Gemeenteblad van Midden-Groningen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Midden-Groningen | Gemeenteblad 2020, 1418 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Midden-Groningen | Gemeenteblad 2020, 1418 | Verordeningen |
Verordening Meedoenfonds Midden-Groningen 2020
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Deze verordening verstaat onder:
het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Groningen;
volwassene: persoon van 18 jaar en ouder;
kind: een tot het huishouden behorend ten laste komend kind als bedoeld in art. 4, eerste lid en onder sub e van de wet;
studenten: de personen die onderwijs volgen waarvoor aanspraak op studiefinanciering kan bestaan op grond van de Wet studiefinanciering 2000 en de personen die onderwijs volgen waarvoor aanspraak kan bestaan op een tegemoetkoming op grond van hoofdstuk 4 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten.
de kosten: entreekosten, lidmaatschap, abonnement etcetera; hieronder wordt niet verstaande reiskosten en de genuttigde versnaperingen.
Wsnp: Wet schuldsanering natuurlijke personen.
Ioaw: Wet inkomensvoorziening oudere of gedeeltelijke arbeidsongeschikte werkloze werknemers;
zelfstandigen Ioaz: Wet inkomensvoorziening oudere of gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen.
muziekschool: instelling waar docenten les geven in het bespelen van muziekinstrumenten aan mensen die dat in hun vrije tijd doen, geen muziekschool is een particulier die les geeft of een onderwijsinstelling die recht geeft op studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000.
Voor andere begrippen in deze verordening dan die uit het eerste lid, gelden de definities die staan in de wet en in de Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 2 Kring van rechthebbenden
Rechthebbenden zijn alleenstaanden, alleenstaande ouders of gehuwden die:
een inkomen hebben dat niet meer bedraagt dan 125% van de voor hen toepasselijke bijstandsnorm exclusief vakantiegeld als bedoeld in artikel 5 aanhef en onderdeel c van de wet waarbij de kostendelersnorm als bedoeld in artikel 22a van de Participatiewet buiten beschouwing blijft; én
op het moment waarop de kosten zijn gemaakt Nederlander waren of hieraan waren gelijk gesteld op grond van de wet; én
op het moment waarop de kosten zijn gemaakt hun woonplaats hadden in de gemeente Midden-Groningen als bedoeld in de artikelen 10, eerste lid, 11 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek.
Deelnemers aan het wettelijk traject van de Wsnp of aan minnelijke regelingen overeenkomstig de Wsnp (schuldbemiddeling en saneringskredieten van kredietbanken) worden geacht te voldoen aan de inkomsteneis als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a.
Studenten komen niet in aanmerking voor een vergoeding met uitzondering van studenten die alleenstaande ouder zijn op het moment waarop de kosten zijn gemaakt.
Artikel 3 Aard van de subsidies
Voor de kosten gemaakt of te maken in verband met de in dit hoofdstuk genoemde activiteiten van sociaal-culturele, recreatieve, educatieve en sportieve aard worden –met het oogmerk armoede te bestrijden en/of sociale uitsluiting te voorkomen– subsidies verleend in de vorm van een verstrekking om niet.
Artikel 4 De voorzieningen en de hoogte van de subsidies
Voor deelname aan de navolgende voorzieningen in Nederland kunnen de daarachter vermelde subsidies worden verstrekt:
De maximale vergoeding bedraagt per kalenderjaar in totaal € 125 voor een volwassene.
De maximale vergoeding bedraagt per kalenderjaar in totaal € 200 voor een kind.
Bovenop de maximale vergoeding genoemd in artikel 4.2 en artikel 4.3 kan een volwassene of kind voor instrumentaal en vocaal onderwijs een vergoeding ontvangen van maximaal € 200.
Het kindpakket en kindpakket voortgezet onderwijs tellen niet mee in de maximale vergoeding als bedoeld in artikel 4.2 en artikel 4.3.
Het belang van het kind staat voorop. Een kind moet de kans krijgen om zich te ontwikkelen. Soms zijn er bijzondere omstandigheden om het doel van deze regeling te bereiken ongeacht het inkomen van de (stief)ouder(s). Als de kosten dan ook redelijk zijn en het realistisch is om te veronderstellen dat dit bijdraagt aan de ontwikkeling van het kind, kan op basis van een individuele beoordeling hiervoor een vergoeding worden gegeven.
HOOFDSTUK 4 HET GELDEND MAKEN VAN HET RECHT OP EEN VERSTREKKING
Burgemeester en wethouders stellen het recht op een subsidie vast op een schriftelijke aanvraag door middel van een door burgemeester en wethouders vastgesteld formulier of, indien een schriftelijke aanvraag niet mogelijk is, ambtshalve.
Indien er sprake is van een gehuwden kan de aanvraag door één hunner worden ingediend.
De aanvraag kan alleen worden gedaan voor nota’s niet ouder dan 12 maanden, gerekend vanaf de datum van aanvraag.
De aanvraag kan ook ingediend worden voor kosten die nog niet gemaakt zijn maar binnen 3 maanden gemaakt zullen worden. Dit geldt niet voor de kosten van instrumentaal- of vocaal onderwijs.
Artikel 6 Inlichtingenverplichting
Aanvrager voorziet de aanvraag van een bewijsstuk(ken) waaruit de inkomsten blijken en van een bewijsstuk waaruit zijn identiteit vastgesteld kan worden. In geval van gehuwden geldt dat van beiden (de in de vorige zin genoemde) bewijsstukken overgelegd moeten worden.
Voorgaande lid geldt niet voor zover uit andere hoofde blijkt dat belanghebbende tot de kring van rechthebbenden behoort. Dit is in ieder geval zo als belanghebbende:
a. een uitkering ontvangt op grond van de wet, de Ioaw of Ioaz; of
b. als sprake is van Wsnp of een vergelijkbare regeling van de gemeentelijke kredietbank; of
c. als aanvraag volgt op toegewezen aanvraag die minder dan 12 maanden eerder is ingediend.
Voorts overlegt aanvrager op verzoek van het college een bewijsstuk van de in hoofdstuk 3 genoemde kosten waarvoor hij een subsidie aanvroeg.
Het college kan tot uiterlijk 6 maanden na de aanvraag het verzoek uit het vorige lid doen.
De betaling kan geschieden anders dan op rekening van de aanvrager. Dit kunnen onder andere de Gemeentelijke Kredietbank, de Stichting Leergeld en door belanghebbende aangewezen derden zijn.
Indien belanghebbende niet voldoet aan het verzoek van het college om een bewijsstuk in te leveren van de gemaakte kosten waarvoor subsidie is verleend en anderszins ook niet aannemelijk maakt dat de kosten gemaakt zijn, wordt de subsidie ingetrokken en het ter beschikking gestelde bedrag als onverschuldigd teruggevorderd.
Burgemeester en wethouders zijn belast met de uitvoering van deze verordening. Zij kunnen hiervoor nadere regels stellen.
Artikel 10 Aanpassing van bedragen
De in hoofdstuk 3 genoemde bedragen kunnen met ingang van 2021 jaarlijks per 1 januari aangepast worden met het percentage van de consumentenprijsindexcijfer zoals vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek en zoals gehanteerd door Kluwer Schulinck.
Artikel 11 Onvoorziene omstandigheden
In gevallen waarin de uitvoering van onderhavige verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.
Per datum inwerkingtreding van deze verordening wordt ingetrokken de Verordening Meedoen fonds Midden-Groningen 2019-2023, vastgesteld op 5 juli 2018.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2020-1418.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.