Verordening tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Dordrecht (tiende wijziging)

 

De RAAD van de gemeente Dordrecht;

 

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van dinsdag 17 december 2019 inzake vaststellen Reclamebeleid Dordrecht;

 

gezien de nota reclamebeleid Dordrecht 2019 – 2029 "Ruimte voor reclame", waarin een vergunningplicht voor het voeren van reclame wordt aangekondigd;

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2:2 lid 1 sub h en I van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de navolgende Verordening tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Dordrecht (tiende wijziging)

 

Artikel I Wijziging verordening

De Algemene plaatselijke verordening Dordrecht wordt als volgt gewijzigd.

Artikel 4:14 komt te luiden:

Artikel 4:14 Verbod hinderlijke, gevaarlijke of ontsierende handelsreclame zonder omgevingsvergunning

  • 1.

    Het is verboden zonder voorafgaande omgevingsvergunning van het college op of aan een onroerende zaak handelsreclame te maken, te voeren of te wijzigen met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een openbare plaats.

  • 2.

    In aanvulling op artikel 1:8 kan het college een omgevingsvergunning bedoeld in het eerste lid weigeren:

    • a.

      indien de handelsreclame hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan de criteria voor reclame, zoals neergelegd in de Welstandsnota van de gemeente;

    • b.

      indien de handelsreclame hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan het reclamebeleid van de gemeente zoals neergelegd in de Reclamenota;

    • c.

      in het belang van de verkeersveiligheid;

    • d.

      indien de handelsreclame op of aan de onroerende zaak geen directe functionele relatie heeft met de handelsactiviteit die in of vanuit de betreffende onroerende zaak wordt uitgeoefend. Dat houdt in dat alleen de naam van het bedrijf en/of het daar geproduceerde en/of verkochte hoofdproduct mag worden getoond en niet de naam van toeleveranciers of onderdelen van dat hoofdproduct.

  • 3.

    Het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door hogere regelgeving.

  • 4.

    Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor de volgende gevallen:

    • a.

      Onverlichte opschriften, aankondigingen of afbeeldingen in het inwendig gedeelte van een onroerende zaak, die niet kennelijk gericht zijn op zichtbaarheid vanaf een openbare plaats.

    • b.

      Onverlichte opschriften of aankondigingen kleiner dan 0,50 m2 en waarvan de langste zijde korter dan 1 meter is, die betrekking hebben op een openbare verkoping of een aanbieding ten verkoop, verhuur of verpachting van een onroerende zaak, zulks voor zolang zij feitelijke betekenis hebben en voor zover zij geplaatst zijn in, op, bij, aan de onroerende zaak en zich niet op een openbare plaats bevinden.

    • c.

      Onverlichte opschriften en aankondigingen betrekking hebbend op het beroep, de dienst, of het bedrijf dat in of op de onroerende zaak wordt uitgeoefend of waarvoor die zaak is bestemd, zo mede op naamborden, met dien verstande dat de opschriften, aankondigingen of naamborden tezamen niet groter dan 1,0 m2 zijn en geen grotere afmeting hebben dan 1,50 meter en niet op een openbare plaats zijn aangebracht op, aan of bij de onroerende zaak.

    • d.

      Onverlichte opschriften die betrekking hebben op de naam of aard van in uitvoering zijnde bouwwerken of op de namen van degenen die bij het ontwerp of de uitvoering van het bouwwerk betrokken zijn, mits deze opschriften zijn aangebracht op borden op de bouwplaats, kleiner dan 6,0 m2 en waarvan de langste zijde korter is dan 3,0 m, bij of op de in uitvoering zijnde bouwwerken zelf, zulks voor zolang zij feitelijke betekenis hebben en zich niet op een openbare plaats bevinden.

    • e.

      Reclame in het openbaar gebied, welke de gemeente via een overeenkomst of concessie vergunt.

    • f.

      Het college kan een vrijstelling verlenen voor nader te duiden categorieën verlichte reclame.

  • 5.

    Het verbod in het eerste lid geldt eveneens niet voor:

    • a.

      opschriften en aankondigingen van tijdelijke aard, voor zolang zij feitelijke betekenis hebben, mits:

      • I.

        van het aanbrengen ervan tevoren een schriftelijke kennisgeving is gedaan aan het college;

      • II.

        het college niet binnen twee weken na ontvangst van die kennisgeving van enig bezwaar heeft doen blijken;

      • III

        deze opschriften of aankondigingen niet langer dan negen weken in, op bij of aan de onroerende aanwezig zijn;

      • IV

        deze opschriften en aankondigingen onverlicht zijn en de afmetingen niet groter zijn dan 0,5 m2 zijn met een afmeting in één richting van maximaal 1,00 meter.

  • 6.

    Het college is bevoegd tot het stellen van nadere regels ten aanzien van het bepaalde in dit artikel en kan delen van de stad vrijstellen van deze regels.

 

Artikel II Citeertitel en datum inwerkingtreding
  • 1.

    Dit besluit kan worden aangehaald als: "Algemene plaatselijke verordening Dordrecht, tiende wijziging".

  • 2.

    Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking.

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 15 april 2020.

De griffier, De voorzitter,

A.E.T. Wepster, A.W. Kolff

 

 

Naar boven