Wijziging Besluit jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning 2018

Burgemeester en wethouders van de gemeente Venlo;

gezien het voorstel van 16 oktober 2019;

gelet op de artikelen 9, eerste lid, sub a.1, tweede lid, sub h., 16 van de Verordening jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning Venlo 2015.;

besluiten:

Het Besluit jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning 2018 te wijzigen als volgt:

1. Artikel 2.2 Onderzoek

Artikel 2.2, lid 2 komt te luiden:

“Het keukentafelgesprek maakt deel uit van het onderzoek en vindt plaats binnen twee weken na de datum van ontvangst van de ondersteuningsvraag, tenzij er sprake is van spoedeisende gevallen, of tenzij hier in overleg met de cliënt of zijn vertegenwoordiger van wordt afgeweken. Het wijkteamlid is bevoegd te besluiten dat een derde zoals bedoeld in artikel 3, lid 1, van de Verordening, niet mag deelnemen aan het keukentafelgesprek.”

2. Artikel 4.4 Ondersteuning bij het verplaatsen in de eigen leefomgeving

Artikel 4.4, lid 2 sub a, komt te luiden:

“ligt het primaat bij een collectief vraagafhankelijk vervoer waarvoor de criteria in de verordening en de beleidsregel richtinggevend zijn,”

3. Artikel 5.1 Nadere voorwaarden

• Artikel 5.1, lid 8 vervalt, met de tekst luidende:

De vertegenwoordiger van de budgethouder is in elk geval niet de aanbieder die wordt ingezet met het pgb, tenzij sprake is van de inzet van eigen sociaal netwerk.

• Artikel 5.1, lid 9 om te nummeren tot artikel 5.1, lid 8.

4. Artikel 6.1 Vaste bijdrage voor algemene voorzieningen

Artikel 6.1, lid 3 vervalt.

5. Artikel 9.1 Meldingsregeling calamiteiten en geweld

Artikel 9.1, lid 1 sub b, komt te luiden:

“in geval van maatschappelijke ondersteuning aan de op grond van artikel 6.1 Wmo 2015 aangewezen toezichthoudende ambtenaar. Hierna te noemden toezichthouder kwaliteit Wmo.”

Artikel 9.1, lid 2 komt te luiden:

“De toezichthouder kwaliteit Wmo doet onafhankelijk onderzoek naar de calamiteiten en geweldsincidenten en adviseert het college over noodzakelijke maatregelen ten aanzien van de betrokken aanbieder om klachten, calamiteiten en (gewelds)incidenten zoveel mogelijk te voorkomen.”

Artikel 9.1, lid 3 komt te luiden:

“De toezichthouder kwaliteit Wmo adviseert het college jaarlijks over het voorkomen van (verdere) calamiteiten en het bestrijden van geweld.”

6. Artikel 9.2 Bevoegdheden toezichthouder

De titel van artikel 9.2 komt te luiden:

“Artikel 9.2 Nadere regels betreffende de bevoegdheden van toezichthouders Wmo en rechtmatigheid Jeugdwet en Wmo”

Artikel 9.2, komt te luiden:

“1. a. De toezichthouder kwaliteit Wmo en de toezichthouder rechtmatigheid Jeugdwet en Wmo zijn bevoegd om met gebruikmaking van de aan hen toegekende bevoegdheden ingevolge de artikelen 5:15 t/m 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 6.1 van de Wmo, onafhankelijk onderzoek te doen naar de kwaliteit en de rechtmatigheid van de ondersteuning. Zij kunnen onderzoek doen op basis van signalen, meldingen of klachten, danwel proactief, op basis van een steekproefsgewijze aanpak.

b. De toezichthouders zijn bevoegd om in het kader van een onderzoek als bedoeld onder a. van de aanbieder te verlangen dat hij een VOG overlegt als bedoeld in de kwaliteitseisen, opgenomen in Bijlage 2 bij het Besluit Jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning, welke niet ouder is dan 3 maanden.

2. De toezichthouders zijn bevoegd om het college onafhankelijk te adviseren om op basis van de bevindingen van een onderzoek:

  • a.

    de betreffende aanbieder tijdelijk uit te sluiten van overleggen in het kader van inkoop of van verlengen van overeenkomsten voor zorg in natura;

  • b.

    tijdelijk geen Pgb’s te verstrekken ten behoeve van het verlenen van hulp, ondersteuning of hulpmiddelen door de betreffende aanbieder;

  • c.

    tijdelijk geen cliënten toe te wijzen aan de betreffende aanbieder,

  • d.

    tijdelijk de betalingen op te schorten;

  • e.

    een aanwijzing met hersteltermijn te bieden,

  • f.

    indien er sprake is van ernstige en/of herhaalde overtredingen de overeenkomsten met de betreffende aanbieder voor zorg in natura te beëindigen, danwel het Pgb waarmee de betreffende aanbieder wordt bekostigd, te beëindigen;

  • g.

    aangifte te doen;

  • h.

    andere maatregelen te treffen.

3. De maatregelen zoals bedoeld in lid 3 dienen in alle gevallen proportioneel te

zijn naar de aard van de overtreding of melding.

4. Indien het onderzoek als bedoeld in lid 1. betrekking heeft op een aanbieder die namens de gemeente door de Modulaire gemeenschappelijke regeling sociaal domein Limburg-Noord, hierna te noemen MGR, is gecontracteerd voor de levering van voorzieningen in het kader van de Wmo of de Jeugdwet, adviseert de toezichthouder ook aan de MGR.

5. De toezichthouders zijn voorts bevoegd om op basis van de bevindingen in hun onderzoekspraktijk, aanbevelingen aan het college dan wel de MGR te doen ten aanzien van aanpassing van beleid of van werkwijzen”.

 

Wijzigingen in de toelichting van het besluit

In navolging van de wijzigingen in de artikelen, wijzigt de artikelsgewijze toelichting als volgt:

Artikel 2.2 Onderzoek

• Artikel 2.2 als 2e alinea op te nemen de tekst luidende:

“In de Verordening staat dat op verzoek van de cliënt en/of diens vertegenwoordiger een derde kan deelnemen aan een keukentafelgesprek, mits hiertegen geen bezwaar bestaat (artikel 3, lid 1). Daarmee kan worden voorkomen dat een cliënt mogelijk ongewenst wordt beïnvloed door een derde (bijv. een zorgaanbieder). In het tweede lid is bepaald dat een wijkteamlid bevoegd is te besluiten dat een derde niet mag deelnemen aan het keukentafelgesprek, in het geval van ongewenste beïnvloeding van een cliënt.”

• De toelichting in de huidige alinea’s 2 t/m 4 te verschuiven, zijnde de alinea’s 3 t/m 5.

Artikel 9.1 Meldingsregeling calamiteiten en geweld

• De toelichting op artikel 9.1 komt te vervallen:

“Het is belangrijk dat meldingen van calamiteiten en geweld direct bij de toezichthouder worden gemeld, zodat deze kunnen worden onderzocht en problemen kunnen worden opgelost. Dat wordt in dit artikel beschreven. De toezichthouder die het onderzoek zoals bedoeld in lid 2 uitvoert wordt zo onafhankelijk mogelijk georganiseerd, om ook de onafhankelijkheid van dat onderzoek te waarborgen.

Wanneer zich een incident voordoet tussen een lid van het sociaal wijkteam en een cliënt, dient eerstgenoemde het agressieprotocol te volgen. Dat wil zeggen een melding aan de wijkcoördinator en de agressiecoördinator van de gemeente Venlo.”

• De toelichting op artikel 9.1, komt te luiden:

“Artikel 9.1 Het is belangrijk dat meldingen van calamiteiten en geweld direct bij de toezichthouder worden gemeld, zodat deze kunnen worden onderzocht en problemen kunnen worden opgelost. Dat wordt in dit artikel beschreven.

De toezichthouder die het onderzoek zoals bedoeld in lid 2 uitvoert is onafhankelijk gepositioneerd, om ook de onafhankelijkheid van zijn onderzoek te waarborgen. Wanneer zich een incident voordoet tussen een lid van het sociaal wijkteam en een cliënt, dient eerstgenoemde het agressieprotocol te volgen. Dat wil zeggen een melding aan de wijkcoördinator en de agressiecoördinator van de gemeente Venlo.”

Artikel 9.2 Bevoegdheden toezichthouder

• De bestaande titel en toelichting op artikel 9.2 komt te vervallen, luidende:

“Artikel 9.2 Bevoegdheden toezichthouder

In artikel 6.1 van de Wmo 2015 is bepaald dat gemeenten een toezichthouder aan moeten stellen, die belast is met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Wmo 2015. Gelet op deze bepaling zijn in dit artikel enkele bevoegdheden nader uitgewerkt. In 2015 is door de colleges van de gemeenten in Noord-Limburg besloten om dit toezicht regionaal te organiseren door samen een toezichthouder aan te stellen. Deze toezichthouder heeft zowel een (pro)actieve als reactieve taak. Onafhankelijk en deskundig onderzoek staat centraal bij de werkzaamheden van de toezichthouder.

Op de eerste plaats heeft de toezichthouder de opdracht om (pro)actief, via een steekproefsgewijze aanpak, onderzoek te doen bij aanbieders naar het naleven van kwaliteitseisen en de in dit hoofdstuk opgenomen taken. De toezichthouder kan ook meldingen in behandeling nemen over klachten door aanbieders (reactief) die niet zijn afgehandeld met inachtneming van de bij verordening vastgelegde voorschriften. Daarnaast kan de toezichthouder ook andere taken vervullen die voortvloeien uit artikel 6.1 van de Wmo 2015.”

• De titel en toelichting op artikel 9.2, komt te luiden:

“Artikel 9.2 Nadere regels betreffende de bevoegdheden van toezichthouders Wmo en rechtmatigheid Jeugdwet en Wmo

Toezicht kwaliteit Wmo

In artikel 6.1 van de Wmo 2015 is bepaald dat gemeenten een toezichthouder aan

moeten stellen, die belast is met het houden van toezicht op de naleving van het

bepaalde bij of krachtens de Wmo 2015.

Sinds 2015 is dit toezicht door de Noord-Limburgse gemeenten regionaal georganiseerd en is er gezamenlijk een toezichthouder aangesteld. Deze toezichthouder heeft zowel een (pro)actieve als een reactieve taak. Onafhankelijk en deskundig onderzoek staat centraal bij de werkzaamheden van de toezichthouder. Op de eerste plaats heeft de toezichthouder de taak om naar aanleiding van meldingen en klachten over een aanbieder onderzoek te doen bij de aanbieder naar de kwaliteit van de geleverde ondersteuning door de aanbieder (reactief).

De toezichthouder kan ook (pro)actief, via een steekproefsgewijze aanpak, onderzoek doen naar de kwaliteit van de ondersteuning.

Daarnaast kan de toezichthouder ook andere taken vervullen die voortvloeien uit artikel

6.1 van de Wmo 2015.

Het toezicht op de kwaliteit van jeugdhulp is wettelijk belegd bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd. Hierin heeft de gemeente geen rol.

Toezicht rechtmatigheid

In 2018 hebben de colleges van de gemeenten in Noord-Limburg besloten om met ingang van 1 januari 2019 het toezicht rechtmatigheid ten behoeve van de Jeugdwet en de Wmo te beleggen bij de sociale recherche van de gemeente Venlo, die dit toezicht voor de Noord-Limburgse gemeenten al langer uitvoert in het kader van de Participatiewet. Dit vooralsnog tijdelijk voor 1,5 jaar.

In dit artikel zijn de bevoegdheden van alle toezichthouders nader uitgewerkt. Daarbij is ook bepaald, dat in de gevallen waarop hun onderzoek betrekking heeft op een aanbieder die is gecontracteerd door de MGR voor voorzieningen in het kader van de Jeugdwet of de Wmo ten behoeve van de gemeente Venlo, zij ook adviseren aan de MGR. In dat geval is de MGR (mede) de aangewezen organisatie om de adviezen of maatregelen uit te voeren, of om de uitvoering te coördineren.”

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.

Venlo, 19 november 2019

Burgemeester en wethouders van Venlo

de secretaris de burgemeester

Twan Beurskens Antoin Scholten

Naar boven