Verordening van de raad van de gemeente Amsterdam tot herstel van juridisch-technische gebreken in verschillende verordeningen (Eerste reparatieverordening Amsterdam 2020)

De raad van de gemeente Amsterdam,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 maart 2020,

gelet op de artikelen 149, 216 en 229, eerste lid, aanhef en onder b, van de Gemeentewet en artikel 30c van de Wet op de kansspelen,

besluit:

Artikel I

De Algemene Plaatselijke Verordening 2008 wordt als volgt gewijzigd:

 

A

In artikel 2.10, eerste lid, onderdeel a, wordt ‘artikel 36 van de Wet op de kansspelen’ vervangen door ‘een voorschrift, genoemd in artikel 36 van de Wet op de kansspelen’.

 

B

In artikel 2.16a, eerste lid, vervalt ‘anderszins’.

 

C

In artikel 2.16b vervalt de aanduiding ‘1.’ voor het eerste lid.

 

D

In artikel 2.41, eerste lid, onderdeel d, wordt ‘70 dB(A)’ vervangen door ‘75 dB(C)’.

 

E

In artikel 2.50, eerste lid, vervalt in de aanhef ‘voor een werkzaamheid’ en wordt aan het begin van onderdeel a ingevoegd ‘werkzaamheden als’.

 

F

In de artikelen 3.17, eerste lid, 4.3, derde lid, 4.10, vierde lid, onder b, 4.12, derde lid, 4.15, tweede lid, 4.16, tweede lid, aanhef, 4.17, tweede lid, onder a, en vijfde en zevende lid, 4.22, tweede lid, 4.25, derde lid, 5.3, vierde lid, 5.4, derde lid, 5.5, derde lid, 5.8, derde lid, en 5.13, derde lid, wordt ‘voorzover’ vervangen door ‘voor zover’.

 

G

In artikel 3.67 wordt het vierde lid vernummerd tot het tweede lid.

 

H

In artikel 4.1 wordt in onderdeel b ‘artikel 1.1.8’ vervangen door ‘artikel 1.1, onderdeel 8,’ en wordt in onderdeel c ‘de weg als bedoeld in artikel 1.1.9 onder a’ vervangen door ‘weg als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel 9, onder a’.

 

I

In artikel 4.3, tweede lid, wordt in onderdeel e ‘artikel 3.1.2’ vervangen door ‘artikel 3.1, tweede lid’ en wordt in onderdeel f ‘artikel 1.1.5’ vervangen door ‘artikel 1.1, onderdeel 5’.

 

J

In de artikelen 5.5, derde lid, 5.7, vierde lid, en 5.8, derde lid, wordt na ‘de Wegenverkeerswet’ ingevoegd: 1994.

 

K

In artikel 5.6, eerste lid, onderdeel b, wordt ‘een inrichting type A of type B, als bedoel in het Besluit’ vervangen door ‘een inrichting type A of type B als bedoeld in het Besluit’.

 

L

In artikel 5.9, eerste lid, wordt ‘de wegen als bedoeld in artikel 1.1.9 onder a,’ vervangen door ‘wegen als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel 9, onder a,’.

 

M

In artikel 5.16, vierde lid, wordt ‘Verordening op de staan- en ligplaatsen buiten de markt en venten’ vervangen door ‘Verordening staan- en ligplaatsen buiten de markt en venten’.

 

N

In artikel 5.18 wordt ‘verborden’ vervangen door ‘verboden’.

Artikel II

De toelichting op artikel 2.17 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008 wordt als volgt gewijzigd:

 

A

Het opschrift komt te luiden:

Artikel 2.17 Hinderlijk gebruik van drank

 

B

De vijfde alinea (‘Op grond van het zesde lid’ tot en met ‘De bevoegdheid geldt niet ten aanzien van horecagelegenheden.’) komt te luiden:

Op grond van het vijfde lid heeft de burgemeester de bevoegdheid om gebieden aan te wijzen waarin het verboden of aan beperkingen onderworpen is voor detailhandel en slijterijen om alcohol te verkopen gedurende een door de burgemeester vastgestelde periode van tijdelijke aard. De bevoegdheid geldt niet ten aanzien van horecagelegenheden.

Artikel III

Bijlage 1 (Legestabel 2020) bij de Legesverordening Amsterdam 2020 wordt als volgt gewijzigd:

 

A. In onderdeel 3.2.3.2 wordt ‘€ 1,214.00’ vervangen door ‘€ 1.214,00’.

 

B. In onderdeel 7.2.1 wordt ‘artikel 2.4.1 van de Verordening op het binnenwater 2010’ vervangen door ‘artikel 2.3.6 van de Verordening op het binnenwater 2010’.

 

C. Onderdeel 7.2.2 komt als volgt te luiden:

7.2.2

een vergunning voor het vervangen van een bedrijfsvaartuig als bedoeld in artikel 2.3.8 van de Verordening op het binnenwater 2010

€ 580

 

D. Onderdeel 7.2.3 komt als volgt te luiden:

7.2.3

een vergunning voor het verbouwen van een bedrijfsvaartuig als bedoeld in artikel 2.3.9 van de Verordening op het binnenwater 2010

€ 580

 

E. Onderdeel 7.2.7 komt te luiden:

7.2.7

een vergunning voor de exploitatie van (bedrijfs)vaartuigen als bedoeld in artikel 2.5.1 van de Verordening op het binnenwater 2010, voor zover deze ziet op het vervoeren van goederen

€ 287

 

F. In onderdeel 7.2.8 wordt ‘artikel 2.4.5 van de Verordening op het binnenwater 2010’ vervangen door ‘artikel 2.4.1 van de Verordening op het binnenwater 2010’.

 

G. Onderdeel 7.2.9 komt te luiden:

7.2.9

deelname aan de loting voor een vergunning voor de exploitatie van (bedrijfs)vaartuigen als bedoeld in artikel 2.4.1 van de Verordening op het Binnenwater 2010, voor zover deze ziet op vaartochten of het vervoeren van passagiers

€ 392,25

 

H. In onderdeel 7.2.10 wordt ‘artikel 2.4.5 van de Verordening op het binnenwater 2010’ vervangen door ‘artikel 2.4.1 van de Verordening op het binnenwater 2010’.

Artikel IV

In artikel 11, onderdeel b, van de Subsidieverordening voor de aanschaf van uitstootvrije bedrijfsvoertuigen in Amsterdam 2019 – 2021 wordt ‘artikel 9, eerste lid en onder d, van deze subsidieverordening’ vervangen door ‘artikel 9, eerste lid, onder e, van deze subsidieverordening’.

Artikel V

In de toelichting op de Subsidieverordening voor de aanschaf van uitstootvrije bedrijfsvoertuigen in Amsterdam 2019 – 2021 komt de tweede alinea van de toelichting op artikel 11 te luiden:

Het bedrijfsvoertuig moet minimaal twee jaar in eigendom blijven en door de subsidieaanvrager worden gebruikt in Amsterdam. Als blijkt dat het uitstootvrije bedrijfsvoertuig niet in Amsterdam wordt ingezet binnen twee jaar na tenaamstelling dan kan Amsterdam overgaan tot terugvordering van de subsidie. Om de effectiviteit van de verordening te kunnen meten is als verplichting opgenomen dat de subsidieaanvrager binnen drie maanden het te vervangen niet-uitstootvrije bedrijfsvoertuig van naam moet plaatsen. Dit betekent dat het niet-uitstootvrije bedrijfsvoertuig na drie maanden na subsidievaststelling niet meer geregistreerd mag staan op de naam van de subsidieaanvrager. Daarnaast dient de actuele kilometerstand van het aangeschafte bedrijfsvoertuig, desgevraagd aan het college te worden doorgegeven. De aanvrager van de subsidie is verplicht de gemeente op verzoek te informeren over het gebruik van het uitstootvrije bedrijfsvoertuig. Deze informatie wordt onder andere gebruikt om de effectiviteit van de maatregel te monitoren. Het niet leveren van deze informatie kan leiden tot terugvordering van de subsidie.

Artikel VI

De Verordening op de kansspeelautomaten en speelautomatenhallen wordt als volgt gewijzigd:

 

A

Artikel 3 komt te luiden:

 

Artikel 3

  • 1.

    De Burgemeester kan vergunning verlenen voor het aanwezig hebben van speelautomaten in een speelautomatenhal tot ten hoogste het aantal automaten dat in de bij deze verordening behorende bijlage is vermeld.

  • 2.

    Indien twee of meer speelautomatenhallen worden samengevoegd, vormt de som van het maximale aantal toegestane speelautomaten in de afzonderlijke hallen, als bedoeld in het eerste lid, het maximum voor de samengevoegde hal met dien verstande dat dit maximum niet hoger mag zijn dan het aantal automaten dat in de bij deze verordening behorende bijlage is vermeld.

B

Artikel 6 komt te luiden:

 

Artikel 6

De ondernemer vraagt de vergunning voor een speelautomatenhal aan onder overlegging van:

  • a.

    een tekening op schaal van de inrichting, waaruit ten minste blijkt:

    • op welke plaats en in welk aantal kansspel- of behendigheidsautomaten worden opgesteld;

    • op welke plaats leeftijdscontrole plaatsvindt en entreebewijzen worden verstrekt.

  • b.

    een overeenkomst of ander schriftelijk stuk waaruit blijkt dat hij gerechtigd is over de ruimte te beschikken;

  • c.

    een bewijsstuk als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Regeling werving, reclame en verslavingspreventie kansspelen, waaruit blijkt dat de beheerders en de bedrijfsleiders beschikken over voldoende kennis en inzicht met betrekking tot het gebruik van speelautomaten en de daaraan verbonden risico’s van gokverslaving.

C

De bijlage komt te luiden:

 

Bijlage behorende bij de Verordening op de kansspeelautomaten en speelautomatenhallen

 

  • 1.

    Maximale aantal speelautomaten bij het verlenen van een vergunning als bedoeld artikel 3, eerste lid, van de verordening

 

Adres speelautomatenhallen

Aantal speelautomaten

Buikslotermeerplein 408-414

45

Ceintuurbaan 286

50

Damrak 14-15

100

Damrak 52

60

Damrak 63-64

225

Jan Evertsenstraat 108

30

Korte Leidsedwarsstraat 42

180

Lange Niezel 1

24

Molensteeg 1

40

Nieuwendijk 37

170

Nieuwendijk 63

63

Oudezijds Achterburgwal 30

19

Oudezijds Achterburgwal 35

30

Reguliersbreestraat 5

72

Reguliersbreestraat 11-13

75

Reguliersbreestraat 31

200

Reguliersbreestraat 39

40

Reguliersbreestraat 47

53

Rozengracht 237

46

Ten Katestraat 5

50

Utrechtsestraat 134

30

 

  • 2.

    Maximale aantal speelautomaten bij samenvoeging van een hal als bedoeld in artikel 3, tweede lid, van de verordening

    • het maximale aantal speelautomaten in een hal in het stadsdeel Amsterdam-Centrum kan ten hoogste 200 bedragen;

    • het maximale aantal speelautomaten in een hal in de overige stadsdelen kan ten hoogste 50 bedragen.

Artikel VII

De Verordening speelautomaten(hallen) wordt ingetrokken.

Artikel VIII

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking, waarbij:

  • a.

    artikel III, onderdelen E en G, terugwerkt tot en met 1 januari 2020;

  • b.

    de artikelen VI en VII terugwerken tot en met 7 maart 2018.

Artikel IX

Deze verordening wordt aangehaald als: Eerste reparatieverordening Amsterdam 2020.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 22 april 2020.

De voorzitter

Femke Halsema

De raadsgriffier

Jolien Houtman

Toelichting

 

Algemeen deel

 

Deze verordening herstelt een aantal technische gebreken in de Algemene Plaatselijke Verordening 2008 (verder: APV), de Legesverordening Amsterdam 2020 (verder: Legesverordening), de Subsidieverordening voor de aanschaf van uitstootvrije bedrijfsvoertuigen in Amsterdam 2019 – 2021 (verder: Subsidieverordening uitstootvrije bedrijfsvoertuigen) en de verordeningen over speelautomatenhallen. Het gaat daarbij om puur juridisch-technische reparaties, zoals herstel van verschrijvingen en onjuiste verwijzingen. Daarom heeft over de wijzigingen geen inspraak of advisering door de dagelijks besturen van de stadsdelen plaatsgevonden.

 

De wijzigingen worden hierna per artikel toegelicht.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikelen I en II (APV)

Artikel I bevat een aantal reparaties van de APV, zoals herstel van ongelukkig geformuleerde verwijzingen (onderdelen A, H, I, J, L en M), kleine typfouten (onderdelen F, K en N) en onjuiste nummeringen (onderdelen C en G).

 

In onderdeel B wordt door het schrappen van het woord ‘anderszins’ verduidelijkt dat er geen overlap hoeft te bestaan tussen de in artikel 2.16a lid 1 APV genoemde belangen.

 

In onderdeel D wordt de geluidsnorm voor niet-vergunningsplichtige evenementen in de APV hersteld. De raad heeft op 13 februari 2019 al met deze wijziging ingestemd (Gemeenteblad 2019, 53054), maar op 14 februari 2019 is een ander voorstel tot wijziging van de APV aangenomen waarin deze wijziging niet was verwerkt (Gemeenteblad 2019, 56619). Daardoor kon deze wijziging niet in de APV worden opgenomen.

 

De wijziging in onderdeel E bevat een redactionele verbetering van artikel 2.50 lid 1 APV. Verduidelijkt wordt dat dit lid niet alleen ziet op activiteiten ten behoeve van het verlenen van werkzaamheden in de openbare ruimte, zoals flyeren en proppen, maar ook op die werkzaamheden zelf. Deze brede strekking van artikel 2.50 lid 1 blijkt duidelijk uit de toelichting op de APV (“Het gaat hier om het weren van commerciële activiteiten die er uit bestaan om in de openbare ruimte allerlei diensten aan te bieden.”) en uit de uitleg die in de rechtspraak aan artikel 2.50 lid 1 is gegeven. 1

 

Artikel II wijzigt de toelichting bij de APV. Bij het schrappen van de mogelijkheid om wegen aan te wijzen waar het verboden is sofsdrugs te gebruiken is ten onrechte de titel van de toelichting niet gewijzigd. Ook staat in de toelichting nog een verkeerde verwijzing. Deze omissies worden in artikel II hersteld.

 

Artikel III (Legesverordening)

In de Eerste wijzigingsverordening Legesverordening Amsterdam 2020 (Gemeenteblad 2019, 297084) is per abuis een verkeerde wijzigingsopdracht opgenomen. Daardoor is in de Legestabel bij de Legesverordening Amsterdam 2020 onderdeel 7.2.7 gewijzigd, terwijl dat onderdeel 7.2.9 had moeten zijn. In artikel III, onderdelen E en G, van deze verordening worden de genoemde onderdelen van de Legestabel gerepareerd. Omdat sprake is van een kennelijke misslag, wordt in artikel VIII terugwerkende kracht aan deze reparaties verleend tot en met 1 januari 2020. Dit is al aangekondigd bij de gepubliceerde versie van de Legesverordening Amsterdam 2020.

 

In artikel III, onderdelen C en D, worden enkele tekstuele verbeteringen doorgevoerd om verwarring te voorkomen. Voor het vervangen of verbouwen van een bedrijfsvaartuig is immers geen wijziging van de ligplaatsvergunning nodig. Verder wordt in de Legestabel verwezen naar artikelen die inmiddels zijn vernummerd. Dit wordt hersteld in artikel III, onderdelen B, F en H. Tot slot wordt een kleine verschrijving hersteld (onderdeel A).

 

Artikelen IV en V (Subsidieverordening uitstootvrije bedrijfsvoertuigen)

Artikel IV herstelt een onjuiste verwijzing in artikel 11 onder b van de Subsidieverordening uitstootvrije bedrijfsvoertuigen. Daarnaast wordt in de toelichting op dat artikel verduidelijkt dat met de zinsnede ‘van naam te plaatsen’ wordt bedoeld dat het niet-uitstootvrije bedrijfsvoertuig na drie maanden na subsidievaststelling niet meer geregistreerd mag staan op de naam van de subsidieaanvrager (artikel V).

 

Artikelen VI en VII (speelautomatenhallenverordeningen)

In 2018 is een wijzigingsverordening vastgesteld (Gemeenteblad 2018, 44812) met het doel om de geldende verordening over kansspelautomaten en speelautomatenhallen – de Verordening op de kansspeelautomaten en speelautomatenhallen – te wijzigen. Per abuis zijn deze wijzigingen doorgevoerd in een eerdere verordening over dezelfde materie – de Verordening speelautomaten(hallen) – die al was ingetrokken. Daarmee is de oude verordening ‘herleefd’ en zijn er sindsdien twee verordeningen over dezelfde materie in omloop. Dit wordt in de artikelen VI en VII gerepareerd. Het gaat daarbij enkel om het correct doorvoeren van de wijzigingen die de raad in 2018 al heeft vastgesteld.

 

In artikel VI worden de wijzigingen zoals vastgesteld in de wijzigingsverordening uit 2018 alsnog doorgevoerd in de juiste verordening. Het gaat om enkele wijzigingen om het proces en de regelgeving rondom vergunningen en ontheffingen te verbeteren. Zie daarover de toelichting in de raadsvoordracht van 17 januari 2018 (Gemeenteblad 2018, 44812).

 

In artikel VII wordt de in 2018 ‘herleefde’ verordening nogmaals ingetrokken.

 

Om onduidelijkheid te voorkomen over de vraag welke verordening in de afgelopen periode heeft gegolden, verleent artikel VIII, onderdeel B, terugwerkende kracht aan deze reparaties tot en met de dag waarop de genoemde wijzigingsverordening in werking is getreden (7 maart 2018).

 

Artikel VIII (inwerkingtreding)

Deze verordening treedt op grond van artikel X in werking met ingang van de dag na de bekendmaking, waarbij artikel III, onderdelen E en G, en de artikelen VI en VII terugwerkende kracht wordt verleend. De redenen voor de terugwerkende kracht worden toegelicht bij de desbetreffende artikelen.

 

Artikel IX (citeertitel)

Om te voorkomen dat juridisch-technische reparaties te lang op zich laten wachten, bestaat het voornemen om juridisch-technische reparaties van verschillende verordeningen vaker gebundeld aan de raad voor te leggen in een reparatieverordening. Daarom luidt de citeertitel van deze verordening Eerste reparatieverordening Amsterdam 2020.

Naar boven