuurbescherming). Dit regelverbod is niet van toepassing in erven en tuinen. Het regelverbod geldt wel voor houtopstanden die staan buiten deze komgrens en in een zelfstandige eenheid van:
Om te voorkomen dat de gemeente een velverbod heeft in strijd met artikel 4.6 Wet natuurbescherming, staat in artikel 3 derde lid Bomenverordening een vrijstelling van artikel 3 eerste lid Bomenverordening. Omdat artikel 4.6 van de Wet natuurbescherming nog niet werking is getreden, staat in artikel 3 derde lid Bomenverordening de voorwaarde van inwerkingtreding.
Het kan zijn dat artikel 4.6 Wet natuurbescherming onder een andere regeling in werking treedt. Vandaar dat in artikel 3 derde lid Bomenverordening hiernaar wordt verwezen.
ARTIKEL 4: Criteria verlening omgevingsvergunning artikel 3
Lid 1 en 2. De waarden van de Monumentale en Waardevolle houtopstanden zijn getoetst bij vaststelling van de Bomenlijst. In lid 1 en 2 staan daarom geen criteria voor vaststelling van nieuwe waarden waarop de omgevingsvergunning kan worden geweigerd. Lid 1 en lid 2 bevatten slechts criteria waarop de omgevingsvergunning kan worden verleend.
Lid 2 onder a. Is de reden van velling een vordering tot verwijdering van de houtopstand in het kader van artikel 5:42 Burgerlijk Wetboek, dan kan dit een grondslag voor het bevoegd gezag zijn om de omgevingsvergunning te verlenen. Het gaat dan om de vordering tot verwijdering van een houtopstand die in de ‘verboden zone tot de erfgrens’ staat. Deze verboden zone is in artikel 12 van de verordening vastgesteld op 0,5 m voor bomen en op nihil voor heesters en heggen. Voor houtopstanden die voor inwerkingtreding van de verordening zijn aangeplant en die tevens vermeld staan op de Groene Kaart, op de Bomenlijst of vallen onder overige houtopstanden van artikel 5 eerste lid, is deze afstand vastgesteld op nihil.
Lid 1 onder c. Er is een velverbod voor houtopstand die is aangeplant op grond van artikel 10 en 11. Dit kunnen houtopstanden zijn met een stamdiameter kleiner dan 15 cm.
Lid 2 onder f. Deze vrijstelling geldt specifiek voor velling van houtopstanden die eigendom van de Stichting ‘Het Zuid-Hollands Landschap’ zijn of die zij in langdurige erfpacht hebben. Als voorbeeld: voor velling van houtopstanden die zij in beheer hebben, geldt de vrijstelling niet. De Stichting ‘Het Zuid-Hollands Landschap’ is bij de Kamer van Koophandel geregistreerd onder nummer 41125529. Het Rechtspersonen en Samenwerkingsverbanden Informatie Nummer (ook wel RSIN- of ANBI-nummer genoemd) is 002771263.
Lid 3. Hier staat een vrijstelling voor houtopstanden waarvoor op grond van artikel 4.1 onder c tot en met f en onder h Wet natuurbescherming (Wnb), een vrijstelling van de meld- en
herplantplicht van artikel 4.2 en 4.3 Wnb geldt. Het is onnodig dergelijke houtopstanden onder het gemeentelijk velverbod te houden.
Lid 4. Artikel 4.6 Wet natuurbescherming is bij vaststelling van de Bomenverordening mogelijk nog niet in werking getreden. Artikel 4.6 Wet natuurbescherming bevat voor de gemeente een – specifiek- verbod op het maken van een velverbod in de Bomenverordening. Het gaat dan om het regelverbod voor bepaalde eenheden houtopstanden die staan buiten de bebouwde komgrens (zoals vastgesteld volgens de Wet natuurbescherming). Dit regelverbod is niet van toepassing in erven en tuinen. Het regelverbod geldt wel voor houtopstanden die staan buiten deze komgrens en in een zelfstandige eenheid van:
Om te voorkomen dat de gemeente een velverbod heeft in strijd met artikel 4.6 Wet natuurbescherming, staat in artikel 5 vierde lid Bomenverordening een vrijstelling van artikel 5 eerste lid Bomenverordening. Omdat artikel 4.6 van de Wet natuurbescherming nog niet werking is getreden, staat in artikel 5 vierde lid Bomenverordening de voorwaarde van inwerkingtreding.
Het kan zijn dat artikel 4.6 Wet natuurbescherming onder een andere regeling in werking treedt. Vandaar dat in artikel 5 vierde lid Bomenverordening hiernaar wordt verwezen.
ARTIKEL 6: Criteria verlening omgevingsvergunning artikel 5
Lid 2. In lid 2 staan criteria voor vaststelling van waarden waarop de omgevingsvergunning kan worden geweigerd. Anders dan bij de Monumentale en Waardevolle houtopstanden van de Bomenlijst, zijn deze waarden namelijk niet op voorhand vastgesteld. De vastgestelde waarde van de houtopstanden wordt vervolgens afgewogen tegen de getoetste belangen die verwijdering noodzakelijk maken. Verwijderingsbelangen staan in lid 2 niet specifiek omschreven en kunnen divers zijn, zoals onder andere noodkap, ernstige schade, slechte toekomstverwachting of zwaarwegende andere belangen.
Lid 3. Bevat een toewijzingscriterium waarop de omgevingsvergunning specifiek kan worden verleend.
ARTIKEL 11: Herplant -/instandhoudingsplicht
De wijze waarop deze zelfstandige herplant- en instandhoudingsplicht wordt uitgevoerd, gebeurt ook op beleidsmatige wijze. De uitwerking kan deel uitmaken van een breder opgezet handhavingsbeleid. Artikel 5:18 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht biedt de mogelijkheid - indien sprake is van een herstel- of instandhoudingssanctie van het velverbod, onder oplegging van last onder bestuursdwang of dwangsom bij het besluit tot herplantverplichting - tevens te bepalen dat de uitvoering van het besluit ook geldt voor de rechtsopvolger.
ARTIKEL 15: Bescherming gemeentelijke houtopstanden
Dit artikel is onder andere bedoeld om te voorkomen dat gemeentelijke houtopstanden beschadigd raken door voorwerpen zoals verlichtingsdraden die lange tijd in houtopstanden blijven hangen. Hetgeen overlast veroorzaakt, houtopstand afknelt en snoeiwerk onmogelijk maakt.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2020-154995.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.