Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Koggenland houdende regels omtrent de individuele gehandicaptenparkeerplaatsen (Beleidsregels Individuele gehandicaptenparkeerplaatsen gemeente Koggenland 2020)

Beleid tot uitwerking van de bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Koggenland (hierna: het college) tot het stellen van regels met betrekking tot aanvragen om toekenning van individuele gehandicaptenparkeerplaatsen (hierna: het beleid).

 

Grondslagen:

  • -

    Algemene wet bestuursrecht (Awb), Titel 4.3

  • -

    Wegenverkeerswet 1994 (WVW), artikel 18

  • -

    Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW), artikel 12

  • -

    Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV 1990), artikel 26

Artikel 1 Wettelijk kader

In het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW) en het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV 1990) zijn bepalingen opgenomen die betrekking hebben op het parkeren op een individuele gehandicaptenparkeerplaats en de criteria waaraan een individuele gehandicaptenparkeerplaats moet voldoen.

 

Artikel 26 lid 1 onder c van het RVV 1990 bepaalt dat op een gehandicaptenparkeerplaats slechts mag worden geparkeerd, indien de gehandicaptenparkeerplaats is gereserveerd voor een bepaald voertuig.

 

Op basis van artikel 12 van het BABW dient voor het inrichten van een individuele gehandicaptenparkeerplaats op kenteken een verkeersbesluit genomen te worden.

 

Krachtens artikel 18 lid 1 onder d van de Wegenverkeerswet 1994 dient het verkeersbesluit voor gemeentelijke wegen te worden genomen door het college van burgemeester en wethouders (hierna: het college).

Artikel 2 Gemeentelijke beleidsvrijheid

Aan de gemeente is de vrijheid gelaten om zelf te bepalen aan welke criteria men moet voldoen om voor een individuele gehandicaptenparkeerplaats in aanmerking te komen.

Artikel 3 Toewijzingscriteria bestuurder

De aanvrager komt in aanmerking voor een gereserveerde individuele gehandicaptenparkeerplaats – bestuurder indien:

  • a.

    De aanvrager is ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente Koggenland;

  • b.

    de aanvrager voldoet aan de criteria zoals die gelden voor een bestuurderskaart in het kader van artikel 1 lid 1 van de Regeling Gehandicaptenparkeerkaart;

  • c.

    de aanvrager beschikt over een kentekenbewijs op naam;

  • d.

    uit het verkeerskundig (parkeer-)onderzoek blijkt dat binnen de loopafstand van 100 meter van de woning van de aanvrager onvoldoende parkeerplek is;

  • e.

    er voor de aanvrager geen mogelijkheid is om op eigen terrein of garage te parkeren;

  • f.

    er geen parkeerplaats wordt aangelegd indien de oorzaak van het niet kunnen parkeren niet is gelegen in de hoge parkeerdruk maar door (tijdelijke) werkzaamheden aan de weg of aan gebouwen of geplaatste obstakels in de directe omgeving;

  • g.

    de verkeersveiligheid en bereikbaarheid mogen door de aanleg van de gehandicaptenparkeerplaats niet in het gedrang komen.

Artikel 4 Toewijzingscriteria passagier

De aanvrager komt in aanmerking voor een gereserveerde individuele gehandicaptenparkeerplaats – passagier indien:

  • a.

    De aanvrager is ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente Koggenland;

  • b.

    de aanvrager voldoet aan de criteria zoals die gelden voor een passagierskaart in het kader van artikel 1 lid 1 van de Regeling Gehandicaptenparkeerkaart;

  • c.

    betrokkene heeft geen mogelijkheid om voor de woning in- of uit te stappen en kan niet alleen in of bij de woning worden achtergelaten gedurende de periode dat de bestuurder de auto ophaalt en parkeert. Dergelijke situaties worden individueel onderzocht op medische en verkeerskundige aspecten om te komen tot een afgewogen besluit;

  • d.

    de aanvrager beschikt over een kentekenbewijs op naam;

  • e.

    uit het verkeerskundig (parkeer-)onderzoek blijkt dat binnen de loopafstand van 100 meter van de woning van de aanvrager onvoldoende parkeerplek is;

  • f.

    er voor de aanvrager geen mogelijkheid is om op eigen terrein of garage te parkeren;

  • g.

    er geen parkeerplaats wordt aangelegd indien de oorzaak van het niet kunnen parkeren niet is gelegen in de hoge parkeerdruk maar door (tijdelijke) werkzaamheden aan de weg of aan gebouwen of geplaatste obstakels in de directe omgeving;

  • h.

    de verkeersveiligheid en bereikbaarheid mogen door de aanleg van de gehandicaptenparkeerplaats niet in het gedrang komen.

Artikel 5 Kosten

Voor de aanleg van een gehandicaptenparkeerplaats zijn leges verschuldigd. Voor de hoogte hiervan wordt verwezen naar de gemeentelijke legesverordening.

Artikel 6 Intrekkingsgronden

Het college trekt de toekenning van een individuele gehandicaptenparkeerplaats in:

  • a.

    Indien degene aan wie de parkeerplaats is toegewezen hierom verzoekt;

  • b.

    indien degene aan wie de parkeerplaats is toegewezen verhuisd is;1

  • c.

    indien degene aan wie de parkeerplaats is toegewezen niet meer in het bezit van een auto is;

  • d.

    na overlijden van degene aan wie de parkeerplaats was toegewezen;

  • e.

    indien de parkeerplaats is toegewezen op grond van door de aanvrager verschafte onjuiste gegevens en de parkeerplaats niet zou zijn toegewezen indien de onjuistheid van die gegevens ten tijd van de aanvraag en keuring bekend zou zijn geweest;

  • f.

    indien degene aan wie de parkeerplaats is toegewezen niet meer voldoet aan de gestelde medische criteria (niet meer in bezit is van een gehandicaptenparkeerkaart).

Artikel 7 Bezwaarmogelijkheid

Het besluit dat betrekking heeft op de aanvraag om een individuele gehandicaptenparkeerplaats is een besluit waarop de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing is.

Indien een belanghebbende het niet eens is met het besluit kan hij/zij bezwaar maken bij het college binnen 6 weken na de bekendmaking. Na het onherroepelijk worden van het besluit wordt pas tot aanleg overgegaan.

Artikel 8 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van

de bepalingen in deze Beleidsregels, indien toepassing van de Beleidsregels daartoe

aanleiding geeft.

Artikel 9 Overgangsrecht

Op een aanvraag die is ingediend vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze Beleidsregels wordt beslist met toepassing van de Beleidsregels Individuele gehandicaptenparkeerplaatsen 2011, tenzij de bepalingen van deze Beleidsregels gunstiger zijn voor de aanvrager. In dat geval worden de bepalingen van deze Beleidsregels toegepast.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze Beleidsregels treden in werking met ingang van de dag volgend op de dag van de bekendmaking, onder gelijktijdige intrekking van de Beleidsregels Individuele gehandicaptenparkeerplaatsen 2011.

Artikel 11 Citeertitel

Deze Beleidsregels worden aangehaald als ‘Beleidsregels Individuele gehandicaptenparkeerplaatsen gemeente Koggenland 2020’.

 

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van de gemeente Koggenland,

gehouden op 19 mei 2020

Burgemeester en wethouders van Koggenland,

Gemeentesecretaris

A.M.T. Beuker

de burgemeester,

J. Franx

Naar boven