Besluit van de raad van de gemeente Amstelveen tot wijziging van de Re-integratieverordening Participatiewet gemeente Amstelveen

Zaaknummer: Z20 -001986

 

De raad van de gemeente Amstelveen;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 februari 2020;

gelet op artikel van de ;

gezien het advies van de commissie Burgers & Samenleving;

besluit:

Artikel I

De Re-integratieverordening Participatiewet gemeente Amstelveen wordt als volgt gewijzigd:

 

  • A.

     

In Artikel 1. Begrippen

 

  • komt sub g. no risk polis voor verzuimrisico: vergoeding, als bedoeld in artikel 8a, tweede lid, van de wet, voor een werkgever bij ziekte van de werknemer die een structurele functionele of andere beperking heeft of ten behoeve van wie die werkgever een loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d van de Participatiewet ontvangt, voor zover artikel 29b van de Ziektewet niet van toepassing is,

 

te vervallen.

 

  • wordt toegevoegd: WW: Werkloosheidswet

 

B.

In artikel 2. Evenwichtige verdeling en financiering

 

  • wordt lid 1 gewijzigd van:

 

Bij de keuze van de mogelijkheden van ondersteuning en het aanbieden van voorzieningen wordt door het college een afweging gemaakt, waarbij gekeken wordt of de ondersteuning of de voorziening, gelet op de mogelijkheden en capaciteiten van belanghebbende, het meest doelmatig is met het oog op inschakeling in de arbeid. Bij de beoordeling van wat doelmatig is, hanteert het college de uitgangspunten in het door de raad vastgestelde Beleidsplan Participatiewet 2015 – 2018.

 

in:

 

Bij de keuze van de mogelijkheden van ondersteuning en het aanbieden van voorzieningen wordt door het college een afweging gemaakt, waarbij gekeken wordt of de ondersteuning of de voorziening, gelet op de mogelijkheden en capaciteiten van belanghebbende, het meest doelmatig is met het oog op inschakeling in de arbeid.

 

  • wordt lid 3 toegevoegd:

 

Wie tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort wordt vastgesteld aan de hand van een gevalideerde loonwaarde-methodiek

 

  • wordt lid 6 toegevoegd:

 

Het college beoordeelt bij de inzet van re-integratie voorzieningen of er geen sprake is van verdringing op de arbeidsmarkt.

 

C.

In artikel 3 Algemene bepalingen over voorzieningen

 

  • wordt lid 2 gewijzigd van:

 

Het college stelt in ieder geval voor de volgende re-integratie voorzieningen beleidsregels vast:

  • a.

    Werkstage;

  • b.

    Proefplaatsing;

  • c.

    Werkervaringstraject;

  • d.

    Participatieplaats;

  • e.

    Scholing;

  • f.

    Loonkostensubsidie

  • g.

    Tijdelijke loonkostensubsidie;

  • h.

    No-risk polis;

  • i.

    Kinderopvang;

  • j.

    Jobcoaching

  • k.

    Detacheringsbaan

 

in:

 

Het college stelt in ieder geval voor de volgende re-integratie voorzieningen beleidsregels vast:

Werkstage;

Proefplaatsing;

Werkervaringstraject;

Participatieplaats;

Scholing;

Tijdelijke loonkostensubsidie;

Kinderopvang;

Jobcoaching

 

D.

Artikel 4. Preventieve inzet middelen uit Participatiebudget

 

  • 1.

    Personen die een uitkering ontvangen in het kader van de WW behoren tot de doelgroep die aanspraak kan maken op een uit het Participatiebudget gefinancierde re-integratievoorziening.

 

  • 2.

    WW-gerechtigden kunnen aanspraak maken op middelen uit het Participatiebudget indien:

  • a.

    de resterende WW-uitkering 4 maanden of korter bedraagt, en

  • b.

    hij/zij op basis van een toets een kans maakt om op termijn in aanmerking te komen voor een bijstandsuitkering.

 

komt te vervallen.

 

E.

Artikel 5 Werkstage

 

  • wordt in lid 4 toegevoegd:

 

  • c.

    hoe de verzekering geregeld is.

 

F.

Artikel 6. Detacheringsbaan

 

  • 1.

    Het college kan aan een persoon die tot de doelgroep behoort, een dienstverband aanbieden in de vorm van een detacheringsbaan, waarbij de persoon wordt geplaatst bij een werkgever.

  •  

  • 2.

    De detachering wordt vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst tussen zowel de werkgever en inlenende organisatie als tussen de werknemer en inlenende organisatie.

  •  

  • 3.

    Een werknemer wordt uitsluitend geplaatst als hierdoor de concurrentieverhoudingen niet onverantwoord worden beïnvloed en er geen verdringing op de arbeidsmarkt plaatsvindt,

  •  

komt te vervallen.

 

G.

Artikel 7. Scholing

 

  • wordt lid 2 gewijzigd van:

 

Een scholingstraject bestaat uit een kortdurende opleiding of cursus van maximaal één jaar en is gericht op arbeidsinschakeling.

 

in:

 

Een scholingstraject bestaat uit een opleiding of cursus die past bij de persoonlijke omstandigheden van de klant en is gericht op duurzame arbeidsinschakeling in een sector waarin voldoende werkgelegenheid is.

  • wordt lid 3 gewijzigd van:

Het eerste lid is niet van toepassing op personen als bedoeld in artikel 7, derde lid, onderdeel a, van de Participatiewet.

 

in:

 

Het college stelt nadere regels op ten aanzien van de scholing.

 

H.

Artikel 9. Participatievoorziening Loonkostensubsidie

 

  • 1.

    Het college kan de voorziening loonkostensubsidie aanbieden aan een persoon uit de doelgroep die arbeidsmogelijkheden heeft en door een beperking van lichamelijke, verstandelijke, psychische of andere aard niet het wettelijk minimumloon kan verdienen.

 

  • 2.

    De voorziening loonkostensubsidie wordt op aanvraag aangeboden.

  •  

  • 3.

    De voorziening loonkostensubsidie kan ook ambtshave worden aangeboden aan personen uit de doelgroep als bedoeld in het eerste lid, die naar verwachting over een verdiencapaciteit beschikken van 70% van het wettelijk minimumloon of lager, behalve voor niet-uitkeringsgerechtigden en personen met een uitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet.

  •  

  • 4.

    De loonwaarde wordt vastgesteld aan de hand van één gevalideerde loonwaarde methodiek die gebruikt wordt in de regio Groot Amsterdam,

 

komt te vervallen.

 

I.

Artikel 10. Participatievoorziening beschut werk

 

  • wordt de titel gewijzigd in: Nieuw beschut werk

 

J.

Artikel 12. No-riskpolis

 

  • 1.

    Het college kan de loonkosten bij ziekte vergoeden ten behoeve van een werknemer die een loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d van de Participatiewet ontvangt, voor zover artikel 29 b van de Ziektewet niet van toepassing is.

  •  

  • 2.

    De hoogte en duur van de loonkostenvergoeding wordt vastgesteld en uitbetaald door het UWV.

 

  • 3.

    De hoogte van de vergoeding loonkosten bij ziekte bedraagt ten minste 70% van het (cao) loon.

 

  • 4.

    Gedurende de periode dat er recht op een vergoeding loonkosten bij ziekte bestaat wordt de betaling van de loonkostensubsidie over de ziekteperiode beëindigd,

  •  

komt te vervallen.

 

K.

Artikel 14. Individuele studietoeslag

 

  • wordt lid 1 gewijzigd van:

 

Het college kan op aanvraag aan een persoon die voldoet aan het gesteld in artikel 36b, eerste lid, van de wet, en die arbeidsmogelijkheden heeft en door een beperking van lichamelijke, verstandelijke, psychische of andere aard met voltijdse arbeid niet het wettelijk minimumloon kan verdienen, een individuele studietoeslag verlenen.

 

in:

 

Het college kan op aanvraag aan een persoon die voldoet aan het gestelde in artikel 36b, lid 1 van de wet een individuele studietoeslag verlenen.

 

  • komt lid 2:

  •  

De hoogte van de individuele studietoeslag bedraagt een percentage van de bijstandsnorm voor gehuwden, bedoeld in artikel 21, onderdeel b, van de wet. Dit percentage is voor personen in de leeftijd:

  • a.

    tot 21 jaar 15 %;

  • b.

    van 21 jaar 18 %;

  • c.

    van 22 jaar 21 %:

  • d.

    vanaf 23 jaar 25 %,

 

te vervallen.

 

  • wordt lid 3. gewijzigd van:

 

De individuele studietoeslag wordt maandelijks uitbetaald.

 

in:

 

De hoogte van de individuele studietoeslag is conform het normbedrag van de Rijksoverheid en wordt maandelijks uitbetaald.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking op de dag na de bekendmaking.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 27 mei 2020.

De griffier,

Marnix Philips

De voorzitter,

Tjapko Poppens

Naar boven