Gemeenteblad van Deventer
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Deventer | Gemeenteblad 2020, 152959 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Deventer | Gemeenteblad 2020, 152959 | Overige besluiten van algemene strekking |
Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Deventer houdende regels omtrent maatschappelijke ondersteuning ( Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Deventer 2020)
Alle begrippen die in dit Besluit worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet Maatschappelijke ondersteuning 2015, de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Deventer 2015, het (landelijk) Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Algemene Wetbestuursrecht (Awb).
Hoofdstuk 2 Algemene bepalingen met betrekking tot een voorziening in natura en persoonsgebonden budget
Artikel 2 Ingangsdatum en beëindiging persoonsgebonden budget en voorziening in natura en financiële tegemoetkoming
Artikel 4 Verantwoording en controle persoonsgebonden budget maatwerkvoorzieningen
De budgethouder die een éénmalig persoonsgebonden budget ontvangt, verstrekt op verzoek van het college binnen in de beschikking vastgestelde termijn:
Artikel 5 Verantwoording en controle persoonsgebonden budget maatvoorzieningen en trekkingsrecht
De budgethouder die een persoonsgebonden budget ontvangt bewaart gedurende een periode van vijf jaar de originele (zorg)overeenkomsten aan de hand van door de budgethouder te overleggen relevante, originele en gedateerde facturen en/of betaalbewijzen en/of een overzicht van de salaris/uren administratie met bewijsmiddelen van alle tot het bestedingsdoel van het persoonsgebonden budget behorende goederen of diensten.
Artikel 6 Geen tijdelijke onderbreking betaling bijdrage in de kosten
Tijdens de periode waarin de eigen bijdrage door de cliënt moet worden betaald vindt geen onderbreking van de betaling plaats ook al wordt de zorg of ondersteuning tijdelijk onderbroken.
Artikel 7 Uitbetaling algemeen
Alleen de werkelijk gemaakte tijd of uren wordt uitbetaald. De eerste volzin is ook van toepassing voor een betaling (door de SVB) op maandloonbasis.
Artikel 8 Uitbetaling financiële tegemoetkoming verhuiskosten en herinrichtingskosten
De financiële tegemoetkoming voor verhuis- en herinrichtingskosten wordt uitbetaald nadat het college heeft vastgesteld dat de client aan wie de financiële tegemoetkoming is toegekend is verhuisd naar de voor hem meest geschikte beschikbare woning op basis van nota’s of een door het college goedgekeurde offerte. Op verzoek van de client kan een voorschot worden verleend.
Artikel 9 Uitbetaling financiële tegemoetkoming sportvoorzieningen
De financiële tegemoetkoming voor de aanschaf en onderhoud en verzekering van een sportvoorziening, waaronder een sportrolstoel wordt uitbetaald op basis van nota’s of een door het college goedgekeurde offerte.
Artikel 10 Uitbetaling financiële tegemoetkoming bezoekbaar maken van woning (woningaanpassing)
De financiële tegemoetkoming voor het bezoekbaar maken van een woning wordt uitbetaald op basis van nota’s of een door het college goedgekeurde offerte. Op verzoek van de client kan een voorschot worden verleend.
Artikel 11 Uitbetaling (basis)lidmaatschap landelijke organisatie belangenbehartigers
Het bedrag dat door de cliënt wordt betaald voor het lidmaatschap van één landelijke organisatie voor de belangenbehartigers voor houders met een persoonsgebonden budget wordt uitbetaald op basis van de factuur van de (basis)contributie van de betreffendeorganisatie.
Artikel 12 Duur persoonsgebonden budget voor een hulpmiddel
Het persoonsgebonden budget voor een hulpmiddel wordt vastgesteld voor een periode conform de termijn waarin het desbetreffende hulpmiddel wordt afgeschreven zoals deze is opgenomen in de door de gemeente afgesloten Raamovereenkomst Wmo hulpmiddelen en overeenkomst trapliften.
Artikel 13 Vervoersvoorzieningen
Het bedrag van het persoonsgebonden budget voor noodzakelijk gebruik van een eigen motorvoertuig van de aanvrager bedraagt de fiscaal vrijgestelde vergoeding per afgelegde kilometer, conform het belastingvrije bedrag in de inkomstenbelasting. Het persoonsgebonden budget wordt maandelijks uitbetaald.
Het college stemt de hoogte van het persoonsgebonden budget, zoals bedoeld in het tweede lid, af op de samenvallende vervoersbehoefte van de echtgenoten of daarmee gelijkgestelden. Vallen de vervoersbehoeften in belangrijke mate samen, dan verstrekt het college slechts één keer het bedrag genoemd in het tweede lid.
Voor het Collectief Vraagafhankelijk Vervoer (CVV) betalen Wmo pashouders een opstaptarief en een tarief voor gereisde kilometers zoals bepaald in het door de gemeente (regionaal) gecontracteerde CVV (taxi- en rolstoelvervoer), hierna te noemen het regiocontract. Dit is het tarief voor ritten tot maximaal 20 kilometer. Voor kilometers boven de 20 kilometer wordt een hoger bedrag in rekening gebracht zoals bepaald in hetregiocontract.
Met een Wmo-pashouder kunnen met toestemming van het college de volgende type reizigers meereizen:
een medisch begeleider: gratis voor zowel het opstaptarief, de ritbijdrage tot 20 kilometer en de ritbijdrage boven de 20 kilometer tot een maximum van 40 kilometer. De medische begeleider moet in staat zijn om hulp te verlenen aan de Wmo pashouder die hij begeleidt als dat nodig is en gebruikt zelf geen rolstoel. De reiziger en zijn medische begeleider leggen altijd hetzelfde traject af en reizen gezamenlijk van en naar deeindbestemming;
sociale begeleiding: de sociaal begeleider betaalt een opstaptarief en een ritbijdrage zoals bepaald in het regiocontract. Onder sociale begeleiding wordt verstaan een persoon die tot het sociale netwerk van de Wmo pashouder behoort. De sociaal begeleider moet ouder zijn dan 12 jaar en stapt op hetzelfde adres in- en uit als de Wmo-pashouder. De rit van de sociaal begeleider wordt gelijk geboekt bij de ritreservering van de Wmo pashouder.
De in dit lid bedoelde ritbijdragen worden betaald aan devervoerder.
Hoofdstuk 3 Regels over kostprijs, maximale bijdrage, afschrijving, looptijd en verrekening maatwerkvoorzieningen
Artikel 15 Afschrijvingstermijnen voorzieningen
Het verstreken zijn van de toepasselijke afschrijvingstermijn betekent niet automatisch dat recht bestaat op een nieuwe voorziening. In zulke situaties zal altijd beoordeeld worden of de afgeschreven voorziening nog gebruikt kan worden. Belangrijk hierbij is of de afgeschreven voorziening nog in voldoende mate een passende bijdrage kan leveren aan de zelfredzaamheid en participatie van de client en of de voorziening veilig is.
Het college houdt rekening met de algemeen gebruikelijk te achten levensduur van een te vervangen woonvoorziening, dat wil zeggen hoe lang de voorziening normaal gesproken meegaat. Als de woonvoorziening de levensduur heeft bereikt, dan is wat betreft de vervanging van deze voorziening sprake van een algemeen gebruikelijke renovatie. Voor het bepalen van de hoogte van het persoonsgebonden budget ter vervanging van woonvoorzieningen wordt aansluiting gezocht bij de afschrijvingstermijnen in het Convenant woningaanpassingen tussen de woningcorporaties en de gemeenten, voor zover in dit Besluit niet anders is bepaald.
Artikel 16 Verrekening persoonsgebonden budget en restwaarde
Indien de cliënt een met een persoonsgebonden budget aangeschafte voorziening binnen de afschrijvingstermijn niet meer gebruikt omdat deze niet meer adequaat is (ten gevolge van gewijzigde (medische) omstandigheden), wordt de restwaarde van de voorziening verrekend met een eventueel nieuw toe te kennen persoonsgebonden budget.
Artikel 17 Verrekening persoonsgebonden budget en kosten onderhoud en verzekering
Bij een eventueel nieuw toe te kennen persoonsgebonden budget wordt het persoonsgebonden budget voor kosten onderhoud en verzekering voor de nog niet verstreken termijn verrekend met de nieuw toe te kennen bedrag voor onderhoud en verzekering.
Het college kan voor de duur van maximaal drie maanden, gerekend vanaf het moment van huur beëindiging. Deze periode kan met drie maanden worden verlengd. De maximale duur en hoogte van de huurderving wordt berekend op basis van de brutohuur die aan de laatste bewoner in rekening is gebracht. Bij de berekening van de brutohuur worden de servicekosten meegerekend.
Hoofdstuk 5 Waardering mantelzorgers
Artikel 23 Waardering mantelzorgers
Onder mantelzorg als bedoeld in dit artikel wordt verstaan: hulp ten behoeve van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen, opvang, jeugdhulp, het opvoeden en opgroeien van jeugdigen en zorg en overige diensten als bedoeld in de Zorgverzekeringswet, die rechtstreeks voortvloeit uit een tussen personen bestaande sociale relatie en die niet wordt verleend in het kader van een hulpverlenend beroep.
De hoogte van het tegoed van de jaarlijkse blijk van waardering, in de vorm van een lokale cadeaubon, voor mantelzorgers wordt door het college bepaald. 1
Aldus besloten in de vergadering van 2 juni 2020
Burgemeester en wethouders van de gemeente Deventer,
de secretaris,
M.A. Kossen
de burgemeester,
R.C. König
BIJLAGE 1: Tarieven Persoonsgebonden budget gemeente Deventer per 1 januari 2020
servicebureau huishoudelijke hulp: een tarief van € 16,25 per uur, inclusief verwerking/administratiekosten van het servicebureau.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2020-152959.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.