Gemeenteblad van Rheden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rheden | Gemeenteblad 2020, 124654 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rheden | Gemeenteblad 2020, 124654 | Verordeningen |
Gedragscode bestuurlijke integriteit gemeente Rheden
Klachten over niet integer handelen of vermoedens van niet integer handelen worden gemeld bij de griffier. De griffier overlegt met de burgemeester over het voorleggen van de kwestie aan het BCO. Klachten over niet integer handelen of vermoedens van niet integer handelen van de burgemeester kunnen worden ingediend bij de Commissaris van de Koning.
Het raadslid levert de griffier de informatie aan over de (neven)functies die openbaar gemaakt moeten worden bij aanvang van het raadslidmaatschap. Als gaande het lidmaatschap nieuwe (neven)functies aanvaard worden of de omstandigheden met betrekking tot bestaande (neven)functies wijzigen, wordt de informatie die hierop betrekking heeft zo spoedig mogelijk aangeleverd bij de griffier.
Artikel 5 Gebruik van voorzieningen van de gemeente
Het bestuursorgaan richt de financiële en administratieve organisatie zodanig in dat er een getrouw beeld mogelijk is van de juistheid en rechtmatigheid van de uitgaven en hanteren heldere procedures over de wijze waarop functionele uitgaven rechtstreeks in rekening worden gebracht of kunnen worden gedeclareerd bij de gemeente.
Vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 21 april 2020, nr. 6.
De Steeg, 21 april 2020
De raad voornoemd,
voorzitter.
griffier.
Bijlage 1: Wettelijk kader en toelichting op inleiding en artikelen
De gemeenteraad stelt een gedragscode vast voor hun leden conform artikel 15, derde lid, van de Gemeentewet.
De gemeenteraad is het hoogste bestuursorgaan en als zodanig verantwoordelijk voor de inhoud van de gedragscode, voor een eenduidige interpretatie daarvan en voor wijziging/aanvulling daarvan bij onduidelijkheden of leemtes.
Als het niet helpt om elkaar aan te spreken op integer handelen moet duidelijk zijn bij wie raadsleden een klacht of vermoeden van niet integer handelen kunnen indienen. De griffier is herkenbaar, laagdrempelig en beschikbaar en de burgemeester is in artikel 170 lid 2 Gemeentewet aangewezen als bevorderaar van de bestuurlijke integriteit. Zij kunnen met elkaar en het BCO bespreken welke acties benodigd zijn. Klachten over niet integer handelen van de burgemeester kunnen worden ingediend bij de Commissaris van de Koning.
Artikel 2 V oorkomen van (de schijn van) belangenverstrengeling
Afleggen eed of belofte (artikel 14 van de Gemeentewet)
Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen leggen de raadsleden in de vergadering, in handen van de voorzitter, de volgende eed (verklaring en belofte) af: ‘Ik zweer (verklaar) dat ik om tot raadslid benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als raadslid naar eer en geweten zal vervullen.’
Incompatibiliteiten en nevenfuncties
Verboden overeenkomsten/handelingen: volksvertegenwoordigers mogen in geschillen, waar de (het) gemeente(bestuur) partij is, niet als advocaat, adviseur of gemachtigde werkzaam zijn. Zij mogen bepaalde overeenkomsten, waar de gemeente bij betrokken is, niet rechtstreeks of middellijk aangaan. Van verboden overeenkomsten kan ontheffing worden verleend (artikel 15, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet). Op overtreding staat uiteindelijk de sanctie van schorsing en vervallenverklaring van het lidmaatschap van de volksvertegenwoordiging (artikelen X7, X7a en X8 van de Kieswet).
Naast het politieke ambt hebben veel raadsleden (neven)functies, betaald of onbetaald. Voor raadsleden zijn de nevenfuncties vaak hun hoofdfunctie. Bij het aanvaarden van nevenfuncties zijn de volgende afwegingen van belang:
Tussen het raadslidmaatschap en de nevenfunctie mag geen belangenverstrengeling optreden of de schijn daarvan worden gewekt. Het gaat daarbij niet alleen over mogelijk persoonlijk voordeel voor het raadslid zelf, maar ook voor personen, bedrijven of instellingen in zijn omgeving. Dit voordeel kan ook bestaan uit het doorgeven van vertrouwelijke informatie. Het risico van belangenverstrengeling hoeft overigens niet altijd te betekenen dat de nevenfunctie moet worden beëindigd. Soms is het risico incidenteel. Een mogelijke oplossing is dat het betrokken raadslid zich in dat geval buiten de beraadslaging houdt. Terughoudendheid is in elk geval geboden bij functies in organisaties die substantieel subsidie ontvangen of die op welke manier dan ook, betrokken (kunnen) zijn bij de gemeente Rheden.
Lid 4, 5 en 6 betreffen een uitwerking van de wettelijke verplichting om nevenfuncties openbaar te maken. De informatie wordt neergelegd in een openbaar register. Het raadslid is verantwoordelijk voor de tijdige aanlevering van de informatie en voor de actualiteit daarvan.
Lid 5 sub e heeft betrekking op belangenverstrengeling die op de loer ligt als een raadslid (financiële) belangen heeft bij een organisatie of onderneming die een relatie met de gemeente heeft of kan krijgen en waarover de gemeente besluiten neemt. Voorbeelden zijn besluiten over bestemmingsplannen, aanbesteding, subsidieverstrekking, steunverlening, verstrekking van leningen en verlening van advies- en onderzoeksopdrachten. Een (financieel) belang moet ruim worden opgevat: Deelneming in een bedrijf of onderneming, bezit van effecten, onroerend goed of vorderingsrecht zijn voorbeelden.
Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden zijn verplicht alle inlichtingen te geven die de volksvertegenwoordiging nodig heeft voor de uitoefening van zijn taak. Het betreft zowel een actieve als een passieve informatieplicht. Ook als individuele volksvertegenwoordigers informatie vragen zal die informatie aan de volksvertegenwoordiging moeten worden verstrekt.
De informatie kan alleen worden geweigerd als die in strijd is met het openbaar belang (artikel 169 van de Gemeentewet).
Het Reglement van Orde voor de gemeenteraad bevat bepalingen die betrekking hebben op informatieverstrekking en de omgang met informatie.
Een ieder die is betrokken bij de uitvoering van de taak van een bestuursorgaan en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding van die gegevens, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot mededeling verplicht of uit zijn taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit (artikel 2:5 van de Algemene wet bestuursrecht).
Burgemeester en wethouders kunnen op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, geheimhouding opleggen. Ook de burgemeester heeft die bevoegdheid. De geheimhoudingsplicht moet worden bevestigd door de volksvertegenwoordiging. Ook de gemeenteraad, onderscheidenlijk (de voorzitter van) een commissie kan geheimhouding opleggen (artikelen 25, 55 en 86 van de Gemeentewet).
In de vergadering van 28 juni 2018 heeft de gemeenteraad de notitie ’Openbaar tenzij..’ in de gemeente Rheden’ en het bijbehorende protocol ‘Geheimhouding en beslotenheid in de gemeente Rheden’ vastgesteld.
Het is belangrijk de juiste maatregelen te treffen om te voorkomen dat onbevoegden vertrouwelijke en/of geheime gegevens kunnen bezitten, raadplegen of beschadigen. Daarbij moet in de digitale setting worden gedacht aan de beveiliging van de computer, smartphones e.d. met wachtwoorden en het niet onbeheerd achterlaten van USB-sticks met vertrouwelijke/geheime informatie.
Artikel 4 Omgang met geschenken en uitnodigingen
De eed of belofte die het raadslid op grond van artikel 14 van de Gemeentewet moet afleggen heeft onder meer betrekking op het geven, aannemen of beloven van giften, gunsten of geschenken. Zie voor de wetstekst inzake de eed of belofte het wettelijk kader onder artikel 2 voor de bepalingen ter voorkoming van belangenverstrengeling.
In de gedragscode is uitgangspunt dat geschenken, faciliteiten en diensten niet worden geaccepteerd als hiermee de onafhankelijke positie van het raadslid kan worden beïnvloed. Dat is in ieder geval aan de orde in onderhandelingssituaties.
Is daarvan geen sprake dan kunnen om praktische redenen incidentele kleine geschenken (met een geschatte waarde van € 50,00 of minder) door het raadslid worden aanvaard, echter nooit op het huisadres. Duurdere geschenken worden niet aanvaard. Zij worden teruggestuurd of eigendom van de gemeente die zorgt voor een goede bestemming van het geschenk. In een openbaar register wordt opgenomen welke geschenken van meer dan € 50,00 zijn aanvaard en welke bestemming daaraan is gegeven.
Door het ontvangen van geld en geschenken te laten melden en registreren wordt bevorderd dat raadsleden en bestuurders elke vorm van mogelijke belangenverstrengeling en beïnvloeding door de gevers proberen te voorkomen.
Lid 7, 8, 9 en 10 hebben betrekking op (uitnodigingen voor) excursies en evenementen die betrokkene in de functie van raadslid overweegt of aanvaardt. Excursies, evenementen en buitenlandse reizen in de hoedanigheid van lid van een politieke partij vallen hier dus niet onder. Buitenlandse reizen in de hoedanigheid van raadslid worden in principe niet ondernomen, tenzij hier van tevoren afspraken over zijn gemaakt in het BCO. Het BCO kan aan de toestemming voor een dergelijk reis voorwaarden verbinden. Hierbij zou bijvoorbeeld gedacht kunnen worden aan de vertegenwoordiging van de raad in de Euregio, hiervoor zijn mogelijk bezoeken aan Duitsland benodigd.
Artikel 5 Gebruik van voorzieningen van de gemeente
Er zijn voor raadsleden voorschriften opgenomen in de gemeentelijke Verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning Rheden over de wijze van declaratie (inclusief het overleggen van bewijsstukken) van vooruit betaalde (zakelijke) kosten en over rechtstreekse facturering van (zakelijke) kosten.
Aan raadsleden worden rechtspositionele voorzieningen, vergoedingen en andere verstrekkingen geboden die een goed functioneren van de raadsleden mogelijk maken. Wat betreft de uitwerking van de principes van dit stelsel zou kunnen worden aangesloten bij de werkwijze in het Voorzieningenbesluit die geldt voor ministers en staatssecretarissen:
Uitgangspunt is hier dat zo weinig mogelijk uitgaven door de raadsleden zelf worden gedaan via hun privérekening. Geldstromen tussen de rekening van het bestuursorgaan en de persoonlijke rekening van raadsleden maken een zwaardere controle op de uitgaven noodzakelijk. Het raadslid zal zich uiteraard nauwgezet moeten houden aan de regels en procedures die er met het oog hierop gelden.
Met betrekking tot artikel 5 lid 4 is de stelregel dat privégebruik van gemeentelijke voorzieningen uitsluitend is toegestaan wanneer hierover afspraken zijn gemaakt. Dit is bijvoorbeeld het geval bij het gebruik van de iPad die aan alle raadsleden en raadsvolgers ter beschikking is gesteld en waarbij privégebruik is toegestaan.
Artikel 6 Uitvoering gedragscode
De Gemeentewet verplicht de gemeenteraad om voor zichzelf en voor de bestuurders een gedragscode vast te stellen.
Aanvullend op de wettelijke regels die gelden voor raadsleden, bevat de gedragscode een aantal materiële normen waaraan zij zich committeren.
De burgemeester heeft de wettelijke taak om de bestuurlijke integriteit van de gemeente te bevorderen. Belangrijk onderdeel daarbij is de preventie: ervoor te zorgen dat integriteit en integriteitsbewustzijn in de bestuurlijke gremia een plek krijgen en daarbij afspraken te maken over een regelmatige bespreking van het thema integriteit.
Hiermee is de verantwoordelijkheid voor de portefeuille ‘integriteit’ duidelijk belegd. De wettelijke bepalingen bieden de ruimte om naar gelang de situatie handelend op te treden, waarbij niet alleen gedacht moet worden aan het optreden bij incidenten.
De burgemeester en de griffier zijn hiervoor de aangewezen contactpersonen.
Bijlage 2: Protocol bij (vermoedens van) integriteitsschendingen raadsleden
Bij twijfel over het handelen van een ander is het uitgangspunt dat een raadslid eerst betrokkene daarop aanspreekt. Daar wordt alleen van afgeweken als het om een vermoeden van een ernstige schending gaat en eventueel vervolgonderzoek in gevaar komt als het verdachte raadslid op de hoogte gesteld wordt. Wanneer de ander na het aanspreken dit handelen niet feitelijk corrigeert of het vermoeden blijft bestaan dat de gedragscode wordt overtreden, is melding van het vermoeden van schending de vervolgstap.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2020-124654.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.