Verordening Adviesraad Sociaal Domein gemeente Staphorst 2020

Artikel 1. Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    cliëntenparticipatie: de wijze waarop de gemeente belanghebbenden betrekt bij de vorming van beleid en verbetering van de kwaliteit in het gemeentelijk beleid;

  • b.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Staphorst;

  • c.

    gemeente: de gemeente Staphorst;

  • d.

    sociaal domein: gemeentelijk beleid vanuit de Wmo, Jeugdwet, Participatiewet, verordening leerlingenvervoer, onderwijs, bewegen/sport, volksgezondheid, inburgeren, inwonersparticipatie, cultuur, accommodaties, enz.;

Artikel 2. Doel, taken en positie van de Adviesraad Sociaal Domein

  • 1.

    De Adviesraad Sociaal Domein stelt zich ten doel om goede besluitvorming voor het sociaal domein in de gemeente te bevorderen door het gevraagd en ongevraagd adviseren van het college.

  • 2.

    De Adviesraad Sociaal Domein heeft als taak om met zijn adviezen een bijdrage te leveren aan:

    • a.

      de kwaliteit van het gemeentelijk beleid en de uitvoering binnen het sociaal domein zoals bedoeld in artikel 1 onder d.

    • b.

      het vergroten van de zelfredzaamheid, de participatie en het welzijn voor alle inwoners van de gemeente Staphorst;

    Zij doet dit nadrukkelijk vanuit inwonersperspectief, waarbij ze zelf verantwoordelijk is voor de wijze waarop ze dat perspectief verkrijgt.

  • 3.

    De Adviesraad Sociaal Domein zorgt voor de cliëntenparticipatie voor zover die wettelijk verplicht is gesteld.

  • 4.

    De Adviesraad Sociaal Domein functioneert in zijn advisering onafhankelijk van de gemeente.

  • 5.

    De Adviesraad Sociaal Domein is niet bevoegd te adviseren over individuele klachten, bezwaarschriften en andere zaken.

Artikel 3. Advisering, informatie en adviestermijnen

  • 1.

    Uitgangspunt is dat het college de Adviesraad Sociaal Domein tijdig bij de besluitvorming in het sociaal domein betrekt.

  • 2.

    Het college vraagt gericht advies bij de voorbereiding, vaststelling, uitvoering en evaluatie van beleidsregels, beleidsplannen en de uitvoering van het sociaal domein die onder de verantwoordelijkheid van de gemeente valt.

  • 3.

    Uitgangspunt is dat de Adviesraad Sociaal Domein zo spoedig mogelijk met een advies komt, maar uiterlijk zes weken nadat de adviesaanvraag is binnengekomen.

  • 4.

    De leden van de Adviesraad Sociaal Domein (inclusief voorzitter en secretaris) hebben een geheimhoudingsplicht met betrekking tot de informatie die hen door het college is verstrekt, voor zover het college heeft aangegeven dat deze informatie (nog) niet openbaar is.

Artikel 4. Door het college te verstrekken informatie

  • 1.

    De Adviesraad Sociaal Domein ontvangt van het college alle stukken die hij voor de uitoefening van zijn taken nodig heeft, tenzij wettelijke voorschriften dit in de weg staan.

  • 2.

    Het college verstrekt geen informatie aan de Adviesraad Sociaal Domein over individuele personen.

  • 3.

    Het college komt met een planning met daarop de te agenderen onderwerpen.

Artikel 5. Overleg tussen college en de Adviesraad Sociaal Domein

  • 1.

    Het college of een delegatie daarvan heeft tenminste eenmaal per jaar overleg met (een delegatie van) de Adviesraad Sociaal Domein.

  • 2.

    Alle deelnemers aan het overleg hebben de bevoegdheid om alle aangelegenheden die het beleid, de uitvoering en de kwaliteit van de dienstverlening betreffen op de agenda te laten zetten.

Artikel 6. Samenstelling Adviesraad Sociaal Domein

  • 1.

    De Adviesraad Sociaal Domein telt ten hoogste 11 leden, inclusief een voorzitter en secretaris. Alle leden, inclusief voorzitter en secretaris hebben stemrecht.

  • 2.

    Als leidraad kan de Adviesraad Sociaal Domein besluiten de leden in de volgende domeinen onder te verdelen:

    • a.

      Maximaal drie vertegenwoordigers voor het domein Participatiewet

    • b.

      Maximaal drie vertegenwoordigers voor het domein Jeugdwet

    • c.

      Maximaal drie vertegenwoordigers voor het domein Wmo

    Aangezien de taak van de Adviesraad breder is dan te adviseren binnen deze drie domeinen kunnen ook andere deskundigheden binnen de adviesraad worden gehaald.

  • 3.

    De leden van de Adviesraad Sociaal Domein hebben zitting zonder last, maar voeren dankzij hun netwerk wel ruggespraak met hun achterban.

  • 4.

    De leden wonen in de gemeente Staphorst en vormen een afspiegeling van de bevolking. Ze bekleden geen vertegenwoordigende functie namens een politieke partij in de gemeente, zijn geen lid van het college en zijn niet in dienst van de gemeente Staphorst. Ze hebben ook geen zakelijke binding met de gemeente Staphorst voor zover deze van invloed kan zijn op hun onafhankelijke positie.

Artikel 7. Benoemingen bij de instelling van de Adviesraad Sociaal Domein

In tegenstelling tot hetgeen in artikel 8 is bepaald, worden bij de instelling van de Adviesraad Sociaal Domein de leden benoemd na een openbare werving en selectie die namens het college wordt uitgevoerd.

Artikel 8. Benoeming en zittingsduur van de voorzitter en de leden

  • 1.

    De voorzitter en de secretaris worden benoemd op voordracht van een sollicitatiecommissie bestaande uit twee leden van de Adviesraad Sociaal Domein, alsmede een vertegenwoordiger namens het college.

  • 2.

    De overige leden van de Adviesraad Sociaal Domein worden benoemd door de Adviesraad Sociaal Domein.

  • 3.

    Voor de werving en selectie van de leden van de Adviesraad Sociaal Domein wordt een profielschets opgesteld.

  • 4.

    De zittingsduur van de leden van de Adviesraad Sociaal Domein bedraagt vier jaar.

  • 5.

    Alle leden kunnen eenmaal worden herbenoemd.

  • 6.

    Het lidmaatschap van de leden eindigt:

    • a.

      op eigen schriftelijk verzoek;

    • b.

      door overlijden;

    • c.

      door ernstig verzuim of disfunctioneren;

    • d.

      doordat niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden voor benoeming;

    • e.

      door het bereiken van de maximale zittingsduur.

  • 7.

    De Adviesraad Sociaal Domein stelt een rooster van aftreden op, voor een goede balans tussen continuïteit en vernieuwing waarbij kan worden afgeweken van lid 4.

Artikel 9. Taken voorzitter en secretaris

  • 1.

    De voorzitter zit de vergaderingen voor en treedt op als vertegenwoordiger namens de Adviesraad Sociaal Domein.

  • 2.

    De secretaris geeft vorm aan het secretariaat van de Adviesraad Sociaal Domein, stuurt uitnodigingen en zorgt voor het notuleren van vergaderingen. De secretaris stuurt de agenda met bijbehorende stukken tevens toe aan de ambtenaar zoals bedoeld in artikel 10 lid 4.

  • 3.

    Er worden afspraken gemaakt over plaatsvervanging van de voorzitter en secretaris.

Artikel 10. Budget, middelen en contactpersoon

  • 1.

    Het college stelt voor de Adviesraad Sociaal Domein jaarlijks een budget beschikbaar, bedoeld voor o.a. het uitoefenen van de taken, deskundigheids-bevordering en een onkostenvergoeding voor haar leden.

  • 2.

    De Adviesraad Sociaal Domein dient jaarlijks vóór 1 mei een begroting bij het college in voor het daaropvolgende jaar.

  • 3.

    Voor de vergaderingen van de Adviesraad Sociaal Domein stelt de gemeente een goed bereikbare en toegankelijke vergaderlocatie ter beschikking.

  • 4.

    Het college wijst een ambtenaar aan die namens haar als contactpersoon voor de Adviesraad Sociaal Domein zal fungeren en zijn vergaderingen kan bijwonen.

Artikel 11. Huishoudelijk Reglement en werkwijze

  • 1.

    De Adviesraad Sociaal Domein stelt een huishoudelijk reglement vast, waarin de werkwijze van de Adviesraad Sociaal Domein nader wordt geregeld. Zodra het is vastgesteld wordt het ter kennis van het college gebracht.

  • 2.

    De Adviesraad Sociaal Domein vergadert in een frequentie die door de meerderheid van de leden nodig wordt geacht. De vergaderingen zijn niet openbaar. Het bijwonen van een vergadering door derden is mogelijk na voorafgaand verkregen toestemming van de voorzitter.

Artikel 12. Verantwoording

Jaarlijks vóór 1 april brengt de Adviesraad Sociaal Domein een inhoudelijk en financieel verantwoording uit aan het college van de activiteiten en bevindingen over het voorgaande jaar. Daarbij wordt in de financiële verantwoording tevens verslag uitgebracht over de besteding van het door het college beschikbaar gestelde budget.

Artikel 13. Slotbepalingen

  • 1.

    In alle gevallen die de uitvoering van deze verordening betreffen en waarin deze verordening niet voorziet, zal na het horen van de Adviesraad Sociaal Domein, door het college worden beslist.

  • 2.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: ‘Verordening Adviesraad Sociaal Domein gemeente Staphorst 2020’ en treedt in werking op 1 juni 2020. Met ingang van die datum wordt de ‘Verordening Adviesraad Sociaal Domein gemeente Staphorst’ zoals vastgesteld op 13 maart 2018 ingetrokken.

     

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Staphorst, 28 april 2020

De voorzitter,

G.J. Kok

De griffier,

S.M.H. Voortman

Toelichting op wijzigingen in de Verordening adviesraad sociaal domein

Artikel 1 en artikel 2, lid 2

In de verordening die in 2018 is vastgesteld zit een intrinsieke tegenstelling. In artikel 1 lid d, e en f. is het begrip sociaal domein beperkt tot Wet maatschappelijke ondersteuning, Jeugdwet, Participatiewet en verordening leerlingenvervoer. De meeste verwijzingen in de rest van de verordening hebben betrekking op deze definitie.

In artikel 2 lid 2 wordt een brede definitie gebruikt, die meer onderwerpen uit het sociaal domein bestrijkt.

 

In de verordening mag geen misverstand bestaan over de taakvelden waarop de adviesraad legitiem mag adviseren. Het is belangrijk dat college en adviesraad weten bij welke onderwerpen de adviesraad betrokken is en over welke onderwerpen ze iets van elkaar mogen/kunnen verwachten.

 

Op het onderwerp sport/bewegen functioneert formeel nog de Sportraad als adviesorgaan. In 2017 is besloten om de opdracht van de Sportraad ongewijzigd te laten.

In het concept beweeg-/sportbeleid is vastgelegd dat de sportraad vervalt en daarvoor in de plaats een sportplatform/sporttrefpunt wordt ontwikkeld dat op netwerken is gebaseerd.

Formele advisering over sport- en beweegonderwerpen kan daarom verschuiven naar de adviesraad sociaal domein; zij heeft de nadrukkelijke opdracht voorstellen op integraliteit te beoordelen. Bewegen/sport ligt immers volledig in het verlengde van het gezondheidsbeleid c.a.

 

De brede definitie van sociaal domein sluit het best aan bij de bedoeling van de verordening en bij de verwachting van de adviesraad. Expliciet worden enkele onderwerpen toegevoegd aan de tekst van de verordening zijn: onderwijs, bewegen/sport, volksgezondheid, inburgeren, inwonersparticipatie, cultuur, accommodaties.

Artikel 2 lid 3

De adviesraad sociaal domein zorgt “voor de wettelijke cliëntenparticipatie zoals onder andere vermeld in de Jeugdwet, de Participatiewet en de Wmo”

Wmo, artikel 2.1.3.

Lid 3: In de verordening wordt bepaald op welke wijze ingezetenen, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers, worden betrokken bij de uitvoering van deze wet, waarbij in ieder geval wordt geregeld de wijze waarop zij:

  • a.

    in de gelegenheid worden gesteld voorstellen voor het beleid te doen;

  • b.

    vroegtijdig in staat worden gesteld gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen;

  • c.

    worden voorzien van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen;

  • d.

    deel kunnen nemen aan periodiek overleg;

  • e.

    onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen aanmelden;

  • f.

    worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie.

Jeugdwet artikel 2.10 (verwijzing naar Wmo, artikel 2.1.3)

In de verordening wordt bepaald op welke wijze ingezetenen, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers, worden betrokken bij de uitvoering van deze wet, waarbij in ieder geval wordt geregeld de wijze waarop zij:

  • a.

    in de gelegenheid worden gesteld voorstellen voor het beleid te doen;

  • b.

    vroegtijdig in staat worden gesteld gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen;

  • c.

    worden voorzien van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen;

  • d.

    deel kunnen nemen aan periodiek overleg;

  • e.

    onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen aanmelden;

  • f.

    worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie.

Participatiewet, artikel 47. Cliëntenparticipatie

De gemeenteraad stelt bij verordening regels over de wijze waarop de personen, bedoeld in artikel 7, eerste lid, of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van deze wet, waarbij in ieder geval wordt geregeld de wijze waarop deze personen of hun vertegenwoordigers:

  • a.

    vroegtijdig in staat worden gesteld gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen;

  • b.

    worden voorzien van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen;

  • c.

    deel kunnen nemen aan periodiek overleg;

  • d.

    onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen aanmelden;

  • e.

    worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie.

Gezien de (nagenoeg) gelijkluidende teksten van de drie betrokken wetten ligt het voor de hand dat de cliëntenparticipatie op identieke wijze wordt geregeld. Enige verschil is dat de Participatiewet geen ruimte geeft aan de cliëntenraad om zelf beleidsvoorstellen te doen.

Bij de samenstelling van de adviesraad kan er rekening mee worden gehouden dat ze ook de rol van cliëntenraad vervult. Uiteraard kan de adviesraad er ook voor kiezen deze rol in te vullen door het raadplegen van cliënten en die te vertegenwoordigen. Het staat haar vrij om dit naar eigen inzicht in te vullen.

Gemeentelijke cliënten zouden gewezen kunnen worden op deze taak/functie van de adviesraad.

In dit verband zou ook een koppeling gelegd kunnen worden met het voorgeschreven cliëntervaringsonderzoek.

Overigens zal zowel in een adviesraad als een cliëntenraad geen casuïstiek aan bod kunnen komen.

 

Voor Wmo, Jeugdwet en Participatiewet is er (dus) een verplichting inwoners/cliënten te betrekken en te laten participeren. Voor andere taakvelden is het een gemeentelijke keuze.

Gezien het kleine aantal cliënten in de gemeente Staphorst wordt een splitsing van taken tussen een adviesraad en een cliëntenraad als niet efficiënt beoordeeld. Het is nadrukkelijk de bedoeling het sociaal domein integraal te benaderen. Daarbij passen geen cliëntenraden per decentralisatie.

Er wordt voor gekozen om de cliëntenparticipatie te beperken tot wat wettelijk is voorgeschreven.

Artikel 6

Er is voor gekozen om leden te benoemen “zonder last”. De leden “voeren dankzij hun netwerk wel ruggenspraak met hun achterban.”

Hierin zit een verschil met de afvaardiging in de WMO-raad, op het onderdeel Wmo de voorloper van de adviesraad. Daarin waren (voor een deel) mensen afgevaardigd namens een organisatie of een ander overleg. Voorbeelden daarvan waren: Stichting Welzijn Staphorst (voorheen Stichting Welzijn Ouderen) en diaconaal overleg (voorheen: Wmo-kerken). Te bespreken of besproken onderwerpen in de WMO-raad werden over het algemeen kortgesloten met de eigen achterban.

 

Deze vertegenwoordiging is losgelaten. De adviesraad is vrij informatie te delen met en/of op te halen bij wie zij wil. De leden “voeren dankzij hun netwerk wel ruggenspraak met hun achterban”. Ze bepalen daarbij zelf wie die achterban is.

De adviesraad is een zelfstandig orgaan dat over haar aanpak geen verantwoording verschuldigd is aan het college; zij regelt en organiseert haar eigen werkzaamheden. Ze wordt door het college ook als zodanig beschouwd. De adviesraad bepaalt dan ook zelf of en zo ja hoe ze organisaties in de lokale samenleving benadert.

Zij kan bijvoorbeeld, evenals dat voorheen gebeurde, informatie delen met en advies ophalen bij bijvoorbeeld het diaconaal platform.

 

Een wijziging ten opzichte van de verordening die in 2018 is vastgesteld is de niet meer verplichte indeling van de leden van de adviesraad over de domeinen Wmo, Jeugdwet en Participatiewet.

Dit past bij de formeel bredere taakopvatting. De adviesraad kan de raad vrij indelen naar eigen behoefte. Zij kan ook externe deskundigheid aantrekken, mocht dat nodig zijn.

Wel moet in acht worden genomen dat in de wettelijke cliëntenparticipatie moet worden voorzien.

Artikel 9

Aan artikel 9 is de bepaling toegevoegd dat college in kennis wordt gesteld van de agenda en de vergaderstukken van de adviesraad. Dit was de afgelopen periode geen vanzelfsprekendheid.

Ten behoeve van een vlot beleidsproces en een accuraat eindresultaat is een open informatie-uitwisseling van groot belang.

Artikel 10

Op verzoek van de adviesraad is “onkostenvergoeding voor haar leden per bijgewoonde vergadering” gewijzigd in “onkostenvergoeding voor haar leden”. Dit betekent dat ook een vergoeding kan worden verstrekt voor werkzaamheden die buiten een vergadering om worden uitgevoerd.

Artikel 11

In de toelichting op artikel 6 (zie hierboven) is aangegeven dat de adviesraad vrij is haar werkzaamheden naar eigen inzicht te organiseren. “De adviesraad bepaalt dan ook zelf of en zo ja hoe ze organisaties in de lokale samenleving benadert.”

De adviesraad heeft er voor gekozen om niet in het openbaar te vergaderen.

Naar boven