Gemeenteblad van Alkmaar
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Alkmaar | Gemeenteblad 2020, 127649 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Alkmaar | Gemeenteblad 2020, 127649 | Verordeningen |
Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Alkmaar houdende regels omtrent maatschappelijke ondersteuning (Nadere regels maatschappelijke ondersteuning Alkmaar 2020)
Hoofdstuk 3: Resultaten maatwerkvoorzieningen
Toelichting: Maatwerk voor behoud en versterking zelfredzaamheid en participatie
Iedere cliënt is in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor het voeren van regie op wonen, participatie en mobiliteit. Mocht de cliënt hiertoe niet in staat zijn, dan verstrekt het college een maatwerkvoorziening. Maatwerkvoorzieningen zijn altijd gericht op de unieke situatie van de individuele cliënt en zijn leefomgeving. Het college stelt in elk individueel geval vast of er sprake is van voorwaarden met betrekking tot het wel of niet verstrekken van een maatwerkvoorziening. Maatwerkvoorzieningen in de vorm van middelen of diensten kunnen in natura of in pgb worden verstrekt maar zijn altijd ondersteunend aan het uiteindelijke doel: behoud en zo mogelijk versterking van de zelfredzaamheid en participatie. De te bereiken resultaten en mogelijke voorwaarden bij een maatwerkvoorziening worden beschreven in de beschikking.
Er zijn 10 resultaatgebieden, die als leidraad dienen bij het gesprek met de cliënt en de mogelijkheid van een individuele maatwerkvoorziening:
Per resultaatgebied worden de te behalen resultaten geformuleerd. Binnen de resultaatgebieden kunnen verschillende subresultaten en/ of complexiteiten worden onderscheiden.
Artikel 3.1 Schoon en leefbaar huis
Schoon en leefbaar huis kent de volgende resultaten:
Artikel 3.2 Normaal gebruik van de woning (woonvoorzieningen)
Een woonvoorziening is een maatwerkvoorziening in de vorm van een woningaanpassing of een hulpmiddel gericht op het normale gebruik van de woning. Het normale gebruik van de woonruimte omvat de elementaire woonfuncties, de activiteiten die de gemiddelde bewoner in zijn woning in elk geval verricht. Het gaat daarbij om eten bereiden, slapen, lichaamsreiniging, essentiële huishoudelijke werkzaamheden, zoals kleding wassen, aan- en uitkleden en het wassen en verschonen van een geheel van zijn verzorger(s) afhankelijk kind. Voor een kind is spelen zonder gevaar voor de eigen gezondheid ook een elementaire woonfunctie.
Artikel 3.3. Zelfstandig en veilig wonen (individuele begeleiding thuis)
De mate van behoefte aan de benodigde individuele begeleiding bepaalt de complexiteit. De volgende complexiteiten worden onderscheiden:
Licht - Praktische ondersteuning en advies (steun in de rug)
De cliënt heeft moeite met het uitvoeren van activiteiten binnen de dagelijkse routine. Met stimulans en/ of toezicht is de cliënt in staat zichzelf goed te verzorgen en dagelijkse structuur aan te brengen. Er is geen noodzaak tot het daadwerkelijk overnemen van taken.
Zwaar - Bieden van overzicht en (tijdelijk) overnemen van de regie (op de rit zetten)
De cliënt is niet in staat tot het behouden van regie, zelfstandig plannen en uitvoeren van activiteiten binnen de dagelijkse routine. Zware ondersteuning wordt (tijdelijk) ingezet in de meest complexe situaties, met als doel verbetering of stabilisering van de huidige situatie. Er is noodzaak tot het overnemen van regie en het bieden van overzicht, maar ook oefenen en ondersteuning behoren tot de taken.
Artikel 3.4 Zinvolle daginvulling (dagbesteding op locaties)
Dagbesteding betreft begeleiding bij het uitvoeren van activiteiten in groepsverband. De cliënt kan geen gebruik maken van passende voorliggende voorzieningen. Dagbesteding omvat een professioneel begeleide structurele dagactiviteit met een welomschreven doel, waarbij de cliënt actief wordt betrokken en die hem zingeving en -waar mogelijk- perspectief op verbetering van zijn of haar huidige situatie verleent.
De mate van professionele ondersteuning en toezicht die de cliënt nodig heeft, bepaalt de complexiteit en de groepsgrootte. De volgende complexiteiten worden onderscheiden:
Zwaar - Compenserende daginvulling (permanent toezicht en ondersteuning)
De cliënt heeft intensieve ondersteunings- en/ of verzorgingsbehoefte vanwege gedragsproblemen en heeft sterk verminderde zelfregie. De cliënt is weinig tot niet in staat tot adequate communicatie en de cliënt beschikt niet (meer) over het vermogen om vaardigheden te leren.
Als de cliënt niet zelf naar de dagbesteding kan komen, of kan worden gebracht, kan vervoer geïndiceerd worden. Dit kan zijn vervoer zonder rolstoel, of vervoer met rolstoel als de klant rolstoel gebonden is. Vervoer wordt per etmaal afgegeven. De regiotaxi mag niet worden ingezet voor vervoer naar en van de dagbesteding.
Cliënten met een indicatie voor Beschermd thuis wonen zelfstandig in een eigen (kamer-), huur- of koopwoning of in een verdienwoning, waarbij zij beschikken over eigen voorzieningen, zoals sanitair en keukenblok. Zij wonen op een plek waar zij kunnen blijven wonen, als de hulp en ondersteuning niet meer geleverd hoeven te worden. De huur die zij betalen kan in aanmerking komen voor huurtoeslag.
Beschermd wonen bestaat uit het binnen een accommodatie van een instelling bieden van onderdak, 16 tot 24-uurs toezicht, begeleiding en eventueel aangevuld met zinvolle daginvulling aan personen met een psychische/ psychiatrische aandoening en is erop gericht de cliënt zo zelfstandig mogelijk aan de maatschappij te laten deelnemen en het proces van herstel te bevorderen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen twee hoofdresultaten:
Cliënten met een indicatie voor Beschermd wonen, wonen beschermd en veilig binnen de accommodatie van een instelling van zorgaanbieder, waarbij zij beschikken over een ingerichte kamer/ appartement met eigen voorzieningen, zoals sanitair en keukenblok. Verblijf op basis van een gebruiksovereenkomst of wonen op basis van een huurovereenkomst valt hier niet onder.
Binnen begeleiding worden de volgende complexiteiten onderscheiden:
Beschermd wonen met intensieve begeleiding
De cliënt heeft een complexe psychiatrische aandoening en heeft daardoor intensieve begeleiding nodig. De cliënt heeft een structuur en toezicht biedende beschermende woonomgeving nodig, die deels een besloten karakter kan hebben. Er is ondersteuning van taken op alle levensterreinen nodig inclusief hulp vanwege (somatische) gezondheidsbeperkingen.
Beschermd wonen met intensieve begeleiding en gedragsregulering
De cliënt heeft door een complexe psychiatrische aandoening intensieve zorg en begeleiding nodig. De woonomgeving moet veel structuur, veiligheid en bescherming bieden en kan deels een besloten karakter hebben. De cliënt heeft ondersteuning en overname van taken op alle levensterreinen nodig. De cliënt is nauwelijks in staat sociale relaties te onderhouden en de dag in te vullen.
Als de cliënt niet zelf naar de locatie waar dagbesteding wordt gegeven kan komen, of kan worden gebracht, kan vervoer geïndiceerd worden. Dit kan zijn vervoer zonder rolstoel, vervoer met rolstoel als de cliënt rolstoelgebonden is. Vanwege het standaard aantal dagdelen dagbesteding hoeft er geen keuze gemaakt te worden in het aantal vervoersmomenten.
Artikel 3.8 Persoonlijke mobiliteit
Cliënt is in staat zich op een veilige en verantwoorde wijze te verplaatsen.
Het college beoordeelt periodiek de voortgang van de inzet van de ondersteuning. Hiertoe levert de zorgverlener op verzoek een verslag in van de activiteiten waarop beoordeeld kan worden of de ondersteuning beantwoordt aan de beoogde resultaten en bijdraagt aan de participatie en zelfredzaamheid van de pgb-houder en, zo nodig, zijn sociale netwerk. In dit verslag is tevens opgenomen of de ondersteuning adequaat, veilig, doelmatig en cliëntgericht is.
Artikel 4.3 Beheer van het pgb
Als de pgb-houder niet zelf het pgb kan beheren is het mogelijk een vertegenwoordiger aan te stellen die het pgb beheert. De vertegenwoordiger kan een wettelijk vertegenwoordiger zijn of een gemachtigde. Om het pgb te kunnen beheren wordt bij de pgb-houder of vertegenwoordiger/ gemachtigde getoetst aan de hand van de volgende criteria:
Hoofdstuk 5: Overige bepalingen
Artikel 5.1 Inwerkingtreding, overgangsrecht en citeertitel
Besluiten, genomen krachtens de Nadere regels maatschappelijke ondersteuning Alkmaar 2017 en die gelden op het moment van inwerkingtreding van deze Nadere regels maatschappelijke ondersteuning Alkmaar 2020 blijven van kracht tot aan het moment dat zij van rechtswege vervallen, worden herzien, ingetrokken of beëindigd.
Op een aanhangig bezwaarschrift tegen een besluit dat is genomen voor de inwerkingtreding van deze nadere regels, wordt beslist met inachtneming van het bepaalde in de Nadere regels maatschappelijke ondersteuning Alkmaar 2017. Deze nadere regels worden aangehaald als: Nadere regels maatschappelijke ondersteuning Alkmaar 2020.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2020-127649.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.