Subsidieregeling inwonersinitiatieven

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Apeldoorn,

 

gelet op Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht, de Algemene subsidieverordening gemeente Apeldoorn, de strategische visie zoals omschreven in het bestuursakkoord en de Kadernota Algemene Voorzieningen 2021-2024 met de kaders voor de formele en informele sociale basisinfrastructuur van Apeldoorn.

 

overwegende dat het wenselijk is inwoners die zich inzetten voor het verbeteren van de sociale en fysieke leefomgeving hierbij te ondersteunen. Dat met de inzet van deze regeling en de initiatievenmakelaar het college inwonersinitiatieven intern kanaliseert, de weg wijst en zo nodig ondersteunt zodat zij zich kunnen ontplooien en het college kunnen uitdagen.

 

Besluit vast te stellen de Subsidieregeling inwonersinitiatieven

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsomschrijving

  • 1.

    Tenzij in deze regeling uitdrukkelijk anders wordt vermeld, gelden de voorwaarden en bepalingen van de Algemene subsidieverordening gemeente Apeldoorn.

    • a.

      Voor toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

    • b.

      Asv: de Algemene subsidieverordening gemeente Apeldoorn 2014;

    • c.

      Awb: Algemene wet bestuursrecht;

    • d.

      Business case: een document waarin de zakelijke afweging om een gemeentelijke taak over te nemen beschreven wordt;

    • e.

      Gebiedsmonitor: door de gemeente verzamelde en online openbaar beschikbaar gestelde data over een gebied in de gemeente Apeldoorn;

    • f.

      Inwonersinitiatief: een initiatief van een natuurlijk- of rechtspersoon gericht op het verbeteren van de sociale en/of fysieke leefomgeving;

    • g.

      Right to Challenge initiatief: het uitdagen van de gemeente om een gemeentelijke taak van de gemeente over te nemen, al dan niet met bijhorend budget, als deze taak beter en/of goedkoper uitgevoerd kan worden;

    • h.

      Vitaliteitsagenda: een vastgestelde agenda met de voor het vitaal maken of houden van een gebied relevante thema’s -fysiek en sociaal- en bijbehorende vastgestelde maatregelen;

    • i.

      Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning.

 

 

Artikel 1.2 Doelstelling

Het doel van deze subsidieregeling is:

  • 1.

    Het stimuleren van inwonersinitiatieven die gericht zijn op het verbeteren van de sociale en/of fysieke leefomgeving.

  • 2.

    Het stimuleren van het opstarten van een Right to Challenge initiatief.

 

Artikel 1.3 Subsidieplafond

  • 1.

    Het college stelt voor initiatieven als bedoeld in artikel 2.2, 2.3 en 3.1 jaarlijks een subsidieplafond vast onder voorbehoud van het vaststellen van de Meerjaren Programmabegroting door gemeenteraad.

  • 2.

    Het plafond voor initiatieven als bedoeld in artikel 2.3 wordt evenredig verdeeld over twee subsidierondes per jaar. Het geld dat in de eerste ronde niet wordt besteed wordt toegevoegd aan de tweede ronde of aan het plafond voor de initiatieven als bedoeld in artikel 2.2 of artikel 3.1.

 

Hoofstuk 2 Inwonersinitiatieven

 

 

Artikel 2.1 Criteria

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor een initiatief dat:

    • a.

      past in de lijn van de vitaliteitsagenda voor het gebied waar het initiatief plaatsvindt of aansluit bij het beeld dat naar voren komt uit de gebiedsmonitor;

    • b.

      past binnen de strategische visie zoals omschreven in het bestuursakkoord van de gemeente Apeldoorn;

    • c.

      geen louter persoonlijk, individueel of bedrijfsmatig oogmerk kent;

    • d.

      aantoonbaar maatschappelijk draagvlak heeft;

    • e.

      past in het kader voor de algemene voorzieningen; de formele en informele sociale basisinfrastructuur van Apeldoorn;

    • f.

      past binnen het door de gemeenteraad of het college vastgestelde beleid.

  • 2.

    De inwonersinitiatieven waarvoor subsidie kan worden verleend worden verdeeld in de volgende categorieën:

    • a.

      Initiatieven t/m € 2.500,00

    • b.

      Initiatieven van meer dan € 2.500,00

  • 3.

    Voor inwonersinitiatieven die activiteiten met zich meebrengen die langer dan één jaar doorlopen kan voor maximaal drie jaar subsidie worden verleend.

 

Artikel 2.2 Subsidieaanvraag initiatieven t/m € 2.500,00

  • 1.

    Het college kan op aanvraag aan een rechtspersoon of een natuurlijk persoon subsidie verstrekken voor een initiatief t/m € 2.500,00 per aanvraag.

  • 2.

    De aanvraag wordt ingediend op een daarvoor ter beschikking gesteld aanvraagformulier.

  • 3.

    Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst, waarbij als datum van ontvangst geldt de dag waarop de aanvraag volledig is.

  • 4.

    Indien het subsidieplafond wordt bereikt op een dag waarop er meerdere volledige aanvragen binnenkomen, wordt de volgorde van binnenkomst bepaald door middel van loting.

  • 5.

    De subsidieaanvraag dient vergezeld te gaan van een plan waarin in ieder geval het volgende beschreven staat:

    • a.

      een beschrijving en begroting van het initiatief. De begroting bevat tevens een opgave van de bijdragen van derden en de eigen investering, zowel financieel als eigen inzet;

    • b.

      welke doelgroep en welk maatschappelijk doel bereikt gaat worden;

    • c.

      in welke mate het initiatief maatschappelijk gedragen wordt onder bijvoeging van documentatie waaruit dit blijkt;

    • d.

      in welke mate aantoonbaar inspanning is gedaan om op andere wijze financiering voor het initiatief te krijgen.

 

Artikel 2.3 Subsidieaanvraag initiatieven van meer dan € 2.500,00

  • 1.

    Het college op aanvraag aan een rechtspersoon of een natuurlijk persoon subsidie verstrekken voor een initiatief van meer dan € 2.500,00.

  • 2.

    De aanvraag dient voor de navolgende uiterlijke indieningsdatum per ronde te worden ingediend op een daarvoor ter beschikking gesteld aanvraagformulier.

    • a.

      ronde 1: uiterlijk 31 december van het kalenderjaar voorafgaand aan ronde 1.

    • b.

      ronde 2: uiterlijk 31 mei.

  • 3.

    In afwijking van het tweede lid geldt voor initiatieven in kalenderjaar 2020 één aanvraagronde. De aanvraag dient voor 1 september 2020 te worden ingediend op een daarvoor ter beschikking gesteld aanvraagformulier.

  • 4.

    Het college kan per kalenderjaar besluiten tot een extra aanvraagronde.

  • 5.

    De subsidieaanvraag dient vergezeld te gaan van een plan waarin in ieder geval het volgende beschreven staat:

    • a.

      een beschrijving en begroting van het initiatief. De begroting bevat tevens een opgave van de bijdragen van derden en de eigen investering, zowel financieel als eigen inzet;

    • b.

      welke doelgroep en welk maatschappelijk doel bereikt gaat worden;

    • c.

      in welke mate het initiatief maatschappelijk gedragen wordt onder bijvoeging van documentatie waaruit dit blijkt;

    • d.

      d. in welke mate aantoonbaar inspanning is gedaan om op andere wijze financiering voor het initiatief te krijgen.

    • e.

      met welke bewoners of organisaties wordt samengewerkt.

  • 6.

    Het college beslist op de aanvragen binnen zes weken na ieder sluitingsdatum per ronde.

 

Artikel 2.4 Aanvullende criteria subsidieaanvragen van meer dan € 2.500,00

  • 1.

    Indien toewijzing van alle aanvragen die voor een ronde zijn ingediend en voldoen aan de criteria genoemd in artikel 2.1 van deze regeling leidt tot een overschrijding van het subsidieplafond worden deze aanvragen gerangschikt aan de hand van de navolgende criteria:

    • a.

      De mate waarin in de aanvraag het maatschappelijk draagvlak voor het initiatief aannemelijk is gemaakt.

    • b.

      De mate waarin uit de aanvraag blijkt dat het initiatief vernieuwend en aanvullend is op het huidige aanbod.

    • c.

      De mate waarin uit de aanvraag blijkt dat initiatief bijdraagt aan het vergroten van de zelfredzaamheid en de participatie (inclusie) en/of de gezondheid van inwoners met een ondersteuningsbehoefte (versterken eigen kracht).

    • d.

      De mate waarin de aanvraag een positieve bijdrage levert aan de onderwerpen in de Vitaliteitsagenda en/of het beeld dat uit de gebiedsmonitor voor het gebied naar voren komt.

  • 2.

    Per criterium kunnen 0-4 punten worden gehaald, waarbij geldt: 0:onvoldoende, 1:matig, 2: voldoende, 3:goed, 4:uitstekend. De aanvragen worden gehonoreerd op basis van de rangschikking tot het subsidieplafond is bereikt.

  • 3.

    Indien er een gelijke totaalscore ontstaat, wordt van deze subsidieaanvragen de subsidieaanvraag met de meest behaalde punten op het criterium a. aangemerkt als hoogste in rangorde. Indien de totaalscore lager is dan 4 kan de aanvraag worden geweigerd.

 

Artikel 2.5 Adviescommissie

  • 1.

    Het college wordt bij de beoordeling van de subsidieaanvragen als bedoeld in artikel 2.3 geadviseerd door een ambtelijke adviescommissie.

  • 2.

    De commissie heeft tot taak:

    • a.

      het toetsen van de subsidieaanvragen aan de criteria zoals genoemd in artikel 2.1;

    • b.

      het rangschikken van de subsidieaanvragen aan de hand van de aanvullende criteria zoals genoemd in artikel 2.4 indien toewijzing van de subsidieaanvragen leidt tot overschrijding van het subsidieplafond;

    • c.

      het formuleren van een advies aan het college.

  • 3.

    De commissie bestaat uit drie leden, te weten een stadsdeelmanager, een ambtenaar Sociaal Domein en een ambtenaar Fysiek Domein. De adviescommissie wordt door het college voor een periode van drie jaar benoemd. Deze benoemingsperiode kan één keer met drie jaar verlengd worden.

  • 4.

    De adviezen van de adviescommissie gaan vergezeld van een deugdelijke motivering.

  • 5.

    De commissie verricht haar taak onpartijdig en zonder vooringenomenheid.

  • 6.

    Een lid van de adviescommissie neemt niet deel aan de voorbereiding en vaststelling van een advies, indien hij een persoonlijk belang heeft bij de subsidieverlening.

  • 7.

    De adviescommissie wordt ondersteund door de Initiatievenmakelaar en stelt haar eigen werkwijze schriftelijk vast.

 

Artikel 2.6 Subsidiabele kosten

  • 1.

    Alle kosten die redelijkerwijs direct zijn toe te rekenen aan een initiatief als bedoeld in artikel 2.2 en 2.3 zijn subsidiabel.

  • 2.

    Niet subsidiabel zijn de volgende kosten:

    • a.

      Kosten van catering en/of consumpties, tenzij deze kosten nodig zijn om uitsluiting te voorkomen en/of het doel van het initiatief te bereiken.

    • b.

      Structurele huisvestingskosten.

    • c.

      Structurele kosten voor beheer en onderhoud van onroerend goed.

    • d.

      Kosten in de vorm van geldelijke vrijwilligersvergoeding.

    • e.

      Niet noodzakelijke en bovenmatige kosten.

 

Artikel 2.7 Verplichtingen subsidieontvanger

Het college kan, in aanvulling op de artikelen 11 en 12 van de Asv, aan de subsidieontvanger de volgende verplichtingen opleggen:

  • a.

    Het initiatief wordt bekendgemaakt via de voor de buurt of doelgroep geëigende communicatiekanalen;

  • b.

    De subsidieontvanger draagt zorg voor de vergunningen, ontheffingen en overige toestemmingen die nodig zijn voor de uitvoering van het initiatief;

  • c.

    Bij de publiciteit over het initiatief wordt vermeld dat het initiatief (mede) tot stand is gekomen door een subsidie op grond van de subsidieregeling inwonersinitiatieven;

  • d.

    Het initiatief moet binnen één jaar na datum van subsidieverlening worden uitgevoerd.

 

Artikel 2.8 Weigeringsgronden

Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid en 4:35 van de Awb en artikel 9 van de Asv kan subsidieverlening worden geweigerd als:

  • a.

    De aanvraag niet voldoet aan de criteria zoals genoemd in artikel 2.1 van deze regeling;

  • b.

    De aanvraag wordt gedaan voor een initiatief die naar het oordeel van het college reeds in voldoende mate wordt uitgevoerd door anderen;

  • c.

    Voor het initiatief niet of onvoldoende inspanning is verricht om cofinanciering, zoals crowdfunding, te organiseren;

  • d.

    Het initiatief onvoldoende toegankelijk is;

  • e.

    De aanvraag een initiatief betreft waarvoor al eerder subsidie is verleend;

  • f.

    Er geen sprake is van eigen inzet, in de vorm van geld, natura of eigen capaciteit;

  • g.

    De ingediende begroting een onbetrouwbare financiële basis;

  • h.

    Het initiatief al uitgevoerd is op het moment van indiening van de aanvraag;

  • i.

    Het een initiatief betreft waarvoor op grond van een andere gemeentelijke regeling subsidie wordt of kan worden verleend.

 

Artikel 2.9 Subsidievaststelling

  • 1.

    Voor vaststelling van een subsidie als bedoeld in artikel 2.2 is artikel 17 van de Asv van toepassing.

  • 2.

    Voor vaststelling van een subsidie als bedoeld in artikel 2.3 dient de subsidieontvanger binnen twaalf weken na uitvoering van het initiatief een aanvraag tot vaststelling in. De aanvraag wordt ingediend op een daarvoor ter beschikking gesteld aanvraagformulier en gaat vergezeld van:

    • a.

      een inhoudelijk verslag waaruit in ieder geval blijkt:

      • In welke mate het initiatief is uitgevoerd en verplichtingen zijn nagekomen;

      • Wat de effecten van het initiatief zijn geweest.

    • b.

      een financiële verantwoording zoals vastgelegd in de beschikking tot subsidieverlening.

 

Artikel 2.10 Voorschot

Aan de subsidieontvanger wordt een eenmalig voorschot van 100% van het verleende subsidiebedrag uitbetaald, tenzij in de beschikking tot subsidieverlening anders is bepaald.

 

Hoofdstuk 3 Het opstarten van een Right to Challenge initiatief

 

 

Artikel 3.1 De aanvraag

  • 1.

    Het college kan op aanvraag van een rechtspersoon zonder winstoogmerk of een georganiseerd collectief van inwoners die geen formele rechtsvorm hebben een subsidie tot maximaal € 5.000,00 verstrekken voor het opstellen van een businesscase voor een Right to Challenge initiatief.

  • 2.

    Voorafgaand aan het indienen van een subsidieaanvraag dient er een vooroverleg in de vorm van een quick scan plaats te vinden om een voorlopig oordeel te geven naar de haalbaarheid van het Right to Challenge initiatief. Het verzoek om een quick scan wordt bij het college ingediend op het daarvoor ter beschikking gestelde quick scan formulier.

  • 3.

    Bij de quick scan wordt het Right to Challenge initiatief getoetst aan de onderstaande criteria. Het college kan in ieder geval afzien van overname van een gemeentelijke taak indien:

    • a.

      Overname van de gemeentelijke taak strijdig is met wet- en regelgeving en de aard van de taak verzet tegen het overnemen van deze taak.

    • b.

      b. Indien in een autonome verordening of medebewindswetgeving voor de uitvoering van de gemeentelijke taak bevoegdheden aan het college zijn toegekend zonder beleidsvrijheid tot overname van die gemeentelijke taak.

    • c.

      De bescherming van belangen van derden door overname van de gemeentelijke taak in het geding kunnen komen.

    • d.

      De gemeentelijke taak naar het oordeel van het college reeds in voldoende mate wordt uitgevoerd door anderen.

  • 4.

    Na afronding van de quick scan kan het verzoek om quick scan als aanvraag in de zin van de Awb beschouwd worden.

 

Artikel 3.2 Eisen aan de businesscase

De businesscase dient te voldoen aan de eisen als genoemd in bijlage 1 van deze regeling.

 

Artikel 3.3 Weigeringsgronden

De subsidieverlening ten behoeve van de bussinescase kan worden geweigerd als:

  • a.

    De quick scan uitwijst dat het Right to Challenge initiatief zich niet leent voor overname van een gemeentelijke taak op grond van de criteria als genoemd in artikel 3.1, derde lid.

  • b.

    Er geen sprake is van eigen inzet, in de vorm van geld, natura of eigen capaciteit;

  • c.

    De ingediende begroting voor de bussinescase een onbetrouwbare financiële basis heeft;

  • d.

    De businesscase al uitgevoerd is op het moment van indiening van de aanvraag.

 

Artikel 3.4 Subsidiabele kosten

Alle kosten die redelijkerwijs direct zijn toe te rekenen aan het opstellen van een bussinescase zijn subsidiabel.

 

Artikel 3.5 Subsidieverlening en ambtshalve vaststelling

  • 1.

    De beschikking tot subsidieverlening vermeldt de termijn waarbinnen de bussinescase moet zijn afgerond en de termijn waarbinnen de subsidie ambtshalve wordt vastgesteld.

  • 2.

    Aan de subsidieontvanger wordt een voorschot van 100% van het verleende subsidiebedrag uitbetaald.

 

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

 

 

Artikel 4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Het college kan in, bijzondere gevallen, afwijken van één of meerdere bepalingen van deze regeling.

 

Artikel 4.2 Evaluatie van de subsidieregeling

Het college evalueert één jaar na inwerkingtreding van deze regeling de doeltreffendheid en effecten van deze regeling.

 

Artikel 4.3 Inwerkingtreding en citeertitel

Deze regeling treedt in werking op de dag na die van bekendmaking en kan worden kan worden aangehaald als “Subsidieregeling inwonersinitiatieven”.

 

 

 

 

 

 

Apeldoorn,28 april 2020

Burgemeester en wethouders van Apeldoorn,

De secretaris,

De burgemeester,

Naar boven