Gemeenteblad van West Betuwe
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
West Betuwe | Gemeenteblad 2020, 138777 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
West Betuwe | Gemeenteblad 2020, 138777 | Beleidsregels |
Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente West Betuwe houdende regels omtrent de behandelingen van aanvragen voor inritten (Inrittenbeleid. Beleidsregels voor de behandeling van aanvragen gemeente West Betuwe)
In de gemeente West Betuwe is het volgens de geldende Algemene Plaatselijke Verordening (APV) niet toegestaan om zonder vergunning een inrit te maken of te veranderen. Hiervoor dient een omgevingsvergunning te worden aangevraagd. Deze beleidsregels zijn van toepassing bij de vergunningaanvragen voor een inrit en sluiten aan bij de geldende regels in de APV voor het maken en veranderen van een inrit.
Deze beleidsregels stellen de inrichtingseisen van inritten, de te doorlopen procedure en de toetsingscriteria voor het verlenen van een omgevingsvergunning voor de activiteit ‘inrit’ en het aanleggen van inritten. Het doel van deze beleidsregels is een eenduidig beleid hanteren met betrekking tot de inrichting van inritten in de openbare ruimte en het beoordelen van aanvragen voor omgevingsvergunningen voor de activiteit ‘inrit’. Voor de uniforme inrichting van de inritten zijn de
CROW publicaties 68 “Uitritten” en 228 “Uitritten en uitritconstructies” als basis gebruikt.
Aanvragers van een omgevingsvergunning voor een inrit, kunnen geen rechten ontlenen aan de aanwezigheid van bestaande inritten op andere locaties, onafhankelijk van de vergelijkbaarheid van situaties. De gemeente toetst de vergunningsaanvragen voor inritten aan de bepalingen die in deze Beleidsregels beschreven staan. De uitvoering van de inrit moet uitgevoerd worden volgens de Beleidsregels en het Programma van eisen openbare ruimte. (IBOR laatste versie)
Aansluitingen van een privéterrein op een voor het openbaar verkeer openstaande weg door
middel van een in-/uitrit. Voorbeelden van privéterreinen zijn:
In deze beleidsregels worden met inrit bedoeld alle vormen van in- of uitritten en uitwegen zowel binnen als buiten de bebouwde kom.
Een inrichting, instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen of het bedrijfsmatig verlenen van diensten.
Aan-huis-verbonden beroepen en aan-huis-verbonden bedrijven worden hieronder niet begrepen.
Een bedrijf, dat in of bij een woning, door een bewoner (met eventueel enkele medewerkers) wordt uitgeoefend en dat is gericht op het vervaardigen van (ambachtelijke) producten. Onder het vervaardigen van producten wordt verstaan: het geheel of overwegend door middel van handwerk vervaardigen, ewerken, herstellen of installeren van goederen en/of het leveren van diensten.
Deze mogen niet krachtens een milieuwet (zoals de wet Milieubeheer of Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) vergunning- of meldingsplicht zijn. En de woning moet in overwegende mate de woonfunctie behouden en een ruimtelijke uitwerking of uitstraling hebben die met de woonfunctie in overeenstemming is.
Een dienstverlenend beroep dat, in of bij een woning, door een bewoner (met eventueel enkele medewerkers wordt uitgeoefend. De woning moet in overwegende mate de woonfunctie behouden en een ruimtelijke uitwerking of uitstraling hebben die met de woonfunctie in overeenstemming is.
Privé parkeerplaatsen direct grenzend aan de openbare weg
Parkeerplaatsen die direct grenzen aan de openbare weg, behorende bij aan-huis-verbonden bedrijven of –beroepen of bij bedrijven.
Op wegen waar een maximum snelheid tot en met maximaal 60 km/u is toegestaan is een inrit mogelijk. Op gebiedsontsluitingswegen met een hogere toegestane snelheid dan 60 km/u is het vanuit Duurzaam Veilig niet wenselijk inritten te hebben, omdat dit de onveiligheid vergroot. De inritten van woningen langs gebiedsontsluitingswegen dienen op een parallelweg aan te sluiten.
Aanvullende toetsingscriteria voor inritten bij woningen
Per inrit bij een woning mag maximaal één openbare parkeerplaats vervallen. Uitzonderingen hierop zijn de oude kernen van Asperen en Heukelum en andere straten waar de parkeerdruk hoog is, meer dan 90% van de parkeerplaatsen bezet op het drukste moment van ). Hier mag de aanleg van een inrit niet ten koste gaan van een parkeerplaats in de openbare ruimte.
Aanvullende toetsingscriteria voor inritten bij bedrijven
Bij bedrijfspercelen is een tweede inrit toegestaan indien het perceel over een aaneengesloten lengte van ten minste 50 meter direct grenst aan een openbare weg. Indien een bedrijf op een hoek van twee wegen is gelegen, wordt onder de ‘aaneengesloten’ lengte verstaan: de som van de lengte van de aan elkaar grenzende zijden van het bedrijfsperceel. De afstand tussen twee inritten van eenzelfde perceel dient minimaal 6 meter te bedragen.
Wanneer door aanleg van een inrit openbare parkeerplaatsen vervallen, dient binnen een zo kort mogelijke afstand, liefst binnen een straal van 100 meter eenzelfde aantal openbare parkeerplaatsen gecreëerd te worden. Alle meerkosten voor de aanleg van nieuwe parkeerplaatsen komen voor rekening van de aanvrager.
Per bedrijf mag de breedte van de in- en uitritten totaal niet meer beslaan dan 50% van de breedte van het perceel, gemeten vanuit de weg toegekeerde perceelgrens, met een maximum van totaal 32 meter. In dien de breedte van de inrit meer bedraagt dan 8 meter, is dit uitsluitend toegestaan indien de bedrijfsvoering van het bedrijf dit noodzakelijk maakt en dit blijkt uit een intern en extern routingschema. Hierover vindt overleg plaats met de gemeente.
Bij niet-openbare inritten waarbij de bestemming niet zichtbaar of herkenbaar is, dient de inrit duidelijk herkenbaar te zijn. Om de herkenbaarheid en uniformiteit van een niet-openbare inrit te waarborgen, is het belangrijk om ook bij inritten met een duidelijk zichtbare bestemming de inrit zo veel mogelijk volgens de algemene inrichtingseisen aan te leggen. Hierbij dient men de afweging te maken of een inrit volgens de inrichtingseisen past binnen het (historische) straatbeeld. Dit kan namelijk per straat verschillen. Van de aanvullende inrichtingseisen voor woningen of bedrijven, kan men alleen afwijken indien de aanvrager kan aantonen dat in deze situatie een voor alle partijen betere en goed bij de omgeving passende oplossing noodzakelijk is. Onderstaand zijn de inrichtingseisen voor niet openbare inritten weergegeven.
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd om in uitzonderingsgevallen van de inrichtingseisen af te wijken. De aanvrager dient bij zijn aanvraag aan te geven of hij een omgevingsvergunning aanvraagt voor een reguliere inrit of voor een inrit waarvoor één of meerdere uitzonderingen gelden. Indien een inrit met uitzondering(en) wordt aangevraagd, dient de aanvrager te onderbouwen waarom voor deze inrit afgeweken moet worden van de eisen.
Het college maakt alleen gebruik van de aan hem in artikel 4:84 AWB toegekende bevoegdheid, indien:
Een tweede inrit bij woningen is alleen toegestaan op wegen met een maximale snelheid van 60 km/u. Indien de beide inritten aan dezelfde zijde van de perceelgrens liggen, dient de afstand tussen beide inritten minimaal 6 meter te bedragen. Een tweede inrit is een uitzonderingsituatie en de aanvrager dient te onderbouwen waarom de inrit ook een verbetering is voor de omgeving. Elke aanvraag hiervoor wordt individueel beoordeeld op parkeersituatie, verkeersveiligheid en bescherming van het uiterlijke aanzien en groenvoorziening van de omgeving.
Bij elk van bovengenoemde uitzonderingsgevallen dient het college van burgemeester en wethouders te (laten) toetsen of de verkeersveiligheid niet in het geding komt. Indien de verkeersveiligheid wel in het geding komt, wordt geen uitzondering gemaakt en wordt de vergunning niet verleend.
Aanvullende inrichtingseisen voor inritten bij bedrijven
Voor de ‘aan-huis-verbonden bedrijven’ en ‘aan-huis-verbonden beroepen’ gelden de aanvullende inrichtingseisen voor inritten bij woningen. Dit omdat de bedrijfsfunctie dermate klein is, dat deze nagenoeg eenzelfde aantal verkeersbewegingen genereren als bij een woning.
Indien de parkeerplaatsen direct grenzen aan de openbare weg, gelden inrichtingseisen voor parkeerplaatsen in de openbare ruimte zoals in Nederland gebruikelijk.
Voor de overige bedrijven, die volgens het geldende bestemmingsplan zijn toegestaan of waarvoor een afwijking (ontheffing/vrijstelling) is verleend, zijn deze aanvullende criteria van toepassing:
Een uitzondering op de algemene inrichtingseisen kan gemaakt worden op bedrijventerreinen waar goed zicht is op het terrein, de gebouwen, de opslag en dergelijke vanaf de weg. Omdat constructies met niveauverschil voor zwaar verkeer te zwak en problematisch zijn voor kwetsbare lading, is hier juist een inritconstructie zonder niveauverschil gewenst. Dit is in deze situatie ook voldoende. De overige inrichtingseisen moet men wel toepassen. Om de situatie te verduidelijken moet een witte ononderbroken markering aangebracht worden langs de openbare weg.
Aanvullende bepalingen inritten in nieuwbouw projecten
In nieuwbouw straten worden de inritten door of namens de gemeente aangelegd bij de definitieve inrichting van de straten. De te gebruiken materialen en afmetingen worden dan door de gemeente bepaald voor zover deze op gemeentelijke grond liggen. De inrit op het bouwperceel dient aangelegd te worden op een door de gemeente aangegeven locatie met een daarbij aangegeven maximale breedte.
De aanleg of aanpassing van de inrit wordt door de gemeente verzorgd voor rekening van de aanvrager. Dit is van toepassing voor het gedeelte van de inrit wat op grond van de gemeente komt te liggen. Hiervoor worden de gebruikelijke bij de straat passende materialen gebruikt. De materialen worden door of namens de gemeente geleverd onder KOMO-keur. De kosten voor verkeersmaatregelen en of het verplaatsen van straatmeubilair en lichtmasten worden in de offerte meegerekend.
De aanvrager ontvangt vooraf een offerte van de kosten exclusief btw, na accordering door de aanvrager wordt het werk aan een aannemer opgedragen en ontvangt de aanvrager de rekening.
De beleidsregels van de voormalige gemeenten Geldermalsen uit 2004, Lingewaal uit 2011 en Neerijnen uit 2016 worden ingetrokken met ingang van de datum waarop deze beleidsregels in werking treden.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2020-138777.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.