Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Opsterland houdende regels omtrent het beheer van speeltuinen

1. Aanleiding

Buitenspelen is gezond: het geeft energie en heeft een positieve invloed op de algehele ontwikkeling van kinderen. Binnen de gemeente Opsterland zijn er ongeveer 60 speeltuinen waarvan veel dagelijks bezocht worden. De inwoners zijn zelf verantwoordelijk voor de inrichting van de speeltuinen. Dit vraagt om een goede afstemming tussen inwoners en gemeente. Het huidige beleid voor speeltuinen dateert uit 2005 en is daarmee sterk verouderd. In de afgelopen 15 jaar hebben zich op verschillende gebieden ontwikkelingen voorgedaan. Het beleid in Opsterland sluit mede daardoor niet meer aan bij de uitvoering en voor de speeltuinstichtingen en –verenigingen (hierna speeltuincommissies) is het soms lastig om hiermee om te gaan. De wens is om het beleid weer te laten aansluiten bij de werkelijkheid. Om dit te kunnen bereiken moeten we het beleid herzien.

 

Vanuit de speeltuincommissies komt vaak het signaal dat zij niet weten hoe het gemeentelijk beleid in elkaar zit en wat van hen verwacht wordt. Vaak is er onduidelijkheid over wie contactpersoon is binnen de gemeente en wanneer ze deze moeten bellen. Door enkele speeltuincommissies waar het beleid wel bekend is wordt aangegeven dat dit niet aansluit bij de werkelijkheid.

 

Het doel van de nota Bûten boartsje yn Opsterlân is het creëren van duidelijke richtlijnen die aansluiten op de uitvoering. Dit levert helderheid en transparantie op voor zowel de inwoners als de medewerkers van de gemeente.

 

2. Kaders

2.1 Warenwetbesluit

De veiligheid van sport- en speeltoestellen is geregeld in het Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen (WAS). Hierin staat dat speeltoestellen veilig geproduceerd en beheerd moeten worden. De sport- en speeltoestellen moeten na de productie eenmalig worden gekeurd op basis van de norm NEN-EN 1176. Na goedkeuring geeft de keurende instantie een certificaat van goedkeuring af. Daarnaast moeten speeltoestellen zijn voorzien van een technisch constructiedossier.

 

Het is de taak van de beheerder van een sport- en of speeltoestel om ervoor te zorgen dat er bij normaal gebruik van het toestel geen gevaar voor de gezondheid of veiligheid van personen bestaat. Hiertoe moeten de toestellen periodiek geïnspecteerd en onderhouden worden. Daarnaast is het van belang dat afgekeurde toestellen tijdig verwijderd worden. De inspecties en het onderhoud moeten bijgehouden worden in een logboek.

 

2.2 Aansprakelijkheid

Aan buitenspelen zijn altijd risico’s verbonden; ieder kind valt wel eens en dat hoort bij de ontwikkeling. De gemeente kan dan ook geen absolute veiligheid garanderen. Wel kunnen we de risico’s zoveel mogelijk beperken door ervoor te zorgen dat de toestellen veilig zijn.

 

De speeltoestellen zijn in gemeentegrond geplaatst. Dit betekent dat de gemeente door natrekking juridisch verantwoordelijk wordt voor de speeltoestellen. De eindverantwoordelijkheid voor de veiligheid van de speelterreinen ligt bij de eigenaar van de grond, dus de gemeente. De gemeente neemt haar verantwoordelijkheid door toezicht te houden op de veiligheid van de toestellen. Daarnaast heeft de gemeente een WA-verzekering die ook van toepassing is op de speelvoorzieningen.

 

2.3 Inspecties en logboek

De gemeente is wettelijk verplicht om jaarlijks een veiligheidsinspectie uit te (laten) voeren. In het warenwetbesluit is de verplichting opgenomen om per toestel een logboek bij te houden. Hierin wordt de staat van onderhoud weergegeven. De gemeente Opsterland voert zelf de inspecties uit en zorgt daarna voor het onderhoud aan de speeltoestellen. Dit betekent dat de verantwoordelijke uitvoeringsmedewerker het logboek bij moet houden om de staat van onderhoud inzichtelijk te maken.

 

2.4 Eigenaar speeltuin

De speeltuincommissies zijn economisch eigenaar van de speelobjecten. Dit betekent dat zij verantwoordelijk zijn voor de financiën. Wanneer een toestel afgekeurd is wordt de commissie verantwoordelijk voor de vervanging hiervan.

 

De grond van de speeltuinen is in eigendom bij de gemeente. Dit betekent dat de gemeente verantwoordelijk wordt gehouden voor de veiligheid van de speelterreinen.

 

2.5 Nationaal Preventieakkoord

In het Nationaal Preventieakkoord zijn afspraken gemaakt met betrekking tot de gezondheid van de inwoners van Nederland. Zo zijn hierin maatregelen opgenomen voor de rookvrije generatie. In veel speeltuinen wordt nog gerookt; dit mag ook. In het nationaal preventieakkoord is opgenomen dat in 2025 alle speeltuinen rookvrij zijn.

 

3. Huidige situatie

In de gemeente Opsterland zijn er ongeveer 60 speeltuinen in de verschillende dorpen. Veel van deze speeltuinen worden dagelijks bezocht door de Opsterlandse kinderen. Het beheer van de speeltuin ligt bij speeltuincommissies die gevormd worden door vrijwilligers uit eigen dorp. Binnen Opsterland werken we graag vanuit de kracht van de inwoners: zij weten het best wat de buurt nodig heeft en waar behoefte aan is. De meeste commissies beschikken over een actief en betrokken bestuur, dat zich goed georganiseerd heeft. Een aantal speeltuincommissies leidt een wat sluimerend bestaan; het is vaak lastig om nieuwe vrijwilligers te werven.

 

De speeltuincommissies zijn verantwoordelijk voor het inrichten van de speeltuin en de aanschaf van de toestellen. Zodra zij het plan hebben om een speeltuin (her) in te richten, nemen zij contact op met de uitvoeringsmedewerker van de gemeente. Deze legt uit wat van de speeltuincommissie verwacht wordt en wat de te ondernemen stappen zijn. De stukken grond met bestemming “groen” mogen ingericht worden als speelvoorziening. Het is belangrijk dat de commissie eerst een draagvlakonderzoek uitvoert en van daaruit verder denkt. Zij stellen in overleg met een leverancier en een plan van aanpak op, die ter goedkeuring aan de beleidsadviseur speeltuinen voorgelegd wordt door de uitvoeringsmedewerker. De uitvoeringsmedewerker begeleidt dit proces en bereidt de grond voor op de komst van de speeltuin of het toestel.

 

Daarna is de commissie verantwoordelijk voor het klein onderhoud van de speeltuin. Het klein onderhoud bestaat uit bijvoorbeeld het verven en schoonhouden van de toestellen. Het groot onderhoud (bijvoorbeeld reparaties) wordt door de uitvoeringsmedewerker van de gemeente gedaan. Deze voert ook jaarlijkse inspecties uit en zorgt ervoor dat speeltoestellen die niet (meer) voldoen aan de eisen worden verwijderd. De speeltuincommissie zorgt desgewenst zelf voor de vervanging van het toestel. Speeltuincommissies krijgen jaarlijks een klein bedrag aan subsidie van de gemeente. Deze subsidie is gebaseerd op de nieuwwaarde van de toestellen.

 

Op dit moment is vaak voor de initiatiefnemers onduidelijk welke stappen ze moeten nemen en welke contactpersonen ze aan moeten spreken, waardoor langs elkaar heen gewerkt wordt. De huidige situatie verschilt overigens van het verouderde beleid uit 2005.

4. Wat willen we bereiken?

4.1 Algemeen

Buitenspelen is gezond: het geeft energie en het levert een positieve bijdrage aan het concentratievermogen en de motorische, cognitieve en sociale ontwikkeling van kinderen. Actieve kinderen zijn gezonde kinderen. Buitenspelen is leuk en het kan eigenlijk overal, zowel speeltuinen als informele speelplekken zijn hier geschikt voor. Speeltuinen zijn niet alleen een plek om buiten te kunnen spelen, maar ook een belangrijke plaats voor kinderen om elkaar te ontmoeten.

 

Visie: Ieder kind groeit op in een veilige, gezonde en leerzame omgeving waar het optimaal de kans krijgt zich te ontwikkelen

 

Speeltuincommissies verbinden bewoners met elkaar door bijvoorbeeld activiteiten in en rond de speeltuin te organiseren. Op deze manier dragen ze bij aan een betere leefbaarheid in onze dorpen en het voorkomen van sociale isolatie. In buurten, wijken en dorpen zijn speeltuinen een stimulans voor de onderlinge contacten van bewoners. In wijken met een lage sociaaleconomische status kan een speeltuin een verbindende rol spelen en een gezondere leefstijl helpen bewerkstelligen.

 

4.2 Speeltuinen

Het uitgangspunt is dat ieder kind in Opsterland over een veilige openbare speelruimte beschikt. Om dit te bereiken is het van belang dat aan de ene kant de bestaande speeltuinen in stand worden gehouden en aan de andere kant waar nodig gefaciliteerd wordt bij het oprichten van nieuwe speeltuinen. Afgekeurde toestellen worden vervangen door de speeltuincommissie.

 

Missie: Ieder kind in Opsterland heeft toegang tot een veilige speelplaats.

 

Met betrekking tot het onderhoud van de speeltoestellen en de groenvoorziening in de speeltuinen is er een duidelijke taakverdeling waar alle partijen van op de hoogte zijn.

 

Vanaf 2020 zijn alle speeltuinen in Opsterland rookvrij.

 

De gemeente ondersteunt het gebruik van natuurlijke materialen en speelaanleidingen in plaats van speeltoestellen. Daarnaast wil de gemeente met het oog op de inclusieve samenleving bevorderen dat elk dorp een geschikte speeltuin voor kinderen met een handicap heeft.

4.3 Speeltuincommissies

De eigen kracht van de inwoners wordt binnen het speeltuinenbeleid zo goed mogelijk benut. Hiervoor hebben de inwoners nodig dat de gemeente hen faciliteert en ondersteunt waar dat nodig is. Communicatie is hierin een belangrijke factor; als de speeltuincommissies niet goed weten hoe de taken verdeeld zijn, kunnen zij hierin geen verantwoordelijkheden nemen.

 

We willen bereiken dat voor het inrichten van een speeltuin een goede samenwerking tussen de gemeente en de commissies ontstaat, waarbij de commissies zich gesteund voelen door de gemeente. De commissies leveren een bijdrage aan ontmoeting, beweging en integratie: belangrijke factoren voor de leefbaarheid in de dorpen.

 

4.4 Gemeente Opsterland

De gemeente wil de bestaande speeltuinen zoveel mogelijk behouden, zodat de kinderen in Opsterland over zoveel mogelijk speelgelegenheid beschikken.

 

Daarnaast is de beheersbaarheid van het onderhoudsbudget van belang met het oog op het behouden van kwalitatief goed en veilige speeltuinen. We willen met dit nieuwe beleid duidelijkheid verschaffen voor alle betrokken partijen.

 

5. Hoe gaan we het organiseren?

5.1 Speeltuincommissies

Het initiatief voor en de organisatie van een speeltuincommissie ligt bij onze inwoners. Een speeltuincommissie kan een op zich zelf staand bestuur hebben of onderdeel uitmaken van een bestaande stichting zoals Plaatselijk Belang of een buurtcommissie. De commissie is verantwoordelijk voor de eigen financiën, voor het klein onderhoud zoals verven en schoonmaken en voor de aanschaf van nieuwe toestellen.

 

De speeltuincommissies voeren regelmatig kleine controles uit in de speeltuin om gebreken te signaleren en zo mogelijk op te lossen.

 

Vanaf 2020 worden zo weinig mogelijk nieuwe speeltuincommissies opgericht en wordt aansluiting gezocht bij bestaande commissies of het Plaatselijk Belang. Dit heeft zowel voordelen voor de commissies als voor de gemeente.

5.2 De gemeente

De gemeente is formeel eigenaar van een speeltuin op openbare grond. De reden hiervoor is dat naar onze mening de verantwoordelijkheid voor het beheer van een speeltuin te zwaar is voor een vrijwilligersbestuur. Bovendien is de gemeente als eigenaar van de grond aansprakelijk. De gemeente inspecteert de toestellen op veiligheid. Ook reparatie en onderhoud zijn voor rekening van de gemeente.

 

De gemeente stelt een stappenplan op (zaaknummer 008664278) dat door de speeltuincommissie gebruikt kan worden bij (her) inrichting van een speeltuin. Dit stappenplan wordt ook door de uitvoeringsmedewerker gebruikt en zorgt voor duidelijkheid en een goede afstemming tussen gemeente en inwoners. Op deze manier worden alle benodigde stappen doorlopen en weet de commissie wanneer de gemeente ingeschakeld moet worden.

 

De gemeente is verantwoordelijk voor het groot onderhoud en voor de jaarlijkse inspecties. Groot onderhoud bestaat uit het repareren van toestellen waar mogelijk en noodzakelijk. Wanneer de kosten van de reparatie niet opwegen tegen het kopen van een nieuw toestel, wordt het toestel verwijderd. Dit is maatwerk en verschilt per toestel. Niet alleen speeltoestellen maar ook speelaanleidingen worden gecontroleerd op veiligheid. Daarnaast voert de gemeente drie keer per jaar een toezichtronde uit en houdt deze een logboek bij . Wanneer uit inspectie blijkt dat toestellen niet meer voldoen aan de veiligheidseisen, worden deze toestellen door de gemeente verwijderd. Dit doet de gemeente in overleg met de commissie.

 

De gemeente is transparant in de werkzaamheden die uitgevoerd moeten worden. De uitvoeringsmedewerker geeft daarom naar aanleiding van de inspecties aan welke werkzaamheden uitgevoerd moeten worden en wanneer dit gaat gebeuren.

 

De gemeente faciliteert in het onderlinge contact tussen de commissies en met de gemeente. Daarom richt de gemeente een online platvorm in waar alle partijen aan deel kunnen nemen. Daarnaast kan de gemeente jaarlijks een overleg tussen plaatselijk belang, speeltuincommissie en gemeente inplannen. Dit gebeurt in overleg en op basis van noodzaak en wens.

5.3 Speeltuinen

De inrichting van speeltuinen en het plaatsen van toestellen gebeurt in nauw overleg met de uitvoeringsmedewerker van de gemeente, die de plaatsing en inspectie organiseert. Het onderhoudsbudget van de gemeente is bepalend of er daadwerkelijk over kan worden gegaan tot plaatsing van een nieuw toestel. Voor elke nieuwe speeltuin wordt een gebruikersovereenkomst opgesteld tussen gemeente en speeltuincommissie, waarin de verantwoordelijkheden opgenomen worden.

 

De speeltuincommissies plaatsen alleen toestellen die gecertificeerd zijn en daarmee voldoen aan de wettelijke eisen. De commissies zijn vrij om zelf een leverancier uit te zoeken, mits voldaan wordt aan de relevante wet- en regelgeving.

 

De gemeente stimuleert natuurlijk spelen, waarbij geen gebruik wordt gemaakt van toestellen met een vaststaand doel maar juist een open einde. Dit houdt in dat, in plaats van toestellen, materialen kunnen worden gebruikt (zoals een boomstam, kruiptunnel etc.) die niet gecertificeerd zijn. Het is aan de uitvoeringsmedewerker van de gemeente om hierbij het risico in te schatten.

 

Elke speeltuin is rookvrij; dit wordt in de gebruikersovereenkomst meegenomen. De gemeente plaatst borden in elke speeltuin waarop aan wordt gegeven dat er sprake is van een rookvrije plek.

 

De gemeente stimuleert inclusieve speeltuinen en denkt mee over toestellen die geschikt zijn voor minder valide kinderen.

 

5.4 Financiën

De speeltuincommissies zijn verantwoordelijk voor het beheer van de eigen financiën. De gemeente stelt jaarlijks per speeltuin een vaststaande subsidie beschikbaar waar de speeltuincommissies aanspraak op kunnen maken door een online aanvraagformulier in te vullen. Deze subsidie bedraagt €250 per speeltuin. Binnen Opsterland zijn er plusminus 60 speeltuinen.

 

Wanneer een toestel door de gemeente afgekeurd wordt omdat deze niet meer aan de eisen voldoet, wordt deze door de gemeente verwijderd. Speeltuincommissies kunnen bij afgekeurde toestellen een basissubsidie krijgen, waarmee ze verschillende fondsen kunnen werven om het volledige bedrag te financieren. De hoogte van de subsidie is afhankelijk van de kosten van het te plaatsen toestel, en bedraagt nooit meer dan 20% en maximaal €2.000. Of de subsidie verstrekt kan worden is afhankelijk van de beschikbare financiële middelen.

 

Verder draagt de gemeente bij aan de speeltuinen door:

  • Grond beschikbaar te stellen aan de speeltuincommissie;

  • De grond voor te bereiden op de komst van de toestellen;

  • Groot onderhoud en reparaties aan de toestellen uit te voeren;

  • Een uitvoeringsmedewerker beschikbaar te stellen voor:

    • a)

      Het verstrekken van advies aan speeltuincommissies;

    • b)

      Het uitvoeren van de wettelijk verplichte inspecties.

Voor het oprichten van een speeltuin kan de gemeente overgaan op subsidiëring. De subsidie bedraagt maximaal 10% tot €4.000. Het is afhankelijk van de beschikbare financiële middelen of de subsidie verstrekt kan worden.

 

De gemeente stimuleert het organiseren van activiteiten in speeltuinen. Door het organiseren van activiteiten komen kinderen in beweging en ontmoeten ze leeftijdsgenootjes. Daarnaast wordt de sociale cohesie vergroot; dit is voor de leefbaarheid in de dorpen van groot belang. De gemeente stelt een subsidie beschikbaar voor het organiseren van activiteiten voor kinderen in en rond de speeltuinen. Een voorbeeld hiervan is een spelletjesmiddag.

 

5.5 Speeltuinen verwijderen

Als een speeltuin langer dan twee jaar onbeheerd is, heeft de gemeente het recht om de speeltuin te verwijderen. Ook na goed overleg met de speeltuincommissie kan worden overgegaan tot het opheffen van een speeltuin. Het is dan van belang dat de gemeente samen met de commissie andere mogelijkheden onderzocht heeft. Dit kan gedaan worden door middel van een brief waarop aangegeven wordt dat tenzij de commissie aangevuld wordt met nieuwe leden, de speeltuin wordt leeggehaald. Ook zou de gemeente een bord in de speeltuin kunnen plaatsen met deze tekst en een oproep tot aanmelding als vrijwilliger. Alleen in uiterste gevallen wordt een speeltuin leeggehaald; de gemeente streeft ernaar het huidige voorzieningenniveau op peil te houden.

 

Als toestellen afgekeurd zijn worden deze door de gemeente verwijderd. Op afgekeurde toestellen mag niet meer gespeeld worden door de kinderen.

 

5.6 Losse toestellen op gemeentegrond

Het is niet toegestaan voor inwoners om zonder overleg met de gemeente losse toestellen te plaatsen in gemeentegrond. Wanneer de gemeente gewezen wordt op losse toestellen in gemeentegrond, zal een brief worden verstuurd naar de buurtbewoners met het verzoek het toestel te verwijderen. Mocht hier niet op in worden gegaan dan verwijdert de gemeente het toestel na vier weken.

 

6. Regels

6.1 speeltuincommissies

 

Het initiatief voor en de organisatie van een speeltuin ligt bij onze speeltuincommissies. Bij initiatief voor een nieuwe speeltuin wordt aansluiting gezocht bij bestaande commissies.

 

  • 1.

    Deze commissies zijn verantwoordelijk voor:

    • a.

      De eigen financiën;

    • b.

      De inrichting van de speeltuin;

    • c.

      Het klein onderhoud aan de toestellen;

    • d.

      Wekelijkse controle aan de speeltuin;

    • e.

      De aanschaf van nieuwe toestellen.

6.2 Gemeente Opsterland

De gemeente is juridisch verantwoordelijk voor de speeltuinen, omdat de speeltuinen in gemeentegrond geplaatst worden.

 

  • 1.

    De gemeente is verantwoordelijk voor:

    • a.

      Het in orde brengen van de ondergrond voor de komst van een toestel;

    • b.

      Het onderhoud van de ondergrond van de speeltuinen;

    • c.

      Jaarlijkse inspectie van de toestellen en spelaanleidingen;

    • d.

      Rondsturen van het inspectierapport en zo nodig mondelinge toelichting;

    • e.

      Het drie keer per jaar uitvoeren van een controleronde;

    • f.

      Reparatie van en groot onderhoud aan de toestellen;

    • g.

      Het jaarlijks opstellen en rondsturen van een maaischema.

6.3 inrichting van speeltuinen

De speeltuinen worden (her) ingericht door de speeltuincommissies, in nauw overleg met de gemeente.

 

  • 1.

    De gemeente spant zich in om dit zo goed mogelijk te laten verlopen door:

    • a.

      Een stappenplan beschikbaar te stellen die commissie en gemeente gebruiken;

    • b.

      Een gebruikersovereenkomst voor elke speeltuin op te stellen;

    • c.

      Mee te denken bij de inrichting van de speeltuinen.

6.4 Financiën

In de basis zijn de speeltuincommissies verantwoordelijk voor de eigen financiën. De gemeente kiest ervoor om de speeltuincommissies te ondersteunen door:

 

  • 1.

    Voor elke speeltuin jaarlijks een subsidie te verstrekken van €250;

  • 2.

    Afhankelijk van de beschikbare middelen subsidie te verstrekken voor het vervangen van toestellen, maximaal 20% tot €2.000;

  • 3.

    Afhankelijk van de beschikbare middelen subsidie te verstrekken voor het inrichten van een nieuwe speeltuin, maximaal 10% tot €4.000;

  • 4.

    Een activiteitenbudget beschikbaar te stellen.

6.5 Toestellen verwijderen

De gemeente heeft het recht om toestellen te verwijderen indien:

 

  • 1.

    De speeltuin opgeheven wordt;

  • 2.

    Losse toestellen in gemeentegrond zijn geplaatst zonder overleg;

  • 3.

    Uit inspectie blijkt dat toestellen niet langer voldoen aan de veiligheidseisen;

  • 4.

    De commissie de gemaakte afspraken niet nakomt.

Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 12-05-2020.

Namens de burgemeester en wethouders,

de gemeentesecretaris,

Marjan van der Weij

de burgemeester,

Ellen van Selm

Naar boven