Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldenzaal houdende regels omtrent jeugdhulp (Besluit jeugdhulp gemeente Oldenzaal 2020)

Het college van burgemeester en wethouders van Oldenzaal;

 

gelet op het bepaalde in artikel 18, tweede lid, van de Verordening uitvoering Jeugdwet gemeente Oldenzaal 2020;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen het Besluit Jeugdhulp gemeente Oldenzaal 2020

 

Hoofdstuk 1 - Begripsomschrijvingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1.

    In dit besluit wordt verstaan onder:

    • a.

      PGB: een persoonsgebonden budget;

    • b.

      budgethouder: cliënt aan wie een PGB is toegekend;

    • c.

      verordening: Verordening jeugdhulp gemeente Oldenzaal 2019.

  • 2.

    Alle begrippen die in dit besluit worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de wet, het landelijke Uitvoeringsbesluit jeugdhulp, de Algemene wet bestuursrecht en de verordening.

Hoofdstuk 2 - Vorm individuele voorziening

Artikel 2. Vorm

  • 1.

    Een individuele voorziening kan worden verstrekt in natura of als PGB.

  • 2.

    Naturaverstrekking is het uitgangspunt; een PGB kan alleen worden verstrekt op verzoek van de cliënt.

Artikel 3. Aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag voor een individuele voorziening kan pas worden gedaan nadat het onderzoek als bedoeld in artikel 8 van de verordening is uitgevoerd.

  • 2.

    Een individuele voorziening in de vorm van zorg in natura of PGB kan worden aangevraagd door middel van een door het college vastgesteld aanvraagformulier of een ondertekend plan.

Hoofdstuk 3 - Gebruikelijke zorg

Artikel 4. Gebruikelijke zorg

  • 1.

    Geen individuele voorziening wordt verstrekt voor zover de cliënt in staat is om met gebruike-lijke zorg een oplossing te vinden voor de hulpvraag.

  • 2.

    Aan de hand van de beleidsregels indicatiestelling AWBZ kan worden getoetst of er sprake is van gebruikelijke zorg.

Hoofdstuk 4 - Naturaverstrekking

Artikel 5. Keuzevrijheid aanbieders

  • 1.

    Indien het college meerdere aanbieders heeft gecontracteerd voor het leveren van een bepaalde voorziening in natura, wordt de belanghebbende de mogelijkheid geboden hieruit een aanbieder te kiezen.

  • 2.

    De tarieven behorende bij de voorzieningen genoemd in het eerste lid staan vermeld in bijlage 1 en worden jaarlijks geactualiseerd en gepubliceerd.

Hoofdstuk 5 - Persoonsgebonden budget

Artikel 6. Voorwaarden PGB

  • 1.

    Alvorens een PGB toe te kennen toetst het college of aan de volgende voorwaarden is voldaan:

    • a.

      indien de cliënt niet voldoende in staat is tot een redelijke waardering van hun belangen, dan kan iemand uit het sociale netwerk, dan wel een curator, bewindvoerder, mentor, gemachtigde, gecertificeerde instelling of aanbieder van gesloten jeugdhulp hem daarin bijstaan;

    • b.

      voldoende is gemotiveerd dat een individuele voorziening in natura niet passend wordt geacht; en

    • c.

      gewaarborgd is dat de voorziening die met het PGB betaald wordt, van goede kwaliteit is en in redelijkheid geschikt voor het doel waarvoor het PGB wordt verstrekt.

  • 2.

    Is niet aan de in het eerste lid genoemde voorwaarden voldaan, dan komt de cliënt niet in aanmerking voor een PGB.

Artikel 7. Weigeringsgronden

  • 1.

    Het college weigert een PGB te verstrekken voor zover de kosten hiervan hoger zijn dan de kosten van de individuele voorziening in natura.

  • 2.

    Het college weigert een PGB te verstrekken indien het college eerder een beslissing heeft herzien of ingetrokken omdat:

    • a.

      de cliënt onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beslissing zou hebben geleid;

    • b.

      de cliënt niet heeft voldaan aan de aan de individuele voorziening of het PGB verbonden voorwaarden;

    • c.

      de cliënt het PGB niet of voor een ander doel heeft gebruikt dan waarvoor het is bestemd;

Artikel 8. Verplichtingen PGB

Bij de verlening van een PGB gelden de volgende verplichtingen:

  • 1.

    De budgethouder besteedt het PGB binnen 6 maanden na toekenning ten behoeve van het doel waarvoor het is verstrekt, tenzij het college schriftelijk heeft ingestemd met een langere periode;

  • 2.

    de budgethouder besteedt het PGB uitsluitend aan een passende individuele voorziening en de daarmee gepaard gaande noodzakelijke kosten;

  • 3.

    de budgethouder zorgt voor een goede en controleerbare administratie en houdt deze gedurende 5 jaar beschikbaar vanaf de ingangsdatum van de toekenning van het PGB;

  • 4.

    De budgethouder verantwoordt desgevraagd de besteding van het PGB. In de beschikking wordt vermeld wat de budgethouder, voor zover van toepassing, aan het college verstrekt, zoals:

    • a.

      de offerte voor de aangeschafte voorziening;

    • b.

      een opdrachtbevestiging;

    • c.

      een urenverantwoording;

    • d.

      een kopie van de arbeidsovereenkomst;

    • e.

      overige bescheiden die het college voor de verantwoording noodzakelijk acht.

Artikel 9. Hoogte PGB

  • 1.

    Het tarief voor een PGB:

    • a.

      is gebaseerd op een door de cliënt opgesteld plan over hoe het PGB wordt besteed;

    • b.

      is toereikend om effectieve en kwalitatief goede zorg in te kopen, en;

      bedraagt ten hoogste 90% van de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate voorziening in natura bij inzet van professionele hulp.

  • 2.

    De hoogte van een PGB voor ondersteuning in de vorm van dienstverlening uit het sociale netwerk dan wel door een niet-professionele hulpverlener, wordt in afwijking van het bepaalde in het eerste lid vastgesteld conform de door de VNG geadviseerde tarieven (Ledenbrief VNG, 15 mei 2014).

  • 3.

    Voor de hoogte van de vastgestelde tarieven wordt verwezen naar bijlage 1. De tarieven worden jaarlijks geactualiseerd en gepubliceerd.

  • 4.

    Indien met ondersteuning wordt ingekocht bij een professionele hulpverlener en op grond van bijzondere omstandigheden het PGB als bedoeld in het eerste lid niet voldoende wordt geacht, kan het PGB worden vastgesteld op het tarief dat geldt voor zorg in natura.

Hoofdstuk 6 - Bijdrage in de kosten

Artikel 10. Ouderbijdrage

  • 1.

    Er is geen ouderbijdrage verschuldigd. In de Jeugdwet was geregeld dat ouders een ouderbijdrage moesten betalen als hun kind jeugdhulp met verblijf kreeg (verblijf buiten het gezin). Bijvoorbeeld bij pleegzorg of verblijf in een jeugdhulpinstelling. Deze ouderbijdrage is echter per 1 januari 2016 uit de wet geschrapt.

Hoofdstuk 7 - Inlichtingenplicht en controle

Artikel 11. Inlichtingenplicht

De cliënt doet het college op verzoek of onverwijld, doch in ieder geval binnen 14 werkdagen uit eigen beweging melding van alle feiten en omstandigheden waarvan hen redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van de beslissing tot toekenning van de individuele voorziening of het PGB.

Artikel 12. Controle

De controle van het persoonsgebonden budget als bedoeld in artikel 12 van de verordening vindt in ieder geval als volgt plaats:

  • 1.

    De verantwoording van een PGB door de budgethouder aan het college vindt jaarlijks plaats, na afloop van de verstrekking dan wel na afloop van enig kalenderjaar.

  • 2.

    Bij de verantwoording na afloop van enig kalenderjaar wordt de budgethouder gevraagd bin-nen vier weken de uitgaven te verantwoorden.

  • 3.

    Bij ondersteuning door derden blijft de budgethouder verantwoordelijk voor een correcte be-steding van het PGB.

  • 4.

    Indien in een periode geen hulp wordt verleend bestaat, net als bij zorg in natura, gedurende die periode geen recht op een PGB.

  • 5.

    Als blijkt dat het PGB tot een te hoog bedrag is betaald, vindt verrekening plaats door middel van inhouding op het voorschot in het nieuwe jaar.

Hoofdstuk 8 - Slotbepalingen

Artikel 13. Hardheidsclausule

In gevallen de uitvoering van dit besluit betreffend, waarin dit besluit niet voorziet, besluit het

college.

Artikel 14. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2020, onder gelijktijdige intrekking van het Besluit Jeugdhulp Oldenzaal 2019.

  • 2.

    Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit jeugdhulp gemeente Oldenzaal 2020.

Vastgesteld in de vergadering van 12 mei 2020,

het college van burgemeester en wethouders

de secretaris

de burgemeester

Bijlage 1 Tarieven voorzieningen 2020

 

Voorziening

ZIN

PGB

Professional

(90% ZIN)

PGB

niet professional

Eenheid

Individuele ondersteuning

Ondersteuningsbehoefte 1 a

O1AIJ

€ 0,79

€ 0,71

€ 0,34

per minuut

Ondersteuningsbehoefte 1 b

O1BIJ

€ 0,84

€ 0,76

€ 0,34

per minuut

Ondersteuningsbehoefte 1 c

O1CIJ

€ 0,92

€ 0,83

€ 0,34

per minuut

Ondersteuningsbehoefte 2 a

O2AIJ

€ 0,92

€ 0,83

€ 0,34

per minuut

Ondersteuningsbehoefte 2 b

O2BIJ

€ 0,97

€ 0,87

€ 0,34

per minuut

Ondersteuningsbehoefte 2 c

O2CIJ

€ 1,05

€ 0,95

€ 0,34

per minuut

Ondersteuningsbehoefte 3 a

O3AIJ

€ 1,21

€ 1,09

€ 0,34

per minuut

Ondersteuningsbehoefte 3 b

O3BIJ

€ 1,29

€ 1,16

€ 0,34

per minuut

Ondersteuningsbehoefte 3 c

O3CIJ

€ 1,30

€ 1,17

€ 0,34

per minuut

Ondersteuningsbehoefte 4 a

O4AIJ

€ 1,66

€ 1,49

€ 0,34

per minuut

Ondersteuningsbehoefte 4 b

O4BIJ

€ 1,69

€ 1,52

€ 0,34

per minuut

Ondersteuningsbehoefte 4 c

O4CIJ

€ 1,88

€ 1,69

€ 0,34

per minuut

 

 

 

 

 

Groepsgerichte ondersteuning

Ondersteuningsbehoefte 1 a

O1AGJ

€ 57,97

€ 52,17

*)

per dagdeel

Ondersteuningsbehoefte 1 b

O1BGJ

€ 60,90

€ 54,81

*)

per dagdeel

Ondersteuningsbehoefte 1 c

O1CGJ

€ 65,74

€ 59,17

*)

per dagdeel

Ondersteuningsbehoefte 2 a

O2AGJ

€ 65,26

€ 58,73

*)

per dagdeel

Ondersteuningsbehoefte 2 b

O2BGJ

€ 68,66

€ 61,79

*)

per dagdeel

Ondersteuningsbehoefte 2 c

O2CGJ

€ 73,55

€ 66,20

*)

per dagdeel

Ondersteuningsbehoefte 3 a

-

-

-

Ondersteuningsbehoefte 3 b

-

-

-

Ondersteuningsbehoefte 3 c

O3CGJ

€ 135,42

€ 121,88

*)

per dagdeel

Ondersteuningsbehoefte 4 a

-

-

-

Ondersteuningsbehoefte 4 b

-

-

-

Ondersteuningsbehoefte 4 c

-

-

-

 

 

 

 

 

 

Ambulante spoedhulp

Ondersteuningsbehoefte 3 b

O3BSJ

€ 1,35

€ 1,22

-

per minuut

Ondersteuningsbehoefte 3 c

O3CSJ

€ 1,37

€ 1,23

-

per minuut

 

 

 

 

 

 

Enkelvoudige ernstige dyslexie (EED)

Behandeling

ODBIJ

€ 1,53

€ 1,38

-

per minuut

Diagnostiek

ODDIJ

€ 1,56

€ 1,40

-

per minuut

 

 

 

 

 

Medicatiecontrole

Ondersteuningsbehoefte 4 e

O4EIJ

€ 2,97

€ 2,67

-

per minuut

 

 

 

 

 

 

Module wonen en verblijf

Dakje 0-A

DKOAJ

€ 42,46

€ 38,21

-

per etmaal

Dakje 0-B

DKOBJ

€ 123,40

€ 111,06

-

per etmaal

Dakje 1

DK1IJ

€ 71,98

€ 64,78

*)

per etmaal

Dakje 2

DK2IJ

€ 123,40

€ 111,06

-

per etmaal

Dakje 3

DK3IJ

€ 174,81

€ 157,33

-

per etmaal

 

 

 

 

 

Module maatregelhulp*

-

-

-

-

 

 

 

 

 

Beschikbaarheidsvoorzieningen*

-

-

-

-

 

* Maatregelhulp en beschikbaarheidsvoorzieningen worden door middel van subsidies vanuit de regio gefinancierd.

*) Op grond van de ministeriele regeling van 27 november 2018 (kenmerk 1431181-182536-WJZ) en artikel 12 lid 5 van de verordening bedraagt deze vergoeding voor niet-professionele hulp c.q. hulp uit het sociale netwerk € 141,00 per kalendermaand waarin de voorziening geleverd wordt.

 

 

 

Naar boven