Verordening tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Meierijstad (6e wijziging).

De raad van de gemeente Meierijstad;

gelezen het voorstel van college van burgemeester en wethouders van 18 februari 2020;

gelet op de artikelen 149, 149a, 151a, 151b, 151c, 151d, 154 en 154a van de Gemeentewet, de artikelen 3 en 4 van de Wet openbare manifestaties, de artikelen 4, 25a, 25b, 25c en 25d van de Drank- en Horecawet, artikel 5.13 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de artikelen 2.18, eerste lid, onder f en g, en vijfde lid, 2.21 en 3.148, tweede lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer, artikel 30c, tweede lid, van de Wet op de kansspelen, artikel 3 van de Winkeltijdenwet, artikel 64, tweede lid, van de Wet veiligheidsregio’s en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;

gezien het advies van de commissies 9 april 2020;

b e s l u i t:

vast te stellen de

Verordening tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Meierijstad (6e wijziging).

Artikel I Wijziging Algemene plaatselijke verordening gemeente Meierijstad

De Algemene plaatselijke verordening Meierijstad wordt als volgt gewijzigd:

  • A.

    In artikel 2:25, vierde lid wordt de tekst “het tweede lid” vervangen door “het derde lid”.

  • B.

    In artikel 2:34a wordt de bullit voor de laatste regel verwijderd en de tekst van die regel naar de kantlijn geplaatst.

  • C.

    In hoofdstuk 2 wordt na artikel 2:40 afdeling 10A vernummerd tot 7A.

  • D.

    Artikel 4:2, wordt gewijzigd als volgt:

  • 1.

    Het vierde lid komt te luiden:

  • 4. Het gemeten equivalente geluidsniveau (LAeq,T) veroorzaakt door de inrichting, bedraagt niet meer dan:

  • a.

    75 dB(A) en 90 dB(C), gemeten op de gevel van gevoelige gebouwen op een hoogte van 1,5 meter

  • b.

    50 dB(A) en 65 dB(C), gemeten in in- of aanpandige geluidsgevoelige gebouwen.

  • 2.

    Het zesde lid komt te luiden:

  • 6. Op de dagen, bedoeld in het eerste lid, wordt het ten gehore brengen van extra muziek hoger dan de geluidsnorm, bedoeld in de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19, 2.19a en 2.20 van het Activiteitenbesluit milieubeheer en artikel 4:5, uiterlijk een half uur voor de in artikel 2:29 of 2:30 voorgeschreven sluitingstijd beëindigd.

Artikel II

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 7 mei 2020.

De griffier,

A.F.J. Franken,

De burgemeester,

ir. C.H.C. van Rooij

Toelichting op de Verordening tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Meierijstad (6e wijziging)

Deze verordening betreft een aantal technische wijzigingen van een aantal bepalingen in de APV. In onderstaand overzicht zijn de artikelen zoals deze voor en na de wijziging gelden opgenomen. De wijzigingen zijn gecursiveerd aangegeven.

Tekst huidige APV

Tekst na vaststelling 6e wijziging

Artikel 2:25 Evenementenvergunning

Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren.

Bij de indiening van de vergunningaanvraag worden de gegevens, bedoeld in artikel 2.3 van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen, aangeleverd, voor zover voor het evenement een gebruiksmelding zou moeten worden gedaan op grond van artikel 2:1, eerste lid, van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen.

Geen vergunning is vereist voor door de burgemeester aangewezen evenementen van geringe omvang dan wel jaarlijks terugkerende (vrijwel) identieke evenementen, als:

wordt voldaan aan de bij dat aanwijzingsbesluit vermelde voorwaarden en voorschriften;;

de organisator ten minste 15 werkdagen voorafgaand aan het evenement daarvan melding heeft gedaan aan de burgemeester.

De burgemeester kan binnen 5 werkdagen na ontvangst van de melding besluiten een evenement als bedoeld in het tweede lid te verbieden, als er aanleiding is te vermoeden dat daardoor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu in gevaar komt.

Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 weigert de burgemeester een vergunning voor een vechtsportevenement als bedoeld in artikel 2:24, eerste lid, onder g, als de organisator of de aanvrager van de vergunning in enig opzicht van slecht levensgedrag is.

Het verbod is niet van toepassing op een wedstrijd op of aan de weg in situaties waarin voorzien wordt door artikel 10, juncto 148 van de Wegenverkeerswet 1994.

Op de vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet-tijdig beslissen) niet van toepassing

 

Artikel 2:25 Evenementenvergunning

Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren.

Bij de indiening van de vergunningaanvraag worden de gegevens, bedoeld in artikel 2.3 van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen, aangeleverd, voor zover voor het evenement een gebruiksmelding zou moeten worden gedaan op grond van artikel 2:1, eerste lid, van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen.

Geen vergunning is vereist voor door de burgemeester aangewezen evenementen van geringe omvang dan wel jaarlijks terugkerende (vrijwel) identieke evenementen, als:

wordt voldaan aan de bij dat aanwijzingsbesluit vermelde voorwaarden en voorschriften;;

de organisator ten minste 15 werkdagen voorafgaand aan het evenement daarvan melding heeft gedaan aan de burgemeester.

De burgemeester kan binnen 5 werkdagen na ontvangst van de melding besluiten een evenement als bedoeld in het derde lid te verbieden, als er aanleiding is te vermoeden dat daardoor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu in gevaar komt.

Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 weigert de burgemeester een vergunning voor een vechtsportevenement als bedoeld in artikel 2:24, eerste lid, onder g, als de organisator of de aanvrager van de vergunning in enig opzicht van slecht levensgedrag is.

Het verbod is niet van toepassing op een wedstrijd op of aan de weg in situaties waarin voorzien wordt door artikel 10, juncto 148 van de Wegenverkeerswet 1994.

Op de vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet-tijdig beslissen) niet van toepassing

Artikel 2:34a Definities

In deze afdeling wordt verstaan onder:

alcoholhoudende drank,

horecabedrijf;

horecalokaliteit;

inrichting;

paracommerciële rechtspersoon;

dat wat daaronder wordt verstaan in de Drank- en Horecawet.

 

Artikel 2:34a Definities

In deze afdeling wordt verstaan onder:

alcoholhoudende drank,

horecabedrijf;

horecalokaliteit;

inrichting;

paracommerciële rechtspersoon;

dat wat daaronder wordt verstaan in de Drank- en Horecawet.

 

Afdeling 10A Tegengaan onveilig, niet leefbaar en malafide ondernemersklimaat

 

Afdeling 7A Tegengaan onveilig, niet leefbaar en malafide ondernemersklimaat

 

Artikel 4:2 Aanwijzing collectieve festiviteiten

De geluidsnormen bedoeld in de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19, 2.19a en 2.20 van het Activiteitenbesluit milieubeheer en artikel 4:5 gelden niet gedurende de volgende dagen of dagdelen:

op het grondgebied van de hele gemeente:

Carnaval van vrijdag t/m dinsdag) (5 dagen)

Koningsnacht en -dag (2 dagen)

Oudejaarsavond en Nieuwjaarsdag (2 dagen).

op het grondgebied van de betreffende kern: de dagen waarop aldaar de jaarlijkse kermis wordt gevierd (4/5 dagen)

De voorwaarden met betrekking tot de verlichting ten behoeve van sportbeoefening in de buitenlucht als bedoeld in artikel 3.148, eerste lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer gelden niet tijdens de door de betreffende sportclubs georganiseerde toernooien.

Als een collectieve festiviteit redelijkerwijs niet voorzien was, kan het college, een festiviteit terstond als collectieve festiviteit als bedoeld in het eerste lid aanwijzen.

Het gemeten equivalente geluidsniveau (LAeq,T) veroorzaakt door de inrichting, bedraagt niet meer dan:

70 dB(A) en 80 dB(C), gemeten op de gevel van gevoelige gebouwen op een hoogte van 1,5 meter

75 dB(A) en 90 dB(C), gemeten op de gevel van gevoelige gebouwen op een hoogte van 1,5 meter voor festiviteiten als bedoeld onder lid 1 die het college als speciale festiviteit heeft aangewezen.

50 dB(A) en 65 dB(C), gemeten in in- of aanpandige geluidsgevoelige gebouwen.

De geluidsnorm, bedoeld in het vierde lid, is inclusief onversterkte muziek en exclusief 10 dB(A) toeslag vanwege muziekcorrectie. Tevens wordt de bedrijfsduurcorrectie (Cb) en de meteocorrectieterm (Cm) buiten beschouwing gelaten. Als binnen 2 meter van een achterliggende gevel is gemeten dan wordt de geluidwaarde in het zesde lid met 3 dB verhoogd.

Op de dagen, bedoeld in het eerste lid, wordt het ten gehore brengen van extra muziek hoger dan de geluidsnorm, bedoeld in de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19, 2.19a en 2.20 van het Activiteitenbesluit milieubeheer en artikel.

 

Artikel 4:2 Aanwijzing collectieve festiviteiten

De geluidsnormen bedoeld in de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19, 2.19a en 2.20 van het Activiteitenbesluit milieubeheer en artikel 4:5 gelden niet gedurende de volgende dagen of dagdelen:

op het grondgebied van de hele gemeente:

Carnaval van vrijdag t/m dinsdag) (5 dagen)

Koningsnacht en -dag (2 dagen)

Oudejaarsavond en Nieuwjaarsdag (2 dagen).

op het grondgebied van de betreffende kern: de dagen waarop aldaar de jaarlijkse kermis wordt gevierd (4/5 dagen)

De voorwaarden met betrekking tot de verlichting ten behoeve van sportbeoefening in de buitenlucht als bedoeld in artikel 3.148, eerste lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer gelden niet tijdens de door de betreffende sportclubs georganiseerde toernooien.

Als een collectieve festiviteit redelijkerwijs niet voorzien was, kan het college, een festiviteit terstond als collectieve festiviteit als bedoeld in het eerste lid aanwijzen.

Het gemeten equivalente geluidsniveau (LAeq,T) veroorzaakt door de inrichting, bedraagt niet meer dan:

75 dB(A) en 90 dB(C), gemeten op de gevel van gevoelige gebouwen op een hoogte van 1,5 meter

50 dB(A) en 65 dB(C), gemeten in in of aanpandige geluidsgevoelige gebouwen.

 

 

 

 

De geluidsnorm, bedoeld in het vierde lid, is inclusief onversterkte muziek en exclusief 10 dB(A) toeslag vanwege muziekcorrectie. Tevens wordt de bedrijfsduurcorrectie (Cb) en de meteocorrectieterm (Cm) buiten beschouwing gelaten. Als binnen 2 meter van een achterliggende gevel is gemeten dan wordt de geluidwaarde in het zesde lid met 3 dB verhoogd.

Op de dagen, bedoeld in het eerste lid, wordt het ten gehore brengen van extra muziek hoger dan de geluidsnorm, bedoeld in de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19, 2.19a en 2.20 van het Activiteitenbesluit milieubeheer en artikel 4:5, op zondag tot en met donderdag uiterlijk om 24.00 uur en op de dagvolgend opvrijdag en zaterdag uiterlijk om 01.00 uur beëindigd.

 

 

Naar boven