Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sittard-Geleen houdende regels omtrent social return arbeidsmarktregio Zuid-Limburg (Beleidsregel Social return Arbeidsmarktregio Zuid-Limburg 2020)

Burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen

  • -

    gelet op het vigerende inkoop- en aanbestedingsbeleid van de gemeente Sittard-Geleen;

  • -

    gelet op het voornemen om te komen tot een uniforme beleidsregel voor de toepassing van Social return ( sociale voorwaarden bij inkoop- of aanbestedingstrajecten) binnen de arbeidsmarktregio Zuid Limburg;

 

b e s l u i t e n:

 

vast te stellen de volgende beleidsregel

 

Social return Arbeidsmarktregio Zuid-Limburg 2020’

Artikel 1 Drempel opdrachtwaarde

Social return wordt toegepast op alle aanbestedingen van werken, diensten en leveringen van de gemeenten in de arbeidsmarktregio Zuid-Limburg met een (verwachte) opdrachtwaarde van minimaal € 100.000,- en waarbij de toepassing van social return proportioneel is.

Artikel 2 Percentage opdrachtwaarde

  • 1.

    Wanneer Social return wordt toegepast dient 5% van de opdrachtwaarde te worden omgezet in werkgelegenheid voor de doelgroep van Social return.

  • 2.

    Betreft het kapitaalintensieve projecten dan wel diensten dan geldt 2% van de opdrachtwaarde. Van een kapitaalintensief project is sprake wanneer de verhouding materiaal/arbeid minimaal 70/30 bedraagt.

Artikel 3 Doelgroep

Tot de doelgroep van Social return behoren:

  • 1.

    Uitkeringsgerechtigden in het kader van de

    • a.

      Participatiewet, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaw) en Wet Inkomens-voorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz);

    • b.

      Werkloosheidswet;

    • c.

      Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)/ Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO);

    • d.

      Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong);

    • e.

      Algemene Nabestaandenwet (ANW);

    • f.

      Dan wel rechtsopvolgers van deze regelingen.

  • 2.

    Personen die gebruik maken van voorzieningen/instrumenten van één van bovengenoemde regelingen en daardoor geen uitkering meer ontvangen (waaronder personen werkzaam op een gesubsidieerde arbeidsplaats).

  • 3.

    Niet uitkeringsgerechtigden zoals bedoeld in de Participatiewet;

  • 4.

    Met werkloosheid bedreigde inwoners;

  • 5.

    Personen behorende tot de doelgroep Wet sociale Werkvoorziening (Wsw-ers);

  • 6.

    Kandidaten doelgroepregister;

  • 7.

    BOL/BBL-leerlingen (voor maximaal 50% van de opdrachtwaarde).

Artikel 4 Duur meetellen

  • 1.

    Als startdatum voor het meetellen van een contract geldt de datum van definitieve gunning.

  • 2.

    Mensen met een vastgestelde arbeidsbeperking, die worden geplaatst via Social return mogen gedurende minimaal twee jaar, met een uitloop zolang de indicatie duurt, worden meegeteld.

  • 3.

    Mensen die geen vastgestelde arbeidsbeperking hebben, die worden geplaatst via Social return, mogen gedurende maximaal twee jaar worden meegeteld.

  • 4.

    Leerlingen die BOL/BBL-traject volgen, mogen vanaf de datum van definitieve gunning gedurende de gehele opleiding worden meegeteld.

Artikel 5 Controle en monitoring

  • 1.

    Binnen 7 dagen na definitieve gunning moet de opdrachtnemer contact opnemen met de opdracht gevende organisatie zoals opgenomen in de bestektekst.

  • 2.

    De invulling wordt schriftelijk vastgelegd in prestatieafspraken.

  • 3.

    Verantwoording vindt plaats door de opdrachtnemer zoals vastgelegd in de prestatieafspraken.

  • 4.

    De opdrachtnemer blijft te allen tijde eindverantwoordelijk voor het nakomen van zijn Social return verplichtingen, zoals het werven, selecteren, opleiden, plaatsen en begeleiden van de doelgroep. Dit geldt ook wanneer opdrachtnemer de Social return verplichting (deels) overdraagt aan derden.

Artikel 6 Niet voldoen verplichting

  • 1.

    Wanneer een opdrachtnemer niet (volledig) voldoet aan de verplichting in het kader van Social return, dan is sprake van wanprestatie in de nakoming van de overeenkomst en wordt het niet ingevulde Social return-bedrag verrekend.

  • 2.

    Het niet ingevulde Social return-bedrag genoemd in lid 1 wordt geïnd via de laatste betalingen aan de opdrachtnemer.

Artikel 7 Tekst in het bestek

De gemeenten in de arbeidsmarktregio Zuid-Limburg hanteren dezelfde bestektekst.

Artikel 8 Hardheidsclausule en zaken waarin de beleidsregels niet voorzien

  • 1.

    Het college heeft de mogelijkheid om van dit beleid af te wijken als de toepassing tot een onvoorzien en onredelijk benadelend gevolg zou leiden voor de betreffende burger of ondernemer.

  • 2.

    In alle gevallen waarin deze beleidsregels en de daarop gebaseerde nadere regelgeving niet voorziet, beslist het college.

Artikel 9 Citeertitel en ingangsdatum

  • 1.

    Deze regeling kan worden aangehaald als: Beleidsregel Social return Arbeidsmarktregio Zuid-Limburg 2020.

  • 2.

    Bekendmaking vindt plaats door publicatie in het elektronisch gemeenteblad.

  • 3.

    Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 juli 2020.

  • 4.

    De “Nadere regels inzake toepassing sociale paragraaf als onderdeel van het inkoop- en aanbestedingsbeleid” worden met ingang van 1 juli 2020 ingetrokken.

Aldus besloten door het college van de gemeente Sittard-Geleen in zijn vergadering van 28 april 2020.

De Burgemeester

mr. J.Th.M.C. Verheijen

De Secretaris

mr. G.J.C. Kusters

Toelichting beleidsregels Social return Arbeidsmarktregio Zuid-Limburg 2020

 

Algemeen

De gemeenten in Zuid-Limburg zijn reeds geruime tijd bezig met het inzetten van Social return. Social return is een instrument waarbij de inkoopkracht van de gemeenten wordt ingezet om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt (inclusief met werkloosheid bedreigden) kansen te bieden op die arbeidsmarkt. Daarbij wordt bij aanbestedingen een bestektekst opgenomen waardoor een percentage van het aanbestedingsbedrag beschikbaar komt om deze mensen toe te leiden naar de arbeidsmarkt.

 

Dit beleid is de afgelopen jaren doorontwikkeld en nu is het moment om tot uniformering in de arbeidsmarktregio Zuid-Limburg te komen. De markt vraagt hier ook om en deze beleidsregels zien op deze uniformering. Social return is op deze wijze een mooie kans voor mensen die willen werken, maar die dat nog niet lukt. Zij kunnen via Social return werkritme en Sociale en vakvaardigheden opdoen om de stap naar regulier werk te maken. Werk is immers de beste vorm van participatie en voorkomt vaak veel problemen.

 

Artikelsgewijs

 

Artikel 1 Drempelwaarde opdracht

Social return wordt toegepast op alle aanbestedingen van werken, diensten en leveringen van de gemeenten in de arbeidsmarktregio Zuid-Limburg. Hierbij is een drempelwaarde van € 100.000,00 ingebouwd. Dit houdt in dat alleen bij aanbestedingen die dit bedrag te boven gaan de bestektekst wordt opgenomen in de aanbesteding. Een gemeente kan zelf afwegen of zij ook al bij een bedrag van € 50.000,00 de bestektekst opneemt. Dit zal veelal ook afhangen van de soort aanbesteding en het werk dat daarmee is gemoeid.

Per aanbesteding vindt beoordeling van de proportionaliteit plaats. Deze toets is ingebouwd vanwege een aantal cases waarin door de Commissie van Aanbestedingsexperts is geoordeeld dat het opleggen van de social return-verplichting disproportioneel was. De omvang van de verplichting stond in die situaties niet in verhouding tot het soort werk dat uitgevoerd kon worden door de doelgroep. Aanvankelijk is gedacht om de drempel naar € 250.000 te verhogen, maar dat is niet wenselijk, aangezien dan aanbestedingen met een lagere waarde en een hoge SR-factor (veel werk voor de doelgroep) worden gemist.

Voor raamovereenkomsten wordt de opdrachtwaarde jaarlijks achteraf bepaald.

 

Artikel 2 Percentage opdrachtwaarde

Wanneer Social return wordt toegepast dan dient 5% van de opdrachtwaarde te worden omgezet in werkgelegenheid voor de doelgroep van Social return. Betreft het een kapitaalintensief projecten dan wel diensten dan geldt 2% van de opdrachtwaarde. Van een kapitaalintensief project is sprake wanneer de verhouding materiaal/arbeid minimaal 70/30 bedraagt.

 

Mocht in overleg blijken dat het onmogelijk is om te voldoen aan de eis van Social return, kan er in uitzonderlijke gevallen worden besloten om een ander percentage toe te passen. Denk daarbij aan sectoren waarbij een krimp is en ontslagen voor de deur staan. Ook kan gekozen worden voor een alternatieve invulling van de Social return, zoals het verzorgen van opleiding/trainingen aan en begeleiding van (potentiële) werknemers. De verplichting mag breder binnen de bedrijfsvoering van opdrachtnemer worden ingevuld dan alleen op onderliggende opdracht en kan ook (deels) overdraagbaar zijn aan onderaannemers, onder voorwaarde dat het past binnen art. 2.80 Aanbestedingswet. Dit betekent dat de invulling verband moet houden met de opdracht.

 

Artikel 3 Doelgroep

De doelgroep die in aanmerking komt om te profiteren van Social return is heel breed. Deze kan niet worden ingeperkt tot bijvoorbeeld uitkeringsgerechtigden in het kader van de Participatiewet, aangezien dit discriminatie is. Het gaat er om dat mensen kunnen profiteren van de inkoopkracht van gemeenten en hierdoor kansen krijgen om aan het werk te komen of aan het werk te blijven. De doelgroep bestaat dan ook uit:

  • 1.

    Uitkeringsgerechtigden in het kader van de

    • a.

      Participatiewet, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaw) en Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen Ioaz;

    • b.

      Werkloosheidswet;

    • c.

      Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)/ Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO);

    • d.

      Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong);

    • e.

      Algemene Nabestaandenwet (ANW);

    • f.

      Dan wel rechtsopvolgers van deze regelingen.

  • 2.

    Personen die gebruik maken van voorzieningen/instrumenten van één Van bovengenoemde regelingen en daardoor geen uitkering meer ontvangen (waaronder personen werkzaam op een gesubsidieerde arbeidsplaats).

  • 3.

    Niet uitkeringsgerechtigden zoals bedoeld in de Participatiewet;

  • 4.

    Met werkloosheid bedreigde inwoners;

  • 5.

    Personen behorende tot de doelgroep Wet sociale Werkvoorziening (Wsw-ers);

  • 6.

    Kandidaten doelgroepregister;

  • 7.

    BOL/BBL-leerlingen (voor maximaal 50% van de opdrachtwaarde).

     

Artikel 4 Duur meetellen

  • 1.

    We willen voorkomen dat er naar aanleiding van de SR-verplichting een ‘banencarroussel’ ontstaat. Daarom hoeven de contracten geen nieuwe contracten te zijn. Wel geldt als startdatum voor het meetellen van een contract, de datum van definitieve gunning. De duur van het meetellen is afhankelijk van de doelgroep. Deze is beschreven in artikel 4 lid 2, 3 en 4.

  • 2.

    Mensen met een vastgestelde arbeidsbeperking (de WAO, WIA, Wajong, ANW en WSW-doelgroep), die worden geplaatst via social return mogen gedurende minimaal twee jaar, met een uitloop zolang de indicatie duurt, worden meegeteld gedurende de hele opdracht.

  • 3.

    Mensen die geen vastgestelde arbeidsbeperking hebben (Pwet, Ioaw, Ioaz en WW-doelgroep), die worden geplaatst via social return, mogen gedurende maximaal twee jaar worden meegeteld. Wanneer de Wet werk en zekerheid (dan wel haar rechtsopvolgers) het mogelijk maakt om mensen gedurende langere tijd een flexcontract aan te bieden, dan geldt deze langere termijn ook voor het meetellen bij Social return.

  • 4.

    Leerlingen die BOL/BBL-traject volgen, mogen gedurende de gehele opleiding worden meegeteld.

     

Artikel 5 controle en monitoring

Om deze regeling uit te kunnen voeren, is het van belang dat een coördinator SR hier mee aan de slag gaat. Inkopers en projectleiders moeten hun weg weten te vinden naar de coördinator SR. Op deze wijze wordt meteen bij aanvang van de aanbesteding gezorgd dat de mogelijkheid voor SR onder de aandacht komt. De coördinator beoordeelt of SR moet worden toegepast en welk percentage wordt opgenomen. Na definitieve gunning ontvangt de coördinator de brief van de gunning, met daarin het bedrag van de aanbesteding vermeld. De opdrachtnemer dient binnen zeven dagen contact op te nemen met de coördinator. In de eerste vergadering wordt met de opdrachtnemer aandacht besteed aan de invulling van Social return.

De coördinator zorgt verder voor de afspraken. Onderdeel van deze afspraken zijn zaken zoals voor welk bedrag wordt ingezet, welke doelgroepen ingezet zullen worden en op welke wijze wordt gemonitord.

Deelnemers worden aangemeld bij de coördinator. Deze beoordeelt of de mensen, diensten of andere manieren van invulling van Social return voldoen aan de uitgangspunten. Er worden gemeenschappelijke overzichten gebruikt. Deze voldoen aan de AVG en kunnen worden ingezet bij alle bedrijven. Afhankelijk van de duur van de opdracht wordt afgesproken met welke frequentie gerapporteerd wordt. Dit varieert in termijnen van tweewekelijks tot halfjaarlijks.

Op de lijsten wordt een aantal gegevens minimaal gemeld, te weten:

  • -

    naam,

  • -

    geboortedatum,

  • -

    woonplaats,

  • -

    doelgroep,

  • -

    datum inzet,

  • -

    loonkosten,

  • -

    bedrag i.v.m. andere invulling.

De opdrachtnemer blijft altijd verantwoordelijk voor het nakomen van de verplichting in het kader van Social return. Ook als hij/zij de verplichting (deels) doorlegt naar derden zoals bijvoorbeeld onderaannemers.

Bij aanbestedingen die zich over meerdere jaren uitstrekken, wordt minimaal een keer per jaar een gesprek gepland. Hierin wordt besproken welk resultaat is behaald in de achterliggende periode en wat de inzet wordt voor de komende periode. Van alle bijeenkomsten wordt schriftelijk verslag gedaan door de coördinator. Deze verslaglegging (die vorm van verslagen of brieven kan hebben) wordt in ieder geval beschikbaar gesteld aan de opdrachtnemer en de interne projectverantwoordelijke.

Tijdens de voortgangsgesprekken kan ervoor worden gekozen om in overleg met de coördinator voor een alternatieve invulling te kiezen. De alternatieve invulling dient meetbaar te zijn en te worden ingediend bij de coördinator zodat dit controleerbaar is.

 

Artikel 6 Niet voldoen verplichting

De naleving van de verplichting wordt gedurende de looptijd gemonitord. Als de opdrachtnemer daaraan niet voldoet is er sprake van wanprestatie en wordt hij/zij in gebreke gesteld. Als na ingebrekestelling de verplichting niet wordt nagekomen volgt verrekening van het niet ingevulde Social return-bedrag. Het te verrekenen bedrag wordt geïnd via de laatste betalingen aan de opdrachtnemer van de projectleider (bij werken) of de opdrachtgever (bij diensten en leveringen). De opdrachtnemer wordt dan voor dat deel niet betaald.

 

Artikel 7 tekst in het bestek

In de standaard bestektekst die door gemeenten in de arbeidsmarktregio wordt gehanteerd, is de Social return-verplichting nader uitgewerkt.

Bijlage Bestekstekst Social Return Arbeidsmarktregio Zuid-Limburg behorende bij de Beleidsregels Social Return Zuid-Limburg 2020 e.v.

 

Algemeen deel

Social Return

De gemeenten in Zuid-Limburg hebben als sociale doelstelling dat een investering naast het ‘gewone’ rendement ook een concrete sociale winst (return) moet opleveren. Dit doen de gemeenten door social return (SR) als voorwaarde te stellen bij inkoop- en aanbestedings-trajecten.

 

Door de sociale investering van de opdrachtnemer worden mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt (zie onderstaand voor een beschrijving van de doelgroep) voorbereid en/of geplaatst op een duurzame deelname aan de arbeidsmarkt. Zo krijgt de SR kandidaat een kans zich te ontwikkelen als volwaardig werknemer. Invulling van de SR-verplichting betreft maatwerk en kan passend worden gemaakt op eigen bedrijfsvoering, waarbij opdrachtgever openstaat voor initiatieven en gelijkwaardige alternatieven, wanneer eerdergenoemde vormen niet mogelijk zijn. De invulling gaat altijd in overleg met de medewerker SR die wordt ingezet door de gemeente en verantwoordelijk is voor de naleving van SR. Tenslotte kunnen rapportage- en evaluatiemomenten gedurende de looptijd van het contract aanleiding geven tot verandering van de SR-invulling in samenspraak met de medewerker SR en met goedkeuring van opdrachtgever.

 

Contactgegevens coördinatiepunt Social Return

De coördinatie van social return is belegd bij het Werkgeversservicepunt Westelijke Mijnstreek en deze organisatie zorgt voor coördinatie, controle, monitoring van en ondersteuning bij de realisatie. Voor advies en ondersteuning met betrekking tot Social Return neemt u contact op met het Werkgeversservicepunt Westelijke Mijnstreek.

 

Programma van Eisen

Percentage opdrachtwaarde

Bij de toepassing van social return dient 5% van de opdrachtwaarde te worden omgezet in werkgelegenheid voor de doelgroep van social return. Als het om een kapitaalintensief project dan wel diensten gaat, dan geldt 2% van de opdrachtwaarde. In een kapitaalintensief project bedraagt de verhouding materiaal/arbeid minimaal 70/30%.

 

In deze aanbesteding wordt de inschrijver verplicht om tenminste [ hier keuze menu 2 of 5%] van de opdrachtwaarde (realisatie excl. btw en excl. latere wijzigingen van dat bedrag door meer-/minderwerk’) aan te wenden voor SR door de inzet van kandidaten uit de doelgroep. De verplichting mag breder binnen de bedrijfsvoering van opdrachtnemer worden ingevuld dan alleen op onderliggende opdracht, zolang het verband houdt met het voorwerp van de opdracht. De SR-verplichting dient binnen de looptijd van de opdracht (inclusief eventuele verlengingen en onderhoudstermijn) te worden gerealiseerd.

 

Doelgroep

Tot de doelgroep van social return behoren:

  • Uitkeringsgerechtigden in het kader van de

  • -

    Participatiewet, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaw) en Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen Ioaz

  • -

    Werkloosheidswet

  • -

    Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)/ Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO)

  • -

    Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong)

  • -

    Algemene Nabestaandenwet (ANW)

  • -

    Dan wel rechtsopvolgers van deze regelingen

  • Personen die gebruik maken van voorzieningen/instrumenten van één van bovengenoemde regelingen en daardoor geen uitkering meer ontvangen (waaronder personen werkzaam op een gesubsidieerde arbeidsplaats)

  • Niet uitkeringsgerechtigden zoals bedoeld in de Participatiewet

  • Met werkloosheid bedreigde inwoners

  • Personen behorende tot de doelgroep Wet Sociale Werkvoorziening (Wsw-ers)

  • Kandidaten doelgroepregister

  • BOL/BBL-leerlingen (voor maximaal 50% van de opdrachtwaarde)

 

Duur meetellen

Medewerkers met een vastgestelde arbeidsbeperking mogen minimaal twee jaar en langer bij een voortdurende indicatie worden meegeteld.

Wanneer medewerkers vanuit de doelgroep zonder vastgestelde arbeidsbeperking zijn geplaatst via social return dan mogen zij maximaal gedurende twee jaar worden meegeteld voor Social Return.

Leerlingen die BOL/BBL-traject volgen, mogen gedurende de gehele opleiding worden meegeteld.

 

Procedure na gunning

Opdrachtnemer dient binnen zeven dagen na de mededeling omtrent gunnen contact op te nemen met het coördinatiepunt SR. Met opdrachtnemer worden binnen de kaders van onderliggende aanbesteding na de gunning nadere prestatieafspraken gemaakt over de concrete invulling van de social return-verplichting. De prestatieafspraken (inclusief de wijze waarop de nakoming ervan verantwoord zal worden) maken vervolgens onlosmakelijk deel uit van de overeenkomst tussen opdrachtgever en opdrachtnemer.

 

Verantwoording en rapportage social return

  • -

    Alvorens een kandidaat kan worden opgevoerd als kandidaat SR dient dit worden voorgelegd en geaccordeerd.

  • -

    De opdrachtnemer rapporteert periodiek –conform afspraak- met behulp van het rapportageformat over de voortgang van de invulling van de social return-verplichting en onderbouwt deze met bewijsstukken,

  • -

    Wanneer er sprake is van inleenconstructies dienen op aanvraag facturen inzichtelijk te worden gemaakt.

  • -

    Kosten in het kader van scholing dienen onderbouwd te worden met gedetailleerde nota’s van de scholing. In geval van interne scholing dienen de gemaakte kosten schriftelijk te worden onderbouwd.

 

Om de gerealiseerde resultaten ten aanzien van social return te kunnen bepalen, gelden in ieder geval de volgende uitgangspunten:

  • Inschaling van kandidaten uit de genoemde Doelgroep geschiedt conform de voor hem/haar geldende CAO, bij het bedrijf zelf of – indien de kandidaat elders wordt geplaatst- bij een andere werkgever. Opgemerkt wordt dat voor de Wsw-doelgroep een aparte CAO geldt.

  • Indien opdrachtnemer bij het plaatsen van de doelgroep gebruik maakt van subsidies of overige premies dan worden deze afgetrokken van - of in mindering gebracht op - het bedrag te voldoen onder de social return-verplichting.

  • Scholing en opleiding vinden plaats bij een erkend opleidingsinstituut.

  • Begeleidingskosten, mits noodzakelijk, aannemelijk en deugdelijk onderbouwd. Begeleidingskosten zijn kosten die noodzakelijkerwijs gemaakt worden bij de te werkstelling of inzet van een kandidaat uit de doelgroep, en bedragen niet meer dan gemiddeld 20% van de totale verplichting.

  • Opdrachtnemer rapporteert periodiek zijn voortgang in het kader van social return aan het coördinatiepunt SR en tenminste na afloop van het contract.

 

Voldoen aan verplichting

Wanneer een opdrachtnemer niet (volledig) voldoet aan de verplichting in het kader van social return, dan is sprake van wanprestatie in de nakoming van de overeenkomst en wordt het niet ingevulde social return-bedrag verrekend. Uiteraard wordt de naleving van de verplichting gedurende de looptijd gemonitord en wordt de opdrachtnemer in gebreke gesteld indien hij daar niet aan voldoet. Na ingebrekestelling volgt verrekening van het niet ingevulde social return-bedrag.

Het te verrekenen bedrag wordt geïnd via de laatste betalingen aan de opdrachtnemer.

 

Verantwoordelijkheid

De opdrachtnemer blijft te allen tijde eindverantwoordelijk voor het nakomen van zijn social return-verplichtingen, zoals het werven, selecteren, opleiden, plaatsen en begeleiden van de Doelgroep. Dit geldt ook wanneer opdrachtnemer de social return-verplichting (deels) overdraagt aan bijvoorbeeld onderaannemers. De opdrachtnemer kan bij de invulling gebruik maken van de advisering en faciliteiten van het coördinatiepunt SR.

 

Naar boven