Verordening tot wijziging van diverse verordeningen gemeente Dronten 2020, Algemene subsidieverordening 2017

[Door de technische beperking van het systeem zal dit besluit, waarin meerdere regelingen tegelijkertijd gewijzigd worden, meerdere keren bekend gemaakt worden.]

 

De raad van de gemeente Dronten,

 

 

gelezen het voorstel van het college van 31 maart 2020, no. B20.000621;

 

gezien het advies van de raadscommissie van 2020 ;

 

gelet op de artikelen 10, 11, 12, 13, 15, 33, derde lid, 61, 61a, 61c, 81g, 81r, 81s, 81t, 81u, 81v, 83, eerste lid, 84, 95, eerste en tweede lid, 96, eerste en tweede lid, 97, 98, 99, 107 tot en met 107e, 149, 149a, 151a, 151b, 151c, 151d, 154, 154a, 155a tot en met 155f, 156, 160, eerste lid aanhef en onderdeel h, 186, 197, 212, 213, 213a, 223, 228, 229 eerste lid, aanhef en onderdeel b, 255 en afdeling 4.2 van de Gemeentewet, afdeling 10.1.2 van de Algemene wet bestuursrecht, de artikelen 1, 3 en 4 van de Wet openbare manifestaties, de artikelen 4, 25a, 25b, 25c, 25d en 35 van de Drank- en Horecawet, de artikelen 3:9, 2:10, vijfde lid, 2:11, tweede lid aanhef en onder a, 2:12, eerste lid, 4:11 en 5.13 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, artikel 1, eerste lid, van de Woningwet, artikel 16, onderdeel e, van de Wet waardering onroerende zaken, de artikelen 424, 426bis, 431 en 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, de artikel 2, 3 en 13b van de Opiumwet, de artikelen 2a, 10, 20a en 148 van de Wegenverkeerswet 1994, de artikelen 8, eerste lid, aanhef en onderdeel c en 36b van de Participatiewet, artikel 30c, tweede lid, van de Wet op de kansspelen, artikel 1 van de Winkeltijdenwet, de Scheepvaartverkeerswet, de artikelen 10.23, 10.24, tweede lid, 10.25 en 10.26 van de Wet milieubeheer, de artikelen 3.2, 3.8, eerste lid, en 3.9, eerste en tweede lid, van de Wet basisregistratie personen, de artikelen 2 en 7 van de Paspoortwet, artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990, artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964, artikel 36 van de Wet op het accountantsberoep, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de Waterwet, artikel 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, het Besluit accountantscontrole decentrale overheden, het Vuurwerkbesluit, de artikelen 3.1.1, vijfde lid, 3.1.3, eerste lid, 3.1.4, eerste lid, 3.1.8, eerste lid, 3.1.9, eerste lid, 3.3.2, 3.3.3, tweede lid, 3.4.1, eerste lid, en 3.4.2 en 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, artikel 2:1, eerste lid, van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen, artikel 6 van het Besluit beheer autowrakken, de artikelen 1.1, 2.17, 2.17a, 2.18, eerste lid, onderdelen f en g, en vijfde lid, 2.19, 2.19a, 2.20, 2.21 en 3.148, tweede lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer, Besluit geluidsproduktie sportmotoren, het Binnenvaartpolitiereglement, de afdelingen 1, 2 en 5 van de Uitvoeringsregeling invorderingswet 1990, Omgevingsverordening Flevoland en artikel 1.1, eerste lid, onder e, van de Bouwverordening 2002;

 

B E S L U I T:

 

Vast te stellen de volgende Verordening tot wijziging van diverse verordeningen gemeente Dronten 2020:

ARTIKEL I

De Financiële verordening gemeente Dronten 2020 wordt als volgt gewijzigd:

 

A

 

Artikel 7 komt te luiden:

 

Artikel 7. Informatieplicht

 

Het college besluit niet over:

  • a.

    de aan- en verkoop van goederen, werken en diensten groter dan € 500.000;

  • b.

    het verstrekken van leningen, waarborgen en garanties groter dan € 500.000; en

  • c.

    het verstrekken van kapitaal aan instellingen en ondernemingen,

dan nadat de raad is geïnformeerd over het voornemen en hiertoe in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen.

 

B

 

Artikel 10, tweede lid, komt te luiden:

 

  • 2.

    Voor openstaande vorderingen betreffende:

    • a.

      onroerendezaakbelastingen;

    • b.

      precariobelasting;

    • c.

      parkeerbelasting;

    • d.

      rioolheffing; en

    • e.

      afvalstoffenheffing,

  • wordt een voorziening wegens oninbaarheid gevormd ter grootte van het historische percentage van oninbaarheid.

C

 

In artikel 17 wordt “nemen we” vervangen door: neemt het college.

 

D

 

De artikelnummering wordt als volgt gewijzigd:

 

  • a.

    Artikel 23. Informatisering wordt artikel 24. Informatisering;

  • b.

    Artikel 23. Administratie wordt artikel 25. Administratie;

  • c.

    Artikel 24. Financiële organisatie wordt artikel 26. Financiële organisatie;

  • d.

    Artikel 25. Interne controle wordt artikel 27. Interne controle;

  • e.

    Artikel 26. Intrekken oude verordening en overgangsrecht wordt artikel 28. Intrekken oude verordening en overgangsrecht;

  • f.

    Artikel 27. Inwerkingtreding en citeertitel wordt artikel 29. Inwerkingtreding en citeertitel.

ARTIKEL II

De Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid wordt als volgt gewijzigd:

 

A

 

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    onderdeel a komt te luiden:

    • a.

      Doelmatigheid: de mate waarin de gewenste prestaties en beoogde maatschappelijke effecten worden gerealiseerd met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen, of met de beschikbare middelen zo veel mogelijk resultaat wordt bereikt.

  • 2.

    onderdeel b komt te luiden:

    • b.

      Doeltreffendheid: de mate waarin de gewenste prestaties en beoogde maatschappelijke effecten van het beleid daadwerkelijk worden behaald.

B

 

In artikel 3, derde lid, wordt “rekenkamerfunctie” vervangen door: rekenkamer.

 

C

 

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het eerste lid komt te luiden:

    • 1.

      De uitkomsten van een onderzoek worden vastgelegd in een rapportage. Elke rapportage bevat tenminste een analyse van de onderzoeksresultaten en indien nodig aanbevelingen voor verbeteringen.

  • 2.

    In het tweede lid wordt “rekenkamerfunctie” vervangen door: rekenkamer.

ARTIKEL III

De Verordening werkgeverscommissie 2019 wordt als volgt gewijzigd:

 

A

 

In artikel 2, derde lid, onderdeel a, wordt “gaan” vervangen door: aan.

 

B

 

Artikel 6 komt te luiden:

 

Artikel 6 Verslaglegging en besluitenlijst

 

  • 1.

    De commissie bepaalt op welke wijze verslag van de vergadering wordt gedaan.

  • 2.

    De griffier of een door de werkgeverscommissie aan te wijzen functionaris draagt zorg voor het opstellen van een besluitenlijst van elke vergadering.

ARTIKEL IV

De Verordening op de raadscommissie 2017 wordt als volgt gewijzigd:

 

A

 

Artikel 1 komt te luiden:

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

 

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    commissiegriffier: griffier van de raadscommissie of diens plaatsvervanger;

  • b.

    commissielid: lid van de raadscommissie;

  • c.

    burgerraadslid: lid van de raadscommissie die op voordracht van de fractie is benoemd;

  • d.

    commissievoorzitter: voorzitter van de raadscommissie of diens plaatsvervanger;

  • e.

    griffier: griffier van de raad of diens plaatsvervanger.

B

 

Artikel 2 komt te luiden:

 

Artikel 2. Instelling raadscommissie

 

Er is een raadscommissie.

 

C

 

In artikel 3, aanhef, wordt “Een” vervangen door: De.

 

D

 

In artikel 4, vierde lid, wordt “voorzitters van de commissie” vervangen door: commissievoorzitters.

 

E

 

In artikel 5, derde lid, wordt “lid” vervangen door: commissielid.

 

F

 

In artikel 7, tweede lid, wordt “vastgesteld” vervangen door: opgesteld.

 

G

 

Artikel 8.a., tweede lid, komt te luiden:

 

  • 2.

    De aanvrager heeft de leeftijd van 16 jaren bereikt en voldoet, uitgezonderd van de eis omtrent de leeftijd, overigens aan de eisen die worden gesteld voor de uitoefening van het kiesrecht voor de raad.

H

 

In artikel 8.c., derde lid, wordt “8a 8b” vervangen door: 8a en 8b.

 

I

 

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In het eerste lid wordt “een besluitenlijst” vervangen door: de notulen.

  • 2.

    Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

    • 2.

      De notulen bevatten in ieder geval:

      • a.

        de namen van de commissievoorzitter, de griffier, de commissiegriffier, de burgemeester, de wethouders en de commissieleden, allen voor zover aanwezig, en de overige personen die het woord gevoerd hebben;

      • b.

        een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

      • c.

        het advies aan de raad;

      • d.

        bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 15 door de raadscommissie is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.

J

 

In artikel 15 wordt “Een” vervangen door: De.

 

K

 

Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In het eerste lid wordt “voorzitter” vervangen door: commissievoorzitter.

  • 2.

    Het tweede lid komt te luiden:

    • 2.

      Commissieleden die tijdens het vragenuur vragen willen stellen, melden dit onder aanduiding van het onderwerp ten minste 24 uur voor aanvang van het vragenuur bij de commissievoorzitter. De commissievoorzitter kan na overleg met het presidium weigeren een onderwerp tijdens het vragenuur aan de orde te stellen als hij het onderwerp onvoldoende nauwkeurig acht aangegeven of als het onderwerp in de commissievergadering die dag aan de orde komt.

  • 3.

    In het derde lid wordt “voorzitter” vervangen door: commissievoorzitter.

  • 4.

    In het vierde lid wordt “voorzitter” vervangen door: commissievoorzitter.

  • 5.

    In het zevende lid wordt “voorzitter” vervangen door: commissievoorzitter.

L

 

Artikel 17, tweede lid, komt te luiden:

 

  • 2.

    Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit ten minste 24 uur voor de aanvang van de vergadering aan de commissiegriffier onder vermelding van zijn naam, adres, telefoonnummer en het onderwerp waarover het woord gevoerd wenst te worden.

M

 

Artikel 18 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het eerste lid komt te luiden:

    • 1.

      De commissievoorzitter en ieder commissielid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort wordt toegelicht.

  • 2.

    In het derde lid wordt “voorzitter” vervangen door: commissievoorzitter.

N

 

Artikel 19 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In het tweede lid wordt “Hij” vervangen door: De commissievoorzitter.

  • 2.

    In het derde lid wordt “Hij” vervangen door: De commissievoorzitter.

  • 3.

    In het vierde lid wordt “Hij” vervangen door: De commissievoorzitter.

O

 

Artikel 20 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In het eerste lid wordt “voorzitter” vervangen door: commissievoorzitter.

  • 2.

    In het tweede lid wordt “voorzitter” vervangen door: commissievoorzitter.

ARTIKEL V

De Verordening commissie bezwaarschriften 2016 wordt als volgt gewijzigd:

 

A

 

In artikel 1, onderdeel a, wordt “verwerend” vervangen door: betrokken.

 

B

 

Artikel 2, derde lid, komt te vervallen.

 

C

 

In artikel 11 wordt “verwerend” vervangen door: betrokken.

 

D

 

Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In het eerste lid wordt “verwerend” vervangen door: betrokken.

  • 2.

    In het derde lid wordt “verwerend” vervangen door: betrokken.

E

 

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In het eerste lid wordt “verwerend” vervangen door: betrokken.

  • 2.

    In het tweede lid wordt “verwerend” vervangen door: betrokken.

  • 3.

    In het derde lid wordt “verwerend” vervangen door: betrokken.

F

 

Artikel 16, eerste lid, komt te luiden:

 

  • 1.

    De zitting van de commissie is openbaar, met uitzondering van de zitting waarop personele aangelegenheden en/of sociale zaken behandeld worden.

G

 

Artikel 17 komt te luiden:

 

Artikel 17. Verslaglegging

 

  • 1.

    Het in artikel 7:7 van de Awb bedoelde verslag, kan zowel schriftelijk als digitaal worden gemaakt.

  • 2.

    Indien het verslag schriftelijk wordt gemaakt:

    • a.

      vermeldt het de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid;

    • b.

      bevat het een zakelijke vermelding van hetgeen over en weer is gezegd en overigens ter zitting is voorgevallen;

    • c.

      vermeldt het indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond dat dit heeft plaatsgevonden;

    • d.

      vermeldt het, indien belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, dat dit heeft plaatsgevonden;

    • e.

      verwijst het naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht;

    • f.

      wordt deze ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

  • 3.

    Indien het verslag digitaal wordt gemaakt:

    • a.

      verstuurd de secretaris dit aan de belanghebbende die hierom verzoekt;

    • b.

      werkt de secretaris dit schriftelijk uit indien het betrokken orgaan hierom verzoekt.

H

 

Artikel 18 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In het tweede lid wordt “verwerend” vervangen door: betrokken.

  • 2.

    In het derde lid wordt “verwerend” vervangen door: betrokken.

I

 

Artikel 20 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In het tweede lid wordt “verwerend” vervangen door: betrokken.

  • 2.

    Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

    • 4.

      De voorzitter adviseert in gevallen waarin hij op grond van artikel 12, tweede lid, met toepassing van artikel 7:3, aanhef en onder a of b, van de Awb, heeft besloten af te zien van het horen van een belanghebbende.

ARTIKEL VI

De Controleverordening 2016 wordt als volgt gewijzigd:

 

A

 

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In artikel 2, tweede lid, wordt “het college” vervangen door: de burgemeester.

  • 2.

    Het derde lid, onderdeel b, komt te luiden:

    • b.

      de apart te controleren deelverantwoordingen en de daarbij toe te passen omvangsbases en goedkeuringstoleranties (en afwijkende rapporteringstoleranties);

  • 3.

    Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

    • 6.

      In geval van Europese aanbesteding van de accountantscontrole stelt de raad voor de selectie van de accountant de selectiecriteria vast en per selectiecriterium de bijbehorende weging vast.

ARTIKEL VII

De Algemene plaatselijke verordening Dronten wordt als volgt gewijzigd:

 

A

 

Artikel 1:1 komt te luiden:

 

Artikel 1:1 Begripsbepalingen

 

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    bebouwde kom: het gebied binnen de grenzen die zijn vastgesteld op grond van artikel 20a van de Wegenverkeerswet 1994;

  • b.

    bevoegd gezag: bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een omgevingsvergunning als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • c.

    bouwwerk: bouwwerk als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, onder e, van de Bouwverordening 2002 van de gemeente Dronten;

  • d.

    bromfiets: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, onder e, van de Wegenverkeerswet 1994;

  • e.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • f.

    gebouw: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, van de Woningwet;

  • g.

    handelsreclame: iedere openbare aanprijzing van goederen of diensten, waarmee kennelijk beoogd wordt een commercieel belang te dienen;

  • h.

    motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

  • i.

    openbaar water: wateren die voor het publiek bevaarbaar of op andere wijze toegankelijk zijn;

  • j.

    openbare plaats: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1 van de Wet openbare manifestaties;

  • k.

    parkeren: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

  • l.

    rechthebbende: degene die over een zaak zeggenschap heeft krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht;

  • m.

    voertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, met uitzondering van kleine wagens zoals kruiwagens, kinderwagens en rolstoelen;

  • n.

    weg: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994.

B

 

Artikel 1:2 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het derde lid komt te luiden:

    • 3.

      In afwijking van het eerste en tweede lid is artikel 3.9 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing indien beslist wordt op een aanvraag om een ontheffing/vergunning als bedoeld in artikel 2:10, vijfde lid, een vergunning als bedoeld in artikel 2:11, tweede lid, een vergunning als bedoeld in artikel 2:12, eerste lid of een vergunning als bedoeld in artikel 4:11.

  • 2.

    Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

    • 4.

      In afwijking van het eerste lid is de beslistermijnen voor een evenementenvergunning, zoals bedoeld in artikel 2:25, 16 weken.

C

 

Artikel 1:3 vervalt.

 

D

 

Artikel 1:3a vervalt.

 

E

 

Artikel 1:5 komt te luiden:

 

Artikel 1:5 Persoonlijk karakter van vergunning en ontheffing

 

De vergunning of ontheffing is persoonsgebonden, tenzij bij of krachtens deze verordening anders is bepaald of de aard van de vergunning of ontheffing zich daartegen verzet.

 

F

 

Artikel 1:6 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Onderdeel d komt te luiden:

    • d.

      indien van de vergunning of ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen of gedurende een daarin gestelde termijn dan wel, bij het ontbreken van een gestelde termijn, binnen een redelijke termijn; of

  • 2.

    Onderdeel f vervalt.

G

 

Artikel 1:7 komt te luiden:

 

Artikel 1:7 Termijnen

 

  • 1.

    De vergunning of ontheffing geldt voor onbepaalde tijd, tenzij bij de vergunning of ontheffing anders is bepaald of de aard van de vergunning of ontheffing zich daartegen verzet.

  • 2.

    De aard van de vergunning of ontheffing verzet zich in ieder geval tegen gelding voor onbepaalde tijd als het aantal vergunningen of ontheffingen is beperkt en het aantal mogelijke aanvragers het aantal beschikbare vergunningen of ontheffingen overtreft.

H

 

Artikel 1:8 komt te luiden:

 

Artikel 1:8 Weigeringsgronden

 

  • 1.

    Een vergunning of ontheffing kan in ieder geval worden geweigerd in het belang van:

    • a.

      de openbare orde;

    • b.

      de openbare veiligheid;

    • c.

      de volksgezondheid;

    • d.

      de bescherming van het milieu.

  • 2.

    Een vergunning of ontheffing kan ook worden geweigerd als de aanvraag daarvoor minder dan drie weken voor de beoogde datum van de beoogde activiteit is ingediend en daardoor een behoorlijke behandeling van de aanvraag niet mogelijk is.

I

 

Artikel 1:9 komt te vervallen.

 

J

 

Artikel 1:10 komt te vervallen.

 

K

 

Artikel 2:1, derde lid, komt te luiden:

 

  • 3.

    Het is verboden zich te begeven naar of zich te bevinden op openbare plaatsen die door het bevoegde bestuursorgaan in het belang van de openbare veiligheid of ter voorkoming van ongeregeldheden zijn afgezet.

L

 

Artikel 2:2 vervalt.

 

M

 

Artikel 2:3 komt te luiden:

 

Artikel 2:3 Kennisgeving betogingen op openbare plaatsen

 

  • 1.

    Degene die het voornemen heeft op een openbare plaats een betoging te houden, waaronder begrepen een samenkomst als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Wet openbare manifestaties, geeft daarvan voor de openbare aankondiging en ten minste 36 uren voordat de betoging wordt gehouden, schriftelijk kennis aan de burgemeester.

  • 2.

    De kennisgeving bevat:

    • a.

      naam en adres van degene die de betoging houdt;

    • b.

      het doel van de betoging;

    • c.

      de datum waarop de betoging wordt gehouden en het tijdstip van aanvang en van beëindiging;

    • d.

      de plaats en, voor zover van toepassing, de route;

    • e.

      voor zover van toepassing, de wijze van samenstelling; en

    • f.

      maatregelen die degene die de betoging houdt zal treffen om een regelmatig verloop te bevorderen.

  • 3.

    Degene die de kennisgeving doet, ontvangt daarvan een bewijs waarin het tijdstip van de kennisgeving is vermeld.

  • 4.

    Als het tijdstip van de schriftelijke kennisgeving valt op een vrijdag na 12.00 uur, een zaterdag, een zondag of een algemeen erkende feestdag, wordt de kennisgeving gedaan uiterlijk op de werkdag die aan de dag van dat tijdstip voorafgaat vóór 12.00 uur.

  • 5.

    De burgemeester kan in bijzondere omstandigheden op verzoek een kennisgeving in behandeling nemen buiten deze termijn.

N

 

Artikel 2:4 vervalt.

 

O

 

Artikel 2:5 vervalt.

 

P

 

Artikel 2:6, vijfde lid, komt te luiden:

 

  • 5.

    In afwijking van het vierde lid bestaat een meldingsplicht voor niet- commerciële organisaties, onder de volgende voorwaarden:

    • a.

      de organisator van de niet- commerciële organisatie doet uiterlijk 10 werkdagen voor de uit te voeren activiteit, zoals omschreven in het eerste lid, een melding bij het college;

    • b.

      de uit te voeren activiteit, zoals omschreven in het eerste lid, mag enkel plaatsvinden op maandag, dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag, zaterdag en op door of namens het college aangewezen koopzondagen gedurende de winkeltijden.

    • c.

      de organisatie van de niet- commerciële organisatie is verplicht in een straal van 50 meter rondom haar verspreidingsgebied weggegooide geschreven of gedrukte stukken op te ruimen.

Q

 

Artikel 2:7 vervalt.

 

R

 

Artikel 2:8 vervalt.

 

S

 

Artikel 2:10 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het tweede lid komt te luiden:

    • 2.

      Van een belemmering van de bruikbaarheid van de weg is in ieder geval sprake wanneer niet ten minste een vrije doorgang van 0,9 strekkende meter wordt gelaten op voetpaden en van 3,50 strekkende meter op de rijbaan voor fietsers of gemotoriseerd verkeer.

  • 2.

    Het derde lid, onderdeel a, komt te luiden:

    • a.

      nadere regels stellen ten aanzien van voorwerpen op, boven, in of aan een openbare plaats;

  • 3.

    Het vijfde lid komt te luiden:

    • 5.

      De ontheffing wordt verleend als omgevingsvergunning door het bevoegd gezag als het in het eerste lid bedoelde gebruik een activiteit betreft als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j of k, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

  • 4.

    In het zesde lid, onderdeel b, wordt “5:18” vervangen door: 5:17.

  • 5.

    In het zevende lid wordt “de Verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland” vervangen door: de Omgevingsverordening Flevoland.

T

 

Artikel 2:11 komt te luiden:

 

Artikel 2:11 (Omgevings)vergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg

 

  • 1.

    Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van het bevoegde bestuursorgaan een weg aan te leggen, de verharding daarvan op te breken, in een weg te graven of te spitten, aard of breedte van de wegverharding te veranderen of anderszins verandering te brengen in de wijze van aanleg van een weg.

  • 2.

    De vergunning wordt verleend als omgevingsvergunning door het bevoegd gezag, als de activiteiten zijn verboden bij een bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit.

  • 3.

    Het verbod is niet van toepassing voor zover in opdracht van een bestuursorgaan of openbaar lichaam werkzaamheden worden verricht.

  • 4.

    Het verbod is voorts niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Wegenwet, de Omgevingsverordening Flevoland, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de waterschapskeur, de Telecommunicatiewet of de daarop gebaseerde Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren.

  • 5.

    Op de vergunning, bedoeld in het eerste lid, is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.

U

 

In artikel 2:12, derde lid, wordt “de Verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland” vervangen door: de Omgevingsverordening Flevoland.

 

V

 

Artikel 2:13 komt te vervallen.

 

W

 

Artikel 2:14, vierde lid, komt te luiden:

 

  • 4.

    Het eerste lid, aanhef en onder b, is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet milieubeheer.

X

 

Artikel 2:18 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het derde lid komt te luiden:

    • 3.

      Het verbod in het eerste lid, aanhef en onder a, is voorts niet van toepassing voor zover het roken plaatsvindt in gebouwen en aangrenzende erven.

  • 2.

    Het vierde lid komt te luiden:

    • 4.

      Het college kan, in afwijking van het eerste lid, aanhef en onder c, een plek aanwijzen waar het is toegestaan om een vuur te stoken. Het college kan hieraan nadere voorwaarden stellen.

Y

 

Artikel 2:20 komt te vervallen.

 

Z

 

In artikel 2:23, derde lid, wordt “de Verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland” vervangen door: de Omgevingsverordening Flevoland.

 

AA

 

Artikel 2:24 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het eerste lid, onderdeel a komt te luiden:

    • a.

      bioscoopvoorstellingen, niet zijnde filmvertoningen op een openbare plaats in de open lucht en theatervoorstellingen in de daarvoor bestemde gebouwen;

  • 2.

    Het tweede lid, onderdeel e komt te luiden:

    • e.

      een straatfeest of buurtbarbecue;

  • 3.

    In het tweede lid wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

    • f.

      een door de burgemeester aangewezen categorie vechtsportwedstrijden of -gala’s.

  • 4.

    Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

    • 3.

      In deze afdeling wordt onder klein evenement verstaan een eendaags evenement waarbij:

      • a.

        het aantal aanwezigen niet meer bedraagt dan 100 personen;

      • b.

        het evenement plaatsvindt op maandag, dinsdag, woensdag of donderdag tussen 07.00 en 23.00 uur of op vrijdag of zaterdag tussen 07.00 en 24.00 uur, of op zon- of feestdagen tussen 13.00 en 23.00 uur;

      • c.

        geen muziek of ander geluid ten gehore wordt gebracht met een geluidsniveau hoger dan 70dB(A) op de gevels van omringende woningen/panden;

      • d.

        de activiteiten niet plaatsvinden op de rijbaan, (brom)fietspad of parkeerplaats of anderszins een belemmering vormen voor het verkeer en de hulpdiensten;

      • e.

        slechts kleine objecten worden geplaatst met een oppervlakte van minder dan 25 m2 per object;

      • f.

        er geen conflicterende samenloop is met andere evenementen waarvoor een vergunning is verleend, wegwerkzaamheden en/of plaatsvinden op hoofdroutes van hulpdiensten;

      • g.

        geen sprake is van een commercieel evenement; en

      • h.

        er een organisator is.

  • 5.

    Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

    • 4.

      Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot categorieën evenementen.

 

BB

 

Artikel 2:25 komt te luiden:

 

Artikel 2:25 Evenementenvergunning

 

  • 1.

    Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren.

  • 2.

    Bij de indiening van de vergunningaanvraag worden de gegevens, bedoeld in artikel 2.3 van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen, aangeleverd voor zover voor het evenement een gebruiksmelding zou moeten worden gedaan op grond van artikel 2:1, eerste lid, van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen.

  • 3.

    Geen vergunning is vereist voor een klein evenement, als de organisator ten minste tien werkdagen voorafgaand aan het evenement daarvan melding heeft gedaan aan de burgemeester.

  • 4.

    De burgemeester kan binnen vijf dagen na ontvangst van de melding besluiten een klein evenement te verbieden, als er aanleiding is te vermoeden dat daardoor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu in gevaar komt.

  • 5.

    Het verbod is niet van toepassing op een wedstrijd op of aan de weg, in situaties waarin voorzien wordt door artikel 10 juncto 148 van de Wegenverkeerswet 1994.

  • 6.

    Het derde lid is niet van toepassing op een krachtens artikel 2:24, tweede lid, aanhef en onder f, aangewezen categorie vechtsportwedstrijden of -gala’s.

  • 7.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de burgemeester een vergunning voor een vechtsportevenement als bedoeld in artikel 2:24, tweede lid, aanhef en onder f, weigeren als de organisator of de aanvrager van de vergunning van slecht levensgedrag is.

  • 6.

    Op de vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

CC

 

Artikel 2:27 komt te luiden:

 

Artikel 2:27 Definitie

 

  • 1.

    In deze afdeling wordt onder openbare inrichting verstaan een hotel, restaurant, pension, café, waterpijpcafé, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis of clubhuis of elke andere voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie ter plaatse worden bereid of verstrekt.

  • 2.

    Een buiten de in het eerste lid bedoelde besloten ruimte liggend deel waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie ter plaatse kunnen worden bereid of verstrekt, waaronder in ieder geval een terras, maakt voor de toepassing van deze afdeling deel uit van die besloten ruimte.

DD

 

Artikel 2:28 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het tweede lid komt te luiden:

    • 2.

      De burgemeester weigert de vergunning als de exploitatie van de openbare inrichting in strijd is met een geldend bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit.

  • 2.

    Het vierde lid komt te luiden:

    • 4.

      Geen vergunning is vereist voor een openbare inrichting die zich bevindt in een:

      • a.

        winkel als bedoeld in artikel 1 van de Winkeltijdenwet voor zover de activiteiten van de openbare inrichting een nevenactiviteit vormen van de winkelactiviteit;

      • b.

        zorginstelling;

      • c.

        museum; of

      • d.

        bedrijfs- school- of sportkantine of -restaurant.

  • 3.

    Het vijfde lid komt te luiden:

    • 5.

      De burgemeester verleent op verzoek of ambtshalve vrijstelling van het verbod aan openbare inrichtingen die horecabedrijf zijn als bedoeld in artikel 1 van de Drank- en Horecawet, als:

      • a.

        zich in de zes maanden voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze bepaling geen incidenten gepaard gaande met geweld, overlast op straat of drugsgebruik en -handel hebben voorgedaan in of bij de inrichting; of

      • b.

        de inrichting zich nieuw in de gemeente vestigt en er zich geen weigeringsgronden voordoen als bedoeld in artikel 1:8 of 2:28, tweede of derde lid.

  • 4.

    Het zesde lid komt te luiden:

    • 6.

      De vrijstelling wordt ingetrokken wanneer zich een incident heeft voorgedaan als bedoeld in het vijfde lid, onder a.

  • 5.

    Het zevende lid komt te luiden:

    • 7.

      Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing op de vergunning en de vrijstelling.

  • 6.

    Het achtste en negende lid komen te vervallen.

EE

 

Artikel 2:31, onderdeel b, komt te luiden:

 

  • b.

    zich te bevinden na sluitingstijd, tenzij het personeel betreft, of gedurende de tijd dat de inrichting gesloten dient te zijn op grond van een besluit krachtens artikel 2:30, eerste lid;

 

FF

 

Artikel 2:32 komt te luiden:

 

Artikel 2:32 Handel binnen openbare inrichtingen

 

De exploitant van een openbare inrichting staat niet toe dat een handelaar, aangewezen bij algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, of een voor hem handelend persoon in die inrichting enig voorwerp verwerft, verkoopt of op enige andere wijze overdraagt.

 

GG

 

Artikel 2:34 komt te vervallen.

 

HH

 

In artikel 2:34a, derde lid, wordt “06.00” vervangen door: “18:00”.

 

II

 

Artikel 2:37 komt te vervallen.

 

JJ

 

Artikel 2:38 komt te luiden:

 

Artikel 2:38 Verschaffing gegevens nachtregister

 

Degene die in een inrichting nachtverblijf houdt of de kampeerder is verplicht de exploitant of feitelijk leidinggevende van die inrichting volledig en naar waarheid naam, woonplaats, dag van aankomst en de dag van vertrek te verstrekken.

 

KK

 

Er wordt een artikel toegevoegd, luidende:

 

Artikel 2:38a Definities

 

  • 1.

    In deze afdeling wordt onder speelgelegenheid verstaan een voor het publiek toegankelijke gelegenheid waar bedrijfsmatig of in een omvang alsof deze bedrijfsmatig is de mogelijkheid wordt geboden enig spel te beoefenen, waarbij geld of in geld inwisselbare voorwerpen kunnen worden gewonnen of verloren.

  • 2.

    In deze afdeling voorkomende begrippen die in de Wet op de kansspelen zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als in die wet.

LL

 

Artikel 2:39 komt te luiden:

 

Artikel 2:39 Speelgelegenheden

 

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een speelgelegenheid te exploiteren of te doen exploiteren.

  • 2.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet op de kansspelen en de Speelautomatenhallenverordening gemeente Dronten 1987.

  • 3.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 weigert de burgemeester de vergunning als:

    • a.

      naar zijn oordeel moet worden aangenomen dat de woon- en leefsituatie in de omgeving van de speelgelegenheid of de openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig worden beïnvloed door de exploitatie van de speelgelegenheid; of

    • b.

      de exploitatie van de speelgelegenheid in strijd is met een geldend bestemmingsplan.

  • 4.

    Op de vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

MM

 

Artikel 2:40 komt te luiden:

 

Artikel 2:40 Kansspelautomaten

 

  • 1.

    In hoogdrempelige inrichtingen zijn twee kansspelautomaten toegestaan.

  • 2.

    In laagdrempelige inrichtingen zijn kansspelautomaten niet toegestaan.

 

NN

 

Artikel 2:41, derde lid, komt te luiden:

 

  • 3.

    Deze verboden zijn niet van toepassing op personen wier aanwezigheid in de woning of het lokaal of een daarbij behorend erf wegens dringende reden noodzakelijk is.

OO

 

Er wordt een artikel toegevoegd, luidende:

 

Artikel 2:41a Sluiting van voor het publiek openstaande gebouwen

 

  • 1.

    De burgemeester kan een voor het publiek openstaand gebouw of een bij dat gebouw behorend erf als bedoeld in artikel 174 van de Gemeentewet in het belang van de openbare orde, veiligheid, gezondheid of zedelijkheid of als er naar zijn oordeel sprake is van bijzondere omstandigheden voor een bepaalde duur geheel of gedeeltelijk sluiten.

  • 2.

    Onverminderd hetgeen in artikel 5:24 van de Algemene Wet bestuursrecht is bepaald omtrent de bekendmaking, wordt het bevel tot sluiting tevens bekend gemaakt door een schrijven, waaruit van dat bevel tot sluiting blijkt, aan te brengen op of nabij de toegang(en) van het gebouw of het erf.

  • 3.

    Een sluiting kan op aanvraag van belanghebbenden door de burgemeester worden opgeheven, wanneer later bekend geworden feiten en omstandigheden hiertoe aanleiding geven en naar zijn oordeel voldoende garanties aanwezig zijn, dat geen herhaling van de gronden die tot de sluiting hebben geleid, zal plaatsvinden.

  • 4.

    Het is de rechthebbende op het gebouw en/of het erf, verboden om, nadat het bevel tot sluiting bekend is gemaakt op de in het tweede lid aangegeven wijze, daarin bezoekers toe te laten of te laten verblijven.

  • 5.

    Het is een ieder verboden om, nadat het bevel tot sluiting openbaar bekend gemaakt is op de in het tweede lid aangegeven wijze, in een bij dit bevel gesloten gebouw en/of erf als bezoeker te verblijven.

  • 6.

    Het in het eerste lid bepaalde geldt niet voor zover in het onderwerp van de regeling van het eerste lid elders wordt voorzien in deze verordening of in artikel 13b van de Opiumwet.

PP

 

Artikel 2:42 komt te luiden:

 

Artikel 2:42 Plakken en kladden

 

  • 1.

    Het is verboden een openbare plaats of dat gedeelte van een onroerende zaak dat vanaf die plaats zichtbaar is te bekrassen of te bekladden.

  • 2.

    Het is verboden zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbende op een openbare plaats of dat gedeelte van een onroerende zaak dat vanaf die plaats zichtbaar is:

    • a.

      een aanplakbiljet of ander geschrift, afbeelding of aanduiding aan te plakken, te doen aanplakken, op andere wijze aan te brengen of te doen aanbrengen;

    • b.

      met kalk, teer of een kleur- of verfstof een afbeelding, letter, cijfer of teken aan te brengen of te doen aanbrengen.

  • 3.

    Het verbod, bedoeld in het tweede lid, is niet van toepassing voor zover gehandeld wordt krachtens wettelijk voorschrift.

  • 4.

    De houder van de schriftelijke toestemming is verplicht deze aan een opsporingsambtenaar op diens eerste vordering terstond ter inzage af te geven.

  • 5.

    Het college wijst aanplakborden aan voor het aanbrengen van meningsuitingen en bekendmakingen.

  • 6.

    Het is verboden de aanplakborden te gebruiken voor het aanbrengen van handelsreclame.

  • 7.

    Het college kan nadere regels stellen voor het aanbrengen van meningsuitingen en bekendmakingen, die geen betrekking mogen hebben op de inhoud daarvan.

QQ

 

Artikel 2:44 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het eerste lid, komt te luiden:

    • 1.

      Het is verboden op een openbare plaats inbrekerswerktuigen te vervoeren of bij zich te hebben.

  • 2.

    Het tweede lid komt te luiden:

    • 2.

      Het verbod is niet van toepassing als de bedoelde werktuigen niet zijn gebruikt of niet zijn bestemd om zich onrechtmatig de toegang tot een gebouw of erf te verschaffen, onrechtmatig sluitingen te openen of te verbreken, diefstal door middel van braak te vergemakkelijken of het maken van sporen te voorkomen.

RR

 

Artikel 2:45 komt te luiden:

 

Artikel 2:45 Betreden van plantsoenen en dergelijke

 

  • 1.

    Het is verboden zonder ontheffing van het college zich te bevinden in of op bij de gemeente in onderhoud zijnde parken, wandelplaatsen, plantsoenen, groenstroken, grasperken of buiten de daarin gelegen wegen of paden.

  • 2.

    Het verbod is niet van toepassing voor zover in opdracht van een bestuursorgaan of openbaar lichaam werkzaamheden worden verricht.

SS

 

In artikel 2:46, tweede lid, wordt “de Verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland” vervangen door: de Omgevingsverordening Flevoland.

 

TT

 

Artikel 2:47, derde lid, komt te luiden:

 

  • 3.

    De verboden zoals opgenomen in het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de artikelen 424, 426bis of 431 van het Wetboek van Strafrecht of artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994.

UU

 

Artikel 2:54 komt te vervallen.

 

VV

 

Artikel 2:55 komt te vervallen.

 

WW

 

Artikel 2:56 komt te vervallen.

 

XX

 

Artikel 2:57, derde lid, komt te luiden:

 

  • 3.

    Het eerste lid, aanhef en onder a tot en met c, is niet van toepassing op de eigenaar of houder van een hond die zich vanwege zijn handicap door een geleidehond of sociale hulphond laat begeleiden of die deze hond aantoonbaar gekwalificeerd opleidt tot geleidehond of sociale hulphond.

YY

 

Artikel 2:59 komt te luiden:

 

Artikel 2:59 Gevaarlijke honden

  • 1.

    Als de burgemeester een hond in verband met zijn gedrag gevaarlijk of hinderlijk acht, kan hij de eigenaar of houder van die hond een aanlijngebod of een aanlijn- en muilkorfgebod opleggen voor zover die hond verblijft of loopt op een openbare plaats of op het terrein van een ander.

  • 2.

    De eigenaar of houder van de hond aan wie een aanlijngebod is opgelegd, is verplicht de hond kort aangelijnd te houden, met een lijn met een lengte, gemeten van hand tot halsband, van ten hoogste 1,50 meter.

  • 3.

    De eigenaar of houder van de hond aan wie een aanlijn- en muilkorfgebod is opgelegd, is naast de verplichting bedoeld in het tweede lid verplicht de hond voorzien te houden van een muilkorf die:

    • a.

      vervaardigd is van stevige kunststof, van stevig leer of van beide stoffen;

    • b.

      door middel van een stevige leren riem zodanig rond de hals is aangebracht dat verwijdering zonder toedoen van de mens niet mogelijk is; en

    • c.

      zodanig is ingericht dat de hond niet kan bijten, dat de afgesloten ruimte binnen de korf een geringe opening van de bek toelaat en dat geen scherpe delen binnen de korf aanwezig zijn.

  • 4.

    Onverminderd artikel 2:57, eerste lid, aanhef en onder d, dient een hond als bedoeld in het eerste lid voorzien te zijn van een door de minister die het aangaat op aanvraag verstrekt uniek identificatienummer door middel van een microchip die met een chipreader afleesbaar is.

ZZ

 

Er wordt een artikel toegevoegd, luidende:

 

Artikel 2:59a Gevaarlijke honden op eigen terrein

 

  • 1.

    Het is de eigenaar of houder van een hond verboden deze hond op zijn terrein zonder muilkorf te laten loslopen als de burgemeester een aanlijngebod of een aanlijn- en muilkorfgebod heeft opgelegd als bedoeld in artikel 2:59, eerste lid of heeft meegedeeld dat hij de hond gevaarlijk acht, dan wel als de hond is opgeleid voor bewakings-, opsporings- en verdedigingswerk.

  • 2.

    Het in het eerste lid genoemde verbod geldt niet als:

    • a.

      op een vanaf de weg zichtbare plaats een naar het oordeel van de burgemeester duidelijk leesbaar waarschuwingsbord is aangebracht;

    • b.

      het mogelijk is een brievenbus te bereiken en aan te bellen zonder het terrein te betreden; en

    • c.

      het terrein voorzien is van een zodanig hoge en deugdelijke afrastering dat de hond niet zelfstandig buiten het terrein kan komen.

AAA

 

Artikel 2:60, eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:

 

  • b.

    aanwezig te hebben anders dan met inachtneming van de door het college in het aanwijzingsbesluit gestelde regels;

BBB

 

Artikel 2:61 komt te vervallen.

 

CCC

 

Artikel 2:62 komt te luiden:

 

Artikel 2:62 Loslopend vee

 

De rechthebbende op herkauwende of eenhoevige dieren of varkens die zich bevinden in een weiland of op een terrein dat niet van de weg is afgescheiden door een deugdelijke veekering, is verplicht ervoor te zorgen dat zodanige maatregelen getroffen worden dat dit vee die weg niet kan bereiken.

 

DDD

 

Artikel 2:69 komt te vervallen.

 

EEE

 

Artikel 2:70 komt te vervallen.

 

FFF

 

Artikel 2:73b, tweede lid, komt te luiden:

 

  • 2.

    Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet van 31 december 10.00 uur tot 1 januari 02.00 uur daaraanvolgend.

GGG

 

Artikel 2:74 komt te luiden:

 

Artikel 2:74 Drugshandel op straat

 

Onverminderd het bepaalde in de Opiumwet is het verboden zich op een openbare plaats op te houden met het kennelijke doel om, al dan niet tegen betaling, middelen als bedoeld in de artikelen 2 of 3 van de Opiumwet of daarop gelijkende waar af te leveren, aan te bieden of te verwerven, daarbij behulpzaam te zijn of daarin te bemiddelen.

 

HHH

 

Artikel 2:74a komt te luiden:

 

Artikel 2:74a Openlijk drugsgebruik

 

Het is verboden op of aan de weg, op een andere openbare plaats of in een voor publiek toegankelijk gebouw middelen als bedoeld in de artikelen 2 of 3 van de Opiumwet of daarop gelijkende waar te gebruiken, toe te dienen, dan wel voorbereidingen daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen voorhanden te hebben.

 

III

 

In artikel 2:75 wordt “2.1” vervangen door: 2:1.

 

JJJ

 

Artikel 2:77 komt te luiden:

 

Artikel 2:77 Cameratoezicht op openbare plaatsen

 

De burgemeester kan overeenkomstig artikel 151c van de Gemeentewet besluiten tot plaatsing van camera’s voor een bepaalde duur ten behoeve van het toezicht op een openbare plaats.

 

KKK

 

Artikel 2:79 komt te luiden:

 

Artikel 2.79 Woonoverlast als bedoeld in artikel 151d Gemeentewet

 

  • 1.

    Degene die een woning of een bij die woning behorend erf gebruikt, of tegen betaling in gebruik geeft aan een persoon die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen is ingeschreven, draagt er zorg voor dat door gedragingen in of vanuit die woning of dat erf of in de onmiddellijke nabijheid van die woning of dat erf geen ernstige en herhaaldelijke hinder voor omwonenden wordt veroorzaakt.

  • 2.

    De burgemeester kan een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang wegens overtreding van het eerste lid opleggen. Als de burgemeester een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang oplegt naar aanleiding van een schending van deze zorgplicht kan hij daarbij aanwijzingen geven over wat de overtreder dient te doen en/of na te laten om verdere schending te voorkomen. De burgemeester stelt beleidsregels vast over het gebruik van deze bevoegdheid.

LLL

 

Artikel 4:1 komt te luiden:

 

Artikel 4:1 Definities

 

In deze afdeling wordt verstaan onder:

  • a.

    collectieve festiviteit: festiviteit die niet specifiek aan één of een klein aantal inrichtingen is verbonden;

  • b.

    gevoelige gebouwen: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.1. van het Activiteitenbesluit milieubeheer;

  • c.

    gevoelige terreinen: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.1. van het Activiteitenbesluit milieubeheer;

  • d.

    houder van een inrichting: degene die als eigenaar, bedrijfsleider, beheerder of anderszins een inrichting drijft;

  • e.

    incidentele festiviteit: festiviteit of activiteit die gebonden is aan één of een klein aantal inrichtingen;

  • f.

    inrichting: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer, met dien verstande dat de artikelen 4:2 tot en met 4:5 uitsluitend van toepassing zijn op inrichtingen type A of type B als bedoeld in het Activiteitenbesluit milieubeheer;

  • g.

    onversterkte muziek: muziek die niet elektronisch is versterkt.

MMM

 

Artikel 4:2 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het eerste lid komt te luiden:

    • 1.

      De geluidsnormen bedoeld in de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19, 2.19a en 2.20 van het Activiteitenbesluit milieubeheer en artikel 4:5 van deze verordening gelden niet voor door het college per kalenderjaar aan te wijzen collectieve festiviteiten gedurende de daarbij aan te wijzen dagen respectievelijk dagdelen.

  • 2.

    Het tweede lid komt te luiden:

    • 2.

      De voorwaarden met betrekking tot de verlichting ten behoeve van sportbeoefening in de buitenlucht als bedoeld in artikel 3.148, eerste lid, van het Activiteitenbesluit Milieubeheer gelden niet voor door het college per kalenderjaar aan te wijzen collectieve festiviteiten in de daarbij aangewezen gebieden gedurende de daarbij aangewezen dagen respectievelijk dagdelen.

  • 3.

    In het zevende lid wordt “geluidswaarde” vervangen door: geluidsnorm”.

  • 4.

    Het achtste lid komt te luiden:

    • 8.

      Op de dagen als bedoeld in het eerste lid dient het ten gehore brengen van extra muziek - hoger dan de geluidsnorm als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19, 219a, en 2.20 van het Activiteitenbesluit Milieubeheer en artikel 4:5 van deze verordening – pas na 11.00 uur plaats te vinden en uiterlijk om 24.00 uur te worden beëindigd.

NNN

 

Artikel 4:3 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het eerste lid komt te luiden:

    • 1.

      Het is een inrichting toegestaan maximaal vier incidentele festiviteiten per kalenderjaar te houden waarbij de geluidsnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.17a 2.19, 2.19a en 2.20 van het Activiteitenbesluit Milieubeheer en artikel 4:5 van deze verordening niet van toepassing zijn mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit daarvan melding heeft gedaan aan het college.

  • 2.

    Het tweede lid komt te luiden:

    • 2.

      Het is een inrichting toegestaan om tijdens maximaal vier incidentele festiviteiten per kalenderjaar de verlichting langer aan te houden ten behoeve van sportactiviteiten waarbij artikel 3.148, eerste lid, van het Activiteitenbesluit Milieubeheer niet van toepassing is mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit daarvan melding heeft gedaan aan het college daarvan in kennis heeft gesteld.

  • 3.

    In het derde lid wordt “een kennisgeving” vervangen door: de melding.

  • 4.

    Het vierde lid komt te luiden:

    • 4.

      De melding is gedaan wanneer het formulier, volledig en naar waarheid ingevuld, tijdig is ingeleverd op de plaats op dat formulier vermeld.

  • 5.

    Het vijfde lid komt te luiden:

    • 5.

      De melding wordt tevens geacht te zijn gedaan wanneer het college op verzoek van de houder van een inrichting een incidentele festiviteit, die redelijkerwijs niet te voorzien was, terstond toestaat.

  • 6.

    In het achtste lid wordt “geluidswaarde” vervangen door: geluidsnorm”.

  • 7.

    Het negende lid wordt als volgt gewijzigd:

    • 9.

      Op de dagen als bedoeld in het eerste lid wordt het ten gehore brengen van extra muziek - hoger dan de geluidsnorm als bedoeld in de artikelen 2.17, 217a, 2.19, 2.19a en 2.20 van het Activiteitenbesluit Milieubeheer en artikel 4:5 van deze verordening - pas na 11.00 uur gestart en uiterlijk om 24.00 uur beëindigd. In afwijking hiervan mag voor een festiviteit die aanvangt op een vrijdag of een zaterdag een eindtijd aangehouden worden van uiterlijk 01.00 uur.

OOO

 

Artikel 4:4 komt te vervallen.

 

PPP

 

Artikel 4:5 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In het eerste lid wordt “Besluit” vervangen door: Activiteitenbesluit milieubeheer”.

  • 2.

    Het eerste lid, onderdeel c, komt te luiden:

    • c.

      de waarden in in- en aanpandige gevoelige gebouwen, voor zover het woningen betreft, gelden in geluidsgevoelige ruimten als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder en verblijfsruimten als bedoeld in artikel 1.1, onder d, van het Besluit geluidhinder;

QQQ

 

Artikel 4:6, derde lid, komt te luiden:

 

  • 3.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet geluidhinder, de Zondagswet, de Wet openbare manifestaties, het Vuurwerkbesluit, het Activiteitenbesluit milieubeheer, het Bouwbesluit 2012 of de Omgevingsverordening Flevoland.

RRR

 

In artikel 4:6a wordt een lid toegevoegd, luidende:

 

  • 5.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet geluidhinder, de Zondagswet, de Wet openbare manifestaties, het Vuurwerkbesluit, het Activiteitenbesluit milieubeheer, het Bouwbesluit 2012 of de Omgevingsverordening Flevoland.

SSS

 

Er wordt een artikel toegevoegd, luidende:

 

Artikel 4:9a Oplaten van ballonnen

 

  • 1.

    Het is verboden om ballonnen op te laten in de open lucht.

  • 2.

    Onder een ballon als bedoeld in het eerste lid wordt verstaan: elke onbemande ballon bestaand uit rubber of kunststof gevuld met een gas dat lichter is dan lucht of uit papier, gevuld met hete lucht, verwarmd met een vlam (zogenaamde wensballonnen) en waarvan de richting en/of hoogte niet door menselijk ingrijpen wordt bepaald.

  • 3.

    Het college kan ontheffing verlenen van het in eerste lid genoemde verbod.

  • 4.

    Het verbod van het eerste lid geldt niet voor ballonnen, die noodzakelijk zijn voor bijvoorbeeld meteorologische of andere wetenschappelijke waarnemingen.

TTT

 

Artikel 4:11 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In het eerste lid wordt “vergunning” vervangen door: omgevingsvergunning.

  • 2.

    Het tweede lid, aanhef, komt te luiden:

    • 2.

      In afwijking van artikel 1:8 kan de vergunning worden geweigerd op grond van:

  • 3.

    Het derde lid komt te luiden:

    • 3.

      Het bevoegd gezag kan een herplantplicht opleggen onder nader te stellen voorschriften.

  • 4.

    Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

    • 5.

      Het verbod is niet van toepassing als de burgemeester toestemming verleent voor het vellen van een houtopstand in verband met een spoedeisend belang voor de openbare orde of een direct gevaar voor personen of goederen.

UUU

 

Artikel 4:12 komt te vervallen.

 

VVV

 

Artikel 4:12a komt te luiden:

 

Artikel 4:12a Afstand beplanting

 

De toegelaten afstand als bedoeld in artikel 5:42 van het Burgerlijk Wetboek bedraagt voor bomen een halve meter en voor hagen en heesters nihil.

 

WWW

 

In artikel 4:13, derde lid, wordt “Verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland” vervangen door: Omgevingsverordening Flevoland.

 

XXX

 

Artikel 4:14 komt te vervallen.

 

YYY

 

Artikel 4:16, eerste lid, komt te luiden:

 

  • 1.

    Het is de rechthebbende op een onroerende zaak alsmede de hoofdgebruiker van die zaak verboden zonder omgevingsvergunning van het college deze zaak of een daarop aanwezige zaak te gebruiken of het gebruik daarvan toe te laten voor het maken van handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die vanaf de openbare weg of vanaf een andere voor het publiek toegankelijke plaats zichtbaar is.

ZZZ

 

Artikel 5:1 komt te vervallen.

 

AAAA

 

Artikel 5:2 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het eerste lid, onderdeel a, komt te luiden:

    • a.

      het gebruiken van een voertuig voor het geven van lessen; of

  • 2.

    Het tweede lid, onderdeel a, komt te luiden:

    • a.

      voertuigen waaraan herstel- of onderhoudswerkzaamheden worden verricht die in totaal niet meer dan een uur vergen, en dit gedurende de tijd die nodig is en gebruikt wordt voor deze werkzaamheden; of

BBBB

 

Artikel 5:8, vierde lid, komt te luiden:

 

  • 4.

    De verboden in het eerste en tweede lid zijn voorts niet van toepassing op campers, kampeerauto’s, caravans en kampeerwagens, voor zover deze voertuigen niet langer dan drie achtereenvolgende dagen op de weg worden geplaatst of gehouden.

CCCC

 

Artikel 5:9, eerste lid, komt te luiden:

 

  • 1.

    Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter, op de weg te parkeren bij een voor bewoning of ander dagelijks gebruik bestemd gebouw op zodanige wijze dat daardoor het uitzicht van bewoners of gebruikers vanuit dat gebouw op hinderlijke wijze wordt belemmerd of hen anderszins hinder of overlast wordt aangedaan.

DDDD

 

Artikel 5:10 komt te luiden:

 

Artikel 5:10 Parkeren of laten stilstaan van voertuigen anders dan op de rijbaan

 

  • 1.

    Het is verboden een voertuig te parkeren op een door het college aangewezen, niet tot de rijbaan behorend weggedeelte.

  • 2.

    Het verbod is niet van toepassing op voertuigen die worden gebruikt voor werkzaamheden in opdracht van een bestuursorgaan of openbaar lichaam.

EEEE

 

Artikel 5:12, tweede lid, komt te luiden:

 

  • 2.

    Het is verboden om een bromfiets of fiets op of aan de weg te laten staan, anders dan deugdelijk afgesloten of onder behoorlijk toezicht.

FFFF

 

Artikel 5:13, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van het college een openbare inzameling van geld of goederen te houden of daartoe een intekenlijst aan te bieden, dan wel in het openbaar leden of donateurs te werven als daarbij te kennen wordt gegeven of de indruk wordt gewekt dat de opbrengst geheel of ten dele voor een liefdadig of ideëel doel is bestemd.

GGGG

 

Artikel 5:18, tweede lid, komt te luiden:

 

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de vergunning worden geweigerd als een kwantitatieve of territoriale beperking als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente of in een deel van de gemeente noodzakelijk is in verband met een dwingende reden van algemeen belang.

HHHH

 

In artikel 5:20, eerste lid, wordt “Verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland” vervangen door: Omgevingsverordening Flevoland.

 

IIII

 

Artikel 5:22 komt te luiden:

 

Artikel 5:22 Definitie

 

  • 1.

    In deze afdeling wordt onder snuffelmarkt verstaan een markt in een voor het publiek toegankelijk gebouw waar hoofdzakelijk tweedehands en incourante goederen worden verhandeld of diensten worden aangeboden vanaf standplaatsen.

  • 2.

    Onder snuffelmarkt wordt niet verstaan:

    • a.

      een markt of jaarmarkt als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h, van de Gemeentewet;

    • b.

      een evenement als bedoeld in artikel 2:24.

JJJJ

 

Artikel 5:24, derde lid, komt te luiden:

 

  • 3.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de Waterwet, de Omgevingsverordening Flevoland of het bepaalde bij of krachtens de Telecommunicatiewet.

KKKK

 

Artikel 5:25 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het derde lid, onderdeel a, komt te luiden:

    • a.

      nadere regels stellen in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, milieuhygiëne en het uiterlijk aanzien van de gemeente;

  • 2.

    Het vierde lid komt te luiden:

    • 4.

      Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Woningwet, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Wet milieubeheer, het Binnenvaartpolitiereglement, de Waterwet en de Omgevingsverordening Flevoland.

  • 3.

    Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

    • 5.

      Het college kan aan de rechthebbende op een vaartuig aanwijzingen geven met betrekking tot het innemen, veranderen of gebruik van een ligplaats in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, de milieuhygiëne en het uiterlijk aanzien van de gemeente.

  • 4.

    Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

    • 6.

      De rechthebbende op een vaartuig is verplicht alle door het college gegeven aanwijzingen met betrekking tot het innemen, veranderen of gebruik van een ligplaats op te volgen.

LLLL

 

Artikel 5:26 komt te vervallen.

 

MMMM

 

Artikel 5:27 komt te luiden:

 

Artikel 5:27 Verbod innemen ligplaats

 

Het is verboden een ligplaats in te nemen, te hebben of beschikbaar te stellen in strijd met het krachtens artikel 5:25, zesde lid.

 

NNNN

 

Artikel 5:27a, vierde lid, komt te luiden:

 

  • 4.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Woningwet, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Wet milieubeheer, het Binnenvaartpolitiereglement, de Waterwet en de Omgevingsverordening Flevoland.

OOOO

 

In artikel 5:28, tweede lid, wordt “Verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland” vervangen door: de Omgevingsverordening Flevoland.

 

PPPP

 

In artikel 5:30, tweede lid, wordt “Verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland” vervangen door: de Omgevingsverordening Flevoland.

 

QQQQ

 

Artikel 5:32, derde lid, komt te luiden:

 

  • 3.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, het Besluit omgevingsrecht, de Zondagswet of het Besluit geluidproduktie sportmotoren.

RRRR

 

In artikel 5:33, vierde lid, onderdeel b wordt” “Verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland” vervangen door: de Omgevingsverordening Flevoland.

 

SSSS

 

In artikel 5:34, vijfde lid, wordt” “Verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland” vervangen door: de Omgevingsverordening Flevoland.

 

TTTT

 

In artikel 6:1, eerste lid, wordt “4:9” vervangen door: 4:9a.

ARTIKEL VIII

De Verordening Blijverslening gemeente Dronten wordt als volgt gewijzigd:

 

A

 

In artikel 1, onderdeel b, wordt “toewijzing” vervangen door: toekenning.

 

B

 

In artikel 3, eerste lid, wordt “eigenaar bewoner” vervangen door: aanvrager.

 

C

 

Artikel 4 komt te luiden:

 

Artikel 4 Toekennen

 

  • 1.

    Het college besluit een Blijverslening toe te kennen, indien uit de aanvraag blijkt dat met het treffen van de maatregelen aantoonbaar wordt bijgedragen aan het in artikel 3, tweede lid, omschreven beleidsdoel.

  • 2.

    Het college kan bij zijn beslissing op grond van het eerste lid rekening houden met financiële steun die op grond van enige andere regeling is of kan worden toegekend.

  • 3.

    Het college stelt de hoogte van de Blijverslening consumptief vast, met een minimum van € 2.500,- en een maximum van € 10.000,-.

  • 4.

    Het college stelt de hoogte van de Blijverslening hypothecair vast, met een minimum van € 10.001,- en een maximum van € 50.000,-. Voor aanvragers van 76 jaar en ouder wordt de lening ook hypothecair verstrekt voor een leningbedrag van minimaal € 2.500,- tot maximaal € 10.000,-

D

 

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het eerste lid komt te luiden:

    • 1.

      Voor of na de toekenning van de Blijverslening, kan voor dezelfde bestaande woning een Duurzaamheidslening worden aangevraagd c.q. worden toegekend. Dit betreffen dan twee afzonderlijke aanvragen die desgewenst gelijktijdig kunnen worden ingediend.

  • 2.

    In het tweede lid wordt “bepalen” vervangen door: bedragen.

E

 

In artikel 6, eerste lid, wordt “toewijzen” vervangen door: toekennen.

 

F

 

Artikel 7 komt te vervallen.

 

G

 

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het opschrift van het artikel komt te luiden:

  • Artikel 8 Procedure aanvraag en toekenning

  • 2.

    Het vierde lid komt te luiden:

    • 4.

      Indien de aanvraag niet binnen de aangegeven termijn is gecompleteerd, kan het college besluiten de aanvraag niet te behandelen.

  • 3.

    In het zesde lid wordt “toewijzings-“ vervangen door: toekennings-.

H

 

Artikel 9 komt te luiden:

 

Artikel 9 Afwijzen aanvraag/intrekken toekenning

 

Het college wijst een aanvraag af of trekt een toekenningsbesluit Blijverslening in, indien één of meer van de onderstaande situaties zich voor doen:

  • a.

    het budget, zoals bedoeld in artikel 6, is niet toereikend;

  • b.

    er is niet voldaan aan de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften en/of bepalingen;

  • c.

    de Blijverslening is toegekend of vastgesteld op grond van onjuiste gegevens;

  • d.

    de te treffen maatregelen bedragen minder dan € 2.500,00 inclusief BTW;

  • e.

    SVn brengt een negatieve krediettoets uit;

  • f.

    de aanvraag is bij het college ingediend tijdens of na het treffen van de maatregelen.

I

 

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In het eerste lid wordt “toewijzing” vervangen door: toekenning.

  • 2.

    Het tweede lid komt te luiden:

    • 2.

      Bij een positieve krediettoets brengt SVn een offerte uit. SVn brengt enkel een offerte uit als de aanvraag volledig is.

J

 

Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In de tabel, onder “Verstrekking” en “Consumptief” wordt “toewijzing” vervangen door: toekenning.

  • 2.

    In de tabel, onder “Verstrekking” en “Hypothecair” wordt “toewijzing” vervangen door: toekenning.

K

 

Artikel 13, tweede lid, komt te luiden:

 

  • 2.

    Facturen van de aannemer of installateur die het project uitvoeren dient de aanvrager, samen met het SVn declaratieformulier, bij het college in. Na akkoord van het college zorgt SVn voor de betaling van de facturen.

ARTIKEL IX

De Legesverordening 2020 wordt als volgt gewijzigd:

 

A

 

Artikel 1, onder c, komt te luiden:

 

  • c.

    “maand”: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

B

 

Artikel 2, eerste lid, komt te luiden:

 

  • 1.

    Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

    • a.

      het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

    • b.

      het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

  • een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

C

 

Artikel 9 komt te luiden:

 

Artikel 9. Vermindering of teruggaaf

 

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

 

D

 

In artikel 10, onder b, wordt “regelgeving” vervangen door: rijksregelgeving.

 

E

 

Artikel 12 vervalt.

ARTIKEL X

De Algemene subsidieverordening 2017 wordt als volgt gewijzigd:

 

A

 

Artikel 1, eerste lid, onderdeel d, komt te luiden:

 

  • d.

    Europees steunkader: een mededeling, richtsnoer, kaderregeling, besluit of vrijstellingsverordening op het gebied van staatssteun die de Europese Commissie of de Raad van de Europese Unie, gelet op de artikelen 106, derde lid, 107, 108 of 109 van het Verdrag heeft vastgesteld, waaronder de Algemene groepsvrijstellingsverordening: Verordening (EU) nr. 2017/1084 van de Commissie tot wijziging van Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU L 156/1); de Landbouw vrijstellingsverordening: Verordening (EU) nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU L 193/1); en de Visserij vrijstellingsverordening: Verordening (EU) nr. 1388/2014 van de Commissie van 16 december 2014 waarbij bepaalde categorieën steun voor ondernemingen die actief zijn in de productie, de verwerking en de afzet van visserij- en aquacultuurproducten, op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU L 369/37);

B

 

Artikel 3, derde lid, komt te luiden:

 

  • 3.

    Het college kan bij subsidieregeling en binnen de door de raad gestelde financiële kaders, subsidieplafonds vaststellen. In dat geval bepalen zij bij subsidieregeling de wijze van verdeling van de betrokken subsidie.

C

 

Artikel 4, eerste lid, komt te luiden:

 

  • 1.

    Voor zover dat ten behoeve van het voldoen aan een Europees steunkader noodzakelijk is kan het college bij subsidieregeling of bij subsidieverlening afwijken van deze verordening en deze aanvullen.

D

 

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het eerste lid komt te luiden:

    • 1.

      Een aanvraag tot verlening van subsidie wordt schriftelijk of, als deze weg is opengesteld, elektronisch ingediend en voldoet in ieder geval aan de eisen van artikel 4:2 van de wet. De aanvraag wordt ingediend bij het college.

  • 2.

    Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

    • 7.

      Een rechtspersoon die voor de eerste keer subsidie aanvraagt, legt tevens over: een exemplaar van de oprichtingsakte of de statuten, alsmede van het jaarverslag, de jaarrekening of de balans van het voorgaande jaar.

E

 

In artikel 10, vijfde lid, wordt “besluit” vervangen door: eindbeslissing.

 

F

 

In artikel 12, derde lid, wordt “rekenkamercommissie” vervangen door: rekenkamer.

ARTIKEL XI

De Verordening gegevensverstrekking basisregistratie personen Dronten wordt als volgt gewijzigd:

 

Artikel 1 komt te luiden:

 

Artikel 1 Verstrekkingen aan organen van de gemeente

 

Het college van burgemeester en wethouders verstrekt met inachtneming van het besluit als bedoeld in artikel 3.2 van de Wet basisregistratie personen voor de gemeente Dronten, aan een overheidsorgaan dat een orgaan van de gemeente is gegevens uit de basisregistratie.

ARTIKEL XII

De Marktverordening Dronten 2013 wordt als volgt gewijzigd:

 

A

 

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Onderdeel a komt te luiden:

    • a.

      markt: een door het college ingestelde warenmarkt;

  • 2.

    Onderdeel d komt te luiden:

    • d.

      dagplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld, omdat deze niet als vaste standplaats is toegewezen dan wel ingenomen;

B

 

Artikel 5, tweede lid, komt te luiden:

 

  • 2.

    Een vergunning voor een vaste standplaats wordt verleend voor onbepaalde tijd.

C

 

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het eerste lid komt te luiden:

    • 1.

      Het college trekt een vaste standplaatsvergunning in:

      • a.

        op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder; of

      • b.

        bij overlijden van de vergunninghouder, tenzij op grond van artikel 4 van het Marktreglement Dronten 2013 de vergunning wordt overgeschreven.

  • 2.

    Het tweede lid komt te luiden:

    • 2.

      Het college kan een vaste standplaatsvergunning intrekken:

      • a.

        indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt; of

      • b.

        indien de vergunninghouder niet meer voldoet aan de in artikel 6 genoemde vereisten.

  • 3.

    In het derde lid wordt “artikel 7 van het marktreglement van de gemeente Dronten” vervangen door: artikel 4 van het Marktreglement Dronten 2013.

ARTIKEL XIII

De Verordening Duurzaamheidslening gemeente Dronten wordt als volgt gewijzigd:

 

A

 

Artikel 1 komt te luiden:

 

Artikel 1 Begrippen

 

Deze regeling verstaat onder:

  • a.

    aanvraag: een schriftelijk verzoek aan het college om toekenning van een Duurzaamheidslening;

  • b.

    aanvrager: een meerderjarige natuurlijke persoon die eigenaar is van woonruimte, zoals omschreven in artikel 2;

  • c.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dronten;

  • d.

    Duurzaamheidslening: een gemeentelijke stimuleringslening die aan aanvrager na toekenning door het college door SVn kan worden verstrekt ten behoeve van de financiering van de door het college aanvaarde werkelijke kosten van duurzaamheidsmaatregelen, die worden getroffen in woonruimte zoals omschreven in artikel 2;

  • e.

    duurzaamheidsmaatregelen: energiebesparende en duurzame maatregelen en voorzieningen als bedoeld in artikel 5, eerste lid;

  • f.

    EPA-maatwerkadvies: een advies dat voorafgaand aan het uitvoeren, plaatsen of aanbrengen van bepaalde duurzaamheidsmaatregelen wordt opgesteld door een daartoe gecertificeerd bedrijf;

  • g.

    werkelijke kosten: de kosten van materialen en werkzaamheden voor zover noodzakelijk voor het treffen van duurzaamheidsmaatregelen als bedoeld in artikel 5, eerste lid, vermeerderd met de kosten van een EPA-maatwerkadvies, de kosten van een energieprestatiecertificaat, legeskosten, bijkomende kosten voor het verkrijgen van de Duurzaamheidsleningen en de kosten van door een deskundig bedrijf ter zake van deze duurzaamheidsmaatregelen in rekening gebrachte arbeidsuren en verminderd met de van derden ontvangen of nog te ontvangen tegemoetkomingen in deze kosten.

  • h.

    SVn: de Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten.

B

 

Artikel 3 komt te luiden:

 

Artikel 3 Budget

 

Het college stelt het maximum budget vast dat beschikbaar is voor het toekennen van Duurzaamheidsleningen.

 

C

 

In artikel 4, wordt “art.3” vervangen door: artikel 3.

 

D

 

Artikel 5 komt te luiden:

 

Artikel 5 Duurzaamheidsmaatregelen

 

  • 1.

    Tot de duurzaamheidsmaatregelen worden gerekend:

    • a.

      Warmtepomp

    • b.

      Gevelisolatie

    • c.

      Dakisolatie

    • d.

      Vloerisolatie

    • e.

      Raam- en deurisolatie

    • f.

      Verwarmingsinstallatie

    • g.

      Zonnepanelen

    • h.

      Zonneboiler

  • 2.

    Voor een maatregel in het eerste lid, onderdeel a tot en met f of een combinatie daarvan, is de eis dat het energielabel van de betreffende woning met minimaal een klasse wordt verbeterd. Om dit aan te kunnen tonen moet een EPA-maatwerkadvies worden overgelegd. De kosten van dit advies mogen meegenomen worden in de aanvraag voor de Duurzaamheidslening. Een meer gedetailleerde uitwerking van deze maatregelen is weergegeven in de bij deze verordening behorende lijst, die als bijlage 1 is toegevoegd.

  • 3.

    Indien een maatregel of maatregelen zoals genoemd in het eerste lid, onderdelen a tot en met f worden gecombineerd met de onderdelen g en/of h, hoeft geen EPA-maatwerkadvies bij de aanvraag te worden overgelegd.

  • 4.

    Het college kan de in het eerste lid opgenomen duurzaamheidmaatregelen uitbreiden en inkorten.

E

 

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het derde lid komt te luiden:

    • 3.

      Indien de aanvraag niet binnen de aangegeven termijn is gecompleteerd, kan het college besluiten de aanvraag niet te behandelen.

  • 2.

    Het zesde lid komt te luiden:

    • 6.

      Op de aanvraag is paragraaf 4.1.3.3 van de algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

F

 

Artikel 9, onderdeel b, komt te luiden:

 

  • b.

    het verhogen van het aandeel duurzame energiebronnen in de energievoorziening van de woonruimte, zoals bedoeld in artikel 2;

ARTIKEL XIV

De Afvalstoffenverordening 2018 gemeente Dronten wordt als volgt gewijzigd:

 

A

 

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het tweede lid komt te luiden:

    • 2.

      Het college kan aan een aanbestedende dienst een uitsluitend recht verlenen als bedoeld in artikel 2.24 aanhef en onderdeel a Aanbestedingswet 2012 voor het verrichten van activiteiten in het kader van de uitvoering van afvalbeheerstaken die op grond van de Wet Milieubeheer aan de gemeente zijn opgedragen of die in verband daarmee tot de verantwoordelijkheid van de gemeente behoren, alsmede voor het reinigen van de openbare ruimten, het bestrijden van gladheid en het bestrijden van plaagdieren;

  • 2.

    Het derde lid komt te luiden:

    • 3.

      Naast het verlenen van het in het eerste en tweede lid genoemde uitsluitend recht kan het college personen of instanties aanwijzen die zijn belast met het ter uitvoering van de wet en deze verordening afzonderlijk inzamelen van categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.

B

 

Artikel 4 komt te luiden:

 

Artikel 4. Regulering van andere inzamelaars

 

  • 1.

    Het is voor anderen dan de inzameldienst verboden huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen, tenzij de inzamelaar:

    • a.

      daartoe is aangewezen in het uitvoeringsbesluit;

    • b.

      bij nadere regels van het college van het verbod is vrijgesteld; of

    • c.

      verplicht is tot inname, bedoeld in artikel 9.5.2, derde lid, aanhef en onderdeel b, of vierde lid, van de Wet milieubeheer.

  • 2.

    Het college kan aan een aanwijzing, bedoeld in het eerste lid, onder a, voorschriften verbinden en beperkingen stellen. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissing) is niet van toepassing.

C

 

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het tweede lid, onderdeel a, komt te luiden:

    • a.

      groente-, fruit- en tuinafval;

  • 2.

    Het tweede lid, onderdeel d, komt te luiden:

    • d.

      plastic huishoudelijke verpakkingen, metaal en drankenkartons;

  • 3.

    In het derde lid wordt “kunnen” vervangen door: kan.

D

 

Artikel 11 komt te luiden:

 

Artikel 11. Inzameling bedrijfsafvalstoffen door inzameldienst

 

Het college kan bestanddelen van bedrijfsafvalstoffen aanwijzen die worden ingezameld door de inzameldienst die is aangewezen krachtens artikel 3, in gevallen waarin de voor deze inzameling krachtens de Verordening afvalstoffenheffing 2020 verschuldigde heffing is voldaan.

 

E

 

In artikel 13, tweede lid, wordt “tweede lid” vervangen door: eerste lid.

 

F

 

In artikel 22 wordt “19” vervangen door “20”.

ARTIKEL XV

De Verordening klankbordgesprekken burgemeester en gemeenteraad Dronten 2019 wordt als volgt gewijzigd:

 

A

 

  • 1.

    Artikel 1, onderdeel a, komt te luiden:

    • a.

      gesprekken: klankbordgesprekken tussen de raad en de burgemeester;

B

 

Artikel 2 komt te luiden:

 

Artikel 2. Algemene bepalingen

 

  • 1.

    De raad stelt aan het begin van een nieuwe raadsperiode een commissie in die jaarlijks gesprekken voert.

  • 2.

    Indien de commissie dan wel de burgemeester de wens daartoe kenbaar maakt, wordt tussentijds een gesprek gevoerd.

  • 3.

    Het verslag van het laatste gesprek in een ambtsperiode weegt mee bij het oordeel over een herbenoeming van de burgemeester.

C

 

Artikel 6, vierde lid, komt te luiden:

 

  • 4.

    De commissie kan zich laten bijstaan door een externe gespreksleider. In dat geval is het tweede lid niet van toepassing.

D

 

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In het tweede lid wordt “klankbordgesprekken” vervangen door: gesprekken.

  • 2.

    Het zevende lid komt te luiden:

    • 7.

      Het in dit artikel bepaalde is van overeenkomstige toepassing op de griffier, op de eventuele externe gespreksleider zoals bedoeld in artikel 6, vierde lid, op betrokkenen en op de personen bij wie overeenkomstig artikel 9, derde lid van deze verordening informatie is ingewonnen.

E

 

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In het derde lid wordt “klankbordgesprek” vervangen door: gesprek.

  • 2.

    In het vierde lid wordt “klankbordgesprek” vervangen door: gesprek.

  • 3.

    In het vijfde lid wordt “klankbordgesprek” vervangen door: gesprek.

F

 

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In het eerste lid wordt “klankbordgesprek” vervangen door: gesprek.

  • 2.

    In het derde lid wordt “klankbordgesprek” vervangen door: gesprek.

ARTIKEL XVI

De Verordening Auditcommissie Dronten 2018 wordt als volgt gewijzigd:

 

A

 

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In onderdeel a wordt “Controleverordening gemeente Dronten” vervangen door: Controleverordening 2016.

  • 2.

    Onderdeel b komt te luiden:

    • b.

      advies: advies van de commissie aan de raad;

  • 3.

    Onderdeel f komt te luiden:

    • f.

      controleverordening: de Controleverordening 2016;

  • 4.

    Onderdeel i komt te luiden:

    • i.

      voorzitter: de voorzitter van de commissie.

B

 

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In het eerste lid wordt “auditcommissie” gewijzigd in: commissie.

  • 2.

    In het tweede lid wordt “auditcommissie” gewijzigd in: commissie.

C

 

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Onderdeel b komt te luiden:

    • b.

      advisering over het programma van eisen voor de aanbesteding van de accountantscontrole, zoals bepaald in artikel 2, derde lid, van de Controleverordening 2016 en bereidt het aanbestedingstraject voor;

  • 2.

    In onderdeel c wordt “na” vervangen door: voor.

  • 3.

    Onderdeel d komt te luiden:

    • d.

      het jaarlijks voorafgaand aan de accountantscontrole voeren van afstemmingsoverleg met de accountant, met de mogelijkheid om specifieke aandacht te besteden aan bepaalde posten of organisatieonderdelen, zoals ook bedoeld in artikel 4 van de Controleverordening 2016;

  • 4.

    Onderdeel f komt te luiden:

    • f.

      het overleg met de accountant over het verslag van bevindingen betreffende de controle van de jaarrekening zoals bepaald in artikel 7, vierde lid, van de Controleverordening 2016, en het uitbrengen van een advies hierover;

  • 5.

    Onderdeel i komt te luiden:

    • i.

      het verschaffen van inzicht aan de raad inzake de aanbevelingen van de in onderdeel h van dit artikel genoemde rapporten;

  • 6.

    In onderdeel j wordt “rekenkamercommissie” vervangen door: rekenkamer.

D

 

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het vierde lid komt te luiden:

    • 4.

      De leden van de commissie kiezen uit hun midden een voorzitter. De griffier van de raad of diens plaatsvervanger is secretaris van de commissie.

  • 2.

    In het zesde lid wordt “de manager Concerndiensten” vervangen door: de directeur van vakgebied Bedrijfsvoering.

E

 

Artikel 5, tweede lid, komt te luiden:

 

  • 2.

    Het lidmaatschap van de commissie vervalt door:

    • a.

      indien het lid een raadslid is: het verlies van hoedanigheid als raadslid, door ontslagname of door een met redenen omkleed besluit van de raad.

    • b.

      indien het lid een burgerraadslid is: het verlies van hoedanigheid als burgerraadslid, door ontslagname of door een met redenen omkleed besluit van de raad.

F

 

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In het tweede lid wordt “auditcommissie” vervangen door: commissie.

  • 2.

    In het derde lid wordt “auditcommissie” vervangen door: commissie.

  • 3.

    In het vierde lid wordt “griffier” vervangen door: secretaris van de commissie.

G

 

In artikel 8, eerste lid, wordt “en/of andere adviserende leden” vervangen door: en andere adviseurs.

ARTIKEL XVII

De Verordening huishoudelijk reglement van het presidium Dronten 2013 wordt als volgt gewijzigd:

 

A

 

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Onderdeel a komt te luiden:

    • a.

      RvO: Verordening Reglement van orde van de raad 2017 en andere werkzaamheden van de raad Dronten;

  • 2.

    In onderdeel b wordt “5” vervangen door: 2.

  • 3.

    In onderdeel d wordt “9” vervangen door: 7.

B

 

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In het eerste lid wordt “Reglement van orde van de raad” vervangen door: RvO.

  • 2.

    In het eerste lid wordt “raadscommissie” vervangen door: commissie.

  • 3.

    Het tweede lid komt te luiden:

    • 2.

      Het presidium is de werkgeverscommissie. Zij oefent met betrekking tot de griffier en de overige op de griffie werkzame ambtenaren de bevoegdheden uit die de wet, de CAO gemeenten en andere daarop betrekking hebbende regelingen daartoe geven. Met voornoemde personen vinden jaargesprekken en voortgangsgesprekken plaats. De werkgeverscommissie laat zich daarbij begeleiden door een HRM adviseur.

C

 

In artikel 5, eerste lid, wordt “het huishoudelijk reglement” vervangen door: deze verordening.

 

D

 

In artikel 7 wordt “reglement van orde op de raadsvergadering” vervangen door: RvO.

ARTIKEL XVIII

De Verordening gemeentelijke rekenkamer Dronten wordt als volgt gewijzigd:

 

A

 

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

    • e.

      leden: de leden van de rekenkamer;

  • 2.

    Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

    • f.

      secretariaatsfunctie: het geheel van secretariaatswerkzaamheden.

B

 

Artikel 4, eerste lid, komt te luiden:

 

  • 1.

    De raad kan plaatsvervangende leden benoemen. Artikel 3 is dan van overeenkomstige toepassing.

C

 

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het eerste lid komt te luiden:

    • 1.

      Het presidium bericht de raad als een of meer van de ontslaggronden zich voordoen, zoals bedoeld in artikel 81c, zesde en zevende lid van de wet, of als een of meer non-activiteitsgronden zich voordoen, zoals bedoeld in artikel 81d, eerste en tweede lid, van de wet.

  • 2.

    Artikel 5, derde lid, komt te luiden:

    • 3.

      Het presidium adviseert de raad tevens met betrekking tot een beslissing tot verlenging of beëindiging van een maatregel als bedoeld in artikel 81d, eerste of tweede lid van de wet.

D

 

Artikel 6, tweede lid, komt te luiden:

 

  • 2.

    De rekenkamer verantwoordt de baten en lasten van het vorig begrotingsjaar in het jaarverslag aan de raad, als bedoeld in artikel 185, derde lid van de wet.

E

 

Artikel 7 komt te luiden:

 

Artikel 7. Rechtspositie

 

  • 1.

    De voorzitter en de leden ontvangen een vergoeding voor de werkzaamheden, alsmede een vergoeding voor de reiskosten.

  • 2.

    De vergoeding bedraagt voor de voorzitter €325,- per maand en voor de overige leden €230,- per maand.

  • 3.

    De vergoeding stopt met onmiddellijke ingang als het lid of plaatsvervangend lid door de raad wordt ontslagen of op non-activiteit wordt gesteld.

  • 4.

    Diegene van de rekenkamer die invulling geeft aan de secretariaatsfunctie ontvangt een toeslag van €95,- per maand voor die extra werkzaamheden.

  • 5.

    De reiskostenvergoeding bedraagt de maximaal door de Belastingdienst vrijgestelde kilometervergoeding.

ARTIKEL XIX

De Verordening rechtspositie wethouders, raadsleden gemeente Dronten 2015 wordt als volgt gewijzigd:

 

A

 

Artikel 1 komt te luiden:

 

Artikel 1 Definitiebepalingen

 

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    commissielid: lid van een commissie als bedoeld in de artikelen 82, 83 en 84 van de Gemeentewet, dat niet tevens raadslid is of ambtenaar die als zodanig tot lid van een commissie is benoemd. Een commissielid wordt ook burgerraadslid genoemd.

  • b.

    griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet.

  • c.

    raadslid: lid van de gemeenteraad.

B

 

Artikel 2 komt te luiden:

 

Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden van raadsleden

 

Van de vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, wordt 20% uitgekeerd op basis van het aantal bijgewoonde raadsvergaderingen afgezet tegen het aantal gehouden vergaderingen.

 

C

 

Artikel 3 komt te luiden:

 

Artikel 3 Reis- en verblijfkosten raads- en commissieleden voor reizen buiten de gemeente

 

  • 1.

    Voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur als bedoeld in artikel 97 Gemeentewet worden aan een raads- of commissielid vergoed:

    • a.

      de kosten voor het gebruik van openbaar vervoer. Onder de kosten voor het gebruik van het openbaar vervoer worden verstaan de kosten van voor een ieder openstaand personenvervoer volgens een dienstregeling met een auto, bus, trein, metro, tram of via een geleidesysteem voortbewogen voertuig dan wel met een veerpont of een veerboot;

    • b.

      bij gebruik van een eigen personenauto, een bedrag van € 0,28 per afgelegde kilometer.

  • 2.

    Boetes en naheffingsaanslagen voor parkeren worden niet vergoed.

  • 3.

    Als een raadslid of commissielid een tijdelijke functionele beperking heeft, kan voor reizen als bedoeld in het eerste lid, een voor de beperking geschikte vervoersvoorziening worden vergoed of ter beschikking gesteld.

  • 4.

    De noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte werkelijke verblijfkosten die een raadslid of commissielid maakt in verband met reizen buiten het grondgebied ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur worden ten laste van de gemeente vergoed.

D

 

Artikel 5, eerste lid, komt te luiden:

 

  • 1.

    Een raads- of commissielid dat wil deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van zijn functie als bedoeld in artikel 3.3.3 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, die niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.

E

 

Artikel 6 komt te luiden:

 

Artikel 6 Informatie- en communicatievoorzieningen raads- en commissieleden

 

  • 1.

    Een raads- of commissielid tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

  • 2.

    Een raads- of commissielid levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen in bij de gemeente.

  • 3.

    De vergoeding voor de aanleg- en abonnementskosten voor een internetverbinding voor de informatie- en communicatievoorzieningen, zoals bedoeld in dit artikel, bedraagt ten hoogste € 10,00 per maand, waarbij alleen in aanmerking komen de extra abonnementskosten die gemaakt worden voor een goede vervulling van het raads- of commissielidmaatschap.

  • 4.

    Een aanvraag om een vergoeding als bedoeld in dit artikel wordt gedaan bij de griffier en gaat vergezeld van de benodigde bewijsstukken.

F

 

Artikel 7 komt te luiden:

 

Artikel 7 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

 

  • 1.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

G

 

In artikel 8, eerste lid, wordt “artikel 3 van de Regeling rechtspositie wethouders” vervangen door: artikel 3.2.9 eerste lid aanhef en onderdeel a van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

 

H

 

In artikel 9, eerste lid, wordt “artikel 4 van de Regeling rechtspositie wethouders” vervangen door: artikel 3.2.9, eerste lid en onderdeel b van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

 

I

 

Artikel 12 komt te luiden:

 

Artikel 12 Informatie- en communicatievoorzieningen wethouders

 

  • 1.

    Een wethouder tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

  • 2.

    Een wethouder levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen in bij de gemeente.

  • 3.

    De vergoeding voor de aanleg- en abonnementskosten voor een internetverbinding voor de informatie- en communicatievoorzieningen, zoals bedoeld in dit artikel, bedraagt ten hoogste € 10,00 per maand, waarbij alleen in aanmerking komen de extra abonnementskosten die gemaakt worden voor een goede vervulling van wethouderschap.

  • 4.

    Een aanvraag om een vergoeding als bedoeld in dit artikel wordt gedaan bij de gemeentesecretaris en gaat vergezeld van de benodigde bewijsstukken.

J

 

Artikel 13 komt te vervallen.

 

K

 

Artikel 14 komt te luiden:

 

Artikel 14 Reis- en pensionkosten en verhuiskosten bij benoeming

 

De wethouders die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikken hebben ten laste van de gemeente aanspraak op vergoeding van reis-, pension- en verhuiskosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.2.7, eerst en tweede lid van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

 

L

 

Artikel 15 komt te luiden:

 

Artikel 15 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

 

  • 1.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

M

 

Artikel 16 komt te luiden:

 

Artikel 16 Betaling vaste vergoedingen

 

De betaling van de vergoeding voor werkzaamheden, de bezoldiging voor wethouders op grond van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, de onkostenvergoedingen en declaraties geschiedt maandelijks of in maandelijkse termijnen als er sprake is van een vergoeding op jaarbasis tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of onderliggende ministeriële regelingen anders bepalen.

ARTIKEL XX

De Verordening VROM starterslening wordt als volgt gewijzigd:

 

In artikel 5 wordt een lid toegevoegd, luidende:

 

  • 4.

    Het college handelt aanvragen, waarbij het aanvraagformulier volledig is ingevuld, in volgorde van binnenkomst af.

ARTIKEL XXI

De Verordening precariobelasting 2020 wordt als volgt gewijzigd:

 

A

 

Artikel 1 komt te luiden:

 

Artikel 1. Definities

 

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    dag: een periode van 24 uren, aanvangende te 00.00 uur, of een gedeelte daarvan;

  • b.

    week: een periode van zeven achtereenvolgende dagen.

  • c.

    maand: een kalendermaand;

  • d.

    jaar: een kalenderjaar;

  • e.

    vergunning: een door het gemeentebestuur verleende en in een gemeentelijke registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een persoon een of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond mag hebben;

B

 

Artikel 5, tweede lid, komt te luiden:

 

  • 2.

    Indien een tarief per oppervlakte is vastgesteld, wordt de precariobelasting berekend naar de oppervlakte van de horizontale projectie van de voorwerpen, tenzij anders is bepaald. De oppervlakte van andere dan rechthoekige voorwerpen wordt gesteld op het product van de twee aangrenzende zijden van een om het voorwerp geplaatste denkbeeldige rechthoek.

C

 

Artikel 6, tweede lid, komt te luiden:

 

  • 2.

    In andere dan de in het eerste lid bedoelde gevallen, is het belastingtijdvak de in het kalenderjaar gelegen aaneengesloten periode gedurende welke het belastbaar feit zich voordoet of heeft voorgedaan.

D

 

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In het eerste lid wordt “7” vervangen door: 6.

  • 2.

    In het tweede lid wordt “7” vervangen door: 6.

E

 

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In artikel 9, tweede lid, aanhef, wordt “8” vervangen door: 7.

  • 2.

    Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

    • 3.

      De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

F

 

In artikel 12 wordt “4” vervangen door: 3.

ARTIKEL XXII

De Verordening op het onderzoeksrecht wordt als volgt gewijzigd:

 

A

 

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In het zesde lid wordt “commissie van onderzoek” vervangen door: onderzoekscommissie.

  • 2.

    In het zevende lid wordt “verordening op de raadscommissies” vervangen door: Verordening op de raadscommissie 2017.

ARTIKEL XXIII

De “Toeslagenverordening” van de gemeente Dronten wordt ingetrokken.

ARTIKEL XXIV

De Verordening toeslagen en verlagingen wet Investeren in Jongeren gemeente Dronten 2010 van de gemeente Dronten wordt ingetrokken.

ARTIKEL XXV

De Verordening, regelende de bezoldiging van de ambtenaren van de burgerlijke stand en de buitengewone ambtenaren van de burgerlijke stand wordt ingetrokken.

ARTIKEL XXVI

De Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie wordt, met terugwerkende kracht vanaf 1 juni 2017, ingetrokken.

ARTIKEL XXVII

De Verordening rechtspositie gemeentelijke rekenkamer wordt ingetrokken.

ARTIKEL XXVIII

De Verordening Wachtlijstbeheer Wsw wordt ingetrokken.

ARTIKEL XXIX

De Verordening werkleeraanbod Wet investeren in jongeren 2010 wordt ingetrokken.

ARTIKEL XXX

De Verordening gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens wordt ingetrokken.

ARTIKEL XXXI

De Brandbeveiligingsverordening wordt ingetrokken.

ARTIKEL XXXII

De Verordening brandveiligheid en hulpverlening wordt ingetrokken.

ARTIKEL XXXIII

De Verordening brandweerrechten 2009 wordt ingetrokken.

ARTIKEL XXXIV

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening tot wijziging van diverse verordeningen gemeente Dronten 2020.

ARTIKEL XXXV

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking.

Dronten, 2020.

De raad voornoemd,

E.M. Geldorp

Griffier

drs. J.P. Gebben

Voorzitter

Toelichting  

 

ARTIKEL I

A

In het vorige artikel 7 van de Financiële verordening gemeente Dronten 2020 was de voorwaarde gesteld dat eerst de raad moest worden geïnformeerd over het voornemen van het college tot het verstrekken van kapitaal aan instellingen en ondernemingen en moest hiertoe het college de raad eveneens in de gelegenheid stellen zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen. Het is echter de bedoeling dat deze voorwaarde ook gelden voor de aan- en verkoop van goederen, werken en diensten groter dan € 500.000 en de door het college te verstrekken leningen, waarborgen en garanties groter dan € 500.000. Met deze wijziging is deze omissie hersteld. Met deze wijziging wordt eveneens gevolg gegeven aan artikel 169, vierde lid van de Gemeentewet. De tekst van het vorige artikel 7 van de Financiële verordening gemeente Dronten 2020 is ongewijzigd gebleven, alleen is de zinssnede waarin voornoemde voorwaarden zijn opgenomen losgekoppeld van onderdeel c en hebben deze nu betrekking op de onderdelen a, b en c. Voorts is achter onderdeel b het woord “en” opgenomen. Aangesloten is bij de tekst van het Model Financiële verordening 2016 van de VNG, versie 22 september 2016.

 

B

Het vorige artikel 10, tweede lid van de Financiële verordening gemeente Dronten 2020 was niet juist geformuleerd. De opgelegde verplichting om de in artikel 10, tweede lid van de Financiële verordening gemeente Dronten 2020 genoemde voorziening te vormen was door de gehanteerde formulering alleen opgelegd voor openstaande vorderingen betreffende de afvalstoffenheffing, terwijl het ook de bedoeling is dat deze geldt voor onroerendezaakbelasting, precariobelasting, parkeerbelasting en rioolheffing. Met deze wijziging is deze omissie hersteld. De tekst van het vorige tweede lid van artikel 10 van de Financiële verordening gemeente Dronten 2020 is nagenoeg ongewijzigd gebleven, alleen is de zinssnede waarin voornoemde verplichting is opgenomen losgekoppeld van onderdeel e en heeft deze verplichting nu betrekking op de onderdelen a tot en met e. Verder is het woord “en” achter rioolheffing geplaatst. Grotendeels is aangesloten bij de tekst van het Model Financiële verordening 2016 van de VNG, versie 22 september 2016.

 

C

In het vorige artikel 17 van de Financiële verordening gemeente Dronten 2020 was spreektaal gebruikt en was ook niet geheel duidelijk wie het bevoegd gezag betrof. Met “we” werd het college bedoeld. Met deze wijziging is deze omissie hersteld.

 

D

De artikelnummering was in de vorige Financiële verordening gemeente Dronten 2020 verkeerd. Er was drie keer een artikel 23 opgenomen. Met deze wijziging is deze omissie hersteld.

 

ARTIKEL II

A1

Het vorige artikel 1, aanhef en onderdeel a van de Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid gaf geen sluitende definitie van het begrip “doelmatigheid”. Met deze wijziging is dit hersteld. Aangesloten is bij het Model verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid van de VNG, versie 19 april 2005.

 

A2

Het vorige artikel 1, aanhef en onderdeel b van de Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid gaf geen sluitende definitie van het begrip “doeltreffendheid”. Met deze wijziging is dit hersteld. Aangesloten is bij het Model verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid van de VNG, versie 19 april 2005.

 

B

Elke gemeente dient te beschikken over een rekenkamer dan wel een rekenkamerfunctie. De gemeenteraad heeft ervoor gekozen een rekenkamer te hebben. Dit is geregeld in de Verordening gemeentelijke rekenkamer Dronten. In de vorige Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid stond echter in artikel 3, derde lid, “rekenkamerfunctie” genoemd. Met onderhavig artikel wordt dit vervangen door “rekenkamer” en is deze omissie hersteld.

 

C1

In het vorige eerste lid van artikel 5 van de Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid was opgenomen dat elke rapportage onder andere tenminste aanbevelingen voor verbeteringen moet bevatten. Echter kan het uitgevoerde onderzoek ertoe leiden dat er helemaal geen aanbevelingen hoeven te worden gegeven. Daarom is het wenselijk in dit artikellid op te nemen dat aanbevelingen voor verbeteringen alleen in de rapportage moeten worden opgenomen indien dit nodig is. Met deze wijziging is deze omissie hersteld. Aangesloten is bij het Model verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid van de VNG, versie 19 april 2005.

 

C2

Elke gemeente dient te beschikken over een rekenkamer dan wel een rekenkamerfunctie. De gemeenteraad heeft ervoor gekozen een rekenkamer te hebben. Dit is geregeld in de Verordening gemeentelijke rekenkamer Dronten. In de vorige Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid stond echter in artikel 5, tweede lid, “rekenkamerfunctie” genoemd. Met onderhavig artikel wordt dit vervangen door “rekenkamer” en is deze omissie hersteld.

 

ARTIKEL III

A

In het vorige artikel 2, derde lid en onderdeel a van de Verordening werkgeverscommissie 2019 stond een typefout. Het woord “gaan” moet “aan” zijn. Met deze wijziging is deze omissie hersteld.

 

B

Het vorige artikel 6 van de Verordening werkgeverscommissie 2019 had als opschrift “Verslaglegging”, terwijl geen bepalingen omtrent de verslaglegging waren opgenomen. Alleen een bepaling omtrent een besluitenlijst was opgenomen. Met deze wijziging is daarom onder andere een artikellid opgenomen inzake de verslaglegging van vergaderingen van de werkgeverscommissie, omdat deze in onderhavige verordening ontbrak. Hierdoor is ook het opschrift van dit artikel aangepast.

In het vorige artikel 6 van de Verordening werkgeverscommissie 2019 was onder meer opgenomen dat de besluitenlijst in de eerstvolgende vergadering van de werkgeverscommissie definitief moest worden vastgesteld. Dit houdt in dat elk besluit pas definitief wordt nadat in de volgende vergadering de besluitenlijst definitief wordt vastgesteld. Dat heeft als gevolg dat besluiten die genomen zijn niet altijd gelijk kunnen worden uitgevoerd, althans dat dit onduidelijk is en de vraag rijst of dat dus verstandig is te doen. Dit is onwenselijk omdat bijvoorbeeld de uitvoering van besluiten dan lang op zich kan laten wachten. Voorts lijkt het erop dat volgens de oude tekst van dit artikel de werkgeverscommissie geen keuze had. Ze moesten, aldus de tekst van dit artikel, de besluitenlijst definitief vaststellen. Hierdoor was er (mogelijk) een nodeloze vertraging in de besluitvorming. Maar het is ook nog maar de vraag hoe definitief dan die vaststelling van de besluitenlijst is. Aangezien ook dat een besluit is, zal dat besluit weer op de volgende besluitenlijst komen te staan, om definitief te worden vastgesteld. En dat gaat zo steeds door. Met deze wijziging is deze omissie hersteld, althans worden met deze wijziging bovenstaande risico’s niet genomen. De eerste volzin van het vorige artikel 6 van de Verordening werkgeverscommissie 2019 is, in het tweede lid van dit artikel, behouden gebleven. Het wil overigens niet zeggen dat met deze wijziging vervolgens het besluit niet anders meer genomen kan worden. Intrekking, wijziging of vervanging van een eerder genomen besluit kan vaak nog plaatsvinden.

Wellicht dat bedoeld is dat notulen in de eerst volgende vergadering worden vastgesteld (iets anders dan een besluitenlijst). Ook daarin staat, over het algemeen, welke besluiten zijn genomen, maar vooral ook wat daarnaast is besproken (zoals toezeggingen). Notulen zijn over het algemeen wel verstandig om vast te stellen. Indien een genomen besluit niet goed is verwoord in de notulen kan dit worden aangepast, maar het genomen besluit wordt daarmee niet anders. Notulen moeten echter geen “besluitenlijst” genoemd worden omdat dat, zoals hierboven is omschreven, juridische gevolgen met zich mee kan brengen. Notulen vaststellen van de vorige vergadering kan, ook zonder dat dit in een verordening is bepaald, gewoon plaatsvinden.

 

ARTIKEL IV

A

In het nieuwe artikel 1 van de Verordening op de raadscommissie 2017 zijn de begrippen geletterd, waardoor dit artikel overzichtelijker is geworden en er makkelijker naar verwezen kan worden. Tevens gaf dit artikel enerzijds de indruk dat er meerdere raadscommissies konden zijn (mede gelet op het woord “een” onder de definitieomschrijvingen van commissiegriffier, commissielid en commissievoorzitter), terwijl op grond van artikel 2 van de Verordening op de raadscommissie 2017 er maar één is, zoals bedoeld in deze verordening. Zie ook de toelichting onder B. Ook is de definitiebepaling van burgerraadsleden in enkelvoud opgenomen, wat beter aansluit bij de overige bepalingen van de Verordening op de raadscommissie 2017.

 

B

De vorige Verordening op de raadscommissie 2017 was tegenstrijdig als het ging om hoeveel raadscommissies konden worden ingesteld. Althans, zo geven bijvoorbeeld een aantal bepalingen uit artikel 1 van de vorige Verordening op de raadscommissie 2017 de indruk dat er meerdere raadscommissies kunnen zijn, andere artikel geven de indruk dat er maar één commissie kan zijn. In de praktijk heeft de raad van Dronten ook maar één raadscommissie, zoals bedoeld in deze verordening. Met deze wijziging wordt deze omissie hersteld. De vorige tekst van de Verordening op de raadscommissie 2017 is zoveel mogelijk behouden.

 

C

De vorige Verordening op de raadscommissie 2017 was tegenstrijdig als het ging om hoeveel raadscommissies konden worden ingesteld. Althans, zo geven bijvoorbeeld een aantal bepalingen uit artikel 1 van de vorige Verordening op de raadscommissie 2017 de indruk dat er meerdere raadscommissies kunnen zijn, andere artikel geven de indruk dat er maar één commissie kan zijn. In de praktijk heeft de raad van Dronten ook maar één raadscommissie, zoals bedoeld in deze verordening. Met deze wijziging wordt deze omissie hersteld. De vorige tekst van de Verordening op de raadscommissie 2017 is zoveel mogelijk behouden.

 

D

In het vorige vierde lid van artikel 4 van de Verordening op de raadscommissie 2017 stond “voorzitters”, terwijl dit ingevolge artikel 1 aanhef en onderdeel d van de Verordening op de raadscommissie 2017 “commissievoorzitters” moet zijn. Met deze wijziging is deze omissie hersteld. Hiermee is de zinsnede “van de commissie” overbodig geworden. Met deze wijziging is dit uit de tekst van het vierde lid van artikel 4 van de Verordening op de raadscommissie 2017 weggehaald.

 

E

In het vorige derde lid van artikel 5 van de Verordening op de raadscommissie 2017 stond “lid”, terwijl dit ingevolge artikel 1 aanhef en onderdeel b van de Verordening op de raadscommissie 2017 met “commissielid” aangeduid moet worden. Met deze wijziging is deze omissie hersteld.

 

F

In artikel 7, tweede lid van de vorige Verordening op de raadscommissie 2017 staat dat een aanvullende agenda als bedoeld in artikel 8, eerste lid, wordt vastgesteld. Dit moet echter opgesteld zijn. Het is namelijk aan de raadscommissie deze uiteindelijk vast te stellen en in artikel 8, eerste lid van de Verordening op de raadscommissie 2017 staat ook “opstellen”. Met deze wijziging is deze omissie hersteld.

 

G

In het vorige tweede lid van artikel 8.a. van de Verordening op de raadscommissie 2017 was bepaald dat de aanvrager de leeftijd van 16 jaren heeft bereikt en ook voldoet aan

de eisen die worden gesteld voor de uitoefening van het kiesrecht voor de raad. Echter is voor het kiesrecht van de raad vereist dat de leeftijd van achttien jaar is bereikt. Aan de in de vorige artikellid opgenomen vereisten kan derhalve voor personen van 16 tot 18 jaar nooit worden voldaan. Met deze wijziging is deze omissie hersteld.

 

H

In het vorige derde lid van artikel 8.c. van de Verordening op de raadscommissie 2017 was het niet duidelijk of 8a en 8b wordt bedoeld, of 8a of 8b. Bedoeld is 8a en 8b. Met deze wijziging is dit verduidelijkt.

 

I1

In het vorige eerste lid van artikel 13 van de Verordening op de raadscommissie 2017 wordt “besluitenlijst” genoemd, terwijl dit “notulen” moeten zijn. Ook hetgeen in het tweede lid van de (vorige) Verordening op de raadscommissie 2017 is bepaald, betreffen dit zaken die niet thuishoren op een besluitenlijst, maar in de notulen. Zie voor een nadere toelichting onder hetgeen in I2 staat.

 

I2

In het nieuwe tweede lid van artikel 13 van de Verordening op de raadscommissie 2017 is verduidelijking aangebracht dat het om de notulen gaat (zodat dit artikellid afzonderlijk leesbaar is van het eerste lid), is de nummering gecorrigeerd en zijn enkele leestekens goed geplaatst. Tevens was in het vorige tweede lid van artikel 13 van de Verordening op de raadscommissie 2017 opgenomen dat op de besluitenlijst moet worden opgenomen “de digitale videonotulen zijn per direct beschikbaar op de website van de gemeente”. Dit is een omissie in de verordening. Bedoeld wordt, waarschijnlijk, dat de digitale videonotulen per direct beschikbaar zijn op de website van de gemeente. Omdat dit geen onderdeel uitmaakt van wat in notulen opgenomen moet zijn, moet dit in ieder geval niet onder het tweede lid opgenomen worden. Maar tevens is het niet de bedoeling dat de digitale videonotulen per direct op de gemeentelijke website worden geplaatst, omdat in vergaderingen ook geheimhouding kan worden opgelegd. Het is daarom nog maar de vraag of de digitale videonotulen (direct) op de website moeten worden geplaatst. Daarom is dit verwijderd. Voorts kunnen digitale videonotulen nog steeds worden geplaatst op de gemeentelijke website. In het geval een verordening hier niet in voorziet, wil het niet zeggen dat het dan ook niet kan. Maar dit hangt er dus ook mede vanaf of geheimhouding is opgelegd. Voorts werd verwezen naar een verkeerd artikel. Met deze wijzigingen is vorenstaande hersteld.

 

J

De vorige Verordening op de raadscommissie 2017 was tegenstrijdig als het ging om hoeveel raadscommissies konden worden ingesteld. Althans, zo geven bijvoorbeeld een aantal bepalingen uit artikel 1 van de vorige Verordening op de raadscommissie 2017 de indruk dat er meerdere raadscommissies kunnen zijn, andere artikel geven de indruk dat er maar één commissie kan zijn. In de praktijk heeft de raad van Dronten ook maar één raadscommissie, zoals bedoeld in deze verordening. Met deze wijziging wordt deze omissie hersteld.

 

K1

In het vorige eerste lid van artikel 16 van de Verordening op de raadscommissie 2017 stond “voorzitter”, terwijl dit ingevolge artikel 1 aanhef en onderdeel d van de Verordening op de raadscommissie 2017 “commissievoorzitter” moet zijn. Met deze wijziging is deze omissie hersteld.

 

K2

In het vorige tweede lid van artikel 16 van de Verordening op de raadscommissie 2017 stond tweemaal “voorzitter”, terwijl dit ingevolge artikel 1 aanhef en onderdeel d van de Verordening op de raadscommissie 2017 “commissievoorzitter” moet zijn. Met deze wijziging is deze omissie hersteld. De overige tekst van dit artikellid is behouden gebleven.

 

K3

In het vorige derde lid van artikel 16 van de Verordening op de raadscommissie 2017 stond “voorzitter”, terwijl dit ingevolge artikel 1 aanhef en onderdeel d van de Verordening op de raadscommissie 2017 “commissievoorzitter” moet zijn. Met deze wijziging is deze omissie hersteld.

 

K4

In het vorige vierde lid van artikel 16 van de Verordening op de raadscommissie 2017 stond “voorzitter”, terwijl dit ingevolge artikel 1 aanhef en onderdeel d van de Verordening op de raadscommissie 2017 “commissievoorzitter” moet zijn. Met deze wijziging is deze omissie hersteld.

 

K5

In het vorige zevende lid van artikel 16 van de Verordening op de raadscommissie 2017 stond “voorzitter”, terwijl dit ingevolge artikel 1 aanhef en onderdeel d van de Verordening op de raadscommissie 2017 “commissievoorzitter” moet zijn. Met deze wijziging is deze omissie hersteld.

 

L

De termijn, genoemd in het vorige tweede lid van artikel 17 van de Verordening op de raadscommissie 2017, was onbepaald. Er stond namelijk “(…) binnen een redelijke termijn (…)”. Hierdoor was het niet duidelijk wanneer een burger uiterlijk zijn verzoek moest indienen. Met deze wijziging wordt een afgebakende termijn gegeven. De tekst van het vorige tweede lid van artikel 17 van de Verordening op de raadscommissie 2017 is zoveel mogelijk behouden. Door een afgebakende termijn op te nemen, is dit artikellid ook makkelijker handhaafbaar.

 

M1

In het vorige eerste lid van artikel 18 van de Verordening op de raadscommissie 2017 sloten twee woorden niet aan bij de gehanteerde terminologie van deze verordening. Met deze wijziging is deze omissie hersteld. De tekst van het vorige artikel 18 van de Verordening op de raadscommissie 2017 is zoveel mogelijk behouden.

 

M2

In het vorige derde lid van artikel 18 van de Verordening op de raadscommissie 2017 stond “voorzitter”, terwijl dit ingevolge artikel 1 aanhef en onderdeel d van de Verordening op de raadscommissie 2017 “commissievoorzitter” moet zijn. Met deze wijziging is deze omissie hersteld.

 

N1

In het vorige tweede lid van artikel 19 van de Verordening op de raadscommissie 2017 stond het woord “Hij”. Bedoeld wordt de commissievoorzitter en het is aan te raden dezelfde terminologie te gebruiken als in artikel 1 aanhef en onderdeel d van de Verordening op de raadscommissie 2017 staat. Hierdoor kunnen de artikelleden apart van elkaar worden gelezen. Met deze wijziging is dit hersteld.

 

N2

In het vorige derde lid van artikel 19 van de Verordening op de raadscommissie 2017 stond het woord “Hij”. Bedoeld wordt de commissievoorzitter en het is aan te raden dezelfde terminologie te gebruiken als in artikel 1 aanhef en onderdeel d van de Verordening op de raadscommissie 2017 staat. Hierdoor kunnen de artikelleden apart van elkaar worden gelezen. Met deze wijziging is dit hersteld.

 

N3

In het vorige vierde lid van artikel 19 van de Verordening op de raadscommissie 2017 stond het woord “Hij”. Bedoeld wordt de commissievoorzitter en het is aan te raden dezelfde terminologie te gebruiken als in artikel 1 aanhef en onderdeel d van de Verordening op de raadscommissie 2017 staat. Hierdoor kunnen de artikelleden apart van elkaar worden gelezen. Met deze wijziging is dit hersteld.

 

O1

In het vorige eerste lid van artikel 20 van de Verordening op de raadscommissie 2017 stond “voorzitter”, terwijl dit ingevolge artikel 1 aanhef en onderdeel d van de Verordening op de raadscommissie 2017 “commissievoorzitter” moet zijn. Met deze wijziging is deze omissie hersteld.

 

O2

In het vorige tweede lid van artikel 20 van de Verordening op de raadscommissie 2017 stond “voorzitter”, terwijl dit ingevolge artikel 1 aanhef en onderdeel d van de Verordening op de raadscommissie 2017 “commissievoorzitter” moet zijn. Met deze wijziging is deze omissie hersteld.

 

ARTIKEL V

A

De vorige Verordening commissie bezwaarschriften 2016 bevatte terminologie die niet goed aansloot bij de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en hetgeen de bezwaarmaker van het betreffende bestuursorgaan, dat een besluit heeft genomen en waartegen bezwaar is gemaakt, mag verwachten. Gesproken wordt namelijk over “verwerend orgaan”, terwijl in het proces van een bezwaarschrift er, indien het bezwaar ontvankelijk is, een heroverweging moet plaatsvinden (ingevolge artikel 7:11 Awb). Volgens vaste rechtspraak dient het een volledige heroverweging te zijn. Zie bijvoorbeeld de vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, ECLI:NL:RVS:2016:2965, r.o. 3.3. Artikel 7:13, vijfde lid, van de Awb bepaalt dat een vertegenwoordiger van het bestuursorgaan voor het horen wordt uitgenodigd en in de gelegenheid wordt gesteld een toelichting op het standpunt van het bestuursorgaan te geven. Dit is niet een verweer voeren en voornoemd artikel lijkt dit ook niet te bedoelen. Er wordt een toelichting gegeven op het primaire besluit. Artikel 2:4, eerste lid, van de Awb bepaalt dat het bestuursorgaan zijn taak zonder vooringenomenheid vervult. Om van “verwerend orgaan” te spreken is dan voor bovenstaande geen ruimte, nu “verwerend” al een bepaalde vooringenomenheid verondersteld. Beter passende terminologie is daarom “betrokken bestuursorgaan”.

 

B

Het vorige derde lid van artikel 2 van de Verordening commissie bezwaarschriften 2016 bepaalde dat de commissie niet adviseert in gevallen waarin haar voorzitter op grond van artikel 12, tweede lid, met toepassing van artikel 7:3, aanhef en onder a of b, van de Awb, heeft besloten af te zien van het horen van een belanghebbende. In de praktijk is het echter wenselijk dat de voorzitter van de commissie dan wel een advies uitbrengt aan het betrokken bestuursorgaan. Voor de structuur van de verordening is het beter een dergelijke bepaling onder te brengen in artikel 20. De wijziging onder I2 zorgt hiervoor. Daarom komt onderhavig artikellid te vervallen.

 

C

Zie de toelichting onder A.

 

D1

Zie de toelichting onder A.

 

D2

Zie de toelichting onder A.

 

E1

Zie de toelichting onder A.

 

E2

Zie de toelichting onder A.

 

E3

Zie de toelichting onder A.

 

F

Artikel 4, eerste lid van de Verordening commissie bezwaarschriften 2016 bepaalt dat de commissie kamers kan instellen. Het tweede lid van artikel 4 van de Verordening commissie bezwaarschriften 2016 bepaalt dat de commissie het aantal kamers bepaalt en stelt eveneens voor elke kamer vast welke categorie of categorieën bezwaarschriften door haar zullen worden behandeld. Deze bepalingen komen niet goed overeen met artikel 16, eerste lid van de Verordening commissie bezwaarschriften 2016, welke bepaalt dat de zitting van de commissie openbaar is, met uitzondering van de zitting van de Kamer personele zaken en van de Kamer sociale zaken. In dat artikellid is de gegeven autonomie in artikel 4 van de Verordening commissie bezwaarschriften 2016 deels ongedaan gemaakt. Daarom wordt met de wijziging van artikel 16, eerste lid, van de Verordening commissie bezwaarschriften 2016 gesproken over onderwerpen van de bezwaarschriften, waarvan de zitting van de commissie niet openbaar is. Dit sluit beter aan op de bedoeling van de verordening. Dit artikel beoogt immers geen kamers in te stellen, maar de behandeling van bepaalde typen zaken op de zitting van de commissie niet openbaar te laten zijn.

 

G

Het vorige artikel 17 van de Verordening commissie bezwaarschriften 2016 bepaalde dat verslaglegging alleen schriftelijk gebeurde. Echter wordt in de praktijk bijna altijd gebruik gemaakt van audio opnamen, nu dit effectiever blijkt te werken in de praktijk. Naast dat het risico wordt voorkomen dat fouten kunnen worden gemaakt in de schriftelijke verslaglegging, is het ook minder arbeidsintensief en kan woord voor woord, indien hier behoefte aan is, teruggeluisterd worden naar hetgeen tijdens de hoorzitting is gezegd. Met dit artikel is de praktijk geformaliseerd. Schriftelijke verslaglegging blijft nog wel mogelijk. De regels van de schriftelijke verslaglegging zijn overgenomen van het vorige artikel 17 van de Verordening commissie bezwaarschriften 2016 en zoveel als mogelijk is de vorige tekst behouden gebleven.

 

H1

Zie de toelichting onder A.

 

H2

Zie de toelichting onder A.

 

I1

Zie de toelichting onder A.

 

I2

Het vorige derde lid van artikel 2 van de Verordening commissie bezwaarschriften 2016 bepaalde dat de commissie niet adviseert in gevallen waarin haar voorzitter op grond van artikel 12, tweede lid, met toepassing van artikel 7:3, aanhef en onder a of b, van de Awb, heeft besloten af te zien van het horen van een belanghebbende. In de praktijk is het echter wenselijk dat de voorzitter van de commissie dan wel een advies uitbrengt aan het betrokken bestuursorgaan. Voor de structuur van de verordening is het beter dergelijke bepaling onder te brengen in artikel 20. Daarom is dit opgenomen in artikel 20.

 

ARTIKEL VI

A1

In het vorige tweede lid van artikel 2 van de Controleverordening 2016 stond dat de opdrachtverstrekking conform artikel 171 van de Gemeentewet door het college plaatsvindt. Echter is dit een bevoegdheid van de burgemeester. Hiermee is deze omissie hersteld.

 

A2

In het vorige artikel 3, derde lid, onderdeel b van de Controleverordening 2016 was niet geregeld dat in het programma van eisen de omvangsbases moeten worden opgenomen. Dit is wel wenselijk. Met deze wijziging is dit opgenomen. Aangesloten is bij de Model Controleverordening van de VNG, versie geldig vanaf 19 april 2005.

 

A3

De vorige Controleverordening 2016 had niet de mogelijkheid opgenomen dat indien voor de aanbesteding voor de accountant een Europese aanbestedingsprocedure dient te worden gevolgd, de raad vóór de selectie van de accountant de selectiecriteria vaststelt en per selectiecriterium de bijbehorende weging vaststelt. Dit wordt met deze wijziging mogelijk gemaakt. De tekst van dit artikel is afkomstig uit de Model Controleverordening van de VNG, versie geldig vanaf 19 april 2005.

 

ARTIKEL VII

A

In het vorige artikel 1:1 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten waren diverse begripsbepalingen niet genoemd, terwijl het de APV wel duidelijker maakt. Tevens verwezen diverse begripsomschrijvingen naar verkeerde wet- en regelgeving. Ook bevatte dit artikel geen opsomming in alfabetische volgorde, waardoor het niet overzichtelijk was. Met deze wijziging zijn deze omissies hersteld. Aangesloten is bij de tekst van het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019. Enige afwijking van voornoemd model is dat het artikel in dit model een opsomming met streepjes heeft, het nieuwe artikel van de Algemene plaatselijke verordening Dronten heeft de opsomming geletterd. Dit maakt verwijzing naar de begrippen duidelijker.

 

B1

Het vorige derde lid van artikel 1:2 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten hield er geen rekening mee dat de raad aangaande het maken of veranderen van een uitweg ervoor heeft gekozen een vergunningsplicht te hanteren. Ingevolge artikel 2.2, eerste lid aanhef en onder e van de Wet algemene bepalingen omgevingswet (Wabo) moet een dergelijke vergunning met een omgevingsvergunning worden verleend. Op grond van artikel 3.9, tweede lid van de Wabo kan de beslistermijn met 6 weken worden verlengd, en niet met 8 weken, zoals artikel 1:2, tweede lid van de Algemene plaatselijke verordening Dronten aangeeft. Met deze wijziging is deze omissie hersteld. Verder is in de tekst verduidelijkt dat artikel 4:11 een vergunningstelsel betreft. Bij de tekst van dit artikel is gebruik gemaakt van het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019. Echter is het bepaalde voor artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten hieraan toegevoegd. Het model voorziet hierin niet.

 

B2

Het vorige artikel 1:2 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten had geen afwijkende beslistermijn voor evenementenvergunningen, zoals bedoeld in artikel 2:25 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten, terwijl dit wel wenselijk is. De momenteel gehouden evenementen zijn zo complex qua vergunningverlening, dat de in het eerste lid van artikel 1:2 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten gegeven termijnen niet haalbaar is. Met deze wijziging wordt een ruimere termijn gegeven, namelijk van maximaal 16 weken. Deze kan dan vervolgens ingevolge het tweede lid van artikel 1:2 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten met nog eens 8 weken worden verdaagd.

 

C

Artikel 1:3 komt te vervallen. In de ledenbrief van 13 juli 2016, met kenmerk ECLBR/U201601045 Lbr. 16/060, pagina 2 staat over dit artikel: “De wetgever heeft in de Algemene wet bestuursrecht een sluitend systeem neergelegd voor de afhandeling van aanvragen: die worden ingewilligd of geweigerd. In artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht is daarop één uitzondering gemaakt: een aanvraag die zo gebrekkig is dat die moet worden aangevuld voor ze kan worden afgehandeld kan buiten behandeling worden gelaten. Wel moet de aanvrager de kans krijgen om de aanvraag aan te vullen. In dat systeem past niet dat bij gemeentelijke verordening een aanvullende grond wordt geïntroduceerd waarmee een aanvraag buiten behandeling kan worden gelaten. Daarom is artikel 1:3 van de model-APV geschrapt. In plaats van buiten behandeling laten zal een aanvraag die dusdanig laat wordt ingediend dat een goede beoordeling niet mogelijk is worden afgewezen.”

 

D

Het vorige artikel 1:3a van de Algemene plaatselijke verordening Dronten had bepalingen opgenomen omtrent het doen van een melding. Naast het feit dat die bepalingen juridisch geen stand konden houden, is het een overbodig artikel. Het model van de VNG verziet hier ook niet in. Met deze wijziging is dit artikel komen te vervallen.

 

E

In het vorige artikel 1:5 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten was bepaald dat de vergunning of ontheffing persoonsgebonden is, tenzij bij of krachtens deze verordening anders is bepaald of de aard van de vergunning zich daartegen verzet. Bij de aard was alleen de vergunning genoemd, terwijl dit ook voor de ontheffing geldt. Met deze wijziging is deze omissie hersteld.

 

F1

Deze wijziging betreft een taalkundige correctie.

 

F2

Het vorige artikel 1:6, onder f, van de Algemene plaatselijke verordening Dronten bepaalde dat indien de vergunning of ontheffing is gegeven in strijd met een wettelijk voorschrift, de vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of worden gewijzigd. Dit is echter in strijd met het rechtszekerheidsbeginsel. Met deze wijziging wordt de omissie hersteld.

 

G

In het vorige artikel 1:7 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten was alleen het eerste lid opgenomen. Omdat “de aard van de vergunning of ontheffing zich daartegen verzet” een niet strak omlijnde definitie is en het wenselijk is dat een vergunning of ontheffing niet voor onbepaalde tijd geldt indien het aantal vergunningen of ontheffingen is beperkt en het aantal mogelijke aanvragers het aantal beschikbare vergunningen of ontheffingen overtreft, is dit lid opgenomen.

 

H

Ten opzichte van het vorige artikel 1:8 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten zijn diverse zaken gewijzigd. Ten eerste gaf dit artikel de mogelijkheid een melding te weigeren, terwijl dit juridisch in die terminologie niet kan. Ten tweede was in het vorige artikel 1:8, onder e van de vorige Algemene plaatselijke verordening Dronten opgenomen dat een vergunning, een ontheffing respectievelijk melding door het bevoegd gezag of het bevoegde bestuursorgaan kon worden geweigerd in geval er sprake is van strijdigheid met andere regelgeving, zoals een geldend bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit. Dit is in strijd met onder andere het rechtszekerheidsbeginsel en het specialiteitsbeginsel. Dit is ook niet overeenkomstig het model van de VNG en er zijn geen redenen deze weigeringsgronden in stand te laten.

 

Ten derde was in het vorige artikel 1:8, onder f van de vorige Algemene plaatselijke verordening Dronten opgenomen dat een vergunning, een ontheffing respectievelijk melding door het bevoegd gezag of het bevoegde bestuursorgaan kon worden geweigerd in geval er sprake is van het ontbreken van toestemming van de rechtmatige beheerder of eigenaar. Dit is echter geen reden een vergunning of ontheffing te weigeren, omdat een vergunning dan wel ontheffing een publieksrechtelijk toestemming betreft en in privaatrechtelijke zin tussen vergunning-/ontheffinghouder niets wijzigt.

 

Ten vierde is er een tweede lid toegevoegd, hetwelk mogelijk maakt dat een vergunning of ontheffing ook kan worden geweigerd als de aanvraag daarvoor minder dan drie weken voor de beoogde datum van de beoogde activiteit is ingediend en daardoor een behoorlijke behandeling van de aanvraag niet mogelijk is. De tekst van dit artikel is overgenomen van de Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG van augustus 2019.

 

I

In het vorige artikel 1:9 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten was een toonplicht opgenomen. Ingevolge dit artikel diende de houder van een vergunning of een ontheffing deze op eerste vordering van een toezichthouder of opsporingsambtenaar ter inzage af te geven. Dit is een artikel dat niet reëel is op te nemen en dit artikel is ook niet opgenomen in Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG van augustus 2019. Veelal zal een houder van een vergunning of ontheffing op dergelijke vordering hier ook niet aan kunnen voldoen. Dit wil uiteraard niet zeggen dat met het vervallen van dit artikel niet meer naar de vergunning of ontheffing kan worden gevraagd, echter is de houder dan niet strafbaar indien hij dit niet op eerste vordering ter inzage kan afgeven.

 

J

In het vorige artikel 1:10 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten was dit artikel gereserveerd voor “Lex silencio positivo niet van toepassing”. In het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019, is dit artikel vervallen. Er is ook geen reden deze geserveerd te houden. In de Algemene plaatselijke verordening Dronten wordt op diverse plaatsen aangegeven of de van rechtswege verleende vergunning bij niet tijdig beslissen van toepassing is of niet. Daarom is deze hier komen te vervallen.

 

K

Deze wijziging betreffen taalkundige correcties.

 

L

In het vorige artikel 2:2 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten was dit artikel gereserveerd voor “optochten”. In het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019, is dit artikel vervallen. Er is ook geen reden deze geserveerd te houden. Daarom is deze komen te vervallen.

 

M

In dit artikel zijn meerdere wijzigingen aangebracht, waaronder het gebruik van andere definities. Het vorige eerste lid van artikel 2:3 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten zag alleen op openbare wegen, in plaats van op openbare plaatsen. Ook was het vorige artikel niet voldoende scherp geformuleerd. Met deze wijziging is deze omissie hersteld. Inzake de termijn van 36 uren is aangesloten bij de vorige tekst. Ook daarin was 36 uren opgenomen.

 

In het vorige artikel 2:3, tweede lid onder d van de Algemene plaatselijke verordening Dronten was opgenomen dat de kennisgeving de plaats en, voor zover van toepassing, de route en de plaats van beëindiging moet bevatten. De plaats van beëindiging is echter dubbelop, omdat deze al vervat zit in de route. Met deze wijziging is de omissie hersteld.

 

Om “hij” te veranderen in “degene”, wordt beter aangesloten bij de gebruikte terminologie van het eerste lid. In het vorige eerste lid van artikel 2:3 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten werd ook “hij” gebruikt, maar dit is door dit artikel gewijzigd.

 

Het vorige artikel 2:3, vierde lid van de Algemene plaatselijke verordening Dronten was onduidelijk geformuleerd. Dit is met deze wijziging hersteld. Verder is het vorige vijfde lid verwijder en is aangesloten bij het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019. De gehele tekst van het nieuwe artikel 2:3 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten is overeenkomstig voornoemd model.

 

N

In het vorige artikel 2:4 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten was dit artikel gereserveerd voor “afwijkingen in de termijnen”. In het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019 is dit artikel komen te vervallen. Er is ook geen reden dit artikel geserveerd te houden. Daarom is deze komen te vervallen.

 

O

In het vorige artikel 2:5 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten was dit artikel gereserveerd voor “te verstrekken gegevens”. In het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019, is dit artikel vervallen. Er is ook geen reden deze geserveerd te houden. Daarom is deze komen te vervallen.

 

P

Het vorige vijfde lid van artikel 2:6 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten was niet geheel duidelijk. De tekst is herschreven, waarbij zoveel als mogelijk bij de vorige tekst is gebleven.

 

Q

In het vorige artikel 2:7 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten was dit artikel gereserveerd voor “feest, muziek en wedstrijd e.d.”. In het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019, is dit artikel vervallen. Er is ook geen reden deze geserveerd te houden. Daarom is deze komen te vervallen.

 

R

In het vorige artikel 2:8 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten was dit artikel gereserveerd voor “dienstverlening”. In het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019 is dit artikel vervallen. Er is ook geen reden deze geserveerd te houden. Daarom is deze komen te vervallen.

 

S1

Het vorige tweede lid van artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten was niet juist geformuleerd. Ook gaat de brandweer ervan uit dat, gelet op de omvang van hun voertuigen, er een minimale vrije doorgang van 3,50 meter is op de rijbaan voor fietsers of gemotoriseerd verkeer. Omdat de brandweer de grootste voertuigen heeft, is dit ook voldoende voor de overige hulpdiensten.

 

S2

Het vorige onderdeel a van het derde lid van artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten had de voorwaarde dat het college in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving nadere regels kon stellen ten aanzien van voorwerpen op, boven, in of aan een openbare plaats in strijd met de publieke functie ervan. Echter is het ook wenselijk dat het college die bevoegdheid heeft als het niet in strijd met de publieke functie ervan is. Dat is met deze wijziging mogelijk gemaakt.

 

S3

Met deze wijziging is de discretionaire bevoegdheid door het college vervangen door een verplichting de onderhavige ontheffing te geven, indien aan alle voorwaarden wordt voldaan. De tekst is overgenomen uit het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019.

 

S4

Het vorige onderdeel b, van het zesde lid van artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten verwees voor standplaatsen naar artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten, terwijl de definitieomschrijving van “standplaatsen” in artikel 5:17 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten is opgenomen. Met deze wijziging is deze omissie hersteld.

 

S5

Op 15 maart 2019 heeft de Omgevingsverordening Flevoland onder andere de Verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland vervangen. Het vorige zevende lid van artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten had de Verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland nog genoemd. Met deze wijziging is verwezen naar de actuele provinciale verordening.

 

T

Ten opzichte van het vorige artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten zijn verbeteringen doorgevoerd met betrekking tot de leesbaarheid, is dit artikel nader verduidelijkt en is de regelgeving waarnaar in dit artikel wordt verwezen goed opgenomen. De tekst is overgenomen uit het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019.

 

U

Op 15 maart 2019 heeft de Omgevingsverordening Flevoland onder andere de Verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland vervangen. Het vorige derde lid van artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten had de Verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland nog genoemd. Met deze wijziging is verwezen naar de actuele provinciale verordening.

 

V

Het vorige artikel 2:13 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten bepaalde dat degene die gladheid en of verontreiniging op de weg veroorzaakt, deze terstond bij gevaar voor de verkeersveiligheid of bij gevaar voor beschadiging van het wegdek dient te reinigen. Dit artikel is echter overbodig geworden, omdat artikel 18 van de Afvalstoffenverordening 2018 gemeente Dronten hier reeds in voorziet. Hierdoor wordt de Algemene plaatselijke verordening Dronten overzichtelijker.

 

W

Met deze wijziging is op een juiste manier verwezen naar het eerste lid, aanhef en onder b, van artikel 2:14 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten.

 

X1

Deze wijziging verduidelijkt het betreffende artikellid. De tekst is overgenomen uit het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019.

 

X2

Deze wijziging verduidelijkt het betreffende artikellid.

 

Y

In het vorige artikel 2:20 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten was dit artikel gereserveerd voor “vallende voorwerpen”. In het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019, is dit artikel vervallen. Er is ook geen reden deze geserveerd te houden. Daarom is deze komen te vervallen.

 

Z

Op 15 maart 2019 heeft de Omgevingsverordening Flevoland onder andere de Verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland vervangen. Het vorige derde lid van artikel 2:23 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten had de Verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland nog genoemd. Met deze wijziging is verwezen naar de actuele provinciale verordening.

 

AA1

In het vorige onderdeel a van het eerste lid van artikel 2:24 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten waren theatervoorstellingen niet opgenomen, terwijl dit wel wenselijk is. Met deze wijziging is deze omissie hersteld. Ook in het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019, is dergelijke bepaling opgenomen.

 

AA2

In het vorige onderdeel e van het tweede lid van artikel 2:24 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten was een straatfeest of buurtbarbecue op één dag het criterium, terwijl het wenselijk is dat deze genoemde activiteiten in de ruimste zin des woords gelden. Dit is ook overeenkomstig het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019. De tekst van voornoemd model is ook overgenomen.

 

AA3

Het vorige tweede lid van artikel 2:24 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten voorzag niet in de mogelijkheid dat een door de burgemeester aangewezen categorie vechtsportwedstrijden of -gala’s onder evenement kan worden verstaan. Met deze wijziging is dit mogelijk gemaakt. De tekst is overgenomen van het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019.

 

AA4

In het toegevoegde derde lid van artikel 2:24 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten is nu opgenomen wat onder een klein evenement wordt verstaan. De tekst is grotendeels overgenomen van het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019. Met deze wijziging is aangesloten bij het evenementenbeleid van de gemeente.

 

AA5

Met het nieuwe vijfde lid van artikel 2:24 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten kan het college nadere regels stellen inzake categorieën van evenementen. Dit zijn de categorieën evenementen die in artikel 3.2.1 van de tarieventabel, behorende bij de vigerende Legesverordening zijn genoemd.

 

BB

Het vorige artikel 2:25 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten behoeft, mede door het nieuwe artikel 2:24 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten, wijzigingen. Ook is het artikel beter geformuleerd. Zo mocht eerst op grond van het vorige eerste lid van artikel 2:25 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten niet zonder vergunning van de burgemeester een evenement worden georganiseerd, met het nieuwe artikel mag dat ook niet in afwijking van die vergunning. Hierdoor wordt het juridische risico dat iemand iets doet dat in strijd is met de evenementenvergunning en hierop handhavend kan worden opgetreden kleiner. De tekst is grotendeels overgenomen van het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019.

 

CC

Het nieuwe artikel 2:27 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten is eenvoudiger geformuleerd. De tekst is overgenomen van het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019.

 

DD1

Het vorige tweede lid van artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten gaf de burgemeester een discretionaire bevoegdheid, als het ging om het weigeren van een exploitatievergunning voor de openbare ruimte indien de vestiging of exploitatie van de openbare inrichting in strijd is met een geldend bestemmingsplan of voorbereidingsbesluit. In dit nieuwe tweede lid moet de burgemeester de vergunning weigeren als de exploitatie van de openbare inrichting in strijd is met een geldend bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit. De tekst is overgenomen van het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019.

 

DD2

Met deze wijziging wordt aangesloten bij het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019. Dit artikellid is bij onderdeel d aangevuld.

 

DD3

Met deze wijziging wordt aangesloten bij het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019.

 

DD4

Met deze wijziging wordt aangesloten bij het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019.

 

DD5

Met deze wijziging wordt aangesloten bij het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019.

 

DD6

Het vorige artikel 2:28, achtste en negende lid, van de Algemene plaatselijke verordening Dronten worden met onderhavige wijzigingen al voorzien door het nieuwe zesde en zevende lid van artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten.

 

EE

In het vorige artikel 2:31 onderdeel b was personeel niet uitgesloten van het verbod, terwijl dit wel wenselijk is. Met deze wijziging is deze omissie hersteld. Aangesloten is bij het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019.

 

FF

In het vorige artikel 2:32 was het artikel betreffende handel in openbare inrichting gereserveerd. Met deze wijziging is aan dit artikel overeenkomstig het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019 invulling gegeven. In de toelichting bij voornoemd model staat onder andere: “dit artikel betreft een verbod van heling. Het is bekend dat in sommige cafés regelmatig gestolen goed wordt verhandeld. In een aantal grote steden doet zich het verschijnsel voor dat drugverslaafden naar bepaalde cafés gaan om daar gestolen goederen aan de man te brengen. Artikel 2:32 sluit aan op het in artikel 14 DHW neergelegde verbod tot het uitoefenen van de kleinhandel. Dit laatste verbod ziet echter slechts op verkoophandelingen. Omdat artikel 2:32 een verbod bevat voor de exploitant (en niet voor de handelaar), kan dit artikel niet worden gebaseerd op artikel 437ter of artikel 437 van het WvSr. Het artikel is vastgesteld op basis van artikel 149 van de Gemeentewet, terwijl de strafsanctie is gebaseerd op artikel 154 van de Gemeentewet.”

 

GG

In het vorige artikel 2:34 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten was dit artikel gereserveerd voor “het college als bevoegd bestuursorgaan”. In het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019, is dit artikel vervallen. Er is ook geen reden deze gereserveerd te houden. Daarom is deze komen te vervallen.

 

HH

In het vorige derde lid van artikel 2:34a van de Algemene plaatselijke verordening Dronten werd met “06.00”, “18:00” uur bedoeld. Met deze wijziging is deze omissie hersteld.

 

II

In het vorige artikel 2:37 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten was dit artikel gereserveerd voor “nachtregister”. In het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019, is dit artikel vervallen. Er is ook geen reden deze geserveerd te houden. Daarom is deze komen te vervallen.

 

JJ

In het vorige artikel 2:38 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten was bepaald dat naam, adres, woonplaats, geboortedatum, geboorteplaats, dag van aankomst en de dag van vertrek moesten worden verstrekt. Dit is in strijd met de Algemene verordening gegevensbescherming, die verplicht niet meer gegevens te verwerken dan noodzakelijk is. Artikel 438 van het Wetboek van strafrecht stelt ook minder verplicht. Met deze wijziging is deze omissie hersteld.

 

KK

Met deze wijziging wordt aangesloten bij het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019. In dit model is de definitiebepaling en de vergunningverlening los van elkaar opgenomen. Dit verduidelijkt de verordening. In de toelichting staat in voornoemd model: “Eerste lid. Het begrip ‘speelgelegenheid’ betreft iedere openbare gelegenheid waarin de mogelijkheid wordt geboden enig spel te beoefenen waarbij geld of in geld inwisselbare voorwerpen kunnen worden gewonnen of verloren. In de Wok is een uitputtende regeling neergelegd voor de kansspelen bedoeld in artikel 1 van die wet, zoals speelcasino’s en speelautomaten. De wet is niet van toepassing op spelen, met uitzondering van behendigheidsautomaten, waarbij de spelers door hun behendigheid de kans om te winnen kunnen vergroten. Deze restcategorie van speelgelegenheden voor behendigheidsspelen wordt hier bedoeld. Het gaat dus om speelgelegenheden, waarop de Wok geen betrekking heeft. Tweede lid. In deze afdeling voorkomende begrippen die in de Wok zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als in die wet. Artikel 30 en artikel 30c, vierde lid, van de wet bevatten definities van:

- speelautomaat (onderdeel a);

- behendigheidsautomaat (onderdeel b);

- kansspelautomaat (onderdeel c);

- hoogdrempelige inrichting (onderdeel d);

- laagdrempelige inrichting (onderdeel e).

Deze definities gelden ook bij de toepassing van afdeling 10.”

 

LL

Met deze wijziging is uit artikel 2:39 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten de definitieomschrijving van speelgelegenheid verwijderd omdat deze is opgenomen in het nieuwe artikel 2:38a van de Algemene plaatselijke verordening Dronten. Verder is dit artikel “gemoderniseerd”. Aangesloten is bij het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019.

 

MM

Door het opnemen van artikel 2:38a van de Algemene plaatselijke verordening Dronten is het eerste lid van artikel 2:40 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Aangesloten is bij het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019.

 

NN

Het vorige derde lid van artikel 2:41 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten voorzag er enkel in dat de genoemde verboden niet gelden voor personen wier aanwezigheid in de woning of het lokaal gelden wegens dringende reden noodzakelijk is. Niet was opgenomen dat dit ook geldt voor het daarbij behorend erf. Met deze wijziging is deze omissie hersteld. Aangesloten is bij het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019.

 

OO

Mede op verzoek van de politie is artikel 2:41a van de Algemene plaatselijke verordening Dronten toegevoegd. Artikel 13b van de Opiumwet in samenhang met de uitwerking daarvan in het Damoclesbeleid, geven de burgemeester de mogelijkheid om een pand te sluiten in het geval dat er sprake is van handel in drugs. Met dit artikel, in samenhang met artikel 174 van de Gemeentewet, krijgt de burgemeester de bevoegdheid om ook voor het publiek openstaande gebouwen te sluiten indien er geen sprake is van drugs. Het artikel is niet bedoelt om ingezet te worden bij lichte vormen van overlast als geluidsoverlast, vandalisme of vervuiling, maar wel als sprake is van criminele activiteiten, zoals heling, illegaal gokken, ernstige vechtpartijen, aanwezigheid van vuurwapens of schietincidenten, witwassen, zedendelicten, arbeidsuitbuiting en mensenhandel. Het artikel vergt geen actieve handhaving en daarom ook voor burgers geen extra belasting/regels, maar is wel een instrument dat mogelijk maakt dat bij (ernstige) aantasting van de openbare orde, veiligheid, gezondheid of zedelijkheid opgetreden kan worden. Het artikel zorgt ervoor (georganiseerde) criminaliteit en ondermijning effectief te kunnen tegen gaan.

 

PP

Het vorige artikel 2:42 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten had het begrip “openbare weg”, terwijl “openbare plaats” meer passend is bij dergelijke bepaling. Met deze wijziging is dit hersteld. Verder is het artikel uitgebreid. Aangesloten is bij het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019.

 

QQ1

Het vorige eerste lid van artikel 2:44 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten had “openbare weg” opgenomen, terwijl het beter is om “openbare plaats” op te nemen. Verder was het artikel wat omslachtig geformuleerd. Met deze wijziging is dit hersteld. Aangesloten is bij het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019.

 

QQ2

Het vorige tweede lid van artikel 2:44 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten was niet goed geformuleerd. Met deze wijziging is dit hersteld. Aangesloten is bij het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019.

 

RR

Het vorige artikel 2:45 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten was wat omslachtig geformuleerd. Aangesloten is bij de tekst van het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019. In de toelichting bij dit artikel staat in voornoemd model bij dit artikel: “Het gaat hier om een ontheffing voor personen die om wat voor reden dan ook noodzakelijkerwijs in een plantsoen moeten zijn en voor wie dat normaliter verboden is. Voor het in opdracht van de overheid verrichten van werkzaamheden in plantsoenen geldt het verbod niet (tweede lid).”

 

SS

Op 15 maart 2019 heeft de Omgevingsverordening Flevoland onder andere de Verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland vervangen. Het vorige tweede lid van artikel 2:46 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten had de Verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland nog genoemd. Met deze wijziging is verwezen naar de actuele provinciale verordening.

 

TT

Het vorige derde lid van artikel 2:47 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten sprak over “verbod”, terwijl artikel 2:47 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten meerdere verboden bevat. Met deze wijziging is deze omissie hersteld.

 

UU

In het vorige artikel 2:54 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten was dit artikel gereserveerd voor “bewakingsapparatuur”. In het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019, is dit artikel vervallen. Er is ook geen reden deze geserveerd te houden. Daarom is deze komen te vervallen.

 

VV

In het vorige artikel 2:55 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten was dit artikel gereserveerd voor “nodeloos alarmeren”. In het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019, is dit artikel vervallen. Er is ook geen reden deze geserveerd te houden. Daarom is deze komen te vervallen.

 

WW

In het vorige artikel 2:56 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten was dit artikel gereserveerd voor “alarminstallaties”. In het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019, is dit artikel vervallen. Er is ook geen reden deze geserveerd te houden. Daarom is deze komen te vervallen.

 

XX

Het vorige derde lid van artikel 2:57 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten had voor eigenaren of houders van sociale hulphonden niet opgenomen dat de verboden, zoals in artikel 2:57 eerste lid aanhef en onder a tot en met c van de Algemene plaatselijke verordening Dronten staan, voor hen niet van toepassing zijn. Ook gold het verbod onder het vorige artikel indien een sociale hulphond werd opgeleid. Dat is niet wenselijk. Met deze wijziging is deze omissie hersteld. Aangesloten is bij het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019.

 

YY

Het nieuwe artikel 2:59 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten is verbeterd inzake de leesbaarheid. Ook is een wijziging aangebracht die beter aansluit bij de feitcodes van het Openbaar Ministerie. Aangesloten is bij het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019.

 

ZZ

Met het opnemen van artikel 2:59a van de Algemene plaatselijke verordening Dronten is aangesloten bij een optie die het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019 biedt. In de toelichting in voornoemd model staat: “Het aanlijn- en/of muilkorfgebod dat de burgemeester kan opleggen voor het laten verblijven of laten lopen van een gevaarlijke hond op een openbare plaats of op het terrein van een ander (artikel 2:59), is niet in alle gevallen voldoende om bijtincidenten te voorkomen. Deze maatregel voorkomt niet dat mensen geconfronteerd worden met bijtincidenten op privéterrein. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan postbezorgers en koeriers, maar ook aan bijtincidenten die plaatsvinden binnen een huishouden. Om hier enigszins aan tegemoet te komen is artikel 2:59a opgenomen. Artikel 2:59a bepaalt dat het de eigenaar of houder van een gevaarlijke hond verboden is die hond zonder muilkorf op zijn terrein los te laten lopen. Het verbod geldt niet als er voorzieningen zijn getroffen waardoor gevaar voor derden in de openbare en vrij toegankelijke privéruimte niet aanwezig is. De VNG heeft de volgende drie cumulatief geldende voorzieningen benoemd:

- een duidelijk leesbaar waarschuwingsbord dat vanaf de weg zichtbaar is;

- een buiten het terrein geplaatste brievenbus of aanbelmogelijkheid, en

- een deugdelijke afrastering die voorkomt dat de hond zelfstandig buiten het terrein kan komen.

Gemeenten kunnen desgewenst ook andere voorzieningen benoemen.

Deze bepaling is gericht op de veiligheid in de openbare ruimte en voorkomt dat gevaarlijke honden op de openbare weg komen doordat ze van het terrein ontsnappen. Het verplicht plaatsen van een waarschuwingsbord zorgt ervoor dat mensen die een terrein willen betreden gewaarschuwd worden. Toepassing van dit artikel zal in de praktijk in combinatie met artikel 2:59 plaatsvinden; daarom is in het eerste lid als keuzemogelijkheid de koppeling met dat artikel gelegd.”

 

AAA

Het vorige artikel 2:60, eerste lid aanhef en onderdeel b van de Algemene plaatselijke verordening Dronten was niet compleet geformuleerd. De zinsnede “in het aanwijzingsbesluit” ontbrak. Met deze wijziging is deze omissie hersteld. Aangesloten is bij het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019.

 

BBB

In het vorige artikel 2:61 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten was dit artikel gereserveerd voor “Wilde dieren”. In het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019, is dit artikel vervallen. Er is ook geen reden deze geserveerd te houden. Daarom is deze komen te vervallen.

 

CCC

In het vorige artikel 2:62 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten zag niet op al het vee, terwijl dit wel wenselijk is. Met deze wijziging is dit hersteld. Aangesloten is bij het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019.

 

DDD

In het vorige artikel 2:69 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten was dit artikel gereserveerd voor “vervreemding van door opkoop verkregen goederen”. In het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019, is dit artikel vervallen. Er is ook geen reden deze geserveerd te houden. Daarom is deze komen te vervallen.

 

EEE

In het vorige artikel 2:70 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten was dit artikel gereserveerd voor “handel in horecabedrijven”. In het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019, is dit artikel vervallen. Er is ook geen reden deze geserveerd te houden. Daarom is deze komen te vervallen.

 

FFF

In het vorige tweede lid van artikel 2:73b van de Algemene plaatselijke verordening Dronten was niet opgenomen dat “tot 1 januari 02.00 uur” daaraanvolgend is. Dus de eerste 1 januari na de betreffende 31 december. Met deze wijziging is deze omissie hersteld.

 

GGG

Het vorige artikel 2:74 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten beperkte zich tot de weg, terwijl het beter is dit artikel te laten gelden voor de “openbare plaats”. Tevens was dit vorige artikel redelijk ouderwets omschreven. In het nieuwe artikel 2:74 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten is dit hersteld. Aangesloten is bij het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019.

 

HHH

Het vorige artikel 2:74a van de Algemene plaatselijke verordening Dronten was niet volledig. Met deze wijziging is deze omissie hersteld. Aangesloten is bij het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019. Deze tekst wijkt af van de in de raadsvergadering van 29 september 2016 aangenomen motie (besluitpunt 7.a.) inzake de tekst van artikel 2:74a van de Algemene plaatselijke verordening Dronten. De voorwaarden die in dat artikel zijn gesteld, wanneer pas sprake is van overtreding van dit artikel, zijn, volgens de politie, niet uit te voeren, met als gevolg dat dit hele artikel door de politie niet wordt gehandhaafd.

 

III

In het vorige artikel 2:75 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten werd verkeerd verwezen naar artikel 2:1 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten. Met deze wijziging is deze omissie hersteld.

 

JJJ

Het vorige artikel 2:77 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten had betrekking op de “openbare weg”, terwijl het passender is dit artikel op de “openbare plaats” betrekking te laten hebben. Met deze wijziging is dit veranderd. Tevens is het woord “vaste” verwijderd.

 

KKK

Artikel 2:79 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten is voor de zekerheid opgenomen in de Verordening tot wijziging van diverse verordeningen gemeente Dronten 2020, omdat de citeertitel van de APV de Algemene plaatselijke verordening Dronten is en in het besluit tot opname van artikel 2:79 in de APV, de Algemene plaatselijke verordening Dronten 2016 staat (zie het document met nummer B18.000126). Daarbij komt dat een verordening alleen met een verordening kan worden gewijzigd en het lijkt erop dat dat hier niet is gebeurd. In het nieuwe tweede lid van artikel 2:79 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten is duidelijker opgenomen dat de burgemeester een last onder dwangsom of bestuursdwang kan opleggen. Tevens kan met dit nieuwe artikel de burgemeester, bij zijn aanwijzing, ook aangeven wat de overtreder dient te doen én na moet laten om verdere schending te voorkomen.

 

LLL

Het vorige artikel 4:1 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten verwees niet naar de juiste artikelen in het Activiteitenbesluit milieubeheer, terwijl dit wel wenselijk is. Met deze wijziging is deze omissie hersteld. Aangesloten is bij het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019. Echter is de opsomming in de Algemene plaatselijke verordening Dronten geletterd. Bij het model is gewerkt met streepjes.

 

MMM1

Het vorige artikel 4:2 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten verwees niet naar alle daarop betrekking hebbende artikelen van het Activiteitenbesluit milieubeheer. Verder is door de wijziging van artikel 4:1 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten één en ander in de begripsbepalingen gewijzigd. Hierop is dit lid nu ook aangepast. Ook is het artikel beter leesbaar geworden. Aangesloten is bij een Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, een eerdere versie dan die van augustus 2019.

 

MMM2

Met deze wijziging wordt op een juiste wijze verwezen naar artikel 3.148, eerste lid van het Activiteitenbesluit Milieubeheer. Aangesloten is bij een Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, een eerdere versie dan die van augustus 2019.

 

MMM3

In het zevende lid van artikel 4:2 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten wordt een geluidsnorm gegeven en geen geluidswaarde. Met deze wijziging is deze omissie hersteld.

 

MMM4

Het vorige achtste lid van artikel 4:2 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten verwees niet naar de artikelen 2.17a en 2.19a van het Activiteitenbesluit Milieubeheer, terwijl dit wel moet. Met deze wijziging is deze omissie hersteld. Aangesloten is bij een Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, een eerdere versie dan die van augustus 2019.

 

NNN1

Het vorige artikel 4:3 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten verwees niet naar alle daarop betrekking hebbende artikelen van het Activiteitenbesluit milieubeheer. Verder is door de wijziging van artikel 4:1 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten één en ander in de begripsbepalingen gewijzigd. Hierop is dit lid nu ook aangepast. Tevens is in het gewijzigde lid een meldplicht opgenomen. Aangesloten is bij een Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, een eerdere versie dan die van augustus 2019.

 

NNN2

Met deze wijziging wordt op een juiste wijze verwezen naar artikel 3.148, eerste lid van het Activiteitenbesluit Milieubeheer. Tevens is rekening gehouden met de in het eerste lid van artikel 4:3 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten opgenomen meldplicht. Aangesloten is bij een Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, een eerdere versie dan die van augustus 2019. Het aantal van vier incidentele festiviteiten per kalenderjaar is behouden gebleven, zodat met deze wijziging daarin geen beleidswijzigingen plaatsvinden.

 

NNN3

Het vorige derde lid van artikel 4:3 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten ging uit van een kennisgeving, terwijl in het nieuwe artikel 4:3 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten een meldingsstelsel is opgenomen. Hierop is dit lid nu aangepast. Aangesloten is bij het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019.

 

NNN4

Het nieuwe vierde lid van artikel 4:3 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten sluit aan op de in artikel 4:3 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten opgenomen meldplicht. Aangesloten is bij het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019.

 

NNN5

Het nieuwe vijfde lid van artikel 4:3 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten sluit aan op de in artikel 4:3 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten opgenomen meldplicht. Aangesloten is bij het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019.

 

NNN6

In het achtste lid van artikel 4:3 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten wordt een geluidsnorm gegeven en geen geluidswaarde. Met deze wijziging is deze omissie hersteld.

 

NNN7

Het vorige negende lid van artikel 4:3 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten verwees niet naar de artikelen 2.17a en 2.19a van het Activiteitenbesluit Milieubeheer, terwijl dit wel moet. Met deze wijziging is deze omissie hersteld. Aangesloten is bij een Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, een eerdere versie dan die van augustus 2019.

 

OOO

In het vorige artikel 4:4 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten was dit artikel gereserveerd voor “verboden incidentele festiviteiten”. In het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019, is dit artikel vervallen. Er is ook geen reden deze geserveerd te houden. Daarom is deze komen te vervallen.

 

PPP1

Omdat in artikel 4:1 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten begripsbepalingen zijn gewijzigd, moeten ook de andere artikelen hierop worden aangepast. Bij deze wijziging is “besluit” vervangen door “Activiteitenbesluit milieubeheer”, zodat het eerste lid van artikel 4:5 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten weer aansluit bij de gehanteerde terminologie.

 

PPP2

Met deze wijziging wordt verwezen naar de betrekking hebbende artikelen van de Wet milieubeheer en het Besluit geluidhinder. Aangesloten is bij het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019.

 

QQQ

Met het nieuwe derde lid van artikel 4:6 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten zijn het Activiteitenbesluit milieubeheer en het Bouwbesluit 2012 aan de opsomming toegevoegd. Aangesloten is bij het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019. Ook bevatte het vorige derde lid van artikel 4:6 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten een verwijzing naar de Verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland. Deze is echter ingetrokken. Met deze wijziging is verwezen naar de actuele provinciale verordening.

 

RRR

Om strijdigheid met hogere regelgeving te voorkomen is het vijfde lid ingevoegd. Aangesloten is bij het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019.

 

SSS

De vorige Algemene plaatselijke verordening Dronten voorzag niet in bepalingen omtrent een verbod om ballonnen op te laten in de lucht. Met deze wijziging zijn deze bepalingen opgenomen. De tekst is overgenomen van de algemene plaatselijke verordeningen van de gemeenten Leeuwarden en Zeist.

 

TTT1

Met deze wijziging is het eerste lid van artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten afgestemd op de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

 

TTT2

Ingevolge het vorige tweede lid van artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten was artikel 1:8 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten van toepassing, terwijl dat voor onderhavige omgevingsvergunning niet wenselijk is. Met deze wijziging is deze omissie hersteld. Aangesloten is bij het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019.

 

TTT3

Het vorige derde lid van artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten gaf het bevoegde gezag de mogelijkheid tot het opleggen van een herplantplicht, maar gewenst is dat dit onder nader te stellen voorschriften opgelegd kan worden. Met deze wijziging is dat mogelijk gemaakt. Aangesloten is bij het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019.

 

TTT4

Het vierde lid van artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten is overgenomen uit het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019. Bij dit model staat bij de toelichting van dit artikel: “Het vierde lid geeft de burgemeester de bevoegdheid om bij onmiddellijk gevaar het kapverbod buiten werking te stellen.”

 

UUU

In het vorige artikel 4:12 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten was dit artikel gereserveerd voor “vergunning van rechtswege”. In het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019, is dit artikel vervallen. Er is ook geen reden deze geserveerd te houden. Daarom is deze komen te vervallen.

 

VVV

De gebruikte terminologie in het vorige artikel 4:12a van de Algemene plaatselijke verordening Dronten sloot niet goed aan bij de terminologie van artikel 5:42 van het Burgerlijk wetboek. Ook was de kleinere toegelaten afstand van hagen niet opgenomen. Met deze wijziging is deze omissie hersteld.

 

WWW

Op 15 maart 2019 heeft de Omgevingsverordening Flevoland onder andere de Verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland vervangen. Het vorige derde lid van artikel 4:13 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten had de Verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland nog genoemd. Met deze wijziging is verwezen naar de actuele provinciale verordening.

 

XXX

In het vorige artikel 4:14 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten was dit artikel gereserveerd voor “stankoverlast door gebruik van meststoffen”. In het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019, is dit artikel vervallen. Er is ook geen reden deze geserveerd te houden. Daarom is deze komen te vervallen.

 

YYY

Door in het eerste lid van artikel 4:16 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten “weg” te vervangen door “openbare weg”, wordt beter aangesloten bij de gehanteerde definities van de Algemene plaatselijke verordening Dronten. Verder is het woord “vergunning” vervangen door “omgevingsvergunning”, omdat dergelijke vergunning een omgevingsvergunning betreft.

 

ZZZ

Het vorige artikel 5:1 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten is een overbodig artikel. Drie begrippen werden in dit artikel beschreven, te weten parkeren, parkeerexces en stilstaan. Parkeren is echter al opgenomen in artikel 1:1 aanhef en onder k van de Algemene plaatselijke verordening Dronten. Parkeerexces en stilstaan komen niet voor in een artikel van de Algemene plaatselijke verordening Dronten. Daarom is dit artikel met deze wijziging komen te vervallen.

 

AAAA1

In de opsomming, gegeven in de onderdelen a en b van het eerste lid van artikel 5:2 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten, stond niet of aan beide onderdelen moest zijn voldaan, of aan één van de onderdelen. Het laatste is het geval en daarom is dit artikel aldus aangepast. Aangesloten is bij het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019.

 

AAAA2

In de opsomming, gegeven in de onderdelen a en b van het tweede lid van artikel 5:2 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten, stond niet of aan beide onderdelen moest zijn voldaan, of aan één van de onderdelen. Het laatste is het geval en daarom is dit artikel aldus aangepast. Aangesloten is bij het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019.

 

BBBB

In het vorige vierde lid van artikel 5:8 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten stond niet dat het verbod opgenomen in het eerste lid niet op campers, kampeerauto’s, caravans en kampeerwagens, voor zover deze voertuigen niet langer dan drie achtereenvolgende dagen op de weg worden geplaatst of gehouden, van toepassing is. Dit is wel de bedoeling. Met deze wijziging is deze omissie hersteld. Met de tekst van dit artikellid is grotendeels aangesloten bij het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019.

 

CCCC

Het vorige eerste lid van artikel 5:9 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten had geen minimumafmetingen opgenomen betreffende het voertuig, zodat dit als gevolg heeft dat al snel een overtreding van dit artikellid wordt gepleegd. Dit is niet wenselijk. Aangesloten is bij het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019.

 

DDDD

De vorige Algemene plaatselijke verordening Dronten had geen bepalingen opgenomen omtrent het parkeren of laten stilstaan van voertuigen, anders dan op de rijbaan. Met deze wijziging is de Algemene plaatselijke verordening Dronten daarin voorzien. Aangesloten is bij het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019. In dit model is over dit artikel in de toelichting opgenomen: “Het college kan als wegbeheerder door middel van een verkeersbesluit parkeer- of stopverboden voor de weg instellen (artikel 18, eerste lid, onder d, van de WVW 1994). Onder ‘weg’ vallen ook de tot de weg behorende paden, bermen en zijkanten (artikel 1, eerste lid, onder b, van de WVW 1994). In de APV wordt deze definitie van ‘weg’ gevolgd (artikel 1:1). Een verkeersbesluit is een besluit om een bepaald verkeersteken te plaatsen, te wijzigen of in te trekken of een bepaalde fysieke maatregel te treffen. Het is verplicht gebruik te maken van de verkeerstekens die in bijlage 1 van het RVV 1990 zijn opgenomen (artikel 15 van de WVW 1994 juncto artikel 12 van het BABW).

Sinds de uitspraak van Hof Arnhem-Leeuwarden 23-05-2016, ECLI:NL:GHARL:2016:3927, geldt dat de plaatsing van de verbodsborden E1, E2 en E3 uit bijlage 1 bij het RVV 1990 niet het parkeren of laten stil staan in de berm of een braakliggend terrein verbieden, maar alleen het parkeren (of laten staan) op de rijbaan. Deze verbodsborden betreffen achtereenvolgens het parkeerverbod, het stopverbod en het verbod fietsen en bromfietsen te plaatsen. Artikel 65, tweede lid, van het RVV 1990 bepaalt dat deze verkeersborden slechts gelden voor de zijde van de weg alwaar zij zijn geplaatst. Volgens het hof moet ‘weg’ hier niet worden opgevat in de zin van artikel 1, eerste lid, onder b, van de WVW 1994 en beperkt het parkeerverbod volgens bord E1 zich uitsluitend tot de rijbaan. Het hof baseert zich voor dat standpunt op het Verdrag inzake verkeerstekens van 8 november 1968 dat voor Nederland op 8 november 2008 in werking is getreden (Trb. 2008, 77). Artikel 6, tweede lid, van dit verdrag bepaalt: “Alle tekens zijn over de hele breedte van de rijbaan die voor het verkeer openstaat van toepassing op de bestuurders voor wie ze bedoeld zijn.” In artikel 1 van het verdrag staan de volgende definities:

- weg: het gehele oppervlak van elke weg of straat die voor het openbaar verkeer openstaat (onderdeel c).

- rijbaan: dat deel van een weg dat gewoonlijk voor het verkeer met voertuigen wordt gebruikt; een weg kan een aantal rijbanen bevatten die duidelijk zichtbaar van elkaar gescheiden zijn, bijvoorbeeld door een scheidende strook of een verschil in niveau (onderdeel d).

- rijstrook: elk van de delen waarin de rijbaan in de lengterichting kan worden verdeeld, al of niet aangegeven door strepen op het wegdek in de lengterichting, welke rijstrook voldoende breed moet zijn voor één rij rijdende motorvoertuigen, anders dan motorfietsen (onderdeel e).

- bestuurder: degene die een motorvoertuig of enig ander voertuig bestuurt (met inbegrip van een fiets), of die vee, hetzij enkele dieren hetzij in kudden, of trek-, last- of rijdieren op de weg onder zijn hoede heeft (onderdeel q).

Het bovenstaande geldt ook bij gebruik van genoemde verbodsborden met de aanduiding ‘zone’.

 

Als een gemeente (ook) een parkeer- of stopverbod wil instellen voor andere weggedeelten dan de rijbaan, zoals voor bermen, is dus een aanvullende grondslag bij gemeentelijke verordening nodig. Artikel 2a van de WVW 1994 maakt dit mogelijk. Op grond van dit artikel kunnen gemeenten bij verordening verkeersregels stellen voor zover:

1. deze niet in strijd zijn met de WVW 1994; en

2. verkeerstekens krachtens die wet zich daar niet toe lenen.

 

Aan deze voorwaarden wordt voldaan als de gemeente een parkeerverbod wil instellen voor andere weggedeelten dan de rijbaan. Artikel 5:10 voorziet in de grondslag voor een verkeersbesluit met die strekking. Door het gebruik van de formulering “niet tot de rijbaan behorend weggedeelte” is ook de afbakening met artikel 5:11 (Aantasting groenvoorzieningen door voertuigen) geregeld, nu die verbodsbepaling niet van toepassing is op de ‘weg’ (artikel 5:11, tweede lid, aanhef en onder a).

Het verbod geldt niet voor voertuigen die worden gebruikt voor wegwerkzaamheden in opdracht van een bestuursorgaan of openbaar lichaam (tweede lid).

 

Voor het ter plaatse kenbaar maken van een parkeerverbod dient de gemeente een zelf ontworpen verbodsbord te plaatsen.

 

Vanzelfsprekend is het ook mogelijk het parkeren of laten stilstaan op andere weggedeelten dan de rijbaan fysiek onmogelijk te maken, bijvoorbeeld door het plaatsen van schampblokken. Voor een verkeersbesluit met die strekking is artikel 5:10 niet nodig, maar biedt eerdergenoemd artikel 18, eerste lid, onder d, van de WVW 1994 de grondslag.”

 

EEEE

Het tweede lid van artikel 5:12 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten en de bijbehorende feitcode (van het Openbaar Ministerie) voor een proces verbaal is bedoeld om overlast van fietsen of bromfietsen tegen te gaan en niet ook op motorvoertuigen. Om problemen over definitie kwesties te voorkomen is “motorvoertuig” verwijderd uit het tweede lid. Aangesloten is bij een model van de algemene plaatselijke verordening van de VNG, een eerdere versie dan die van augustus 2019.

 

FFFF

Het vorige eerste lid van artikel 5:13 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten was niet volledig. Het verbod op het aanbieden van een intekenlijst en het verbod op in het openbaar leden of donateurs te werven, onder de in dit artikel gegeven voorwaarden, ontbrak. Met deze wijziging is deze omissie hersteld. Aangesloten is bij het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019.

 

GGGG

Het tweede lid van artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten is herformuleerd, mede omdat de gemeente geen welstandsbepalingen heeft opgenomen omtrent standplaatsen. Daarom is deels voor de nieuwe formulering van dit artikellid aangesloten bij het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019. Voornoemd model heeft bij dit onderdeel in de toelichting staan: “In het verleden is het beschermen van een redelijk voorzieningenniveau in de gemeente ten behoeve van de consument als een openbare ordebelang aangemerkt. De gedachte was dat gevestigde winkeliers geconfronteerd worden met hoge exploitatiekosten die niet in verhouding staan tot de vrij lage exploitatiekosten van de straathandelaren. Uit jurisprudentie van de Afdeling blijkt dat het reguleren van de concurrentieverhoudingen niet als een huishoudelijk belang van de gemeente wordt aangemerkt. Hierop wordt door de Afdeling slechts één uitzondering toegestaan, namelijk wanneer het voorzieningenniveau voor de consument in een deel van de gemeente in gevaar komt. Van duurzame ontwrichting van het voorzieningenniveau zal in de praktijk niet snel sprake zijn. Voor de vraag of een duurzame ontwrichting van het voorzieningenniveau zal ontstaan, komt geen doorslaggevende betekenis toe aan de vraag of voor een overaanbod in het verzorgingsgebied en mogelijke sluiting van bestaande voorzieningen moet worden gevreesd, maar het doorslaggevende criterium is of inwoners van een bepaald gebied niet langer op een aanvaardbare afstand van hun woning kunnen voorzien in hun eerste levensbehoeften. Bijvoorbeeld ABRvS 13-01-2016, ECLI:NL:RVS:2016:49.

 

Ook de Dienstenrichtlijn staat een redelijk voorzieningenniveau niet toe als weigeringsgrond voor standplaatsen , omdat dit wordt beschouwd als een economische, niet toegestane, belemmering voor het vrij verkeer van diensten (artikel 14, punt 5, van de Dienstenrichtlijn). Op grond van de Dienstenrichtlijn mag wel een kwantitatieve of territoriale beperking worden gesteld, mits:

1. geen sprake is van discriminatie naar nationaliteit of statutaire zetel (discriminatieverbod);

2. er sprake is van een dwingende reden van algemeen belang (noodzakelijkheid); en

3. de maatregelen zijn geschikt om het nagestreefde doel te bereiken en gaan niet verder dan nodig is en het doel kan niet met andere, minder beperkende maatregelen worden bereikt (evenredigheid) (artikel 15 Dienstenrichtlijn).

De formulering van onderdeel b van het derde lid is hierop afgestemd. Zie de toelichting op artikel 1:7 voor het begrip ‘dwingende reden van algemeen belang’.”

 

HHHH

Op 15 maart 2019 heeft de Omgevingsverordening Flevoland onder andere de Verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland vervangen. Het vorige eerste lid van artikel 5:20 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten had de Verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland nog genoemd. Met deze wijziging is verwezen naar de actuele provinciale verordening.

 

IIII

De artikelen 2:24, eerste lid aanhef en onderdeel b en 5:14, tweede lid aanhef en onderdeel b van de Algemene plaatselijke verordening Dronten verwijzen naar artikel 5:22 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten, terwijl dit artikel in de vorige Algemene plaatselijke verordening Dronten gereserveerd stond. Omdat het wel van belang is een definitieomschrijving van snuffelmarkt te hebben, is dit artikel alsnog opgenomen. Echter is in deze afdeling alleen het artikel inzake de definitieomschrijving opgenomen, het opnemen van een meldplicht dan wel een vergunningsstelsel is niet opgenomen. Voor dit artikel is aangesloten bij het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019. In voornoemd model staat bij dit artikel in de toelichting: “Eerste lid. De laatste tijd komt het in steeds meer plaatsen voor dat particulieren markten organiseren in grote (doorgaans leegstaande) gebouwen. Hoofdzakelijk worden daar ‘ongeregelde’ zaken verkocht. Bij ‘ongeregelde’ zaken kan met name worden gedacht aan incourante goederen, dat wil zeggen goederen, die in de regel niet meer langs normale handelskanalen het publiek bereiken, zoals bij voorbeeld beschadigde artikelen, artikelen die uit de mode zijn, restanten en zaken van een te liquideren onderneming. Let op: in afdeling 4 heeft het begrip ‘standplaats’ een andere betekenis dan hetzelfde begrip in afdeling 5: op grond van artikel 5:17, eerste lid bevindt een standplaats in afdeling 4 zich per definitie in de open lucht, terwijl bij een snuffelmarkt (afdeling 5) de standplaatsen juist in een gebouw staan op grond van artikel 5:22, eerste lid.

 

Tweede lid. Van de snuffelmarkt te onderscheiden zijn de volgende marktsoorten.

- De weekmarkt in de zin van artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h, van de Gemeentewet. Het begrip ‘markt’ is niet nader omschreven in de Gemeentewet. In de regel worden op een weekmarkt ‘geregelde’ waren verkocht, dat wil zeggen: geen tweedehands goederen en restantpartijen e.d. De weekmarkt wordt in de meeste gemeenten gereguleerd door een marktverordening. De VNG heeft de Model Marktverordening uitgebracht. Een weekmarkt kan binnen of buiten plaatsvinden, een snuffelmarkt is per definitie binnen.

- De jaarmarkt in de zin van artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h, van de Gemeentewet.

Ook het begrip ’jaarmarkt’ wordt niet nader gedefinieerd in de Gemeentewet. Bij een jaarmarkt moet gedacht worden aan een jaarlijks terugkerende traditie. Zo wordt in sommige gemeenten al sinds jaar en dag een veemarkt op een vast tijdstip, bijvoorbeeld op tweede paasdag, gehouden. Het college dient voor dit type markt een instellingsbesluit te nemen. Verder zal de raad voor een dergelijke markt ook een aparte regeling moeten vaststellen, die eventueel geïntegreerd kan worden in de APV of in de Marktverordening. Ook een jaarmarkt kan binnen of buiten plaatsvinden.

- Evenement: de zogenaamde snuffelmarkten worden gehouden in een gebouw. Indien het betreft braderieën, vrijmarkten op Koningsdag of vlooienmarkten in de openbare ruimte, is deze paragraaf niet van toepassing, maar is er sprake van een evenement, dat al dan niet vergunningplichtig is op grond van artikel 2:25.

 

JJJJ

Het vorige derde lid van artikel 5:24 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten had de Provinciale vaarwegenverordening opgenomen, terwijl de Omgevingsverordening Flevoland deze heeft opgevolgd. Verder was de Wet beheer rijkswaterstaatswerken niet in dit artikellid opgenomen, terwijl dat wel moet. Aangesloten is bij het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019.

 

KKKK1

Het derde lid, onderdeel a, van artikel 5:25 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten is nader verduidelijkt, dat het gaat om het uiterlijk aanzien van de gemeente. Aangesloten is bij het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019.

 

KKKK2

In het vorige derde lid van artikel 5:25 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten waren de Woningwet en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht niet opgenomen. Tevens werd nog verwezen naar de Verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland, terwijl de Omgevingsverordening Flevoland deze vanaf 15 maart 2019 heeft opgevolgd. Met deze wijziging is dit aangepast.

 

KKKK3

In het vorige artikel 5:25 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten was geen bepaling

opgenomen dat het college aan de rechthebbende op een vaartuig aanwijzingen kan geven met betrekking tot het innemen, veranderen of gebruik van een ligplaats in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, de milieuhygiëne en het uiterlijk aanzien van de gemeente. Dit is wel wenselijk. Aangesloten is bij het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019. In voornoemd model staat bij dit artikellid in de toelichting: “Naast de algemene regels die krachtens het tweede lid kunnen worden uitgevaardigd, kan het wenselijk zijn, gelet op de omstandigheden, om aan een individuele eigenaar van een vaartuig nog nadere aanwijzingen te geven. Het vierde lid [in de Algemene plaatselijke verordening Dronten van de gemeente Dronten dus het vijfde lid] biedt daarvoor de grondslag. Het ligt voor de hand deze aanwijzingen in de vorm van een schriftelijke beschikking te gieten. Het spreekt voor zich dat het college geen aanwijzingen geeft of kan geven die strijd opleveren met hogere regelgeving. De eigenaar van de boot is verplicht de aanwijzingen op te volgen. Niet naleving kan worden gesanctioneerd in artikel 6:1.”

 

KKKK4

In het vorige artikel 5:25 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten was geen bepaling

opgenomen dat de rechthebbende op een vaartuig verplicht is alle door het college gegeven aanwijzingen met betrekking tot het innemen, veranderen of gebruik van een ligplaats op te volgen, terwijl dit wel wenselijk is. Aangesloten is bij het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019. In voornoemd model staat bij dit artikellid in de toelichting: “Naast de algemene regels die krachtens het tweede lid kunnen worden uitgevaardigd, kan het wenselijk zijn, gelet op de omstandigheden, om aan een individuele eigenaar van een vaartuig nog nadere aanwijzingen te geven. Het vierde lid [in de Algemene plaatselijke verordening Dronten van de gemeente Dronten dus het vijfde lid] biedt daarvoor de grondslag. Het ligt voor de hand deze aanwijzingen in de vorm van een schriftelijke beschikking te gieten. Het spreekt voor zich dat het college geen aanwijzingen geeft of kan geven die strijd opleveren met hogere regelgeving. De eigenaar van de boot is verplicht de aanwijzingen op te volgen. Niet naleving kan worden gesanctioneerd in artikel 6:1.”

 

LLLL

Artikel 5:25 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten voorziet al in hetgeen in artikel 5:26 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten is opgenomen. Hiermee is dit artikel overbodig geworden. Aangesloten is bij het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019.

 

MMMM

Door het deels nieuw geformuleerde artikel 5:25 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten en het vervallen van artikel 5:26 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten werd in artikel 5:27 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten naar een verkeerd artikel verwezen. Met deze wijziging is dit hersteld.

 

NNNN

Het vierde lid van artikel 5:27a van de Algemene plaatselijke verordening Dronten is aangepast op de artikel 5:25, derde lid van het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019, omdat enkele wetten miste en naar een inmiddels niet meer van kracht zijnde provinciale verordening werd verwezen.

 

OOOO

Het vorige tweede lid van artikel 5:28 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten verwees naar de Verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland, terwijl de Omgevingsverordening Flevoland deze heeft opgevolgd. Met deze wijziging is dit aangepast.

 

PPPP

Het vorige tweede lid van artikel 5:30 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten verwees naar de Verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland, terwijl de Omgevingsverordening Flevoland deze heeft opgevolgd. Met deze wijziging is dit aangepast.

 

QQQQ

Het vorige derde lid van artikel 5:32 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten verwees niet naar de goede regelgeving. Hiermee is deze omissie hersteld. Aangesloten is bij het Model Algemene plaatselijke verordening van de VNG, versie augustus 2019.

 

RRRR

Het vorige artikel 5:33, vierde lid aanhef en onder b van de Algemene plaatselijke verordening Dronten verwees naar de Verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland, terwijl de Omgevingsverordening Flevoland deze heeft opgevolgd. Met deze wijziging is dit aangepast.

 

SSSS

Het vorige vijfde lid van artikel 5:34 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten verwees naar de Verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland, terwijl de Omgevingsverordening Flevoland deze heeft opgevolgd. Met deze wijziging is dit aangepast.

 

TTTT

Met de toevoeging van het verbod om ballonnen op te laten in de open lucht, moet artikel 6:1, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening Dronten aangepast worden. Met deze wijziging is overtreding van artikel 4:9a van de Algemene plaatselijke verordening Dronten strafbaar gesteld.

 

ARTIKEL VIII

A

In de Verordening Blijverslening gemeente Dronten werden de begrippen “toewijzing” en “toekenning” door elkaar gebruikt, wat verwarring kan opleveren. Met deze wijziging is “toewijzing” veranderd in “toekenning” en worden de begrippen in de Verordening Blijverslening gemeente Dronten eenduidig gebruikt.

 

B

In het vorige eerste lid van artikel 3 van de Verordening Blijverslening gemeente Dronten werden de begrippen “eigenaar bewoner” en “aanvrager” door elkaar gebruikt, wat voor verwarring kon zorgen. In artikel 1 aanhef en onder a van deze verordening is bepaald dat het in dit geval dezelfde persoon (of personen) betreft. Met deze wijziging is sprake van eenduidig gebruikte terminologie.

 

C

In de vorige Verordening Blijverslening gemeente Dronten stond één en ander dubbel. Met het nieuwe artikel 4 van de Verordening Blijverslening gemeente Dronten zijn de leden 2 tot en met 4 van artikel 7 van de Verordening Blijverslening gemeente Dronten opgenomen in artikel 4, omdat dat artikel gaat over het toekennen van de Blijverslening. Het eerste lid is, met een kleine tekstuele aanpassing, hetzelfde gebleven. Lid 2 is ook licht tekstueel aangepast. Artikel 7 van de Verordening Blijverslening gemeente Dronten kan daardoor komen te vervallen. Zie daarover onder E.

 

D1

Het vorige eerste lid van artikel 5 van de Verordening Blijverslening gemeente Dronten was onduidelijk geformuleerd. Ook werd niet eenduidig dezelfde begrippen gehanteerd. Met deze wijziging is deze omissie hersteld.

 

D2

In het vorige tweede lid van artikel 5 van de Verordening Blijverslening gemeente Dronten stond het woord “bepalen”, waar dit “bedragen” moet zijn. Met deze wijziging is deze omissie hersteld.

 

E

In de vorige Verordening Blijverslening gemeente Dronten werd niet eenduidig gebruik gemaakt van begrippen. De begrippen “toewijzen” en “toekennen” werden door elkaar heen gebruikt, wat verwarring kan oproepen. Met deze wijziging is “toewijzen” vervangen door “toekennen”, zodat de begrippen niet meer door elkaar worden gebruikt.

 

F

Met de wijziging van het nieuwe artikel 4 van de Verordening Blijverslening gemeente Dronten is artikel 7 van de Verordening Blijverslening gemeente Dronten overbodig geworden. Daarom kan dit artikel komen te vervallen.

 

G1

In de vorige Verordening Blijverslening gemeente Dronten werd niet eenduidig gebruik gemaakt van begrippen. De begrippen “toewijzen” en “toekennen” werden door elkaar heen gebruikt, wat verwarring kan oproepen. Met deze wijziging is “en toewijzing” vervangen door “en toekenning”, zodat de begrippen niet meer door elkaar worden gebruikt.

 

G2

Het vorige vierde lid van artikel 8 van de Verordening Blijverslening gemeente Dronten verplichte het college, indien de aanvraag niet binnen de aangegeven termijn was gecompleteerd, deze niet-ontvankelijk te verklaren. Ingevolge de Algemene wet bestuursrecht dient een aanvraag dan echter buiten behandeling te worden gelaten. Artikel 4:5, eerste lid aanhef en onder c, van de Awb bepaalt namelijk: Het bestuursorgaan kan besluiten de aanvraag niet te behandelen, indien: c. de verstrekte gegevens en bescheiden onvoldoende zijn voor de beoordeling van de aanvraag of voor de voorbereiding van de beschikking, mits de aanvrager de gelegenheid heeft gehad de aanvraag binnen een door het bestuursorgaan gestelde termijn aan te vullen. Met deze wijziging is aangesloten bij (de terminologie van) de Awb.

 

G3

In de Verordening Blijverslening gemeente Dronten werden “toewijzing” en “toekenning” door elkaar heen gebruikt, wat verwarring kan opleveren. Met deze wijziging is “toewijzings-” veranderd in “toekennings-” en worden de begrippen in de Verordening Blijverslening gemeente Dronten eenduidig gebruikt.

 

H

In het vorige artikel 9 aanhef en onderdeel a tot en met f van de Verordening Blijverslening gemeente Dronten is een opsomming gegeven wanneer het college een aanvraag voor een Blijverslening afwijst of een toewijzingsbesluit van een Blijverslening intrekt. Echter was niet duidelijk of aan alle afwijzings- of intrekkingsgronden moest zijn voldaan, voordat daadwerkelijk kon worden afgewezen of ingetrokken, of dat aan één van die gronden hoefde te worden voldaan. De bedoeling is dat aan één van deze gronden hoeft te zijn voldaan. Met deze wijziging is deze omissie hersteld. Verder is het artikel nader verduidelijkt en zijn er enkele grammaticale wijzingen doorgevoerd. Ook is toegevoegd, overeenkomstig de bedoeling van de verordening, dat niet alleen na het treffen van de maatregelen een aanvraag door het college kan worden afgewezen of een besluit kan worden ingetrokken, maar ook tijdens het treffen van de maatregelen. Tot slot werden in de Verordening Blijverslening gemeente Dronten de begrippen “toewijzing” en “toekenning” door elkaar gebruikt, wat verwarring kan opleveren. Met deze wijziging worden de begrippen in de Verordening Blijverslening gemeente Dronten eenduidig gebruikt.

 

I1

In de Verordening Blijverslening gemeente Dronten werden “toewijzing” en “toekenning” door elkaar heen gebruikt, wat verwarring kan opleveren. Met deze wijziging is “toewijzing” veranderd in “toekenning” en worden de begrippen in de Verordening Blijverslening gemeente Dronten eenduidig gebruikt.

 

I2

Deze wijziging betreft een grammaticale wijziging.

 

J1

In de Verordening Blijverslening gemeente Dronten werden de begrippen “toewijzing” en “toekenning” door elkaar heen gebruikt, wat verwarring kan opleveren. Met deze wijziging is “toewijzing” veranderd in “toekenning” en worden de begrippen in de Verordening Blijverslening gemeente Dronten eenduidig gebruikt.

 

J2

In de Verordening Blijverslening gemeente Dronten werden de begrippen “toewijzing” en “toekenning” door elkaar heen gebruikt, wat verwarring kan opleveren. Met deze wijziging is “toewijzing” veranderd in “toekenning” en worden de begrippen in de Verordening Blijverslening gemeente Dronten eenduidig gebruikt.

 

K

In het vorige tweede lid van artikel 13 van de Verordening Blijverslening gemeente Dronten was opgenomen dat bescheiden bij “de gemeente” moesten worden ingediend en dat “de gemeente” akkoord op iets moest geven. Echter moet hier een bestuursorgaan van het openbare lichaam de gemeente worden genoemd. Dat is in dit geval “het college”. Met deze wijziging is deze omissie hersteld.

 

ARTIKEL IX

A

Door het ontbreken van een leesteken klopte het vorige bepaalde onder artikel 1, eerste lid aanhef en onderdeel c van de Legesverordening 2020 niet. Niet juist opgeschreven was wat onder de definitie van “maand” werd bedoeld. Met deze wijziging is deze omissie hersteld. De tekst van dit artikellid is overgenomen van het model Legesverordening van de VNG, versie 1 augustus 2019.

 

B

In het vorige eerste lid van artikel 2 van de Legesverordening 2020 had de zinsnede “een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.” alleen betrekking op hetgeen onder onderdeel b was bepaald, terwijl het de bedoeling is dat deze ook voor onderdeel a geldt. Met deze wijziging is deze omissie hersteld.

 

C

Het vorige artikel 9 van de Legesverordening 2020 leek alleen gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges mogelijk te maken op basis van een aanvraag (op grond van artikel 242 van de Gemeentewet) en onduidelijk was of ambtshalve geheel of gedeeltelijke teruggave (op grond van artikel 65 Algemene wet inzake Rijksbelasting) mogelijk was, terwijl dit wel de bedoeling was. De tekst van dit artikel is overgenomen van het model Legesverordening van de VNG, versie 1 augustus 2019. Met deze wijziging is deze omissie hersteld.

 

D

In het vorige artikel 10 aanhef en onderdeel b van de Legesverordening 2020 stond enkel “regelgeving”, terwijl “rijksregelgeving” wordt bedoeld. Met deze wijziging is deze omissie hersteld. Wat deze term betreft is aangesloten bij het model Legesverordening van de VNG, versie 1 augustus 2019.

 

E

In het vorige artikel 12 van de Legesverordening 2020 stond een hardheidsclausule opgenomen. Deze is echter overbodig. Artikel 236, eerste lid van de Gemeentewet bepaalt (indirect) dat artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelasting van toepassing blijft. In dit artikel staat “Onze Minister is bevoegd voor bepaalde gevallen of groepen van gevallen tegemoet te komen aan onbillijkheden van overwegende aard, welke zich bij de toepassing van de belastingwet mochten voordoen.” Artikel 231, tweede lid aanhef en onder a van de Gemeentewet bepaalt dat de bevoegdheden en de verplichtingen van “Onze Minister van Financiën” bij onder andere de Algemene wet inzake rijksbelastingen ook voor het college gelden. Derhalve is er al een wettelijke hardheidsclausule opgenomen (zie ook ECLI:NL:RBLEE:2010:BM8590, r.o. 3.7). Door de hardheidsclausule in de Legesverordening 2020 te laten vervallen, is de regeling minder lang. Ook in het model Legesverordening van de VNG, versie 1 augustus 2019, is een hardheidsclausule niet opgenomen.

 

ARTIKEL X

A

Het vorige artikel 1, eerste lid, aanhef en onderdeel d van de Algemene subsidieverordening 2017 bevatte een niet sluitende begripsomschrijving van het begrip “Europees steunkader”. Met deze wijziging is wel een sluitende begripsomschrijving opgenomen. De tekst van het VNG model Algemene subsidieverordening 2013, versie juni 2019, is hierbij overgenomen.

 

B

In het vorige derde lid van artikel 3 van de Algemene subsidieverordening 2017 was er geen mogelijkheid voor het college de verdeling van de subsidie te bepalen, indien een subsidieplafond door het college is vastgesteld. Dit houdt in dat, gelet op artikel 4:26, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht, de raad, indien het college een subsidieplafond vaststelt, de verdeling moest bepalen. Dit is onwenselijk. Met deze wijziging wordt het mogelijk gemaakt dat de bevoegdheid tot het bepalen van de verdeling bij een subsidieplafond bij het college komt te liggen. Deze bevoegdheid wordt met onderhavige wijziging daardoor gedelegeerd. De tekst van het VNG model Algemene subsidieverordening 2013, versie juni 2019, is hierbij gedeeltelijk overgenomen.

 

C

In het vorige eerste lid van artikel 4 van de Algemene subsidieverordening 2017 was niet opgenomen dat voor zover dat ten behoeve van het voldoen aan een Europees steunkader noodzakelijk is, burgemeester en wethouders bij subsidieregeling deze verordening ook kunnen aanvullen. Met deze wijziging is deze omissie hersteld. De tekst van het VNG model Algemene subsidieverordening 2013, versie juni 2019, is hierbij deels overgenomen.

 

D1

In de vorige Algemene subsidieverordening 2017 was niet opgenomen aan wie een aanvraag moet worden ingediend. In de praktijk gebeurd dit bij het college. Met deze wijziging is deze praktijk geformaliseerd.

 

D2

Indien een rechtspersoon voor het eerst een subsidie aanvraagt, zijn er meer gegevens nodig om de aanvraag te beoordelen. De vorige Algemene subsidieverordening 2017 voorzag hier niet in deze gegevens op te vragen. Met deze wijziging is deze omissie hersteld. De tekst van het VNG model Algemene subsidieverordening 2013, versie juni 2019, is hierbij overgenomen.

 

E

Het vorige vijfde lid van artikel 10 van de Algemene subsidieverordening 2017 was bepaald dat bij aanvragen tot het verlenen van een subsidie die overeenkomstig artikel 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie worden aangemeld bij de Europese Commissie, de termijn voor het nemen van een beslissing wordt opgeschort totdat de Europese Commissie een besluit heeft genomen. Echter kan de Europese Commissie meerdere besluiten nemen, totdat een eindbeslissing is genomen. Dit was niet duidelijk in dit artikel opgenomen. Met deze wijziging is deze omissie hersteld. Bij de terminologie is aangesloten bij het VNG model Algemene subsidieverordening 2013, versie juni 2019.

 

F

Elke gemeente dient te beschikken over een rekenkamer dan wel een rekenkamerfunctie. De gemeenteraad heeft ervoor gekozen een rekenkamer te hebben. Dit is geregeld in de Verordening gemeentelijke rekenkamer Dronten. In de vorige Algemene subsidieverordening 2017 stond echter in artikel 12, derde lid, “rekenkamercommissie” genoemd. Met onderhavig artikel wordt dit vervangen door “rekenkamer” en is de omissie hersteld.

 

ARTIKEL XI

 

In het vorige artikel 1 van de Verordening gegevensverstrekking basisregistratie personen Dronten was niet duidelijk bepaald dat dit voor de gemeente Dronten dient te zijn. Met deze wijziging is deze omissie hersteld. De zinssnede, op de naam van de gemeente na, die met deze wijziging is ingevoegd gebruiken meerdere gemeenten die dezelfde tekst bij artikel 1 hebben, zoals bij de gemeente Woensdrecht, de gemeente Westvoorne en de gemeente Rijssen-Holten.

 

ARTIKEL XII

A1

Door in het nieuwe artikel 1, aanhef en onderdeel a van de Marktverordening Dronten 2013 de definitieomschrijving van markt geheel in het enkelvoud te omschrijven, sluit dit beter aan bij de andere artikelen in de Marktverordening Dronten 2013.

 

A2

Het was op grond van de vorige Marktverordening Dronten 2013 niet mogelijk (althans is dit zeer onduidelijk) een dagplaats aan een niet vergunninghouder te geven, terwijl ook juist in de praktijk hiervoor behoefte is (zie ook artikel 5 van het Marktreglement Dronten 2013). Op grond van artikel 1, aanhef en onderdeel g van de Marktverordening Dronten 2013 is namelijk een vergunninghouder degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats. Er moet echter in de meeste gevallen nog vergunning verleend worden. Met deze wijziging is deze omissie hersteld.

 

B

In het vorige tweede lid van artikel 5 van de Marktverordening Dronten 2013 was bepaald dat een standplaatsvergunning voor onbepaalde tijd wordt verleend. Dit artikel kan ook zo worden gelezen dat daar ook vergunningen voor dagplaatsen onder vallen, terwijl die vergunningen voor een dag worden verleend en niet voor onbepaalde tijd. Met deze wijziging is deze omissie hersteld. Dit sluit ook beter aan bij artikel 1, aanhef en onder c van de Marktverordening Dronten 2013.

 

C1

In het vorige artikel 7, eerste lid, van de Marktverordening Dronten 2013 werd een opsomming gegeven waarvan het niet duidelijk was of aan één van de vereiste moest zijn voldaan voordat een vaste standplaatsvergunning ingetrokken moest worden of aan beide vereisten. Bedoeld is dat aan één van de vereiste moet zijn voldaan. Tevens werd in dit artikellid verwezen naar een verkeerd artikel en werd niet juist naar het Marktreglement Dronten 2013 verwezen. Met deze wijziging is deze omissie hersteld.

 

C2

In het vorige artikel 7, tweede lid, van de Marktverordening Dronten 2013 werd een opsomming gegeven waarvan het niet duidelijk was of aan één van de vereiste moest zijn voldaan voordat een vaste standplaatsvergunning kon worden ingetrokken of aan beide vereisten. Bedoeld is dat aan één van de vereiste moet zijn voldaan. Met deze wijziging is deze omissie hersteld. Tevens heeft er een taalkundige wijziging plaatsgevonden.

 

C3

In het vorige artikel 7, derde lid, van de Marktverordening Dronten 2013 werd verwezen naar een verkeerd artikel en werd niet juist naar het Marktreglement Dronten 2013 verwezen. Met deze wijziging is deze omissie hersteld.

 

ARTIKEL XIII

A

Met deze wijziging is een juiste nummering aangebracht in artikel 1 van de Verordening Duurzaamheidslening gemeente Dronten. Voorts zijn de definitiebepalingen op sommige onderdelen aangescherpt en beter opgeschreven en zijn dubbel genoemde zaken verwijderd. De vorige tekst van artikel 1 van de Verordening Duurzaamheidslening gemeente Dronten is zoveel als mogelijk behouden gebleven.

 

B

Het vorige artikel 3 van de Verordening Duurzaamheidslening gemeente Dronten had opgenomen dat de gemeenteraad besloten heeft inzake het maximale budget een revolverend fonds in te stellen voor de jaren 2013 tot en met 2016 voor een totaal bedrag van maximaal € 800.000 (maximaal €200.000 per jaar). Aangezien dit niet meer relevant is, is dit met deze wijziging uit de verordening gehaald. Zo wordt de Verordening Duurzaamheidslening gemeente Dronten overzichtelijker. Verder stelt het college niet jaarlijks een budget vast, zodat ook dit uit artikel 3 van de Verordening Duurzaamheidslening gemeente Dronten is gehaald.

 

C

Deze wijziging betreft een taalkundige wijziging.

 

D

Met deze wijziging is artikel 5 van de Verordening Duurzaamheidslening gemeente Dronten overzichtelijker geworden. Ook is door een betere formulering duidelijker omschreven wat met dit artikel wordt bedoeld. Zo is het de bedoeling dat indien iemand duurzaamheidsmaatregelen treft in combinatie met zonnepanelen en/of een zonneboiler, de aanvrager geen EPA-maatwerkadvies hoeft te overleggen. Hiermee is de praktijk geformaliseerd.

 

E1

Het vorige derde lid van artikel 7 van de Verordening Duurzaamheidslening gemeente Dronten verplichte het college, indien de aanvraag niet binnen de aangegeven termijn was gecompleteerd, deze niet-ontvankelijk te verklaren. Ingevolge de Algemene wet bestuursrecht dient een aanvraag dan echter buiten behandeling te worden gelaten. Artikel 4:5, eerste lid aanhef en onderdeel c, van de Awb bepaalt namelijk: Het bestuursorgaan kan besluiten de aanvraag niet te behandelen, indien: c. de verstrekte gegevens en bescheiden onvoldoende zijn voor de beoordeling van de aanvraag of voor de voorbereiding van de beschikking, mits de aanvrager de gelegenheid heeft gehad de aanvraag binnen een door het bestuursorgaan gestelde termijn aan te vullen. Met deze wijziging is aangesloten bij (de terminologie van) de Awb.

 

E2

Dit artikel van de Verordening Duurzaamheidslening gemeente Dronten voorkomt een van rechtswege verleende beschikking indien niet tijdig op de aanvraag wordt beslist.

 

F

Met deze wijziging is beter aangesloten bij de gehanteerde terminologie van de Verordening Duurzaamheidslening gemeente Dronten.

 

ARTIKEL XIV

A1

Met het raadsbesluit van 31 januari 2019 (nummer B18.002800) was het de bedoeling dat in het tweede lid van artikel 3 van de Afvalstoffenverordening 2018 gemeente Dronten het college een uitsluitend recht als bedoeld in artikel 2.24 aanhef en onderdeel a van de Aanbestedingswet 2012 kon verlenen aan een aanbestedende dienst voor het verrichten van activiteiten in het kader van de uitvoering van afvalbeheerstaken die op grond van de Wet Milieubeheer aan de gemeente zijn opgedragen of die in verband daarmee tot de verantwoordelijkheid van de gemeente behoren, alsmede voor het reinigen van de openbare ruimten, het bestrijden van gladheid en het bestrijden van plaagdieren. Naast het feit dat die (bedoelde) aanpassing van de verordening niet met een verordening is gebeurd en dat dat besluit is genomen tot wijziging van de Afvalstoffenverordening Dronten 2016, is de bedoelde tekst niet goed in voornoemd raadsbesluit overgenomen. Met deze wijziging is (alsnog) tot de bedoelde tekst besloten in de Afvalstoffenverordening 2018 gemeente Dronten. Verder zijn er in die tekst nog enkele taal technische verbeteringen doorgevoerd. Zo is “Burgemeester en wethouders kunnen” vervangen door “Het college kan”, en is verwezen naar de juiste artikelleden.

 

A2

Met het raadsbesluit van 31 januari 2019 (nummer B18.002800) was het de bedoeling om in het derde lid van artikel 3 van de Afvalstoffenverordening 2018 gemeente Dronten op te nemen dat naast het verlenen van het in het eerste en tweede lid van artikel 3 van de Afvalstoffenverordening 2018 gemeente Dronten genoemde uitsluitend recht, burgemeester en wethouders personen of instanties kunnen aanwijzen die zijn belast met het ter uitvoering van de wet en deze verordening afzonderlijk inzamelen van categorieën van huishoudelijke afvalstoffen. Naast het feit dat die aanpassing van de verordening niet met een verordening is gebeurd, is het besluit genomen tot wijziging van de Afvalstoffenverordening Dronten 2016, terwijl het de bedoeling was dat het werd opgenomen in de Afvalstoffenverordening 2018 gemeente Dronten. Met deze wijziging is (alsnog) tot de bedoelde tekst besloten in de Afvalstoffenverordening 2018 gemeente Dronten. Deze tekst is nog wel aangepast. In de tekst stond het college uitgeschreven als “burgemeester en wethouders”. In de overige artikelen van de Afvalstoffenverordening 2018 gemeente Dronten staat “het college”. Hierdoor kan de indruk worden gewekt dat met “het college” een ander college wordt bedoeld dan het college van burgemeester en wethouders. Dit is met deze wijziging hersteld. Verder werd niet goed verwezen naar bepaalde leden van artikel 3 van de verordening. Met deze wijziging is deze omissie hersteld.

 

B

Het vorige artikel 4 van de Afvalstoffenverordening 2018 gemeente Dronten bevatte twee eerste leden. Met deze wijziging is deze omissie hersteld. De tekst van dit artikel is ongewijzigd gebleven.

 

C1

In het vorige artikel 7, tweede lid, onderdeel a van de Afvalstoffenverordening 2018 gemeente Dronten stond twee keer GFT. Eén keer voluit geschreven en één keer afgekort. Met deze wijziging is het één keer voluit geschreven.

 

C2

In het vorige artikel 7, tweede lid, onderdeel d van de Afvalstoffenverordening 2018 gemeente Dronten stond twee keer PMD. Eén keer voluit geschreven en één keer afgekort. Met deze wijziging is het één keer voluit geschreven.

 

C3

Deze wijziging betreft een taal technische wijziging.

 

D

Het vorige artikel 11 van de Afvalstoffenverordening 2018 gemeente Dronten was niet volledig geformuleerd. Door deze wijziging is deze omissie hersteld. Aangesloten is bij het VNG model Afvalstoffenverordening 2015, versie 18 november 2015. Echter is de zinssnede “Burgemeester en wethouders kunnen” vervangen door “Het college kan”, omdat dit beter aansluit bij de in de Afvalstoffenverordening 2018 gemeente Dronten gehanteerde terminologie.

 

E

Het vorige tweede lid van artikel 13 van de Afvalstoffenverordening 2018 gemeente Dronten verwees naar een verkeerd artikellid. Met deze wijziging is deze omissie hersteld.

 

F

De tekst van de Afvalstoffenverordening 2018 gemeente Dronten wijkt op sommige punten af van de tekst van het VNG model Afvalstoffenverordening 2015, versie 18 november 2015. Artikel 22 van de Afvalstoffenverordening 2018 gemeente Dronten is, zoals veel artikelen van de Afvalstoffenverordening 2018 gemeente Dronten, overgenomen van het model van de VNG. Eén artikelverwijzing in dit artikel moet echter worden aangepast ten opzichte van de artikelverwijzing die is opgenomen in het model, omdat in de Afvalstoffenverordening 2018 gemeente Dronten ten opzichte van het model een artikel extra is opgenomen. Met deze wijziging zijn alle bedoelde verboden van de Afvalstoffenverordening 2018 gemeente Dronten die op grond van artikel 1a, onderdeel 3, van de Wet op de economische delicten strafbaar moeten zijn goed opgenomen.

 

ARTIKEL XV

A

In het vorige artikel 1, eerste lid aanhef en onderdeel a van de Verordening klankbordgesprekken burgemeester en gemeenteraad Dronten 2019 was geen goede definitieomschrijving gegeven van “gesprekken”. De oude definitieomschrijving leek niet uit te gaan van de wederkerigheid van de gesprekken (zie ook artikel 9, vierde lid van de Verordening klankbordgesprekken burgemeester en gemeenteraad Dronten 2019), terwijl dergelijke gesprekken onder andere over het functioneren van zowel de raad als burgemeester gaan. Zowel de burgemeester als de raad voorzien elkaar van feedback. Met deze wijziging is deze omissie hersteld.

 

B

Het nieuwe artikel 2 van de Verordening klankbordgesprekken burgemeester en gemeenteraad Dronten 2019 is beknopter geformuleerd. Ook is dit artikel duidelijker geworden, zijn dubbel opgenomen bepalingen verwijderd en zijn enkele taalverbeteringen uitgevoerd. De tekst van het vorige artikel 2 van de Verordening klankbordgesprekken burgemeester en gemeenteraad Dronten 2019 is zoveel als mogelijk behouden.

 

C

Het vorige tweede lid van artikel 6 van de Verordening klankbordgesprekken burgemeester en gemeenteraad Dronten 2019 in samenhang met het vierde lid van artikel 6 van de Verordening klankbordgesprekken burgemeester en gemeenteraad Dronten 2019 bepaalde dat indien de commissie zich laat bijstaan door een externe gespreksleider, zowel de voorzitter van de commissie als de externe gespreksleider het gesprek leidt. Dit kan niet. Daarom is met het nieuwe vierde lid van artikel 6 van de Verordening klankbordgesprekken burgemeester en gemeenteraad Dronten 2019 bepaald dat indien er een externe gespreksleider is, deze de gesprekken leidt.

 

D1

In het vorige tweede lid van artikel 8 van de Verordening klankbordgesprekken burgemeester en gemeenteraad Dronten 2019 stond “klankbordgesprekken”. Deze gesprekken worden op grond van artikel 1 aanhef en onderdeel a van de Verordening klankbordgesprekken burgemeester en gemeenteraad Dronten 2019 aangeduid met “gesprekken”. Met deze wijziging wordt deze omissie hersteld.

 

D2

De opsomming in het vorige artikel 8, zevende lid van de Verordening klankbordgesprekken burgemeester en gemeenteraad Dronten 2019 van personen waarop artikel 8 betrekking op heeft was niet volledig en ook werd naar een verkeerd artikellid verwezen. Verwezen werd naar artikel 9, tweede lid van de Verordening klankbordgesprekken burgemeester en gemeenteraad Dronten 2019, terwijl dit het derde lid van dat artikel moet zijn. Met deze wijziging is deze omissie hersteld.

 

E1

In het vorige derde lid van artikel 9 van de Verordening klankbordgesprekken burgemeester en gemeenteraad Dronten 2019 stond “klankbordgesprek”. Dit gesprek wordt op grond van artikel 1 aanhef en onderdeel a van de Verordening klankbordgesprekken burgemeester en gemeenteraad Dronten 2019 aangeduid met “gesprek”. Met deze wijziging is deze omissie hersteld.

 

E2

In het vorige vierde lid van artikel 9 van de Verordening klankbordgesprekken burgemeester en gemeenteraad Dronten 2019 stond “klankbordgesprek”. Dit gesprek wordt op grond van artikel 1 aanhef en onderdeel a van de Verordening klankbordgesprekken burgemeester en gemeenteraad Dronten 2019 aangeduid met “gesprek”. Met deze wijziging is deze omissie hersteld.

 

E3

In het vorige vijfde lid van artikel 9 van de Verordening klankbordgesprekken burgemeester en gemeenteraad Dronten 2019 stond “klankbordgesprek”. Dit gesprek wordt op grond van artikel 1 aanhef en onderdeel a van de Verordening klankbordgesprekken burgemeester en gemeenteraad Dronten 2019 aangeduid met “gesprek”. Met deze wijziging is deze omissie hersteld.

 

F1

In het vorige eerste lid van artikel 10 van de Verordening klankbordgesprekken burgemeester en gemeenteraad Dronten 2019 stond “klankbordgesprek”. Dit gesprek wordt op grond van artikel 1 aanhef en onderdeel a van de Verordening klankbordgesprekken burgemeester en gemeenteraad Dronten 2019 aangeduid met “gesprek”. Met deze wijziging is deze omissie hersteld.

 

F2

In het vorige derde lid van artikel 10 van de Verordening klankbordgesprekken burgemeester en gemeenteraad Dronten 2019 stond “klankbordgesprek”. Dit gesprek wordt op grond van artikel 1 aanhef en onderdeel a van de Verordening klankbordgesprekken burgemeester en gemeenteraad Dronten 2019 aangeduid met “gesprek”. Met deze wijziging is deze omissie hersteld.

 

ARTIKEL XVI

A1

In het vorige artikel 1, aanhef en onderdeel a van de Verordening Auditcommissie Dronten 2018 werd verkeerd naar de Controleverordening verwezen. Het betreft namelijk de Controleverordening 2016. Met deze wijziging is deze omissie hersteld.

 

A2

In het vorige artikel 1, aanhef en onderdeel b van de Verordening Auditcommissie Dronten 2018 stond “auditcommissie” voluit geschreven, terwijl ingevolge artikel 1 aanhef en onderdeel d van de Verordening Auditcommissie Dronten 2018 de auditcommissie met “commissie” wordt aangeduid. Met deze wijziging is deze omissie hersteld.

 

A3

In het vorige artikel 1, aanhef en onderdeel f van de Verordening Auditcommissie Dronten 2018 werd verkeerd naar de Controleverordening verwezen. Het betreft namelijk de Controleverordening 2016. Met deze wijziging is deze omissie hersteld. Tevens heeft er een grammaticale wijziging plaatsgevonden.

 

A4

In het vorige artikel 1, aanhef en onderdeel i van de Verordening Auditcommissie Dronten 2018 stond “auditcommissie” voluit geschreven, terwijl ingevolge artikel 1 aanhef en onderdeel d van de Verordening Auditcommissie Dronten 2018 de auditcommissie met “commissie” wordt aangeduid. Met deze wijziging is deze omissie hersteld.

 

B1

In het vorige eerste lid van artikel 2 van de Verordening Auditcommissie Dronten 2018 stond “auditcommissie” voluit geschreven, terwijl ingevolge artikel 1 aanhef en onderdeel d van de Verordening Auditcommissie Dronten 2018 de auditcommissie met “commissie” wordt aangeduid. Met deze wijziging is deze omissie hersteld.

 

B2

In het vorige tweede lid van artikel 2 van de Verordening Auditcommissie Dronten 2018 stond “auditcommissie” voluit geschreven, terwijl ingevolge artikel 1 aanhef en onderdeel d van de Verordening Auditcommissie Dronten 2018 de auditcommissie met “commissie” wordt aangeduid. Met deze wijziging is deze omissie hersteld.

 

C1

In het vorige artikel 3, aanhef en onderdeel b van de Verordening Auditcommissie Dronten 2018 was verkeerd naar de Controleverordening verwezen. Met deze wijziging is deze omissie hersteld. Tevens zijn er taal technische wijzigingen uitgevoerd en is de zinsnede “van het contract met de accountant” geschrapt. Dit vloeit immers voort uit een aanbestedingstraject. Met deze wijziging is dit onderdeel tevens duidelijker geworden.

 

C2

In het vorige artikel 3, aanhef en onderdeel c van de Verordening Auditcommissie Dronten 2018 was bepaald dat de auditcommissie belast is met, onder andere, het doen van een voorstel aan de raad ten aanzien van een contract met een accountant na het aanbestedingstraject. Echter, indien het aanbestedingstraject is doorlopen, kan in beginsel geen (nieuw) contract meer worden opgesteld (en heeft voorstellen dus ook geen zin), omdat een contract onderdeel is van de aanbestedingsprocedure. Kennelijk is bedoeld dat de auditcommissie is belast om de raad een voorstel te doen ten aanzien van een contract met een accountant in het aanbestedingstraject. Met deze wijziging is deze omissie hersteld.

 

C3

In het vorige artikel 3, aanhef en onderdeel d van de Verordening Auditcommissie Dronten 2018 was verkeerd naar de Controleverordening verwezen. Dit is namelijk de Controleverordening 2016. Met deze wijziging is deze omissie hersteld.

 

C4

In het vorige artikel 3, aanhef en onderdeel f van de Verordening Auditcommissie Dronten 2018 stond het “rapport van bevindingen”, terwijl dit ingevolge artikel 7, vierde lid, van de Controleverordening 2016 “het verslag van bevindingen” is. Met deze wijziging is deze omissie hersteld. Verder is met deze wijziging naar de juiste controleverordening verwezen. Dit is namelijk de Controleverordening 2016.

 

C5

Het vorige artikel 3, aanhef en onderdeel i van de Verordening Auditcommissie Dronten 2018 belast de auditcommissie enkel met het verschaffen van inzicht aan de raad in het opvolgen van de aanbevelingen in de rapporten van de accountant, terwijl het ook nuttig kan zijn dat de commissie advies uitbrengt over wat de gevolgen zijn indien aanbevelingen niet worden opgevolgd. Om geen misverstanden te laten bestaan dat de auditcommissie dit ook mag doen, is dit artikel aangepast. Tevens was de verwijzing naar de bedoelde rapporten niet goed opgenomen. Het betreft immers geen “vorig lid van dit artikel” maar het vorig onderdeel van hetzelfde artikel. Met deze wijziging is deze omissie hersteld.

 

C6

Elke gemeente dient te beschikken over een rekenkamer dan wel een rekenkamerfunctie. De gemeenteraad heeft ervoor gekozen een rekenkamer te hebben. Dit is geregeld in de Verordening gemeentelijke rekenkamer Dronten. In de vorige Verordening Auditcommissie Dronten 2018 stond echter in artikel 3 aanhef en onderdeel j, “rekenkamercommissie” genoemd. Met onderhavig artikel wordt dit vervangen door “rekenkamer” en is deze omissie hersteld.

 

D1

Het vorige vierde lid van artikel 4 van de Verordening Auditcommissie Dronten 2018 was onduidelijk geformuleerd. In de tweede volzin stond “Een (commissie) griffier is secretaris van de commissie.”. Ingevolge artikel 1, aanhef en onderdeel d van de Verordening Auditcommissie Dronten 2018 is “commissie” echter de “auditcommissie”, terwijl dit artikel juist de secretaris van de auditcommissie regelt. Bedoeld wordt echter de griffier of de griffier van de commissie, ingesteld op grond van artikel 2 van de Verordening op de raadscommissie 2017. Aangesloten is dan ook bij de tekst van artikel 1, aanhef en onderdeel e van de Verordening op de raadscommissie 2017.

 

D2

Door de organisatiewijzing van enkele jaren terug heeft de gemeente Dronten geen manager Concerndiensten meer, maar, ingevolge artikel 2, tweede lid van het Reglement ambtelijke organisatie 2019 in samenhang met artikel 2, vijfde lid aanhef van Reglement ambtelijke organisatie 2019 een directeur van vakgebied bedrijfsvoering. Met deze wijziging bevat de Verordening Auditcommissie Dronten 2018 op dit punt dezelfde terminologie als dat van het Reglement ambtelijke organisatie 2019.

 

E

Het vorige artikel 5, tweede lid van de Verordening Auditcommissie Dronten 2018 voorzag niet goed op gevallen dat een lid van de auditcommissie een burgerraadslid is. Met deze wijziging wordt daar wel in voorzien. Tevens stond in dit lid “auditcommissie” voluit geschreven, terwijl ingevolge artikel 1 aanhef en onderdeel d van de Verordening Auditcommissie Dronten 2018 de auditcommissie met “commissie” wordt aangeduid. Met deze wijziging is deze omissie hersteld.

 

F1

In het vorige tweede lid van artikel 7 van de Verordening Auditcommissie Dronten 2018 stond “auditcommissie” voluit geschreven, terwijl ingevolge artikel 1 aanhef en onderdeel d van de Verordening Auditcommissie Dronten 2018 de auditcommissie met “commissie” wordt aangeduid. Met deze wijziging is deze omissie hersteld.

 

F2

In het vorige derde lid van artikel 7 van de Verordening Auditcommissie Dronten 2018 stond “auditcommissie” voluit geschreven, terwijl ingevolge artikel 1 aanhef en onderdeel d van de Verordening Auditcommissie Dronten 2018 de auditcommissie met “commissie” wordt aangeduid. Met deze wijziging is deze omissie hersteld.

 

F3

In het vorige vierde lid van artikel 7 van de Verordening Auditcommissie Dronten 2018 was geen rekening gehouden dat de secretaris van de auditcommissie de griffier of diens plaatsvervanger is. Indien de plaatsvervanger van de griffier voor een betreffende vergadering van de auditcommissie de secretaris is, dient van die vergadering onder verantwoordelijkheid van die plaatsvervanger een verslag te worden gemaakt. Met deze wijziging is deze omissie hersteld. Aangesloten is bij de tekst van artikel 1, aanhef en onderdeel e van de Verordening op de raadscommissie 2017.

 

G

In het vorige artikel 8, eerste lid van de Verordening Auditcommissie Dronten 2018 was opgenomen dat de auditcommissie adviserende leden heeft. Dat is niet het geval. De Verordening Auditcommissie Dronten 2018 laat dat niet toe. Het betreffen interne- en externe adviseurs, overeenkomstig artikel 4, vijfde en zesde lid van de Verordening Auditcommissie Dronten 2018. Met deze wijziging is deze omissie hersteld.

 

ARTIKEL XVII

A1

In het vorige artikel 1, aanhef en onderdeel a van de Verordening huishoudelijk reglement van het presidium Dronten 2013 stond nog het Reglement van orde van de raad 2013 genoemd. Inmiddels is al geruime tijd de Verordening Reglement van orde van de raad 2017 en andere werkzaamheden van de raad Dronten van kracht. Met deze wijziging wordt naar het juiste reglement verwezen.

 

A2

In de Verordening Reglement van orde van de raad 2017 en andere werkzaamheden van de raad Dronten zijn de bepalingen omtrent het presidium opgenomen in artikel 2. Het vorige artikel 1, aanhef en onderdeel b van de Verordening huishoudelijk reglement van het presidium Dronten 2013 verwees naar artikel 5 van het Reglement van orde van de raad 2013, omdat daar de bepalingen inzake het presidium opgenomen waren. Dit reglement is echter niet meer van kracht. Met deze wijziging wordt naar het juiste artikel in de juiste verordening verwezen.

 

A3

In de Verordening Reglement van orde van de raad 2017 en andere werkzaamheden van de raad Dronten zijn de bepalingen omtrent de fracties opgenomen in artikel 7. Het vorige artikel 1, aanhef en onderdeel d van de Verordening huishoudelijk reglement van het presidium Dronten 2013 verwees naar artikel 9 van het Reglement van orde van de raad 2013, omdat daar de bepalingen inzake de fracties opgenomen waren. Dit Reglement is echter met de Verordening Reglement van orde van de raad 2017 en andere werkzaamheden van de raad Dronten ingetrokken. Met deze wijziging wordt naar het juiste artikel in de juiste verordening verwezen.

 

B1

Met deze wijziging wordt aangesloten bij de gekozen terminologie van de Verordening huishoudelijk reglement van het presidium Dronten 2013. In artikel 1, aanhef en onderdeel a van de Verordening huishoudelijk reglement van het presidium Dronten 2013 wordt dit reglement namelijk afgekort met “RvO”.

 

B2

Met deze wijziging wordt aangesloten bij de gekozen terminologie van de Verordening huishoudelijk reglement van het presidium Dronten 2013. Ingevolge artikel 1, aanhef en onderdeel e van de Verordening huishoudelijk reglement van het presidium Dronten 2013 wordt raadscommissie met “commissie” aangeduid.

 

B3

Het vorige tweede lid van artikel 4 van de Verordening huishoudelijk reglement van het presidium Dronten 2013 was verouderd. Met de inwerkingtreding van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren en de Aanpassingswet Wnra is geen sprake meer van gemeentelijke rechtspositieregelingen, maar van onder andere de CAO gemeenten. Tevens voorzag het vorige tweede lid van artikel 4 van de Verordening huishoudelijk reglement van het presidium Dronten 2013 niet in de overige op de griffie werkzame ambtenaren, terwijl de werkgeverscommissie hier wel over gaat (zie artikel 1, eerste lid van de Verordening werkgeverscommissie 2019). Met de nieuwe formulering van dit artikel is aangesloten bij de terminologie van de Verordening werkgeverscommissie 2019. Voorts hebben er grammaticale wijzigingen plaatsgevonden. De tekst van het vorige lid is zoveel als mogelijk behouden gebleven.

 

C

Het vorige eerste lid van artikel 5 van de Verordening huishoudelijk reglement van het presidium Dronten 2013 suggereerde dat er, anders dan in onderhavige verordening is bepaald, een apart huishoudelijk reglement is. Dat is niet het geval. Bedoeld wordt de Verordening huishoudelijk reglement van het presidium Dronten 2013. Met deze wijziging is deze omissie hersteld.

 

D

Het vorige artikel 7 van de Verordening huishoudelijk reglement van het presidium Dronten 2013 bepaalde dat in gevallen dat de Verordening huishoudelijk reglement van het presidium Dronten 2013 niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing daarvan, “het reglement van orde op de raadsvergadering” wordt betrokken. Dit reglement bestaat echter niet. Bedoeld wordt de Verordening Reglement van orde van de raad 2017 en andere werkzaamheden van de raad Dronten, welke ingevolge het nieuwe artikel 1, aanhef en onderdeel a van de Verordening huishoudelijk reglement van het presidium Dronten 2013 wordt aangehaald als “RvO”. Met deze wijziging is dit hersteld.

 

ARTIKEL XVIII

A1

Met dit artikel van de Verordening tot wijziging van diverse verordeningen gemeente Dronten 2020 zijn de Verordening gemeentelijke rekenkamer Dronten en de Verordening rechtspositie gemeentelijke rekenkamer geïntegreerd. Omdat het overgrote deel van de Verordening gemeentelijke rekenkamer Dronten behouden is gebleven, en slechts enkele delen van de Verordening rechtspositie gemeentelijke rekenkamer, is ervoor gekozen de relevante bepalingen van de Verordening rechtspositie gemeentelijke rekenkamer in de Verordening gemeentelijke rekenkamer Dronten op te nemen. Door deze integratie is het gewenst een definitieomschrijving van “leden” op te nemen. Deze stond namelijk in artikel 1, onderdeel c, van de Verordening rechtspositie gemeentelijke rekenkamer en is één op één overgenomen in de Verordening gemeentelijke rekenkamer Dronten. De enige afwijking is dat “gemeentelijke” is weggehaald, omdat dit al blijkt uit de verordening (zie bijvoorbeeld artikel 1, aanhef en onderdeel d van de Verordening gemeentelijke rekenkamer Dronten). Voor een verdere toelichting op de integratie van voornoemde verordeningen wordt verwezen naar de toelichting van artikel XVIII onder E.

 

A2

Met dit artikel van de Verordening tot wijziging van diverse verordeningen gemeente Dronten 2020 zijn de Verordening gemeentelijke rekenkamer Dronten en de Verordening rechtspositie gemeentelijke rekenkamer geïntegreerd. Omdat het overgrote deel van de Verordening gemeentelijke rekenkamer Dronten behouden is gebleven, en slechts enkele delen van de Verordening rechtspositie gemeentelijke rekenkamer, is ervoor gekozen de relevante bepalingen van de Verordening rechtspositie gemeentelijke rekenkamer in de Verordening gemeentelijke rekenkamer Dronten op te nemen. Door deze integratie is het gewenst een definitieomschrijving van “secretariaatsfunctie” op te nemen. Deze stond namelijk in artikel 1, onderdeel d, van de Verordening rechtspositie gemeentelijke rekenkamer en is één op één overgenomen in de Verordening gemeentelijke rekenkamer Dronten. Voor een verdere toelichting op de integratie van voornoemde verordeningen wordt verwezen naar de toelichting van artikel XVIII onder E.

 

B

In het vorige eerste lid van artikel 4 van de Verordening gemeentelijke rekenkamer Dronten was opgenomen dat er maar één plaatsvervangend lid kan worden benoemd, terwijl het de bedoeling is dat dit er meerdere kunnen zijn. Tevens was in dit artikellid niet opgenomen dat indien de raad een plaatsvervangend lid benoemt, dit op dezelfde wijze dient te gebeuren als dat de raad leden benoemt. Met deze wijziging zijn deze omissies hersteld.

 

C1

In het vorige eerste lid van artikel 5 van de Verordening gemeentelijke rekenkamer Dronten stond artikel 81d, eerste en tweede lid van de Gemeentewet genoemd als ontslaggronden, terwijl daarin non-activiteitsgronden zijn genoemd. Met deze wijziging is deze omissie hersteld. Nu staan de genoemde leden van artikel 81d van de Gemeentewet als non-activiteitsgronden vermeld. Teven hebben er grammaticale wijzigingen plaatsgevonden.

 

C2

In het vorige derde lid van artikel 5 van de Verordening gemeentelijke rekenkamer Dronten stond niet genoemd naar welke regelgeving verwezen werd. Met deze wijziging is deze omissie hersteld. Nu is achter het genoemde artikel “van de wet” toegevoegd. Ingevolge artikel 1, aanhef en onderdeel a van de Verordening gemeentelijke rekenkamer Dronten is dit de Gemeentewet.

 

D

In het vorige tweede lid van artikel 6 van de Verordening gemeentelijke rekenkamer Dronten stond niet genoemd naar welke regelgeving verwezen werd. Met deze wijziging is deze omissie hersteld. Nu is achter de genoemde artikelen “van de wet” toegevoegd. Ingevolge artikel 1, aanhef en onderdeel a van de Verordening gemeentelijke rekenkamer Dronten is dit de Gemeentewet.

 

E

In het vorige artikel 7 van de Verordening gemeentelijke rekenkamer Dronten was de maandelijkse vergoeding opgenomen van de leden en voorzitter van de rekenkamer. In de Verordening rechtspositie gemeentelijke rekenkamer was dit echter ook al (op een iets andere wijze) opgenomen. De Verordening rechtspositie gemeentelijke rekenkamer had verder nog een aantal andere zaken geregeld met betrekking tot de rechtspositie van de leden van de rekenkamer, die nu allemaal zijn overgeheveld naar de Verordening gemeentelijke rekenkamer Dronten. Hiermee kan, naast de wijziging onder A, de Verordening rechtspositie gemeentelijke rekenkamer komen te vervallen. De Verordening rechtspositie gemeentelijke rekenkamer bevat naast voornoemde wijzigingen immers geen bepalingen meer die behouden dienen te blijven. Verder is aan artikel 7 van de Verordening gemeentelijke rekenkamer Dronten toegevoegd dat ook bij ontslag van het lid of plaatsvervangend lid de vergoeding met onmiddellijke ingang stopt. De oorspronkelijke tekst van artikel 2 van de Verordening rechtspositie gemeentelijke rekenkamer is zoveel als mogelijk behouden gebleven. Wel hebben hier enkele verbeteringen aan deze tekst plaatsgevonden.

 

ARTIKEL XIX

A

In het nieuwe artikel 1 van de Verordening rechtspositie wethouders, raadsleden gemeente Dronten 2015 is, ten opzichte van het vorige artikel 1, ook de definitie van griffier opgenomen en dat van raadslid. Tevens is de opsomming nu geletterd. Verder werd bij de vorige definitiebepalingen verwezen naar het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, welke per 1 januari 2019 is komen te vervallen. Dit is vervangen door het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Voor dit artikel is aangesloten bij de tekst van het VNG model Verordening rechtspositie Raads- en commissieleden 2019. Alleen de laatste volzin van artikel 1, aanhef en onderdeel a is niet afkomstig uit voornoemd VNG model. Voor deze volzin is aangesloten bij de vorige definitiebepaling van artikel 1 van de Verordening rechtspositie wethouders, raadsleden gemeente Dronten 2015. Verder is de definitiebepaling van “commissie” niet overgenomen, omdat deze al blijkt uit artikel 1, aanhef en onderdeel a van de Verordening rechtspositie wethouders, raadsleden gemeente Dronten 2015.

 

B

In het vorige artikel 2 van de Verordening rechtspositie wethouders, raadsleden gemeente Dronten 2015 werd verwezen naar artikel 2, eerste lid van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden. Dit besluit is echter per 1 januari 2019 komen te vervallen. Dit is vervangen door het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Met deze wijziging is deze omissie hersteld. Het percentage van de vergoeding is gelijk gebleven. Voor dit artikel is aangesloten bij de tekst van het VNG model Verordening rechtspositie Raads- en commissieleden 2019.

 

C

Het vorige artikel 3 van de Verordening rechtspositie wethouders, raadsleden gemeente Dronten 2015 gaf alleen de mogelijkheid reis- en verblijfskosten te vergoeden aan raadsleden en niet aan commissieleden/burgerraadsleden, terwijl het ook de bedoeling is deze aan commissieleden/burgerraadsleden te vergoeden. Met deze wijziging is dit hersteld. Verder werd in het vorige artikel 3 van de Verordening rechtspositie wethouders, raadsleden gemeente Dronten 2015 meerdere keren verwezen naar de Regeling rechtspositie wethouders, terwijl deze regeling op 1 januari 2019 is komen te vervallen. Voor dit artikel is grotendeels aangesloten bij de tekst van het VNG model Verordening rechtspositie Raads- en commissieleden 2019. Dit model had echter als reiskostenvergoeding voor de eigen auto opgenomen het “(…) het maximumbedrag dat door een werkgever aan een werknemer per afgelegde kilometer onbelast kan worden verstrekt”. In de Regeling rechtspositie wethouders was dit bedrag ingevolge artikel 4 aanhef en onderdeel b € 0,28 per afgelegde kilometer. Dit laatste bedrag is aangehouden en daarom is voor artikel 3, eerste lid aanhef en onderdeel b van de Verordening rechtspositie wethouders, raadsleden gemeente Dronten 2015 de tekst opgenomen van artikel 4 aanhef en onderdeel b van de Regeling rechtspositie wethouders. Verder zijn de bepalingen omtrent openbaar vervoer volledig overgenomen van Regeling rechtspositie wethouders, zodat ook op dit onderdeel geen beleidswijziging plaatsvindt. Voor een omschrijving voor wat onder openbaar vervoer wordt verstaan verwees artikel 4 aanhef en onderdeel a van de Regeling rechtspositie wethouders naar artikel 1, vierde lid van de Regeling rechtspositie wethouders. Dat artikellid is overgenomen in het huidige artikel 3, eerste lid aanhef en onderdeel a van de Verordening rechtspositie wethouders, raadsleden gemeente Dronten 2015, zodat de genoemde vergoeding in het eerste lid van deze verordening voor reiskosten buiten het grondgebied van de gemeente hetzelfde zijn gebleven.

 

D

Het vorige eerste lid van artikel 5 van de Verordening rechtspositie wethouders, raadsleden gemeente Dronten 2015 verwees naar het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden. Dit besluit is echter per 1 januari 2019 komen te vervallen. Dit is vervangen door het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Met deze wijziging is deze omissie hersteld. Voor dit artikellid is grotendeels aangesloten bij de tekst van het VNG model Verordening rechtspositie Raads- en commissieleden 2019, echter is de voorwaarde die in artikel 5, eerste lid van de Verordening rechtspositie wethouders, raadsleden gemeente Dronten 2015 is opgenomen (dat die scholing niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd) in het nieuwe artikel 5, eerste lid van de Verordening rechtspositie wethouders, raadsleden gemeente Dronten 2015 opgenomen, zodat er geen beleidswijziging daarin plaatsvindt.

 

E

In dit deels opnieuw geformuleerde artikel 6 van de Verordening rechtspositie wethouders, raadsleden gemeente Dronten 2015 wordt aangesloten bij hetgeen in artikel 3.3.2. van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers is bepaald. In dit artikel is bepaald: “Het college van burgemeester en wethouders stelt ten laste van de gemeente aan een raadslid, een wethouder of de burgemeester voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking. Onder informatie- en communicatievoorzieningen wordt ook verstaan de daarbij behorende abonnementen.” Het eerste en tweede lid is overgenomen van de tekst van het VNG model Verordening rechtspositie Raads- en commissieleden 2019. Het derde lid is, met aanpassing naar de gebruikte terminologie van artikel 3.3.2. van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, overgenomen uit het vorige tweede lid van artikel 6 van de Verordening rechtspositie wethouders, raadsleden gemeente Dronten 2015. Het nieuwe vierde lid betreft een één op één overname van het vorige derde lid van artikel 6 van de Verordening rechtspositie wethouders, raadsleden gemeente Dronten 2015.

 

F

Het vorige artikel 7 van de Verordening rechtspositie wethouders, raadsleden gemeente Dronten 2015 verwees naar het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden. Dit besluit is echter per 1 januari 2019 komen te vervallen. Dit is vervangen door het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Met deze wijziging is deze omissie hersteld. Voor dit artikellid is aangesloten bij de tekst van het VNG model Verordening rechtspositie Raads- en commissieleden 2019.

 

G

In het vorige artikel eerste lid van artikel 8 van de Verordening rechtspositie wethouders, raadsleden gemeente Dronten 2015 stond artikel 3 van de Regeling rechtspositie wethouders genoemd, terwijl deze regeling per 1 januari 2019 is komen te vervallen. Hetgeen in artikel 3 van de Regeling rechtspositie wethouders is bepaald staat nu in artikel 3.2.9 eerste lid aanhef en onderdeel a van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Met deze wijziging wordt dus naar het juiste artikel van het juiste besluit verwezen.

 

H

In het vorige artikel eerste lid van artikel 9 van de Verordening rechtspositie wethouders, raadsleden gemeente Dronten 2015 werd verwezen naar artikel 4 van de Regeling rechtspositie wethouders, terwijl deze regeling per 1 januari 2019 is komen te vervallen. Hetgeen in artikel 4 van de Regeling rechtspositie wethouders is bepaald staat nu in artikel 3.2.9 eerste lid aanhef en onderdeel b van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Met deze wijziging wordt dus naar het juiste artikel van het juiste besluit verwezen.

 

I

In dit deels opnieuw geformuleerde artikel 12 van de Verordening rechtspositie wethouders, raadsleden gemeente Dronten 2015 wordt aangesloten bij hetgeen in artikel 3.3.2. van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers is bepaald. In dit artikel is bepaald: “Het college van burgemeester en wethouders stelt ten laste van de gemeente aan een raadslid, een wethouder of de burgemeester voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking. Onder informatie- en communicatievoorzieningen wordt ook verstaan de daarbij behorende abonnementen.” Het eerste en tweede lid is overgenomen van de tekst van het VNG model Verordening rechtspositie Raads- en commissieleden 2019. Het derde lid is, met aanpassing naar de gebruikte terminologie van artikel 3.3.2. van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, overgenomen uit het vorige tweede lid van artikel 12 van de Verordening rechtspositie wethouders, raadsleden gemeente Dronten 2015. Het nieuwe vierde lid betreft een één op één overname van het vorige derde lid van artikel 12 van de Verordening rechtspositie wethouders, raadsleden gemeente Dronten 2015.

 

J

Het vorige artikel 13 van de Verordening rechtspositie wethouders, raadsleden gemeente Dronten 2015 bepaalde dat de wethouders aan wie communicatieapparatuur in bruikleen ter beschikking wordt gesteld, hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente tekenen. Echter is met het nieuwe artikel 12 van de Verordening rechtspositie wethouders, raadsleden gemeente Dronten 2015 een algemene bepaling opgenomen over informatie- en communicatievoorzieningen (waaronder het inleveren daarvan), waar communicatieapparatuur onder valt, opgenomen, zodat artikel 13 van de Verordening rechtspositie wethouders, raadsleden gemeente Dronten 2015 overbodig is geworden.

 

K

In het vorige artikel 14 van de Verordening rechtspositie wethouders, raadsleden gemeente Dronten 2015 werd voor de reis-, pension- en verhuiskosten verwezen naar de artikelen 1 en 2 van de Regeling rechtspositie wethouders, terwijl deze regeling per 1 januari 2019 is komen te vervallen. Voornoemde regeling is vervangen door de het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Met de wijziging van dit artikel wordt verwezen naar het juiste artikel van voornoemd besluit. Zoveel mogelijk is de tekst van het vorige artikel 14 van de Verordening rechtspositie wethouders, raadsleden gemeente Dronten 2015 behouden gebleven.

 

L

Het vorige artikel 15 van de Verordening rechtspositie wethouders, raadsleden gemeente Dronten 2015 verwees onder andere naar artikel 28a van het Rechtspositiebesluit wethouders. Dit besluit is echter per 1 januari 2019 komen te vervallen. Deze is vervangen door het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Met deze wijziging wordt naar het juiste artikel van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers verwezen. Voor dit artikellid is aangesloten bij de tekst van het VNG model Verordening rechtspositie Raads- en commissieleden 2019.

 

M

Het vorige artikel 16 van de Verordening rechtspositie wethouders, raadsleden gemeente Dronten 2015 verwees naar het Rechtspositiebesluit wethouders, het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden en de Regeling rechtspositie wethouders, terwijl deze zijn te komen vervallen. Het Rechtspositiebesluit wethouders en het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden zijn vervangen door het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Ook wordt in het nieuwe artikel 16 van de Verordening rechtspositie wethouders, raadsleden gemeente Dronten 2015 verwezen naar de daarop gebaseerde ministeriële regelingen.

 

ARTIKEL XX

In artikel 5, tweede lid van de Verordening VROM starterslening is bepaald dat VROM Startersleningen enkel worden toegekend voor zover het jaarlijks vast te stellen budget hiervoor toereikend is. Er was echter niet bepaald hoe dat vastgestelde budget wordt verdeeld. Met deze wijziging wordt dit in het vierde lid bepaald. Daar is aangesloten bij wat reeds onder artikel 5 bij de toelichting van de Verordening VROM starterslening staat beschreven.

 

ARTIKEL XXI

A

In het vorige artikel 1 van de Verordening precariobelasting 2020 stond een verkeerde naam van een wet genoemd, werd er verkeerd verwezen naar publicaties van de Staatscourant en werden definities gegeven die vervolgens niet terugkwamen in de Verordening precariobelasting 2020. Bij het nieuw geformuleerde artikel 1 is de tekst overgenomen van het Model verordening precariobelasting van de VNG, welke het laatst is gewijzigd op 1 augustus 2019. Enige afwijkingen van de tekst van dit model is dat het model met de opsomming van de definities met streepjes werkt en in artikel 1 van de Verordening precariobelasting 2020 dit geletterd is, omdat dat makkelijker verwijst naar de definities, indien dit nodig is. Verder is de volgorde van de definities aangepast.

 

B

In het vorige artikel 5 van de Verordening precariobelasting 2020 was niet opgenomen hoe de berekening van de precariobelasting wordt gesteld voor de oppervlakte van andere dan rechthoekige voorwerpen. Met deze wijziging is dit opgenomen. Daarbij is aangesloten bij het Model verordening precariobelasting van de VNG, welke het laatst is gewijzigd op 1 augustus 2019.

 

C

In het vorige tweede lid van artikel 6 van de Verordening precariobelasting 2020 ontbrak de zinsnede “de in het kalenderjaar gelegen”. Met deze wijziging is deze omissie hersteld. Aangesloten is bij het Model verordening precariobelasting van de VNG, welke het laatst is gewijzigd op 1 augustus 2019.

 

D1

Het vorige eerste lid van artikel 8 van de Verordening precariobelasting 2020 verwees naar artikel 7, eerste lid van de Verordening precariobelasting 2018, terwijl dit artikel 6, eerste lid van de Verordening precariobelasting 2020 moet zijn. Met deze wijziging is deze omissie hersteld.

 

D2

Het vorige tweede lid van artikel 8 van de Verordening precariobelasting 2020 verwees naar artikel 7, tweede lid van de Verordening precariobelasting 2018, terwijl dit artikel 6, tweede lid van de Verordening precariobelasting 2020 moet zijn. Met deze wijziging is deze omissie hersteld.

 

E1

Het vorige tweede lid, aanhef van artikel 9 van de Verordening precariobelasting 2020 verwees naar artikel 8, tweede lid van de Verordening precariobelasting 2020, terwijl dit artikel 7, tweede lid van de Verordening precariobelasting 2020 moet zijn. Met deze wijziging is deze omissie hersteld.

 

E2

In de Verordening precariobelasting 2020 was niet bepaald dat de Algemene termijnenwet niet van toepassing is op de in de artikel 9 van de Verordening precariobelasting 2020 gegeven termijnen. Echter is dit wel wenselijk, omdat dergelijke bepaling ook in andere belastingverordeningen is opgenomen en daardoor de heffing van de belastingen wordt vereenvoudigd. Met deze wijziging is dit alsnog opgenomen. Aangesloten is bij het Model verordening precariobelasting van de VNG, welke het laatst is gewijzigd op 1 augustus 2019.

 

F

Het vorige artikel 12 van de Verordening precariobelasting 2020 verwees naar artikel 4 van de Verordening precariobelasting 2020, terwijl dit artikel 3 van de Verordening precariobelasting 2020 moet zijn. Met deze wijziging is deze omissie hersteld.

 

ARTIKEL XXII

A1

Het vorige zesde lid van artikel 5 van de Verordening op het onderzoeksrecht week af van de in deze verordening gehanteerde terminologie “onderzoekscommissie”. In dit artikellid stond “de commissie van onderzoek”, dat, omdat dit afweek van de gehanteerde terminologie, de suggestie wekte alsof een andere commissie werd bedoeld. Dat is echter niet het geval. Met deze wijziging is deze omissie hersteld.

 

A2

Het vorige zevende lid van artikel 5 van de Verordening op het onderzoeksrecht verwees niet naar de goede verordening. De juiste citeertitel van de verordening waarnaar in artikel 5, zevende lid van de Verordening op het onderzoeksrecht wordt verwezen is de “Verordening op de raadscommissie 2017”.

 

ARTIKEL XXIII

De “Toeslagenverordening” van de gemeente Dronten is gebaseerd op de Wet Werk en Bijstand, welke geldend was tot en met 30 juni 2013. Hierdoor is er geen grondslag meer deze verordening te hebben. Met deze wijziging is de “Toeslagenverordening” van de gemeente Dronten ingetrokken.

 

ARTIKEL XXIV

De Wet investeren in jongeren is per 1 januari 2012 komen te vervallen. Daarom is met deze wijziging de Verordening toeslagen en verlagingen wet Investeren in Jongeren gemeente Dronten 2010 van de gemeente Dronten ingetrokken.

 

ARTIKEL XXV

De Verordening, regelende de bezoldiging van de ambtenaren van de burgerlijke stand en de buitengewone ambtenaren van de burgerlijke stand is met het Reglement burgerlijke stand van Dronten 2016 overbodig geworden, aangezien in dit reglement de bezoldiging reeds is bepaald. Hiermee is daarom de Verordening, regelende de bezoldiging van de ambtenaren van de burgerlijke stand en de buitengewone ambtenaren van de burgerlijke stand ingetrokken.

 

ARTIKEL XXVI

De Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie, in werking getreden op 1 april 2004, is tot op heden nog niet ingetrokken, terwijl op 1 juni 2017 de Verordening gemeentelijke rekenkamer Dronten in werking is getreden. Met deze wijziging is de Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie alsnog, met terugwerkende kracht tot en met 1 juni 2017 ingetrokken.

 

ARTIKEL XXVII

De Verordening rechtspositie gemeentelijke rekenkamer is, gelet op de integratie van de Verordening gemeentelijke rekenkamer Dronten en de Verordening rechtspositie gemeentelijke rekenkamer, zoals besloten in artikel XVIII, overbodig geworden en kan daarom worden ingetrokken. Met deze wijziging wordt de Verordening rechtspositie gemeentelijke rekenkamer ingetrokken.

 

ARTIKEL XXVIII

Met de inwerkingtreding van de Participatiewet is per 1 januari 2015 de toegang tot de sociale werkvoorziening afgesloten voor nieuwe instroom. Dit heeft ertoe geleid dat het niet meer nodig is om inwoners met een indicatie Wsw op een wachtlijst te plaatsen voor een dienstbetrekking op grond van de Wsw. Hierdoor kan de Verordening Wachtlijstbeheer Wsw worden ingetrokken en met deze wijziging is deze verordening ook ingetrokken.

 

ARTIKEL XXIX

De Wet investeren in jongeren is per 1 januari 2012 komen te vervallen. Hierdoor kan de Verordening werkleeraanbod Wet investeren in jongeren 2010 worden ingetrokken. Met deze wijziging is dit ook gebeurd.

 

ARTIKEL XXX

De Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens is per 6 januari 2014 komt te vervallen. Hierdoor is er geen grondslag meer voor de Verordening gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens. Ook is deze verordening vervangen door de Verordening gegevensverstrekking basisregistratie personen Dronten. Echter is de Verordening gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens nooit ingetrokken. Hiermee is deze verordening ingetrokken.

 

ARTIKEL XXXI

De Brandveiligheidsverordening is overbodig geworden, omdat hetgeen hierin geregeld is is geregeld in het Bouwbesluit 2012 en in het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen. Met dit besluit is de Brandveiligheidsverordening ingetrokken.

 

ARTIKEL XXXII

De Verordening brandveiligheid en hulpverlening is niet meer nodig met de komst van de inwerkingtreding van de Wet Veiligheidsregio’s. Daarom is hiermee de Verordening brandveiligheid en hulpverlening ingetrokken.

 

ARTIKEL XXXIII

De Verordening brandweerrechten 2009 zag op het heffen van rechten op diensten verricht door de gemeentelijk brandweer. De gemeentelijke brandweer bestaat niet meer, de rechten kunnen daarom niet meer geheven worden. Daarom is hiermee de Verordening brandweerrechten 2009 ingetrokken.

 

ARTIKEL XXXIV

Hoewel deze verordening aanpassingen bewerkstelligt in de in deze verordening genoemde verordeningen, kan het voorkomen dat deze verordening moet worden genoemd. Om een makkelijke citeertitel dan te kunnen hanteren, is met dit artikel besloten dat deze verordening wordt aangehaald als de Verordening tot wijziging van diverse verordeningen gemeente Dronten 2020.

 

ARTIKEL XXXV

Een dag nadat deze verordening bekend is gemaakt, zal deze verordening in werking treden.

Naar boven