Verordening tot eerste wijziging van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs

De gemeenteraad van Wassenaar,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 31 maart 2020

gelet op artikel 4, lid 1, van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs 2015 gemeente Wassenaar;

b e s l u i t:

 

  • 1.

    De Verordening tot eerste wijziging van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs 2015 gemeente Wassenaar vast te stellen.

  • 2.

    De nieuwe BENG-normen zodra deze conform het nieuwe Bouwbesluit zijn vastgesteld in volgende wijziging van de verordening op te nemen.

.

Artikel I

Bijlage IV – Normbedragen voor vergoeding en indexering, komt te luiden als volgt:

 

Bijlage IV – Normbedragen voor vergoeding en indexering

 

Deel A – Indexering

De normbedragen in deel B worden jaarlijks aangepast in overeenstemming met de onderstaande systematiek van prijsbijstelling:

 

A.1. Nieuwbouw en uitbreiding

1

 

Prijsindexcijfer van de bouwkosten van nieuwe woningen, jaar t,

tweede kwartaal

(bron: CBS, kerncijfers, bouwnijverheid, inclusief btw)

 

MEV, jaar t+1,

bruto investeringen door bedrijven in woningen

(bron: CPB, Middelen en bestedingen)

--------------------------------

*

---------------------------------

*

--------------------------------

MEV, jaar t,

bruto investeringen door bedrijven in woningen

(bron: CPB, Middelen en bestedingen)

 

Prijsindexcijfer van de bouwkosten van nieuwe woningen, jaar t-1,

tweede kwartaal

(bron: CBS, kerncijfers, bouwnijverheid, inclusief btw)

 

1

 

A.2. Eerste inrichting onderwijsleerpakket en meubilair

1

 

Consumentenprijsindex, alle huishoudens, jaar t, per 1 juli

(bron: CBS, Kerncijfers,

cijfer van de maand juni jaar t)

 

MEV, jaar t+1

prijsmutatie netto materiële overheidsconsumptie

(bron: CPB, Kerngegevens collectieve sector)

--------------------------------

*

---------------------------------

*

--------------------------------

MEV, jaar t,

prijsmutatie netto materiële overheidsconsumptie

(bron: CPB, Kerngegevens collectieve sector)

 

Consumentenprijsindex, alle huishoudens, jaar t-1, per 1 juli

(bron: CBS, Kerncijfers,

cijfer van de maand juni jaar t-1)

 

1

 

 

Deel B – Normbedragen1

Alle in dit deel genoemde bedragen zijn inclusief BTW.

1 Weergegeven zijn de normbedragen voor 2020

 

A. Nieuwbouw met permanente bouwaard

A.1. Kostencomponenten nieuwbouw

  • 1.

    De financiële normering voor nieuwbouw valt uiteen in de volgende kostencomponenten:

    • a.

      kosten voor terrein;

    • b.

      bouwkosten;

    • c.

      toeslag voor verhuiskosten bij vervangende bouw;

    • d.

      als het een school voor voortgezet onderwijs betreft, toeslag paalfundering;

    • e.

      als het een speciale school voor basisonderwijs of een school voor speciaal onderwijs betreft een toeslag voor het realiseren van een afzonderlijk speellokaal, en

    • f.

      als het een school voor speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs betreft, toeslag voor het aanbrengen van een liftinstallatie.

  • 2.

    Als vervangende nieuwbouw wordt gecombineerd met het uitbreiden van een gebouw ter vervanging van een ander gebouw, gelden de bedragen bedoeld in paragraaf B.

 

A.2. Kosten voor terreinen

Het benodigde bouwrijpe terrein wordt door de gemeente, eventueel na aankoop, om niet aan het schoolbestuur beschikbaar gesteld en het juridisch eigendom wordt aan hen overgedragen. De kosten van een terrein worden opgenomen op het programma, zowel bij aankoop van een terrein als in de situatie dat de gemeente een terrein beschikbaar stelt. De kosten voor het terrein worden bepaald op de in de gemeente gangbare wijze van waardevaststelling van terreinen. Bij vervangende nieuwbouw behoren de kosten voor het slopen van het oude gebouw tot de kosten voor terreinen.

 

A.3.1. Bouwkosten

  • 1.

    Tot de bouwkosten behoren:

    • a.

      de bouwkosten van het gebouw, inclusief fundering, en

    • b.

      de kosten van de aanleg en inrichting van het schoolterrein.

  • 2.

    De vergoeding bestaat uit een startbedrag, inclusief een aantal vierkante meters, en een bedrag per vierkante meter bruto vloeroppervlakte. Met deze vergoedingsbedragen moet de in overeenkomstig bijlage III, deel C, vastgestelde aanvullende ruimtebehoefte worden gerealiseerd.

     

A.3.2. Bouwkosten school voor basisonderwijs

De vergoeding voor een basisschool wordt vastgesteld op basis van de volgende bedragen:

Startbedrag voor de realisatie van de eerste 350 m2 bvo 2

€ 1.093.866,09

Voor elke volgende m2 bvo

€ 1.871,92

2 Onder m2 bvo wordt hier en verder verstaan: vierkante meter bruto vloeroppervlakte

 

A.3.3. Bouwkosten school voor voortgezet onderwijs

  • 1.

    Er is geen onderscheid in de normbedragen tussen nieuwbouw en uitbreiding.

  • 2.

    De sectieafhankelijke kosten bestaan voor projecten vanaf 460 vierkante meter bruto vloeroppervlak uit een vast bedrag per voorziening en een vast bedrag per sectie.

  • 3.

    Voor projecten kleiner dan 460 vierkante meter bruto vloeroppervlakte worden geen sectieafhankelijke kosten per project toegekend. Deze kosten zijn namelijk opgenomen in de bedragen voor de ruimteafhankelijke kosten per vierkante meter bruto vloeroppervlakte.

  • 4.

    De bedragen zijn opgenomen in de tabel met vaste bedragen per vierkante meter bruto vloeroppervlakte en vaste bedragen per voorziening.

  • 5.

    Voor het berekenen van de vergoeding voor de:

    • a.

      ruimteafhankelijke kosten wordt het overeenkomstig bijlage III, deel C, vastgestelde aantal vierkante meter per type ruimte van de voorziening, vermenigvuldigd met onderstaande bedragen per ruimtesoort:

      < 460 m2

      > 460 <2.500 m2

      > 2.500 m2

      • 1.

        Algemene en specifieke ruimte

      € 2.928,61

      € 1.738,05

      € 1.696,41

      • 2.

        Werkplaatsen

      € 2.860,42

      € 2.313,85

      • 3.

        Werkplaatsen consumptief

      € 3.473,42

      € 2.926,85

    • b.

      sectieafhankelijke kosten wordt de vergoeding voor de algemene vaste voet of de vaste voet voor de algemene sectie of de werkplaatssectie, afhankelijk van de secties waaruit de overeenkomstig bijlage III, deel C, toegekende voorziening bestaat, verhoogd met de onderstaande bedragen:

      <460m2

      > 460 <2.500 m2

      > 2.500 m2

      Algemeen

      € 0,00

      € 184.789,31

      Algemene sectie

      € 0,00

      € 362.727,46

      € 506.450,51

      Werkplaatssectie

      € 0,00

      € 67.069,51

  • 6.

    Tot de algemene en specifieke ruimte behoren:

    • a.

      (uiterlijke) verzorging/mode en commercie: huishoudkunde, gezondheidskunde, uiterlijke verzorging, mode en commercie, en

    • b.

      handel/verkoop/administratie: verkooppraktijk, kantoorpraktijk, etaleren.

  • 7.

    Tot de werkplaatsen behoren:

    • a.

      techniek algemeen:

      • 1°.

        Bouwtechniek;

      • 2°.

        Machinale houtbewerking;

      • 3°.

        Meten;

      • 4°.

        Elektrotechniek;

      • 5°.

        installatietechniek;

      • 6°.

        lasserij;

      • 7°.

        Metaal;

      • 8°.

        Motorvoertuigentechniek, en

      • 9°.

        Mechanische techniek;

    • b.

      consumptief: werkplaats consumptieve techniek;

    • c.

      grafische techniek: werkplaats grafische techniek, en

    • d.

      landbouw: groen-praktijk.

  • 8.

    De overige ruimten behoren tot de categorie algemene ruimte.

 

A.3.4. Toeslag paalfundering school voor voortgezet onderwijs

  • 1.

    Voor de school voor voortgezet onderwijs is het bedrag van de normkosten gebaseerd op een standaardlocatie. Voor de volgende aanvullende investeringskosten wordt, indien noodzakelijk, een aanvullend bedrag beschikbaar gesteld:

    • a.

      paalfundering, en

    • b.

      bemaling.

  • 2.

    De aanvullende vergoeding is afhankelijk van de benodigde paallengte in relatie met de omvang van de bouw in bruto vloeroppervlakte en wordt bepaald op basis van de volgende formules:

    Nieuwbouw en uitbreiding < 1000 m2

    Paallengte 1 tot 15 meter

    € 5.386,87

    +

    (€ 28,27 * A)

    Paallengte 15 tot 20 meter

    € 5.734,99

    +

    (€ 47,81 * A)

    Paallengte 20 meter of langer

    € 6.402,94

    +

    (€ 85,55 * A)

    Uitbreiding >= 1000 m2

     

    Paallengte 1 tot 15 meter

    € 6.578,33

    +

    (€ 9,90 * A)

    Paallengte 15 tot 20 meter

    € 8.580,34

    +

    (€ 25,69 * A)

    Paallengte 20 meter of langer

    € 13.029,97

    +

    (€ 51,94 * A)

  • 3.

    Als de grondwaterstand minder dan 1 meter onder het maaiveld ligt, is bemaling noodzakelijk en wordt een aanvullend bedrag per vierkante meter goedgekeurde terreinoppervlakte toegekend. De vergoeding bedraagt € 18,36 per vierkante meter terrein.

 

A.3.5. Toeslag voor verhuiskosten bij vervangende nieuwbouw.

  • 1.

    Als een school tijdens de realisatie van vervangende nieuwbouw gebruik kan blijven maken van het bestaande schoolgebouw, bestaat aanspraak op bekostiging van de verhuiskosten voor één verhuizing.

  • 2.

    Als een school tijdens de realisatie van vervangende nieuwbouw tijdelijk op een andere locatie moet worden gehuisvest, bestaat aanspraak op bekostiging van de verhuiskosten voor twee verhuizingen.

  • 3.

    De vergoeding wordt vastgesteld op feitelijke kosten.

 

 

B. Uitbreiding met permanente bouwaard

B.1. Reikwijdte

Deze paragraaf is van toepassing op de uitbreiding van de huisvesting in permanente bouwaard van een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs tot 1035 vierkante meter bruto vloeroppervlakte en van een school voor speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs tot 1000 vierkante meter bruto vloeroppervlakte. Op overige uitbreidingen is paragraaf A overeenkomstig van toepassing.

 

B.2. Kosten terrein

Als uitbreiding van het terrein noodzakelijk is, is het bepaalde in A.2 overeenkomstig van toepassing op het vaststellen van de kosten voor het voor uitbreiding benodigde terrein.

 

B.3.1. Bouwkosten

  • 1.

    Tot de bouwkosten behoren:

    • a.

      de bouwkosten van het gebouw, en

    • b.

      kosten voor extra aanleg en inrichting van een deel van het schoolterrein.

  • 2.

    De vergoeding bestaat uit een startbedrag, inclusief een aantal vierkante meters, en een bedrag per vierkante meter. Met deze vergoedingsbedragen moet de overeenkomstig bijlage III, deel C, vastgestelde aanvullende ruimtebehoefte worden gerealiseerd.

 

 

B.3.2. Bouwkosten school voor basisonderwijs

De vergoeding voor een basisschool wordt bepaald op basis van de volgende bedragen:

Startbedrag bij uitbreidingen van 115 m 2 bvo of groter

€ 160.185,69

Startbedrag bij uitbreidingen van 55 tot 115 m 2 bvo

€ 106.790,52

Naast het startbedrag voor elke m 2 bvo

€ 2.133,84

 

B.3.3. Toeslag paalfundering school voor voortgezet onderwijs

Het bepaalde in A.3.6 is overeenkomstig van toepassing op het bepalen van de omvang van de vergoeding voor paalfundering en bemaling bij uitbreiding.

 

B.3.4. Toeslag voor het herstel van het terrein en verhuiskosten bij vervangende bouw op dezelfde plaats

Het bepaalde in A.3.5 is overeenkomstig van toepassing op het bepalen van de omvang van de vergoeding voor het herstel van terrein en verhuizing bij uitbreiding.

 

C. Tijdelijke voorziening

C.1. Vergoedingsbedragen tijdelijke voorzieningen

  • 1.

    De vergoedingsbedragen voor tijdelijke voorzieningen zijn afgestemd op de investeringslasten van voor tijdelijk gebruik bestemde voorzieningen. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen:

    • a.

      nieuwbouw van een voor tijdelijk gebruik bestemd gebouw als hoofdlocatie;

    • b.

      uitbreiding van een permanente hoofdlocatie met een voor tijdelijk gebruik bestemd gebouw, en

    • c.

      uitbreiding van bestaande voor tijdelijk gebruik bestemde gebouwen.

  • 2.

    In aanvulling op het eerste lid wordt rekening gehouden met het bekostigen van een tijdelijke voorziening door middel van huur van een voor tijdelijk gebruik bestemd gebouw.

 

C.2. Kosten voor terreinen

Als een tijdelijke voorziening niet gerealiseerd kan worden op het aanwezige terrein, worden de kosten voor het benodigde terrein bepaald overeenkomstig A.2.

 

C.3.1. Nieuwbouw als hoofdlocatie/uitbreiding van permanente hoofdlocatie

De vergoeding voor een tijdelijke voorziening bestaat uit een startbedrag en een bedrag per vierkante meter. In deze bedragen zijn begrepen de bouwkosten, de kosten van herstel en inrichting van terreinen, de kosten van paalfundering en de eenmalige aansluitkosten op nutsvoorzieningen.

 

C.3.2. Vergoeding basisschool en speciale school voor basisonderwijs

De vergoeding voor een basisschool en een speciale school voor basisonderwijs wordt vastgesteld op basis van de volgende bedragen:

Startbedrag bij nieuwbouw van 80 m 2 bvo of groter

€ 62.293,89

Startbedrag bij nieuwbouw van 40 tot 80 m 2 bvo

€ 41.529,27

Naast het startbedrag voor elke m 2 bvo

€ 1.530,85

 

C.3.3. Vergoeding school voor voortgezet onderwijs

De vergoeding voor een school voor voortgezet onderwijs wordt bepaald op basis van de vergoedingsformule € 931,92 * A + € 64.070,92, waarbij A het overeenkomstig bijlage III, deel C, bepaalde aantal vierkante meter bruto vloeroppervlakte aan tijdelijke huisvesting is.

 

C.4.1. Uitbreiding van bestaande tijdelijke voorzieningen primair en speciaal of voortgezet speciaal onderwijs

  • 1.

    De vergoeding voor uitbreiding bestaande tijdelijke voorziening bestaat uit een startbedrag en een bedrag per vierkante meter. In deze bedragen zijn begrepen de bouwkosten, de toeslag voor paalfundering en de toeslag voor herstel en inrichting van terreinen.

  • 2.

    Paragraaf A is overeenkomstig van toepassing op het bepalen van de hoogte van de vergoeding voor sloopkosten van het oude gebouw, herstel en inrichting van terreinen en voor tijdelijke verhuizing van de leerlingen.

 

C.4.2. Vergoeding basisschool

De vergoeding voor een basisschool wordt vastgesteld op basis van de volgende bedragen:

Startbedrag bij uitbreiding van 80 m 2 bvo of groter

€ 35.015,89

Startbedrag bij uitbreiding van 40 tot 80 m 2 bvo

€ 23.343,92

Naast het startbedrag voor elke m 2 bvo

€ 1.604,08

 

C.5. Huur van voor tijdelijk gebruik bestemde gebouwen

Huur van een voor tijdelijk gebruik bestemde voorziening en huur van een bestaand gebouw worden vergoed op basis van de werkelijke kosten.

 

D. Eerste inrichting

D.1.1. Vergoeding onderwijsleerpakket en meubilair

Het bedrag van de vergoeding voor onderwijsleerpakket en meubilair wordt bepaald aan de hand van het verschil tussen de al toegekende investeringsbedragen en de nieuw berekende vergoeding.

 

D.1.2. Vergoeding basisschool

De vergoeding voor een basisschool wordt vastgesteld op basis van de volgende bedragen:

Startbedrag, incl. 200 m 2 bvo

€ 41.155,84

Voor elke volgende m 2 bvo

€ 143,98

 

D.2. School voor voortgezet onderwijs

  • 1.

    De vergoeding voor eerste inrichting leer- en hulpmiddelen en meubilair is gekoppeld aan de toe te kennen voorziening nieuwbouw, niet zijnde vervangende nieuwbouw, uitbreiding en ingebruikneming, niet zijnde ingebruikneming ter vervanging van een bestaand gebouw. Aanspraak op deze vergoeding bestaat als de eerste inrichting nog niet eerder door het rijk of de gemeente is bekostigd. De hoogte van de vergoeding wordt berekend door vast te stellen het verschil tussen de al toegekende vergoeding en de vergoeding die is vastgesteld op basis van de te realiseren bruto vloeroppervlakte per ruimtetype. De hoogte van de vergoeding per ruimtetype wordt bepaald op basis van de volgende bedragen:

     

    Ruimtetype

    Functie

    m2

    Algemeen

    € 169,84

    Specifiek

    (Uiterlijke) verzorging/mode en commercie

    Handel/verkoop/administratie

    Praktijkonderwijs

    € 396,96

    € 242,83

    € 326,04

    Werkplaatsen

    Techniek algemeen

    Consumptief

    Grafische techniek

    Landbouw

    € 416,47

    € 806,51

    € 1.541,92

    € 0,00

     

  • 2.

    Als in plaats van uitbreiding van het schoolgebouw medegebruik van een voor een school bestemd gebouw wordt gevorderd, wordt inventaris slechts toegekend als de inventaris in de voor medegebruik aangewezen ruimte ontbreekt of niet geschikt is.

 

E. Lokalen bewegingsonderwijs

 

E.1. Bouwkosten nieuwbouw

  • 1.

    De vergoeding van de bouwkosten voor nieuwbouw van een lokaal bewegingsonderwijs met een netto speeloppervlakte van 252 vierkante meters bedraagt € 1.149.929,69 als deze op het schoolterrein gerealiseerd kan worden, of € 1.173.187,70 als deze op een afzonderlijk terrein gerealiseerd wordt. In deze vergoeding zijn opgenomen de kosten van fundering op staal en inrichting van het terrein.

  • 2.

    Als paalfundering noodzakelijk is wordt een toeslag gegeven op basis van de volgende bedragen:

    Paallengte

    Vergoeding

    Vergoeding bij ruimten LG en MG

    1<15m

    € 23.129,57

    € 29.163,08

    15<20m

    € 31.885,29

    € 40.388,59

    >20m

    € 44.781,52

    € 58.125,97

 

E.2. Uitbreiding

Het bepaalde in E.1, eerste lid, is overeenkomstig van toepassing op het bepalen van de hoogte van de vergoeding voor uitbreiding van een lokaal bewegingsonderwijs. Bij lokalen bewegingsonderwijs met een oefenvloer van 140 vierkante meter netto speeloppervlakte of minder, kan de oefenvloer worden uitgebreid tot een oppervlakte van 252 vierkante meter. De hoogte van de vergoeding wordt bepaald op basis van de volgende bedragen:

Uitbreiding

Normbedrag

Paallengte

 

 

1 < 15 meter

15 < 20 meter

> 20 meter

112 t/m 120 m2

€ 267.171,63

€ 10.354,70

€ 17.934,95

€ 29.321,65

121 t/m 150 m2

€ 324.783,83

€ 12.947,58

€ 22.412,90

€ 36.652,05

 

E.3.2. OLP/meubilair school voor basisonderwijs en speciaal basisonderwijs

De vergoeding voor de eerste inrichting met onderwijsleerpakket of meubilair voor een lokaal bewegingsonderwijs voor een basisschool of een speciale school voor basisonderwijs bedraagt € 53.786,01.

 

E.3.4. Meubilair/leer- en hulpmiddelen school voor voortgezet onderwijs

De vergoeding voor de eerste inrichting meubilair of leer- en hulpmiddelen voor een lokaal bewegingsonderwijs voor een school voor voortgezet onderwijs wordt bepaald op basis van de volgende bedragen:

 

Meubilair

Leer- en hulpmiddelen

Totaal

Eerste lokaal

€ 1.164,45

€ 69.439,21

€ 70.603,69

Tweede lokaal

€ 1.164,45

€ 54.167,85

€ 55.332,32

Derde lokaal

€ 1.164,45

€ 23.549,65

€ 24.714,12

Oefenplaats 1

0,00

14.335,53

 

Oefenplaats 2

0,00

1.770,28

 

 

E.4. Medegebruik/huur van een niet-eigen voorziening

Naast bewegingsonderwijs in een eigen lokaal van de school is ook bewegingsonderwijs mogelijk in een bestaand lokaal bewegingsonderwijs door middel van:

  • a.

    medegebruik van een gebouw van een andere school of de gemeente, of

  • b.

    huur van een gebouw van een commerciële exploitant.

 

F. Verhoging vergoedingen

 

F.1. Verhoging normbedragen

De normbedragen als bedoeld in artikel 4, eerste lid, kunnen door burgemeester en wethouders worden verhoogd met een toeslag van ten hoogste 10% als de voorziening zonder deze verhoging door bijzondere lokale omstandigheden in redelijkheid niet kan worden gerealiseerd.

 

F.2. Verhoging feitelijke kosten

De vergoeding van de feitelijke kosten als bedoeld in artikel 4, tweede lid, wordt gebaseerd op de door burgemeester en wethouders goedgekeurde offerte en verhoogd met vast bedrag of percentage (bijvoorbeeld 8 procent) voor de kosten van technische advisering, voor zover het een voorziening betreft als bedoeld in artikel 2, onder b en c.

 

G. Huur sportvelden

  • 1.

    Een school voor voortgezet onderwijs maakt aanspraak op een vergoeding van de huur van een sportveld voor maximaal 8 weken per jaar. De vergoeding voor deze kosten bedraagt voor de periode van 8 weken € 22,50 per klokuur.

  • 2.

    Aanspraak op vergoeding als bedoeld in het eerste lid bestaat uitsluitend als de school voor voortgezet onderwijs niet beschikt over een eigen sportveld en geen gebruik maakt van een sportveld dat door de gemeente is gefinancierd.

Artikel II

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking en werkt terug tot en met 1 april 2020, waarbij vóór die datum ingediende aanvragen worden behandeld overeenkomstig de bepalingen van deze verordening.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering

van de gemeenteraad van Wassenaar

gehouden op woensdag 20 mei 2020

de griffier,

drs. J. Kleinhesselink

de voorzitter

drs. L.A. de Lange

Naar boven