Verordening havengelden 2020

 

 

De raad van de gemeente Zwartewaterland;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 november 2019;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en invordering van Haven-, lig- en kadegelden 2020

(Verordening havengelden 2020)

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

Haven: door burgemeester en wethouders als zodanig aangewezen openbaar water tot ligplaats voor vaartuigen geschikt en in eigendom of beheer bij de gemeente;

Havengeld: het recht dat geheven wordt voor het gebruik met vaartuigen van de voor de openbare dienst bestemde gemeentewateren, alsmede van de bij dat water behorende en voor de scheepvaart bestemde gemeentelijke werken en voorzieningen;

Havenmeester: het hoofd van de afdeling Beheer Openbare Ruimte of diegene die namens hem optreedt;

Kade: kaden langs openbaar water in eigendom of beheer van de gemeente;

Kadegeld: het recht dat geheven wordt voor het in gebruik nemen en hebben van kaden die eigendom van de gemeente zijn of die voor rekening van de gemeente worden onderhouden door daarop goederen, materialen en/of voorwerpen, van welke aard ook, te plaatsen, te leggen of te hebben.

Lengte: de lengte over alles, zoals blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;

Liggeld: het recht dat geheven wordt voor het gebruik van een ligplaats door pleziervaartuigen;

Ligplaats: een gecreëerde gelegenheid om met een vaartuig, een pleziervaartuig of een woonschip aan te leggen;

Particuliere kade: kade niet in eigendom of beheer zijnde bij de gemeente;

Passagiersschip vaartuigen die worden gebezigd als showruimte of worden gebruikt voor het vervoer/ verblijf van gezelschappen (show, rondvaart, theaterschepen).

Passant: de schipper aan wie geen vaste verblijfplaats is toegewezen;

Pleziervaartuig: een vaartuig dat uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt voor niet- bedrijfsmatige, d.w.z. sportieve, recreatieve of vakantie doeleinden;

Openbaar water: alle wateren die al dan niet met enige beperking voor het publiek bevaarbaar of anderszins toegankelijk is;

Oppervlakte: het product van de lengte over alles en de grootste breedte, zoals blijkt uit de bij het vaartuig of pleziervaartuig behorende meetbrief;

Schipper: degene die over een vaartuig of pleziervaartuig het gezag heeft of degene die hem vervangt of als zodanig;

Vaartuigen: alle vaartuigen, daaronder mede verstaan drijvende werktuigen, pontons of materieel van soortgelijke aard, glijboten en ponten;

Voorzieningen: de aanwezigheid van een toilet en/of douche gelegenheid, water- en elektriciteit aansluitingen en een ontvangstpunt voor afvalwater;

Waterverplaatsing: de waterverplaatsing van het vaartuig volgens de geldige meetbrief;

Woonschip: een vaartuig uitsluitend of hoofdzakelijk als woning gebezigd of tot woning bestemd;

1 dag: een aaneengesloten tijdvak van 24 uren beginnende op 0.00 uur;

7,14 dagen: een aaneengesloten tijdvak van respectievelijk 7, 14 dagen;

1 overnachting: een aaneengesloten tijdvak van 24 uren beginnende op 16.00 uur;

7 overnachtingen: een aaneengesloten tijdvak van 7 overnachtingen;

Maand: een kalendermaand;

Seizoen: het tijdvak van 1 mei tot en met 30 april;

Jaar: een kalenderjaar.

Artikel 2 Eenheden

Een gedeelte van een jaar, kwartaal, maand, week, dag, m3, m2 en m wordt, voor zover daarvan niet is afgeweken in deze verordening, als een geheel beschouwd.

Artikel 3 Belastbaar feit

 

  • 1.

    Onder de naam ‘havengeld’ wordt een recht geheven voor het gebruik met vaartuigen van de voor de openbare dienst bestemde gemeentewateren, alsmede van de bij dat water behorende en voor de scheepvaart bestemde gemeentelijke werken en voorzieningen.

  • 2.

    Onder de naam ‘kadegeld’ wordt een recht geheven wegens het gebruik van kaden die eigendom van de gemeente zijn of die voor rekening van de gemeente worden onderhouden door daarop goederen, materialen en/of voorwerpen, van welke aard ook, te plaatsen, te leggen of te hebben.

  • 3.

    Onder de naam ‘liggeld’ wordt een recht geheven voor het gebruik met een pleziervaartuig, passagiersvaartuig of woonschip van een ligplaats.  

    Artikel 4 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig voor het havengeld en liggeld is de gezagvoerder, schipper, reder, eigenaar, gebruiker dan wel beheerder van het vaartuig.

  • 2.

    Het havengeld en liggeld is verschuldigd zodra een ligplaats wordt gebruikt hetgeen de retributie plichtige zo spoedig mogelijk aangeeft bij de havenmeester.

  • 3.

    Het kadegeld wordt geheven van degene die, al dan niet met vergunning, het gebruik heeft als bedoeld in artikel 3, tweede lid. 

    Artikel 5 Belastingtarieven

    Het haven-, lig- en kadegeld wordt geheven naar het tarief opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel

     

    Artikel 6 Wijze van heffing

De rechten worden geheven bij wege van aanslag, een gedagtekende kennisgeving, nota of andere schriftuur.

 

Artikel 7 Termijnen van betaling

1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet het haven-, lig- en kadegeld worden betaald:

  • a.

    op het moment van uitreiken van de gedagtekende kennisgeving, nota of andere schriftuur of in geval van toezending daarvan voor de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening is vermeld.

  • b.

    in geval van toezending van een aanslag, voor de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

    2. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

     

    Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van het haven-, lig- en kadegeld wordt geen kwijtschelding verleend.

 

Artikel 9 Beëindiging of wijziging ligplaats

  • 1.

    Wanneer in de loop van het seizoen geen gebruik meer wordt gemaakt van een vaste ligplaats, vindt er geen restitutie van reeds opgelegde liggelden plaats met betrekking tot de nog resterende periode.

  • 2.

    Bij koop/verkoop van een pleziervaartuig dient dit te worden doorgegeven aan de gemeente c.q. de havenmeester. Een ligplaats is aan deze koop/verkoop niet gekoppeld.

  • 3.

    Wanneer in de loop van het jaar verandering van een ligplaats plaatsvindt, wordt een evenredig deel over elke ligplaats in rekening gebracht.

  • 4.

    De ligplaats wordt opnieuw ingemeten wanneer de palen (opnieuw) worden geplaatst en/of vervangen. De nieuwe afmeting wordt in het daaropvolgende belastingtijdvak als grondslag voor de heffingsmaatstaf genomen. Er vindt geen correctie plaats over voorgaande tijdvakken. 

    Artikel 10 Vrijstellingen

    Geen liggeld is verschuldigd voor:

  • a.

    vaartuigen in dienst van de gemeente;

  • b.

    vaartuigen van de Koninklijke Marine;

  • c.

    vaartuigen in dienst van rijk en/ of provincie;

  • d.

    bootjes of sloepen tot een vaartuig behorende en daaraan met een vanglijn verbonden;

  • e.

    vaartuigen die de wateren niet kunnen verlaten wegens stremming van het scheepvaartverkeer en/ of invriezing.

  • f.

    vaartuigen, welke uitsluitend voor kleine reparaties of onderhoud niet langer dan een week in de gemeente verblijven.

  • g.

    historische vaartuigen die zijn ingeschreven in het register van de Federatie Oud Nederlandse Vaartuigen (FONV), gedurende één week van het jaar.

  • h.

    hospitaalschepen in gebruik als vakantieschepen ten behoeve van zieken- en gehandicapten (ziekengastschepen). 

    Artikel 11 Overgangsrecht

    De “Verordening op de heffing en invordering van havengelden 2019” van de gemeente Zwartewaterland, vastgesteld bij raadsbesluit van 29 november 2018 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

     

    Artikel 12 Inwerkingtreding

    1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de 1e dag na die van bekendmaking.

    2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

     

    Artikel 13 Citeertitel

    Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening havengelden 2020".

     

    Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van de gemeente Zwartewaterland van

    12 december 2019.

     

    de griffier, de voorzitter,

       

    ing. H.W. Schotanus – Schutte ing. E.J. Bilder

Tarieventabel 2020 behorende bij de ‘Verordening havengelden 2020’

 

  • Soort vaartuig

    Heffings maatstaf

    Eenheid

    Termijn

    Tarief incl. BTW

    21%

    Tarief excl. BTW

    Havengelden (goederen laden en/of lossen)

     

     

     

     

     

    Vaartuigen

    Laadvermogen

    tonnage

    7 dagen

    € 0,19

    € 0,16

     

     

     

    1 maand

    € 0,62

    € 0,51

     

     

     

    1 jaar

    € 5,71

    € 4,72

    Vaartuigen met deellading

    Half laadvermogen

    tonnage

    7 dagen

    € 0,19

    € 0,16

     

     

     

    1 maand

    € 0,62

    € 0,51

     

     

     

    1 jaar

    € 5,71

    € 4,72

     

     

     

     

     

     

    Kadegeld

     

     

     

     

     

    Kadegeld

    Oppervlakte

    m2

    1 dag

     € 0,31

    € 0,26

    Kadegeld

    Oppervlakte

    m2

    1 week

     € 1,33

    € 1,10

     

     

     

     

     

     

    Liggelden

     

     

     

     

     

    Pleziervaartuigen passanten met voorzieningen **

     

     

     

     

     

    periode 16/04 - 15/10

    Lengte

    m1

    1 overnachting

    € 1,14

    € 0,94

    periode 16/10 - 15/04

    Lengte

    m1

    1 overnachting

    € 0,70

    € 0,58

     

     

     

     

     

     

    Pleziervaartuigen passanten zonder voorzieningen **

     

     

     

     

     

    gehele jaar

    Lengte

    m1

    1 overnachting

    € 0,70

    € 0,58

     

     

     

     

     

     

    Passagiersschepen

    Lengte

    m1

    1 dag

    € 0,70

    € 0,58

     

     

     

     

     

     

    Kern Genemuiden **

     

     

     

     

     

    Ligplaats drijvende steigers A, B, C, D en H

    Oppervlakte

    m2

    1 seizoen

    € 27,19

    € 22,47

    Ligplaats vaste wal steigers I11 t/m I52, A2, A18, B0, B15, C1, C14 en D2

     

    m2

    1 seizoen

    € 20,38

    € 16,84

    Ligplaats drijvende steigers D11 t/m D20 en F17a t/m F32

     

    vast

    1 seizoen

    € 101,91

    € 84,22

    Ligplaats drijvende steigers F01 t/m F17 en F33 t/m F41

     

    vast

    1 seizoen

    € 95,12

    € 78,61

    Ligplaats vaste wal steigers E, G, K en I01 t/m I10

     

    vast

    1 seizoen

    € 88,33

    € 73,00

    Ligplaats drijvende steigers F41a t/m 50, D2a-D5a en D6a

     

    vast

    1 seizoen

     € 169,85

    € 140,37

     

     

     

     

     

     

    Overige ligplaatsen

     

     

     

     

     

    Ligplaats grenzend aan gemeentelijke kade/grond

    Oppervlakte

    m2

    1 jaar

    € 11,33

    € 9,36

     

     

     

     

     

     

    Ligplaats grenzend aan particuliere (niet-gemeentelijke) kade/grond

     

    m2

    1 jaar

    € 8,09

    € 6,69

     

     

     

     

     

     

    Woonschepen

     

     

     

     

     

    Woonschepen

    Ligplaats

    vast

    1 week

    n.v.t.

    € 38,00

     

     

     

    1 maand

    n.v.t.

    € 83,00

     

     

     

    1 jaar

    n.v.t.

    € 302,00

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    ** Deze tarieven zijn excl. watertoeristenbelasting

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    Behorende bij raadsbesluit van 12 december 2019.

     

     

     

     

     

     

    De griffier van de gemeente Zwartewaterland,

     

     

     

     

     

 

 

 

Naar boven