Subsidieverordening Klimaatadaptieve maatregelen bestaande woningen Alphen aan den Rijn 2020-2022

 

De gemeenteraad van Alphen aan den Rijn;

 

Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

 

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

 

B E S L U I T vast te stellen de:

 

Subsidieverordening Klimaatadaptieve maatregelen bestaande woningen Alphen aan den Rijn 2020-2022

 

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

a. afgekoppeld oppervlak: oppervlak dat niet langer op het vuilwaterriool loost;

b. Asv 2020: Algemene subsidieverordening Gemeente Alphen aan den Rijn 2020;

c. bestaande woningen: een voor bewoning bestemd gebouw, dat ook permanent bewoond wordt en opgeleverd is twee jaar vóór aanvraag van de subsidie;

d. college: het college van burgemeester en wethouders van gemeente Alphen aan den Rijn;

e. groen dak: een dak op een gebouw dat tenminste bestaat uit een wortelwerende, een drainage-, een substraat- en een vegetatielaag;

f. klimaatadaptieve maatregelen: het aanpassen van de bebouwde omgeving aan het actuele of verwachte klimaat en de effecten daarvan, om de schade die gepaard kan gaan met klimaatverandering te beperken;

g. nieuwbouw: woningen die op het moment van aanvragen minder dan twee jaar geleden zijn opgeleverd. Indien er sprake is van uitbouw van een woning, geldt de uitbouw niet als nieuwbouw;

h. ondergrondse waterbuffering: het infiltreren van water in ondergrondse wateropvang in perioden van wateroverschot met als doel het vertragen van de waterafvoer;

i. rainblock: modulair op te bouwen regenopvangsysteem dat kan worden aangesloten op de regenpijp;

j. bestaand stads- en dorpsgebied: bestaand stedelijk gebied binnen de gemeente Alphen aan den Rijn als bedoeld in artikel 1.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening;

k. wadi: een met grind en zand gevulde greppel, vijver of sloot, die water zowel kan vasthouden als infiltreren;

l. waterafvoervertragend: het vergroten van de tijd tussen het vallen van het hemelwater en het moment dat dit een afvoersysteem voor hemelwater zoals riool of oppervlaktewater bereikt.

 

Artikel 2 Toepasselijkheid Algemene subsidieverordening Gemeente Alphen aan den Rijn 2020

De Asv 2020 is van toepassing op deze verordening, tenzij daarvan in deze verordening uitdrukkelijk wordt afgeweken.

 

Hoofdstuk 2 Subsidieprogramma

Artikel 3 – Doel

Het stimuleren van klimaatadaptieve maatregelen bij bestaande woningen, die een bijdrage leveren aan de waterafvoervertragende eigenschappen van het bestaand stads- en dorpsgebied in Alphen aan den Rijn.

 

Artikel 4 – Subsidiabele maatregelen

Het college verleent een eenmalige subsidie, met inachtneming van het bepaalde in artikel 8 lid 2 van deze verordening, voor maatregelen aan bestaande woningen, niet zijnde nieuwbouw, binnen het bestaand stads- en dorpsgebied voor de volgende maatregelen:

a. het aanleggen van een groen dak van minimaal 5 m2 met een minimale wateropslagcapaciteit van 25 liter per m2;

b. vervanging van meer dan 10 m2 verharding, door:

i. planten, of;

ii. waterdoorlatende verharding, of;

iii. gras;

c. het afkoppelen van de regenafvoer bij een dak van minimaal 5 m2 in combinatie met:

i. de aanleg van een wadi, of;

ii. de aanleg van ondergrondse waterbuffering;

d. de aanschaf van een regenton van minimaal 200 liter;

e. de aanleg van rainblocks van minimaal 200 liter.

 

Artikel 5 – Subsidiabele kosten

1. De subsidiabele kosten beperken zich tot:

a. materiaalkosten;

b. uitvoeringskosten;

c. bij groene daken advieskosten voor draagkrachtberekening.

2. De volgende kosten zijn in elk geval uitgesloten van subsidie:

a. kosten voor eigen arbeid;

b. offertekosten;

c. parkeerkosten;

d. kosten voor advies of ontwerp;

e. kosten gemaakt voor de aanvraag van vergunningen;

f. onderhoudskosten.

 

Artikel 6 – Hoogte van de subsidie

1. De subsidie bedraagt maximaal 50 % van de subsidiabele kosten.

2. De subsidie voor de aanleg van een groen dak bedraagt maximaal:

a. € 30,- per m2;

b. € 40,- per m2 indien meer dan de helft bestaat uit andere beplanting dan sedum;

c. € 200,- voor advieskosten voor draagkrachtberekeningen.

3. De subsidie voor vervanging van verharding bedraagt maximaal:

a. € 30,- per m2 bij vervanging door beplanting;

b. € 15,- per m2 bij vervanging waterdoorlatende verharding;

c. € 10,- per m2 bij vervanging door gras.

4. De subsidie voor de afkoppeling van regenafvoer bedraagt maximaal € 5,- per m2 afgekoppeld oppervlak, en maximaal:

a. € 150,- per m3 voor de aanleg van een wadi;

b. € 225,- per m3 voor de aanleg van ondergrondse waterbuffering.

5. De subsidie voor de aanschaf van rainblocks bedraagt maximaal € 0,50 per liter.

6. De subsidie voor de aanschaf van een regenton bedraagt overeenkomstig lid 1 van dit artikel

50 % van de aanschafprijs.

7. Het college verleent maximaal € 2.000,- subsidie per woning.

 

Artikel 7 – De aanvrager

Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door:

a. particuliere woningeigenaren;

b. huurders;

c. verenigingen van eigenaren.

 

Artikel 8 – Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

1. Een subsidieaanvraag wordt schriftelijk ingediend conform het beschikbaar gestelde aanvraagformulier.

2. Per woning kunnen meerdere subsidieaanvragen worden ingediend. Het maximum zoals opgenomen in artikel 6 lid 7 van deze verordening geldt voor alle aanvragen gezamenlijk.

3. In aanvulling van het bepaalde in artikel 9 van de Asv 2020 worden bij een subsidieaanvraag de volgende gegevens en stukken overgelegd:

a. een volledig ingevuld aanvraagformulier;

b. bij subsidieaanvragen tot en met € 250,- een bewijs dat het bankrekeningnummer waarop de aanvrager de aangevraagde subsidie ontvangen wenst te krijgen, op naam staat van de aanvrager.

4. In aanvulling op het derde lid van dit artikel worden bij de aanleg van een groen dak de volgende gegevens overlegd:

a. een gespecificeerde offerte(s) van de realisatiekosten;

i. waarbij het aantal vierkante meter dat wordt gerealiseerd duidelijk staat aangegeven, en;

ii. waarbij de gerealiseerde wateropslagcapaciteit duidelijk wordt aangegeven, en;

iii. indien meer dan 50 % in oppervlakte wordt ingevuld met andere planten dan sedum, dit duidelijk uit de offerte blijkt.

b. Een kleurenfoto van het bestaande dak waarop de aanvraag betrekking heeft;

c. Indien aanvraag wordt ingediend door een VvE, een rechtsgeldig VvE-besluit;

d. Indien de aanvraag wordt ingediend door een huurder, een schriftelijke toestemmingsverklaring van de verhuurder.

5. In aanvulling op het derde lid van dit artikel worden bij vervanging van verharding de volgende gegevens overlegd:

a. een gespecificeerde offerte(s) van de realisatiekosten waarbij het aantal vierkante meter dat wordt gerealiseerd duidelijk staat aangegeven;

b. een kleurenfoto van de bestaande tuin waarop de aanvraag betrekking heeft.

6. In aanvulling op het derde lid van dit artikel worden bij het afkoppelen van de regenafvoer de volgende gegevens overlegd:

a. een gespecificeerde offerte(s) van de realisatiekosten;

i. waarbij het aantal vierkante meter afgekoppeld oppervlak duidelijk staat aangegeven, en;

ii. waarbij de gerealiseerde wateropslagcapaciteit duidelijk wordt aangegeven.

b. Een kleurenfoto van de bestaande tuin waarop de aanvraag betrekking heeft;

c. Indien aanvraag wordt ingediend door een VvE, een rechtsgeldig VvE-besluit;

d. Indien de aanvraag wordt ingediend door een huurder, een schriftelijke toestemmingsverklaring van de verhuurder.

7. In aanvulling op het derde lid van dit artikel wordt bij de aanschaf van een regenton een offerte of prijsopgave overlegd waaruit duidelijk de wateropslagcapaciteit blijkt.

8. In aanvulling op het derde lid van dit artikel wordt bij de aanleg van rainblocks een offerte overlegd waaruit duidelijk de wateropslagcapaciteit blijkt.

 

Artikel 9 – Weigeringsgronden

In aanvulling op artikel 13 van de Asv 2020 weigert het college subsidie te verlenen, indien:

a. is begonnen met het uitvoeren van de maatregelen vóórdat een aanvraag voor subsidieverlening is ingediend;

b. niet is voldaan aan de criteria en voorwaarden van deze verordening;

c. de kosten voor de uitvoering van de voorzieningen waarvoor een subsidieaanvraag wordt gedaan naar het oordeel van het college niet in redelijke verhouding staan tot het beoogde resultaat.

d. niet wordt voldaan aan een verzoek tot het verstrekken van -aanvullende- gegevens;

e. De aanvrager niet alle benodigde vergunningen en ontheffingen ten behoeve van de gesubsidieerde maatregelen heeft of zal kunnen verkrijgen.

 

Artikel 10 – Aanvullende verplichtingen

1. De maatregelen moeten binnen zes maanden na de verlening zijn uitgevoerd.

2. De getroffen maatregelen moeten minimaal vijf jaar, goed onderhouden, in stand blijven. Het college is bevoegd tot terugvordering van de subsidie indien niet aan deze voorwaarde wordt voldaan.

3. De subsidieontvanger dient aan de door het college met controle belaste personen toegang te verlenen tot de zaak waarvoor subsidie is gegeven alsmede alle inlichtingen en bescheiden te verstrekken die naar het oordeel van die personen noodzakelijk zijn voor het op een juiste toepassing beoordelen van de regeling en om te toetsen of de voorschriften bij de subsidieverlening zijn nageleefd.

4. Bij de subsidieverleningen tot en met € 250,- levert de subsidieontvanger binnen zes maanden een kleurenfoto van de afgeronde gesubsidieerde maatregelen aan.

 

Artikel 11 – Verantwoording en vaststelling

1. Subsidies tot en met € 250,- worden direct door het college vastgesteld.

2. Bij subsidieverlening van meer dan € 250,- wordt binnen acht weken na het uitvoeren van de gesubsidieerde maatregelen de verantwoording ingediend. Hierbij worden de volgende documenten en gegevens overlegd:

a. een ingevuld vaststellingsformulier;

b. facturen van de uitgevoerde maatregelen;

c. betaalbewijzen;

d. een kleurenfoto van het dak of de tuin na het uitvoeren van de maatregelen.

e. een bewijs dat het bankrekeningnummer waarop de aanvrager de aangevraagde subsidie ontvangen wenst te krijgen, op naam staat van de aanvrager.

 

Artikel 12 – Beslistermijn

1. Conform artikel 9, vijfde lid, van de Asv 2020, beslist het college binnen 10 weken op een ingediende subsidieaanvraag.

2. Indien het college aanvullende stukken verlangt omdat het dossier incompleet is, deelt zij dit mede aan de subsidieaanvrager. De beslistermijn wordt dan opgeschort met het aantal dagen dat het college na deze mededeling in afwachting is van ontvangst van de stukken.

 

Artikel 13 – Subsidieplafond en verdeelsleutel

1. Het subsidieplafond is vastgesteld op € 600.000,-.

2. Subsidieaanvragen worden behandeld op volgorde van datum van binnenkomst vermeerderd met het aantal dagen dat het college, nadat dit is medegedeeld aan de aanvrager, in afwachting is van de door haar verlangde aanvullende stukken.

 

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 14 – Inwerkingtreding en looptijd

Deze subsidieregeling treedt in werking een dag na publicatie in het Gemeenteblad en vervalt van rechtswege precies twee jaar na datum van inwerkingtreding of als het subsidieplafond wordt bereikt.

 

Artikel 15 – Hardheidsclausule

Het College kan in bijzondere gevallen van het bepaalde in deze verordening afwijken of bepalingen buiten toepassing laten, voor zover toepassing ervan leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

 

Artikel 16 – Citeertitel

Deze subsidieverordening wordt aangehaald als: ‘Subsidieverordening Klimaatadaptatie maatregelen bestaande woningen Alphen aan den Rijn 2020-2022”.

 

Toelichting

De noodzaak om ons aan te passen aan het veranderende klimaat wordt steeds urgenter. Klimaatadaptatie richt zich hoofdzakelijk op het voorkomen of verminderen van de effecten van hittestress, wateroverlast in verband met piekbuien, droogte en overstroming. Met name tegen hitte, piekbuien en droogte zijn kleine en grotere maatregelen te nemen door zowel de gemeente in de openbare ruimte als inwoners van de gemeente. De gemeente wil haar inwoners stimuleren om klimaat adaptieve maatregelen te nemen bij hun woning en hiermee wateroverlast bij piekbuien en hittestress te verminderen en de biodiversiteit te vergroten. De gemeente stelt voor maatregelen die hieraan bijdragen subsidie beschikbaar.

Er is € 600.000 door de raad beschikbaar gesteld voor een subsidieverordening die de woningeigenaren en huurders stimuleert tot het treffen van deze maatregelen.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit artikel zijn de begrippen uitgelegd die van belang zijn om de inhoud en voorwaarden van de verordening te begrijpen.

De contouren van het bestaand stads- en dorpsgebied zijn op 20 februari 2019 vastgesteld door de provincie Zuid-Holland. Die contouren zijn hier te vinden: https://staatvan.zuid-holland.nl/portfolio_page/bestaand-stads-en-dorpsgebied/

 

Artikel 4 – Subsidiabele maatregelen

Om voor subsidie in aanmerking te komen moet de woning zijn gelegen binnen het bestaand stads- en dorpsgebied van de gemeente. Slechts een aantal maatregelen in het kader van maatregelen die een bijdrage leveren aan de waterafvoervertraging van het bestaand stads- en dorpsgebied, komen in aanmerking voor subsidieverlening. De lijst met maatregelen is uitputtend en er is geen restcategorie. Hieronder volgt een toelichting per maatregel.

• Groene daken. De oppervlakte is minimaal 5 m2 en de vereiste minimale wateropslagcapaciteit 25 l/m2. Indien het groene dak voor minimaal 50 % uit andere beplanting dan sedum bestaat, geldt een “biodiversiteitsopslag” van 10 euro per m2.

• Ontharding:

i. Vervangen verharding door planten. Hierbij geldt dat het te vergroenen oppervlak meer dan 10 m2 moet zijn. Vergroening van oppervlakten van 10 m2 of minder wordt gefaciliteerd door Operatie Steenbreek: dit project biedt inwoners de mogelijkheid om tot maximaal 10 m2 verharding (tegels eruit) in de tuin te vervangen door planten. Vanuit Operatie Steenbreek wordt ook advies aan inwoners gegeven. Indien een aanvrager eerder gebruik heeft gemaakt van Operatie Steenbreek zal dit met de subsidie worden verrekend indien voor hetzelfde deel van de tuin opnieuw subsidie wordt aangevraagd, voor de waarde van de bijdrage in het kader van Operatie Steenbreek.

ii. Vervangen verharding door waterdoorlatende verharding. Voorbeelden van waterdoorlatende verharding zijn grasbetontegels en split.

iii. Vervangen verharding door gras.

• Ondergrondse waterbuffering, zoals bijvoorbeeld infiltratiekratten of steenwolblokken, mits in combinatie met het afkoppelen van de regenafvoer.

• Wadi (ook wel ‘regenwatervijver’), mits in combinatie met het afkoppelen van de regenafvoer. In een wadi kan het waterniveau stijgen en zakken, waardoor het extra capaciteit heeft om regenwater tijdelijk op te vangen en vertraagd af te voeren.

• Regenton.

• Rainblock.

 

Artikel 5 – Subsidiabele kosten

Advieskosten zijn subsidiabel voor groene daken tot een maximum van € 200,- mits de maatregelen daadwerkelijk worden uitgevoerd. De advieskosten gelden alleen voor draagkrachtberekening van het dak. Offertekosten zijn uitgesloten.

 

Artikel 6 – Hoogte van de subsidie

De hoogte van de subsidie is bepaald op basis van de mate waarin de doelstellingen van de regeling worden behaald. De hoogte van de subsidie is afgestemd met marktpartijen.

 

Artikel 7 – De aanvrager

Subsidie kan worden aangevraagd door particuliere eigenaren en huurders van bestaande woningen die een woonbestemming hebben vanaf twee jaar na oplevering. Zowel grondgebonden woningen als appartementen (waarbij vaak sprake is van VvE’s) komen voor subsidie in aanmerking. Huurders moeten een schriftelijk akkoord van de verhuurder aanleveren.

 

Artikel 8 – Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

Een volledige aanvraag bevat de in dit artikel genoemde documenten en gegevens. Een bewijs bankrekeningnummer kan in de vorm van een afbeelding van een bankpas of een bankafschrift waarop duidelijk het rekeningnummer en de daaraan gekoppelde naam te zien is.

 

Artikel 9 – Weigeringsgronden

Het is voor de gemeente, zonder buitensporige administratieve lasten, niet mogelijk om te bepalen wanneer maatregelen zijn uitgevoerd. Gedurende de verleningsfase kan uitsluitend geconstateerd worden dat een offerte voor de te nemen maatregelen recent en geldig is. In de praktijk is het echter eenvoudig om een recente en geldige offerte te verkrijgen, ook als het werkzaamheden betreft die reeds uitgevoerd zijn. De waarde van de offerte om dit te toetsen is zeer beperkt. In de vaststellingsfase ontvangt de gemeente facturen en bewijzen dat facturen voldaan zijn. De datum van de facturen en de datum waarop de facturen voldaan zijn, zijn sterkere instrumenten om te controleren of de werkzaamheden uitgevoerd waren op het moment van aanvraag. Als gedurende de vaststellingsfase blijkt dat bepaalde werkzaamheden al waren uitgevoerd kan de subsidie lager of nihil vastgesteld worden. De datum waarop maatregelen uitgevoerd worden geacht te zijn uitgevoerd, valt samen met die van de btw-plichtige factuur van de uitvoerende partij die betrekking heeft op de uitvoering van de te subsidiëren maatregelen. Als de aanvrager zelf de maatregelen treft, dan is de datum van de aanschaf van noodzakelijke materialen leidend. Alle kosten die voor de aanvraagdatum zijn gefactureerd, zijn niet subsidiabel. Datzelfde geldt ook voor termijnfacturen. Termijnbedragen die vóór de aanvraagdatum zijn gefactureerd, zijn niet subsidiabel.

 

Artikel 10 – Aanvullende verplichtingen

Het ontwerp, de aanleg en instandhouding van de voorzieningen dient deugdelijk en zorgvuldig te worden uitgevoerd. Tevens dienen de maatregelen ook ten minste vijf jaar in stand te worden gehouden. Het permanente karakter van de maatregel is belangrijk voor de mate waarin Alphen aan den Rijn is aangepast aan klimaatverandering.

 

Artikel 11 – Verantwoording en vaststelling

De aangeleverde betaalbewijzen kunnen bestaan uit bankrekeningafschriften en kwitanties waarop de betaalde facturen inzichtelijk zijn. Op een pinbon staan niet genoeg gegevens vermeld om de uitgaven te kunnen controleren. Pinbonnen en soortgelijke bewijzen gelden daarom niet als betaalbewijs.

 

Artikel 12 – Beslistermijn

De beslistermijn is 10 weken. Indien het college nadere stukken vereist, wordt beslistermijn opgeschort met het aantal dagen dat het college in afwachting is van de nadere stukken.

Voorbeeld: indien een aanvraag op 1 mei door de gemeente wordt ontvangen begint de beslistermijn van 10 weken te lopen. Indien blijkt dat stukken ontbreken dan wordt de termijn opschort vanaf het moment dat het college de aanvrager heeft verzocht de nadere stukken te overleggen. Als het college dit op 4 mei verzoekt en op 11 mei de stukken van de aanvrager ontvangt dan wordt de beslistermijn met een week opgeschort.

 

Artikel 13 – Subsidieplafond en verdeelsleutel

De aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst, met dien verstande dat indien het college nadere stukken vereist omdat het dossier incompleet is, het aantal dagen dat verstrijkt tussen het verzoek om de nadere stukken en de aanlevering daarvan door de aanvrager, bij de datum van binnenkomst worden opgeteld. Dit is van belang op het moment dat het subsidieplafond is bereikt.

Voorbeeld: Aanvrager A en aanvrager B dienen op 10 mei een subsidieaanvraag in. Beide dossiers zijn incompleet. Het college verzoekt aanvrager A op 11 mei het dossier aan te vullen en aanvrager B op 12 mei. Beiden dienen het volledige dossier in op 13 mei. Aanvrager A heeft er twee dagen over gedaan om het dossier aan te vullen en aanvrager B heeft er 1 dag over gedaan om het dossier aan te vullen. Bij aanvrager A wordt de datum van indiening 12 mei en bij aanvrager B wordt de datum van indiening 11 mei.

 

Vastgesteld door de gemeenteraad van Alphen aan den Rijn in de vergadering van 28 mei 2020,

De griffier, de voorzitter,

Drs. J.A.M. Timmerman, mr. drs. J.W.E. Spies

Naar boven