Wijziging Klimaatnota Neder-Betuwe 2018-2023

De raad van de gemeente Neder-Betuwe;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

Gelet op het bepaalde in de Klimaatnota 2018-2023 en het daarbij behorende raadsbesluit d.d. 8 februari 2018 (voor wat betreft besluitpunt 1);

gelet op het bepaalde in

artikel 2.12, 1e lid onder a3 en artikel 2.27 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

artikel 6.5 van het Besluit omgevingsrecht;

artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening

(voor wat betreft de besluitpunten 2 t/m 4)

BESLUIT:
  • 1.

    De Klimaatnota Neder-Betuwe 2018-2023 als volgt gewijzigd vast te stellen:

    • a.

      De tekst van paragraaf 4.2 komt als volgt te luiden:

      Bij de ruimtelijke beoordeling en afweging van initiatieven voor zonnevelden gelden de volgende criteria:

      • 1.

        Aansluiting zoeken bij de bestaande of toekomstig te plaatsen windturbine projecten.

      • 2.

        In het gebied van circa 500 tot 600 meter ter weerszijden van de A15 en de Betuweroute zijn zonnevelden in principe toegestaan, mits de oppervlakte past binnen de schaal van het landschap en sprake is van een goede landschappelijke inpassing.

      • 3.

        In het bestaande weidevogelgebied, zoals aangegeven op de kaart van de structuurvisie, zijn geen zonnevelden toegestaan.

      • 4.

        Zonnevelden bij voorkeur niet op gronden die goed geschikt zijn voor de functie landbouw.

    • b.

      De tekst van paragraaf 6.2 komt als volgt te luiden:

      We verlenen planologische medewerking aan de realisatie van meerdere zonnevelden. Voor de eerste fase gaan we uit van de criteria voor voorkeurslocaties (zie paragraaf 4.2) waarbij we beogen om de doelstelling voor de eerste fase te realiseren.

  • 2.

    In te trekken het besluit d.d. 22 september 2016 (Raad/16/02088), inhoudende het vaststellen van categorieën van gevallen waarvoor geen verklaring van geen bedenkingen is vereist.

  • 3.

    Vast te stellen de onderstaande categorieën van gevallen waarvoor geen verklaring van geen bedenkingen van de raad is vereist, zoals bedoeld in artikel 6.5 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht bij de verlening van een omgevingsvergunning.

  • 4.

    De besluitvorming omtrent het vaststellen van een exploitatieplan bij de onder beslispunt 3. genoemde gevallen eveneens te delegeren aan het college van burgemeester en wethouders.

     

Categorieën van gevallen waarvoor geen verklaring van geen bedenkingen is vereist:

  • a.

    Bestaande beleidskaders

    Projecten die passen binnen de kaders van door de gemeenteraad vastgestelde nota’s, beleid of visies, met uitzondering van projecten met betrekking tot windturbines en zonnevelden.

  • b.

    Wonen

    Projecten met betrekking tot (bouw of uitbreidingen van) woningen, met bijbehorende voorzieningen voor zover passend binnen een door de raad vastgestelde woonvisie.

  • c.

    Horeca en detailhandel

    Projecten met betrekking tot horeca en detailhandel met bijbehorende voorzieningen, voor zover gelegen binnen het bestaand stedelijk gebied en passend binnen het gemeentelijke beleid.

  • d.

    Sport, maatschappelijk en recreatie

    Projecten met betrekking tot sport-, maatschappelijke, toeristische en recreatieve voorzieningen met bijbehorende voorzieningen en/of ondergeschikte functies, voor zover passend binnen het gemeentelijk beleid.

  • e.

    Bedrijven en werken

    • Projecten ten behoeve van bedrijven, voor zover het betreft:

      • 1.

        bedrijven op een bedrijventerrein (met bestemming voor bedrijventerrein), of;

      • 2.

        bestaande bedrijven buiten het bedrijventerrein, of;

      • 3.

        bedrijven behorende tot milieucategorieën 1 en 2 (VNG-bedrijvenzonering).

    • Projecten ten behoeve van kantoordoeleinden en dienstverlening, voor zover passend binnen het gemeentelijk beleid.

  • f.

    Agrarische bedrijven

    Projecten ten behoeve van bestaande agrarische bedrijven, met uitzondering van de uitbreiding van intensieve veehouderijen.

  • g.

    Infrastructuur en voorzieningen

    • Projecten ten behoeve van (de aanpassing van) bestaande infrastructuur.

    • Projecten ten behoeve van nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, geluidsschermen en –wallen, speelruimtevoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen of het openbaar vervoer.

    • Projecten ten behoeve van nieuwe infrastructuur voor zover het fiets- en wandelpaden betreft.

  • h.

    Onbebouwde gronden

    Projecten voor het wijzigen van de functie van onbebouwde gronden en het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde en gebouwen tot 100 m2, anders dan vorenstaande categorieën.

  • i.

    Een verklaring van geen bedenkingen is ook niet vereist bij het weigeren van een aanvraag voor toepassing van artikel 2.12 lid 1, sub a, onder 3, van de Wabo.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 14 mei 2020

de griffier,

E. van der Neut

de voorzitter,

A.J. Kottelenberg

Naar boven