Gemeenteblad van Waddinxveen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Waddinxveen | Gemeenteblad 2020, 117737 | Overige overheidsinformatie |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Waddinxveen | Gemeenteblad 2020, 117737 | Overige overheidsinformatie |
Nota maatschappelijke voorzieningen en accommodatiebeleid
In de nota maatschappelijke voorzieningen en accommodatiebeleid wordt op drie manieren inzicht gegeven in de maatschappelijke voorzieningen en accommodaties in Waddinxveen.
Vervolgens is in hoofdstuk 2 van de nota een beleidsvisie opgesteld over deze maatschappelijke voorzieningen en accommodaties. Voor de vier domeinen onderwijs, sport, cultuur en welzijn zijn de beleidsuitgangspunten uit de diverse bestaande beleidskaders geïnventariseerd en is de samenhang met het accommodatiebeleid beschreven. Naast beleidsstukken over onderwijs, sport, cultuur en welzijn, zijn er ook beleidsnota’s genoemd die meer overkoepelend van invloed zijn op maatschappelijke voorzieningen en accommodaties. Concluderend is te stellen dat op alle domeinen over alle beleidsnota’s heen één belangrijk uitgangspunt naar voren komt, namelijk het multifunctioneel inzetten van maatschappelijke accommodaties om sociale cohesie en maatschappelijke participatie te bevorderen.
Ad 1. Uit het onderzoek komt naar voren dat (zie bijlage 2):
Onderwijs: In de gemeente Waddinxveen zijn nu 10 instituten primair onderwijs, gehuisvest in 12 gebouwen, en er is één instituut voor voortgezet onderwijs. De schoolbesturen zijn juridisch eigenaar van de gebouwen, de gemeente is economisch eigenaar. Om te kunnen blijven voldoen aan de vraag op lange termijn worden er onderwijsaccommodaties gebouwd en verbouwd.
Ad 2. De belangrijkste beleidsuitgangspunten voor het accommodatiebeleid zijn (zie hoofdstuk 2):
In het IHP is de behoefte aan onderwijshuisvesting voor de komende jaren opgenomen. Onderwijsaccommodaties worden gebouwd en verbouwd om te kunnen voldoen aan de vraag. Zij kunnen meer ingezet worden binnen de wijk om sociale cohesie en maatschappelijke participatie te versterken. Multifunctioneel gebruik van de accommodaties wordt gestimuleerd.
Het Vitaal Sportbeleid heeft als belangrijkste uitgangspunt de wens naar meer sociale samenhang. De sportaccommodaties kunnen, net als de onderwijsaccommodaties, meer ingezet worden vanuit een maatschappelijke functie. Sport kan een belangrijke bijdrage leveren op het gebied van participatie, onderwijs, gezondheid en welzijn. Naast het versterken van participatie in de gemeente, is een andere uitkomst dat de accommodaties efficiënter kunnen worden geëxploiteerd. Sportaccommodaties kunnen mogelijk op daluren gebruikt worden voor maatschappelijke activiteiten.
Kernwaarden voor een passend voorzieningenniveau zijn multifunctionaliteit, samenwerking, diversiteit en ondernemerschap. Zo biedt Cultuurhuys De Kroon plek voor culturele, educatieve, sociale en maatschappelijke activiteiten. Dit geldt eveneens voor de buurthuizen. Ook deze accommodaties kunnen multifunctioneel worden ingezet, zodat maatschappelijke initiatieven gefaciliteerd kunnen worden.
De Omgevingswet en het VN-verdrag voor rechten van mensen met een beperking zijn ook van belang wanneer het gaat om maatschappelijke initiatieven en het beschikbaar zijn van accommodaties. De Omgevingswet legt de verantwoordelijkheid voor publieke gezondheid in eerste instantie bij gemeenten en is een integrale benadering van de fysieke leefomgeving. Openbare gebouwen, waaronder de gemeentelijke maatschappelijke accommodaties, moeten toegankelijk zijn voor mensen met een beperking.
Ambities uit het subsidiebeleid zijn het tegengaan van sociale problemen, het bevorderen van sociale samenhang en het bijdragen aan maatschappelijke cohesie. Om dit te kunnen bereiken moeten accommodaties toegankelijk zijn voor alle inwoners en dienen de accommodaties multifunctioneel ingezet te worden.
Voor alle maatschappelijke accommodaties geldt dat zij op termijn moeten voldoen aan de doelstellingen die zijn opgesteld in de Duurzaamheidsvisie. Zo wordt er gestreefd naar CO2-neutraliteit en circulair gebruik van grondstofstromen. Duurzaamheid is één van de kwaliteitsindicatoren die de gemeente Waddinxveen hanteert.
Twee belangrijke ambities die in de Toekomstvisie 2030 naar voren komen zijn ‘voorzieningen op peil’ en ‘sociale verbondenheid’. Inwoners van Waddinxveen vinden het belangrijk om voldoende aanbod te hebben aan onderwijs, sport, cultuur en welzijn. Daarnaast willen de inwoners de kenmerkende sociale en lokale betrokkenheid behouden. De maatschappelijke voorzieningen en accommodaties spelen hierbij een belangrijke rol. Door de accommodaties multifunctioneel in te zetten, worden de mogelijkheden voor maatschappelijke activiteiten vergroot.
Ad 3. Nieuwe regels die van belang zijn voor het accommodatiebeleid zijn (zie hoofdstuk 3):
Gebruik van de bestaande reserve accommodatiebeleid om (incidentele) kosten te dekken samenhangend met de nieuwbouw/aanbouw van sport-, sociaal-culturele en culturele accommodaties. Met behulp van de reserve kan de gemeente bijdragen bij het verhuizen van verenigingen en kunnen panden geoptimaliseerd worden voor multifunctioneel gebruik.
Besluitpunten voor de raad (zie hoofdstuk 4):
In het afsluitende hoofdstuk 4 worden conclusies getrokken en aanbevelingen gedaan aan de hand van de besluitpunten die vanuit de nota voorliggen:
Paragraaf 4.1 gaat over het al dan niet afstoten, behouden of aanpassen van maatschappelijke voorzieningen die in beheer zijn van de gemeente. Voor alle maatschappelijke voorzieningen en accommodaties in de gemeente Waddinxveen kan gesteld worden dat deze behouden moeten blijven en dat kansen en mogelijkheden gecreëerd moeten worden om gebruik van de voorzieningen en accommodaties verder te intensiveren.
Paragraaf 4.4 sluit af met een aantal nieuwe regels voor gebruik van accommodaties. Voorgesteld wordt om toetsingscriteria te ontwikkelen, de Reserve accommodatiebeleid te gebruiken, huurcontracten te actualiseren, de nadere regels voor verhuur aan te passen en de multifunctionaliteit van accommodaties verder te intensiveren.
De nota maatschappelijke voorzieningen en accommodatiebeleid is toegezegd aan de raad. De raad vraagt om inzicht in de samenhang tussen het vastgoedbeleid, integraal huisvestingsplan primair onderwijs, sportbeleid, subsidie- en tarievenbeleid en accommodatiebeleid. Daarnaast is het van belang inzicht te krijgen in het huidige maatschappelijk vastgoed dat de gemeente Waddinxveen in bezit heeft. In oktober 2016 is de raad via een startnotitie geïnformeerd over de wijze waarop de nota tot stand komt. Hieronder schematisch een toelichting op de werkwijze om deze nota te realiseren.
Tabel 1.1 Werkwijze realisatie nota accommodatiebeleid
In het schema op de volgende pagina is uiteengezet op welke thema’s de raad stuurt en waarover de raad een besluit neemt. Te zien is welke beleidskaders een rol spelen bij de vier thema’s. Daarnaast is de samenhang tussen de projecten in kaart gebracht. Het project Organisatie Sport valt onder het thema beheer van accommodaties. Het is een uitwerking van het accommodatiebeleid. Gelijktijdig aan de uitwerking van het accommodatiebeleid is onderzocht welke beheervorm voor de sportaccommodaties het meest passend is. Het accommodatiebeleid geeft de uitgangspunten/randvoorwaarden en de relatie met andere projecten en beleidsterreinen aan. Over de toekomst van de onderwijsaccommodaties primair onderwijs is in mei 2016 al besloten in het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs (IHP). Het onderzoek naar de wijze waarop de huisvesting van het voortgezet onderwijs (Coenecoopcollege) toekomstbestendig kan worden gemaakt is een apart traject.
Omdat de diverse onderdelen onlosmakelijk met elkaar samenhangen, loopt de uitwerking van de Evaluatie tarievenstructuur sport 2012-2015 en het project Organisatie Sport parallel aan de totstandkoming van de nota Maatschappelijke voorzieningen en accommodatiebeleid. Daarom worden de drie stukken tegelijk ter besluitvorming aan de raad voorgelegd.
In deze nota moet duidelijk worden wat de gewenste ontwikkeling is voor de huisvesting van maatschappelijke partijen de komende 15 jaar. De nota accommodatiebeleid gaat over maatschappelijke voorzieningen: accommodaties die zijn toegesneden op het huisvesten van beleidsmatig gewenste maatschappelijke activiteiten. Het gaat in de nota niet om strategisch vastgoed en niet om vastgoed voor het huisvesten van ambtenaren (voor eigen gebruik). Het gaat ook niet om professionele welzijnsorganisaties, religieuze instellingen (kerken en moskeeën), het Centrum voor Jeugd en Gezin, instellingen voor ouderen en minder-validen en andere particuliere bedrijven. De scope van de opdracht betreft maatschappelijke voorzieningen op het gebied van onderwijs, sport, cultuur en welzijn:
De vastgoedportefeuille van de gemeente Waddinxveen bestaat uit 108 vastgoedobjecten. Het gaat om strategisch vastgoed, vastgoed voor eigen huisvesting, bijzonder vastgoed, overig vastgoed en maatschappelijk vastgoed.
Er zijn objecten waar de gemeente Waddinxveen zowel de grond als het gebouw verhuurt, objecten waar er sprake is van verhuur van grond zonder opstal en er zijn objecten waarvan de grond met recht van opstal of erfpacht wordt verhuurd. Bij grond met recht van opstal blijft de gemeente eigenaar van de grond, maar zijn de organisaties eigenaar van het gebouw dat zij op deze grond neerzetten. Onderstaande tabel geeft de verdeling van de maatschappelijke vastgoedobjecten weer.
Tabel 1.2 Verdeling maatschappelijk vastgoed
De gemeente heeft 55 maatschappelijke objecten in bezit. De gemeente is economisch eigenaar van deze panden. Van deze 55 maatschappelijke objecten zijn er 22 waar de gemeente volledig eigenaarschap over heeft. De andere 33 objecten betreffen huisvesting van het onderwijs en eigendommen van verenigingen en stichtingen. Van de schoolgebouwen heeft de gemeente alleen het economisch eigenaarschap. De schoolbesturen zijn verantwoordelijk voor onderhoud, beheer en exploitatie van de panden. Van de sportkantines bij de buitensportaccommodaties zijn de verenigingen volledig eigenaar van het gebouw en de gemeente is eigenaar van de onderliggende grond (recht van opstal).
In onderstaand schema wordt de scope van het onderzoek naar maatschappelijke voorzieningen en accommodaties inzichtelijk gemaakt. In bijlage 1 is een compleet overzicht van de vastgoedportefeuille opgenomen, waarbij alle vastgoed objecten worden benoemd en per categorie zijn onderverdeeld. Het accommodatievraagstuk over het al of niet behouden van gemeentelijke maatschappelijke voorzieningen in Waddinxveen beperkt zich tot welzijnsinstellingen waarover de gemeente zeggenschap heeft. Het gaat om zes accommodaties: Kerkstraat 13, het gebouw Wereldwijd, de vier buurthuizen in Waddinxveen en de daarbij horende drie speeltuinen.
2. Beleidsuitgangspunten van accommodatiebeleid
Dit hoofdstuk geeft de verschillende beleidsuitgangspunten en de samenhang daartussen weer. Hierdoor ontstaat er een totale beleidsvisie op maatschappelijke voorzieningen en accommodatiebeleid. Voor een kort overzicht van de belangrijkste beleidsuitgangspunten wordt verwezen naar de samenvatting op pagina 2 en 3 van deze nota. Voor een beter beeld en inzicht in de samenhang is het goed om de beleidsuitgangspunten vanuit de diverse invalshoeken te lezen. In paragraaf 2.1 worden de beleidsuitgangspunten en samenhang met het accommodatiebeleid voor onderwijs besproken. Achtereenvolgens zullen in de paragrafen 2.2, 2.3 en 2.4 sport, cultuur en welzijn uiteengezet worden. In paragraaf 2.5 komen de overige beleidsuitgangspunten aan de orde. Daarin aandacht voor het subsidiebeleid, het lokaal gezondheidsbeleid, duurzaamheid en vastgoed. Ook de beleidsuitgangspunten van de nieuwe omgevingswet, de structuurvisie en de toekomstvisie 2030 van de gemeente Waddinxveen die van belang zijn voor het accommodatiebeleid komen hier aan de orde.
In het voorjaar 2016 is het Integraal Huisvestingsplan primair onderwijs 2016-2033 (IHP) vastgesteld door de gemeenteraad. Het IHP geeft een beeld van de onderwijsaccommodaties in Waddinxveen en geeft aan hoe om te gaan met demografische ontwikkelingen, onderwijsontwikkelingen, de kwaliteit van de huisvestingsstructuur en de verbondenheid met partners voor de komende jaren. Het IHP is gebaseerd op de te verwachten structurele huisvestingsbehoefte in 2033. Het leerlingenaantal in de regio vertoont een dalende tendens: circa 7% voor wat betreft het leerlingenaantal in Midden-Nederland. De recente prognoses geven voor Waddinxveen een stijging aan met circa 25% naar ongeveer 2500 leerlingen in 2033. In Waddinxveen-Noord zal het leerlingenaantal nog wel iets dalen, maar in Waddinxveen-Zuid zal het leerlingenaantal vooral door de woningbouw in Park Triangel sterk stijgen.
Alle onderwijsinstituten worden zoveel mogelijk op één locatie gehuisvest. Er wordt aan onderwijsaccommodaties gebouwd en verbouwd om te kunnen voldoen aan de vraag. De twee bestaande dislocaties - één school met gebouwen op meerdere locaties – vervallen. In Waddinxveen-Zuid verhuizen twee scholen naar Park Triangel, waardoor er geen nieuwe dislocaties ontstaan. Een en ander is onder voorbehoud van de werkelijke ontwikkeling van het aantal leerlingen ten aanzien van de prognoses waar het IHP op is gebaseerd. Op 1 augustus 2016 is ‘De Nieuwe School’ van start gegaan; de school moet haar bestaansrecht nog bewijzen en zal daarom de komende jaren worden gehuisvest in het gebouw Wingerd 45. Zij huren deze onderwijsaccommodatie van de gemeente Waddinxveen. De volgende schoolgebouwen worden op termijn voor het basisonderwijs overbodig;
Het juridisch eigendom van deze gebouwen wordt dan aan de gemeente overgedragen. Bekeken wordt of de gebouwen noodzakelijk zijn om ingezet te worden als maatschappelijk vastgoed. Anders zullen de gebouwen worden afgestoten of mogelijk verkocht. Het gebouw aan de Oranjelaan heeft een monumentaal karakter. De raad heeft aangegeven het gebouw te willen behouden.
In de bestaande situatie zijn de schoolbesturen juridisch eigenaar van de gebouwen en zijn zij ook verantwoordelijk voor onderhoud, beheer en exploitatie daarvan. Daarvoor ontvangen schoolbesturen een rijksvergoeding. Het opdrachtgeverschap berust bij de schoolbesturen, tenzij anders wordt overeengekomen. De gemeente is in alle gevallen economisch eigenaar. Wanneer een gebouw niet meer nodig is voor onderwijs komt het juridisch eigendom om niet naar de gemeente. De schoolbesturen (juridisch eigenaar) mogen het pand niet belasten en/of bezwaren zonder toestemming van de gemeente. Met belasten en/of bezwaren wordt bedoeld dat de schoolbesturen geen hypotheek op het pand mogen aangaan en ook geen verbouwing mogen laten plaatsvinden die de waarde van het pand kan beïnvloeden.
In lijn met landelijke ontwikkelingen onderschrijft de gemeente Waddinxveen de ambitie om de afstemming tussen onderwijs, peuterspeelzaalwerk en voor- en vroegschoolse educatie te optimaliseren. De gemeente Waddinxveen faciliteert in dit huisvestingsbeleid initiatieven van schoolbesturen om ruimten in te zetten voor het gebruik van peuterspeelzaalwerk (2,5 tot 4 jaar). Het is aan individuele schoolbesturen of zij gebruik willen maken van deze mogelijkheid. De buitenschoolse opvang voor kinderen van 4 tot 12 jaar kan worden gehuisvest in de bestaande onderwijsaccommodaties. Op de tijdstippen dat deze voor-, tussen- en naschoolse opvang gevraagd wordt, staan lokalen leeg. Het landelijke beleid is momenteel dat gestimuleerd wordt dat de functie van opvang van kinderen van 2,5 tot 4 jaar in hetzelfde gebouw als het onderwijs wordt gehuisvest. De verwachting is dat in de toekomst buitenschoolse opvang en peuterspeelzaalwerk een wettelijk taak wordt van het primair onderwijs. De peuterspeelzalen hebben ruimte nodig tijdens schooltijd. Wat betreft de kinderopvang van 0 tot 2,5 jaar is afgesproken dat de kinderopvangorganisaties zelf de volledige investering betalen, aangezien het gaat om commerciële partijen. Het volledige risico van die investering ligt dan ook bij de kinderopvangorganisaties.
In het kader van het sociaal domein en het stimuleren van maatschappelijke participatie en sociale cohesie kunnen onderwijsaccommodaties meer ingezet worden binnen de wijk. Op tijden dat de scholen niet in gebruik zijn, kunnen de gebouwen gebruikt worden door maatschappelijke organisaties en verenigingen als huisvesting voor maatschappelijke initiatieven. Op deze manier wordt leegstand van onderwijsaccommodaties verminderd en kunnen er meer wijkgerichte activiteiten worden georganiseerd die participatie en cohesie in de wijken bevorderen.
In maart 2016 is de nota Vitaal Sportbeleid Waddinxveen vastgesteld. Daar waar het oude sportbeleid van de gemeente Waddinxveen gebaseerd was op de traditionele positie van sport, wordt in het nieuwe sportbeleid de relatie gelegd tussen inwoners, sportverenigingen, andere maatschappelijke partners en de overheid. Daarnaast is in 2011 de nota Taakstellende bezuiniging sport vastgesteld. Hierin worden uitgangspunten benoemd voor wat betreft het tariferingssysteem en wordt voorgesteld de zelfwerkzaamheid van buitensportverenigingen te vergroten. In paragraaf 3.6 van deze nota en in de Evaluatie van de tarievenstructuur sport wordt verder ingegaan op de uitbreiding van deze zelfwerkzaamheid.
Het belangrijkste uitgangspunt van het Vitaal Sportbeleid is de wens naar meer sociale samenhang enerzijds en het aanbod van de sportverenigingen anderzijds. Binnen het sportbeleid is een zestal kerndoelstellingen geformuleerd:
Het is van belang dat sportaccommodaties toegankelijk zijn, er sprake is van een breed activiteitenaanbod en de accommodatie niet wordt gezien als object maar als kansrijke plek, om van ’s morgens tot ’s avonds ruimte te bieden aan maatschappelijke activiteiten.
In het Vitaal Sportbeleid Waddinxveen wordt een stevige verbinding gelegd tussen vraag en aanbod. De gemeente wil verenigingen maximaal faciliteren, zodat ze kunnen doen waar ze goed in zijn: activiteiten rond sport en bewegen plannen. In goede samenwerking met sportverenigingen en maatschappelijke partners wil de gemeente ook de exploitatie van sportaccommodaties verbeteren. De gemeente treedt hierin meer op als netwerkpartner, dan als opdrachtgever.
De sociale functie van verenigingen is een belangrijke meerwaarde. De potentie van verenigingen kan beter benut worden ten behoeve van het sociaal domein. Sport kan een belangrijke bijdrage leveren wanneer het gaat om zaken als re-integratie, participatie, onderwijs, jeugdzorg, gezondheid en welzijn. Samen bewegen zorgt voor een laagdrempelige manier van met elkaar in contact komen, wat participatie in de samenleving kan bevorderen en eenzaamheid bestrijdt. Door buiten de piekuren de sportaccommodaties te gebruiken voor maatschappelijke activiteiten, worden accommodaties efficiënter geëxploiteerd en zal er op sociaal gebied meer samenhang komen in de wijken.
Er is momenteel een voldoende kwantitatief en kwalitatief aanbod van sportaccommodaties aanwezig in de gemeente Waddinxveen. Uit het accommodatieonderzoek dat naar aanleiding van deze nota is gedaan en in bijlage 2 staat beschreven, is naar voren gekomen dat de sportaccommodaties aansluiten bij zowel de huidige vraag als bij de verwachte behoefte aan huisvesting de komende jaren. De klankbordgroep sport, die bestaat uit een vertegenwoordiging van de Waddinxveense sportverenigingen, deelt deze mening niet. Op primetime zijn de binnensportaccommodaties gewild en is er volgens hen niet voldoende ruimte. Tot nu toe zijn echter alle aanvragen van verenigingen om ruimte te huren gehonoreerd. De verenigingen stellen dat door de in 2012 ingevoerde huurverhoging zij het aantal uren zaalhuur beperken en eventueel elders proberen te huren.
Multifunctioneel gebruik van sportaccommodaties is nog onvoldoende. Dit dient gestimuleerd te worden, zodat ook maatschappelijke activiteiten kunnen plaatsvinden in de sportaccommodaties. De kostendekkendheid is ondanks de aanpassing van de tarieven nog steeds laag. De tarieven voor sport zijn redelijk eenduidig en transparant. In de Evaluatie tarievenstructuur sport, die tegelijkertijd met deze nota aan de raad wordt aangeboden, wordt de transparantie verbeterd. Voor de buitensportaccommodaties wordt inzichtelijk gemaakt wat elke accommodatie afzonderlijk kost en wat elke vereniging bijdraagt aan die kosten.
Sportaccommodaties verzelfstandigen?
Deze vraag heeft zijn oorsprong in het collegeprogramma: “We streven naar een kwalitatief en kwantitatief niveau van sportaccommodaties en waar mogelijk laten we taken onder onze gemeentelijke regie uitvoeren door partners die dit efficiënter en/of effectiever kunnen”. De uitwerking hiervan staat beschreven in het collegewerkprogramma en is in 2014 ‘on hold’ gezet, omdat eerst duidelijkheid moest komen over de Waddinxveense ambitie met betrekking tot sport. Deze duidelijkheid is er nu door de vaststelling van de nota Vitaal Sportbeleid Waddinxveen.
Het antwoord op de vraag “Sportaccommodaties verzelfstandigen?” zal worden gegeven in het project Organisatie Sport Waddinxveen (OSW) waarover de gemeenteraad op 30 november 2016 is geïnformeerd. Het doel van dit project is om de inzet van de gemeente op sportgebied zo effectief en efficiënt mogelijk te organiseren.
In het project OSW wordt onderzocht op welke wijze het beheer van de sportaccommodaties in Waddinxveen in de toekomst het best kan worden vormgegeven. Zie onderstaande figuur. Naast verbetering van de huidige situatie, worden interne en externe verzelfstandiging en privatisering onderzocht en beoordeeld op haalbaarheid en toekomstbestendigheid voor de organisatie van de sport in Waddinxveen. De beoordeling zal plaatsvinden door weging van aspecten als kwaliteit, kansen, kosten en kwetsbaarheid. Ook de financiële consequenties worden voor zover als nu mogelijk is berekend.
Figuur 2.1 Vormen van beheer van accommodaties in Nederland
Het resultaat van het project is een besluitvormingsdocument op basis waarvan college en gemeenteraad een besluit kunnen nemen over de gewenste organisatie van de sport. Het onderzoek is momenteel in volle gang en de planning is erop gericht om op 19 april 2017 een besluit te kunnen nemen.
Onder kunst en cultuur wordt niet alleen beeldende kunst, theater, dans, toneel, muziek, musea en film verstaan. De bibliotheek en culturele evenementen zijn voorbeelden van kunst en cultuur. Onder kunst en cultuur vallen ook de nationale feestdagen, zoals Koningsdag en de dodenherdenking. Kunst en cultuur leveren niet alleen individuele verrijking, maar ook gedeelde sociale ervaringen op. Kunst en cultuur spelen daarmee een belangrijke rol bij de totstandkoming van de sociale samenhang. Wij zien kunst en cultuur als belangrijke voorwaarde voor het ‘goed leven in Waddinxveen’. We willen kunst en cultuur bevorderen door de samenwerking beter zichtbaar te maken en te komen tot vernieuwende activiteiten.
Een actieve cultuurbeleving draagt bij aan de eigenheid van Waddinxveen en daarmee aan het zelfbewustzijn van de gemeente. Kunst en cultuur kan een brug vormen tussen mensen onderling, tussen jong en oud, tussen de mens en omgeving en tussen het heden en verleden.
In 2012 is door de raad de Visie op maatschappelijke voorzieningen Waddinxveen vastgesteld. In het toenmalige collegeprogramma ‘Gaan voor Waddinxveen’ waren meedoen en leefbaarheid twee van de speerpunten. In de Visie op maatschappelijke voorzieningen Waddinxveen wordt gesteld dat meer synergie en meer samenwerking tussen verenigingen, instellingen en bedrijven een meerwaarde oplevert voor het sociale en culturele klimaat in de gemeente Waddinxveen. Er moet een passend voorzieningenniveau zijn. Om dit begrip ‘passend voorzieningenniveau’ handvatten te geven, zijn er vier kernwaarden geformuleerd. Voor cultuur is vanuit de visie maatschappelijke voorzieningen het volgende gemeld:
Het College heeft voor de invulling van Cultuurhuys De Kroon daar nog wensen aan toegevoegd:
Het Cultuurhuys geeft aan dat zij plek zal bieden aan culturele, educatieve, sociale en maatschappelijke activiteiten, gericht en inspelend op de behoeftes van inwoners. Zoals in de missie van Cultuurhuys De Kroon beschreven staat: “Cultuur levert een belangrijke bijdrage aan een aantrekkelijk en levendig woon-, leef- en werkklimaat.” Door het zoveel mogelijk samenvoegen van het activiteitenaanbod wordt getracht een zo hoog mogelijke sociale output te realiseren en zoveel mogelijk mensen in de gemeente te bereiken. Uitgangspunt is dat bestaande voorzieningen worden versterkt.
In juli 2014 heeft de raad het Beleidsplan Jeugd en Wmo 2015-2018 vastgesteld. De visie die de gemeente Waddinxveen heeft op het sociaal domein is dat de inwoners centraal staan. Kernwoorden hierbij zijn samenwerking, initiatief, verantwoordelijkheid, eigen kracht en maatwerk. Bij het stimuleren van een gezonde basis en bevordering van een gezonde leefstijl spelen drie thema’s een belangrijke rol:
Iedereen moet mee kunnen doen in de samenleving en de gemeente voert hierover de regie. Om deze visie te kunnen verwezenlijken is innovatie vereist. Bij het realiseren van maatschappelijke opgaven is het van belang dat ook de maatschappelijke voorzieningen en accommodaties, zoals buurthuizen, scholen en sportverenigingen worden betrokken.
Er zijn zeven beleidsuitgangspunten voor het sociaal domein:
Vanuit de Wmo is er behoefte aan ontmoetingsplaatsen, waar iedereen kan meedoen en er geen aparte clubs zijn voor mensen met een beperking. Er moet sprake zijn van integraal werken en inclusie op lokale schaal. Hiermee wordt bedoeld het meedoen en erbij horen van achtergestelde groepen op basis van gelijkwaardige rechten en plichten. Om de eigen kracht van inwoners te versterken zal de gemeente accommodaties moeten faciliteren voor initiatieven die vanuit de samenleving worden aangedragen. Daarbij wordt multifunctioneel gebruik van accommodaties gestimuleerd. Zo kunnen sportverenigingen op de tijden dat zij geen gebruik maken van hun accommodatie, deze openstellen voor maatschappelijke initiatieven. Of de initiatieven wijkgericht of dorpsgericht gefaciliteerd dienen te worden, hangt af van de vraag van de inwoners en is flexibel in te vullen. Te denken valt aan een inloop voor jongeren. In het uitvoeringsprogramma dat na vaststelling van deze nota wordt opgesteld, dient verder invulling te worden gegeven aan hoe accommodaties multifunctioneel gebruikt kunnen worden, zodat maatschappelijke initiatieven gefaciliteerd kunnen worden.
De vier kernwaarden die benoemd zijn voor de culturele voorzieningen zoals de muziekvereniging en Cultuurhuys De Kroon, gelden ook voor de welzijnsinstellingen. Het gaat dan om het breder inzetten van de buurthuizen of het breder gebruik van de accommodaties van de scoutingverenigingen.
2.5 Overige beleidsuitgangspunten
Naast de beleidsnota’s voor de domeinen onderwijs, sport, cultuur en welzijn zijn er ook beleidsnota’s binnen de gemeente Waddinxveen die overkoepelende uitgangspunten beschrijven. In 2014 heeft de raad het beleidskader Subsidiebeleid Waddinxveen en het Lokaal Gezondheidsbeleid vastgesteld. In april 2016 is de Duurzaamheidsvisie vastgesteld en in juni 2016 de Vastgoednota. In 2019 zal ook de nieuwe Omgevingswet in werking treden. Tevens is gelijktijdig aan het tot stand komen van deze nota accommodatiebeleid gewerkt aan de toekomstvisie 2030. Het is belangrijk deze beleidskaders hier kort te bespreken voor wat betreft de samenhang met het accommodatiebeleid.
Op 17 december 2014 heeft de raad het Beleidskader Subsidiebeleid Waddinxveen vastgesteld. De thema’s en beleidsambities zijn geformuleerd in een interactief proces met maatschappelijke organisaties. Er zijn drie doelen die de gemeente nastreeft met het vaststellen van het subsidiebeleid:
Alle organisaties en instellingen die van de gemeente subsidie ontvangen, hebben een gezamenlijk doel: het creeëren en handhaven van een goede leefomgeving in Waddinxveen. Uitgangspunt daarbij is dat instellingen en organisaties gevraagd wordt zoveel mogelijk aan te sluiten bij de eigen kracht en mogelijkheden van de inwoners.
Bij de subsidieverlening spelen verschillende uitgangspunten en principes een rol. De algemene uitgangspunten die van belang zijn, zijn ‘de burger staat centraal’ en ‘zelfredzaamheid’. Daarnaast zijn er algemene organisatorische principes zoals ‘draagkrachtbeginsel’, ‘efficiënter organiseren’ en ‘minder complex maken’. Hiermee wordt bedoeld dat wordt uitgegaan van de eigen kracht van de inwoners, dat instellingen wordt gevraagd meer samen te werken en dat ondersteuning zoveel mogelijk gebeurt met vrijwilligers en generalisten. Tot slot is ook de bekostiging van de subsidies van belang.
In het subsidiebeleid worden twee hoofdthema’s met daarbij behorende subthema’s onderscheiden. Het gaat om ‘goed leven in Waddinxveen’ met als subthema’s sport, kunst & cultuur, leefomgeving en educatie. Het andere hoofdthema is ‘ondersteuning’, waarbij participatie, zelfredzaamheid, opvang en opgroei- en opvoedondersteuning de onderliggende thema’s zijn. Om voor een subsidie van de gemeente in aanmerking te komen, moet de aanvrager vallen onder één van de genoemde (sub)thema’s en voldoen aan de ambities die per subthema zijn opgesteld. Veel voorkomende secundaire ambities die gelden voor een groot aantal van de subthema’s zijn het tegengaan van sociale problemen, het bevorderen van de sociale samenhang en het bijdragen aan de maatschappelijke cohesie. Voor schoolgebouwen wordt specifiek het multifunctioneel gebruik daarvan benoemd. Door ook bij het toekennen van subsidies de nadruk te leggen op multifunctioneel gebruik van accommodaties en het belang van maatschappelijke voorzieningen in en voor de gemeente, worden er meer mogelijkheden gegeven voor het vergroten van de sociale cohesie in Waddinxveen. Dit is een sturingsmechanisme op maatschappelijk gewenste effecten.
In mei 2011 is de landelijke preventienota Gezondheid dichtbij opgesteld. Vervolgens is in september 2012 de regionale Nota Volksgezondheid 2013-2016 opgesteld. Speerpunten uit deze beide nota’s zijn:
De belangrijkste doelgroepen hierbij zijn mensen met een lage sociaaleconomische status, jeugdigen en (kwetsbare) ouderen.
Om resultaten te bereiken, is in het regionale gezondheidsbeleid een aantal uitgangspunten opgesteld waaraan uitvoering wordt gegeven. Zo is het van belang dat wordt ingezet op spelen, bewegen en sporten. Daarnaast moet publiek-private samenwerking op lokaal niveau gestimuleerd worden. Ook dienen er verbindingen te worden gelegd tussen verschillende beleidsterreinen en gezondheid. Dit laatste gebeurt al op regelmatige basis. Beleidsterreinen waarmee het gezondheidsbeleid samenhangt zijn onder andere sociaal domein, jeugd, minima, veiligheid, sport en onderwijs.
Volgend op het regionale gezondheidsbeleid is in juli 2014 de nota Lokaal Gezondheidsbeleid 2014-2016 vastgesteld door de raad. Een goede gezondheid draagt bij aan een goed persoonlijk welbevinden en is voor vrijwel iedereen een belangrijk onderwerp. Gedrag en leefstijl spelen hierbij een belangrijke rol, waarbij de vier domeinen uit deze nota stuk voor stuk naar voren komen. De definitie van gezondheid van Machteld Huber (2012) is genoemd in het lokaal gezondheidsbeleid: “Gezondheid is het vermogen van mensen zich aan te passen en een eigen regie te voeren in het licht van fysieke, emotionele en sociale uitdagingen in het leven.”
Net als bij het gezondheidsbeleid is er ook bij deze Nota maatschappelijke voorzieningen en accommodatiebeleid sprake van samenhang met verschillende beleidsterreinen. De domeinen onderwijs, sport, cultuur en welzijn spelen een grote rol bij het terugdringen van gezondheidsachterstanden. Door educatie over gezondheid, de mogelijkheid tot bewegen en het zorgen voor maatschappelijke participatie en sociale cohesie, wordt gewerkt aan gezondheid op het breedste niveau. Deze mogelijkheden voor het creëren van een gezonde leefstijl bevorderen zowel fysiek als psychisch welbevinden. De gemeente Waddinxveen faciliteert maatschappelijke accommodaties op het gebied van onderwijs, sport, cultuur en welzijn, waarbij ook uitvoering wordt gegeven aan de speerpunten uit het gezondheidsbeleid: het laten samenkomen van mensen voor onder andere sport, spel en bewegen. De gemeente zoekt daarbij nadrukkelijk de samenwerking op tussen de verschillende beleidsterreinen.
De gemeenteraad heeft in april 2016 de Duurzaamheidsvisie 2015-2025 vastgesteld. In deze visie heeft de gemeente haar ambities neergezet voor duurzaamheid. De visie gaat uit van drie hoofdambities:
Vier thema’s uit de duurzaamheidsvisie hebben raakvlakken met het accommodatiebeleid.
De doelstellingen die betrekking hebben op maatschappelijke voorzieningen en accommodaties zijn:
Om bij te dragen aan deze doelstelling wordt er naar gestreefd zoveel mogelijk groen in te zetten om de kwaliteit van de gemeentelijke accommodaties te bevorderen. Daarnaast kan groen gebruikt worden om fijnstof af te vangen. Het gebruik van groen draagt bij aan de vermindering van fijnstof. In het uitvoeringsprogramma worden groene daken genoemd als mogelijkheid om fijnstof af te vangen en isolatie te verhogen. Bij aanpassingen aan gemeentelijk vastgoed wordt bekeken of implementatie van groen tot de mogelijkheden behoort.
Om bij te dragen aan het verminderen van CO2-uitstoot door verkeer wordt bij gemeentelijke accommodaties ingezet op de aanwezigheid van fietsenstallingen. Ook zijn de meeste accommodaties goed te bereiken met het openbaar vervoer. Bij grotere accommodaties wordt onderzocht of het plaatsen van oplaadpalen voor elektrische auto’s nodig is.
Het zwembad doet in 2017 een duurzame investering om energie te besparen, die zichzelf terugverdient. In de motie ‘duurzame energiebesparende investeringen’ van de PCW van 9 november 2016 wordt gevraagd om te onderzoeken of energiebesparende maatregelen mogelijk zijn, die binnen de resterende levensduur kunnen worden terugverdiend. De raad stelt dat de gemeente een voorbeeldfunctie heeft met betrekking tot duurzaamheid en dat duurzaam management van het vastgoedbeheer uitgangspunt moet zijn. Rendabele energiebesparende investeringen moeten serieus worden overwogen.
De gemeente onderzoekt in het eerste kwartaal van 2017 of met de geplande maatregelen die nu worden genomen het gemeentelijk vastgoed in 2025 inderdaad CO2-neutraal is, of de jaarlijkse energiebesparing gehaald wordt en of het mogelijk is alle energie lokaal duurzaam te produceren. Uit het onderzoek zal blijken of er extra maatregelen nodig zijn om aan deze doelstelling te voldoen. Onderzocht wordt of het mogelijk is om het energieverbruik van gemeentelijke gebouwen te verkleinen, bijvoorbeeld door maatregelen als isolatie of het toepassen van LED. Verder wordt onderzocht of het mogelijk is om aan de resterende energievraag van gemeentelijke gebouwen te voldoen met duurzame energiebronnen, zoals zonnepanelen op de daken. Als renovatie de meest duurzame optie is, heeft dit de voorkeur boven nieuwbouw. Dit wordt per geval afgewogen. Aan de hand van het onderzoek wordt bekeken of het mogelijk is om het energieverbruik eerder dan in 2025 CO2-neutraal te krijgen.
De gemeente is verplicht om 100% duurzaam in te kopen en houdt zich hierbij aan de landelijke criteria. Verder is voor het accommodatiebeleid het circulaire gebruik van grondstofstromen relevant. Ten eerste wordt gestreefd naar hergebruik van materialen bij bouw of verbouw van accommodaties en naar het gebruik van herbruikbare materialen. Materialen uit het Hema-pand zijn bijvoorbeeld hergebruikt tijdens het verbouwen van het pand aan Kerkstraat 13. Ten tweede wordt er naar gestreefd het materiaalgebruik en afval van de accommodaties zoveel mogelijk te scheiden, zodat het op een duurzame manier kan worden hergebruikt.
In juni 2016 heeft de raad de vastgoednota van de gemeente Waddinxveen vastgesteld. Het in bezit en beheer hebben van vastgoed is voor de gemeente Waddinxveen geen doel op zich. Het is een middel om maatschappelijke en ruimtelijke doelen te realiseren. Vastgoed is vaak een onmisbaar middel om bestuurlijk gewenste maatschappelijke doelstellingen te kunnen verwezenlijken. Er zijn vier soorten vastgoedvraagstukken:
Voor de nota Maatschappelijke voorzieningen en accommodatiebeleid is vooral het eerste vraagstuk van belang. Maatschappelijk vastgoed is vastgoed dat is toegesneden op een beleidsmatig gewenst, in veel gevallen gesubsidieerde, maatschappelijke activiteit die voor een lange periode zonder winstoogmerk wordt gehuisvest. Het gaat om vastgoed waar de markt niet in kan voorzien of waarbij verkoop leidt tot lastenverhoging voor de gemeente.
Het is van belang dat er evenwicht is tussen de huisvestingsbehoefte aan de ene kant en het aanbod aan vastgoed aan de andere kant. Voor wat betreft de aanbodzijde zijn de volgende beleidsuitgangspunten van belang:
Terughoudend met verwervingen: huisvestingsbehoefte in eerste instantie opvangen binnen de huidige vastgoedportefeuille. Een voorbeeld hiervan is dat scholen tijdelijk gehuisvest worden in het gebouw aan Kerkstraat 13 en in een aantal lokalen van Waddinxveen WereldWijd. Dit houdt in dat extra aanbod alleen wordt overwogen als dat vanuit beleidsoogpunt of strategisch noodzakelijk is, de markt dit niet oppakt of als er uit een capaciteitenonderzoek behoefte wordt aangetoond en er geen passend aanbod beschikbaar is binnen de bestaande vastgoedportefeuille. De komende periode zal vooral ingezet worden op de optimalisatie van het gebruik en benutting van het bestaande aanbod.
De gemeente Waddinxveen hanteert vijf kwaliteitsindicatoren voor vastgoed. Het zijn kritische prestatie indicatoren, ook wel kpi’s genoemd. Deze staan beschreven in de Vastgoednota uit 2016 en hebben tot doel om de kwaliteit van de vastgoedportefeuille te definiëren. De indicatoren moeten in samenhang worden gebruikt en de weging van iedere indicator is gelijk. Het is de kunst een balans te vinden die recht doet aan de verschillende belangen en perspectieven. Bij het vaststellen van de duurzaamheidsnota is de vijfde kwaliteitsindicator over duurzaamheid aangepast. Zoals eerder omschreven wordt in 2025 gestreefd naar CO2-neutraliteit.
Naast lokale kaders en afwegingen, zijn er ook landelijke ontwikkelingen die meegenomen dienen te worden. De Omgevingswet treedt waarschijnlijk in 2019 in werking. Uitgangspunt van de Omgevingswet is een integrale benadering van de fysieke leefomgeving. Ook veiligheid en gezondheid vallen hieronder. Deze wet legt de verantwoordelijkheid voor wat betreft publieke gezondheid in eerste instantie bij gemeenten en daarna pas bij de Provincie en het Rijk. In de wettelijke kaders van het gezondheidsbeleid staat dat de publieke gezondheid door de kansen die de Omgevingswet biedt effectiever kan worden beschermd en bevorderd:
Onderdeel van de Omgevingswet is dat er een integrale Omgevingsvisie voor het hele grondgebied van de gemeente moet worden opgesteld. Het accommodatiebeleid gaat daar ook onderdeel van uitmaken. Bij de realisatie en het (groot) onderhoud van accommodaties zal altijd rekening gehouden moeten worden met de regels die op dat moment gelden. Die regels staan verwoord in het bouwbesluit en zijn continu aan verandering onderhevig, afhankelijk van de telkens opnieuw vastgestelde Europese en Nederlandse normen. Uitgangspunt voor de gemeente is dat er veilige en gezonde gebouwen zijn, die voldoen aan wet- en regelgeving.
Ook de internationale wetten en regels bieden kaders waarmee rekening gehouden dient te worden wanneer het gaat om maatschappelijke voorzieningen en accommodaties. De Tweede Kamer heeft ingestemd met het ratificeren van het VN-verdrag voor rechten van mensen met een beperking. Per 1 januari 2017 is het verplicht om openbare gebouwen toegankelijk te maken voor mensen met een langdurige fysieke, mentale, intellectuele of zintuiglijke beperking. In het VN-verdrag wordt gesteld dat bij de aanpassingen die nodig zijn om gebouwen toegankelijk te maken, overleg met ervaringsdeskundigen (de mensen met een beperking) plaats moet vinden. Toegankelijkheid is hierin niet alleen fysiek, maar kan bijvoorbeeld ook een doventolk zijn die bij een bijeenkomst aanwezig is. Belangrijk hierbij is dat alle mensen in de samenleving kunnen meedoen.
Structuurvisie Waddinxveen 2030
In mei 2012 is door de raad de Structuurvisie Waddinxveen 2030 vastgesteld. Dit betreft een geactualiseerde versie van de structuurvisie uit 2006. Een belangrijke vraag uit de structuurvisie is: ”Hoe zorgt de gemeente Waddinxveen ervoor dat de sociale samenhang in de gemeente wordt behouden en hoe kunnen we deze kwaliteit inzetten voor de versterking van de gemeente als geheel en de toekomstige projecten?”. In 2012 had de gemeente Waddinxveen circa 6000 vrijwilligers en was twee derde van de inwoners lid van tenminste één vereniging. Hieruit blijk dat de inwoners zeer betrokken zijn bij de samenleving.
De ambitie die de gemeente heeft opgesteld is dat Waddinxveen gezien wordt als een aantrekkelijke kern met een passend voorzieningenniveau. Er moet sprake zijn van een sterk en gezond voorzieningenniveau voor de gehele gemeente, het centrum en de wijken. De gemeente Waddinxveen denkt mee met initiatiefnemers zoals maatschappelijke organisaties en stimuleert initiatieven van onderaf. De sociale cohesie en betrokkenheid wordt vergroot wanneer de gemeente accommodaties faciliteert waarin initiatieven vanuit de samenleving gehuisvest kunnen worden.
Toekomstvisie Waddinxveen 2030
De Toekomstvisie Waddinxveen 2030 dient als een kompas voor Waddinxveen. Het is een strategische visie voor de lange termijn die in de praktijk als ijkpunt voor nieuw beleid en initiatieven zal dienen. Ook maatschappelijke organisaties hebben in het visietraject in 2016 aangegeven waar Waddinxveen voor staat, wat belangrijke thema’s zijn en welke richting Waddinxveen wel en niet op moet. Het inzicht van deze organisaties is meegenomen in het onderzoek bij de vraag over toekomstige huisvesting van maatschappelijke voorzieningen de komende 15 jaar.
De Toekomstvisie is op het moment van dit schrijven nog in concept. De belangrijkste ambities die van betekenis zijn voor de beleidsuitgangspunten van deze nota zijn hieronder samengevat. De wensen en voorstellen die naar voren zijn gekomen uit het visietraject wil de gemeente in de toekomstvisie verankeren:
Waddinxveen moet kleinschalig blijven. Daarmee blijft Waddinxveen aantrekkelijk voor mensen die minder behoefte hebben aan de dynamiek van de grote stad. Vrijetijdsbesteding, sport beoefenen en culturele activiteiten horen wel bij die kleinschaligheid. Waddinxveen is voor mensen die rust en ruimte zoeken en zich verbonden voelen met hun buurt of vereniging.
Niet stilstaan en versuffen. Het gaat hier om de keuze voor kwaliteitsversterking van het bestaande dorp in plaats van uitbreiding van Waddinxveen. Ook het op een andere manier omgaan met maatschappelijke voorzieningen, intensiever gebruik, multifunctioneel gebruik en andere vormen van beheer horen hier bij.
De verschillende wensen zijn vertaald naar elf ambities, waarbij vooral ambitie 2 en 4 betrekking hebben op het beleid voor maatschappelijke voorzieningen en accommodaties:
Ambitie 2: voorzieningen op peil
Waddinxveen heeft de ambitie dat de basisvoorzieningen in 2030 op peil zijn en dat zij aan een hoge kwaliteit voldoen. Voorzieningen zijn daarbij geënt op de wensen van inwoners en zij kunnen in aantal en soort aan verandering onderhevig zijn, afhankelijk van de wensen en behoeften van dat moment. Het gaat hier onder andere om vrijetijdsbesteding en kleinkunst, theater en muziek op Waddinxveense schaal.
Een divers aanbod van basisscholen die kwalitatief goed onderwijs bieden en een middelbare school zorgen ervoor dat Waddinxveen een aantrekkelijke woongemeente is voor gezinnen. De onderwijsgebouwen spelen in 2030 een grote rol in de wijk waarin zij staan. Voor jongeren is er in 2030 genoeg te doen in Waddinxveen. Er zijn ontmoetingsplekken, activiteiten, evenementen, sportvoorzieningen en muziekverenigingen, die ervoor zorgen dat jongeren in Waddinxveen elkaar kunnen ontmoeten, zich kunnen uitleven en zich kunnen ontspannen.
De toekomstvisie gaat ook in op de eigen kracht van mensen. Voorzieningen zijn niet alleen een zaak van de gemeente. Waddinxveen kent veel voorzieningen die gestart zijn op initiatief van inwoners, draaien op vrijwilligers en bouwen op de betrokkenheid en soms financiering van de lokale bevolking en ondernemers. Ook dat wil de gemeente in de toekomst verder stimuleren.
Ambitie 4: sociale verbondenheid
Eenzaamheid neemt landelijk gezien toe. Door groei van de ongelijkheid neemt ook de polarisatie toe. Mensen blijven echter behoefte hebben aan binding en gemeenschapszin. De ambitie is dat Waddinxveen in 2030 zijn sterke sociale verbondenheid weet vast te houden. Bewoners voelen zich thuis en veilig in Waddinxveen. Een veilige leefomgeving is vooral gerealiseerd door de kracht van de samenleving. Er is een groot aantal hechte, sociale gemeenschappen, in de vorm van (sport)verenigingen en geloofsgemeenschappen. Verenigingen, clubs, instellingen en vrijwilligers zijn van belang voor het verbinden van mensen en worden met een faciliterende ondersteuning van de gemeente in stand gehouden.
Omzien naar elkaar zit in het DNA van de inwoners. Dat geldt ook voor het nemen van initiatieven. De verschillende gemeenschappen versterken ook onderling de sociale cohesie. Bijvoorbeeld door zich in te zetten voor gezamenlijke doelen, zoals een snelle en goede integratie van nieuwkomers. Of door zich actief in te zetten voor de zwakkeren in de samenleving. Om de sociale verbondenheid in stand te houden en verder te ontwikkelen is het van groot belang dat voorzieningen zoals sportverenigingen en buurthuizen behouden blijven en zich meer openstellen voor de wijk. Dat geldt ook voor de schoolgebouwen, die veel meer een wijkfunctie kunnen vervullen.
Naast de twee ambities die hierboven zijn uitgewerkt, is er in de toekomstvisie ook aandacht voor het stimuleren van multifunctioneel ruimtegebruik en het mogelijk herbestemmen van maatschappelijk vastgoed wanneer er sprake is van leegstand.
In hoofdstuk 2 zijn beleidsuitgangspunten van verschillende domeinen besproken. Naast beleidsstukken over onderwijs, sport, cultuur en welzijn, zijn er ook beleidsnota’s genoemd die meer overkoepelend van invloed zijn op maatschappelijke voorzieningen en accommodaties. Concluderend is te stellen dat op alle domeinen over alle beleidsnota’s heen één belangrijk uitgangspunt naar voren komt, namelijk het multifunctioneel inzetten van maatschappelijke accommodaties om sociale cohesie en maatschappelijke participatie te bevorderen.
3. Beheer en gebruik van maatschappelijke voorzieningen en accommodaties
De gemeentelijke maatschappelijke accommodaties worden onder andere ingezet om bij te dragen aan het behalen van de beleidsdoelstellingen op het gebied van onderwijs, sport, cultuur en welzijn. Dit hoofdstuk gaat over hoe het beheer van deze gemeentelijke accommodaties wordt geregeld. In paragraaf 3.1 wordt bekeken aan welke instellingen of natuurlijke personen de gemeente voor welke activiteiten ruimte beschikbaar wil stellen. De gemeenteraad heeft aangegeven behoefte te hebben aan een toetsingskader. In paragraaf 3.2 wordt hierop ingegaan. Paragraaf 3.3 gaat over de Reserve accommodatiebeleid: een bestaand instrument om verbouw van sport-, sociaal-culturele en culturele accommodaties financieel te ondersteunen. Vervolgens wordt in paragraaf 3.4 beschreven op welke wijze het gemeentelijk vastgoed beschikbaar wordt gesteld aan maatschappelijke organisaties die de gemeentelijke doelstellingen ondersteunen. Als de gemeente bereid is om ruimte beschikbaar te stellen, dienen er gebruiksafspraken te worden gemaakt. Deze worden in overeenkomsten vastgelegd. Dit komt aan de orde in paragraaf 3.5. In paragraaf 3.6 en 3.7 wordt kort ingegaan op het tarievenbeleid en de bijdrage die verenigingen zelf kunnen leveren aan klein onderhoud van de sportaccommodaties. Deze onderwerpen komen uitvoerig aan de orde in de evaluatie van de tarievenstructuur sport die gelijktijdig met deze nota aan de raad wordt aangeboden. Ook is er in dit hoofdstuk in paragraaf 3.8 aandacht voor nieuwe ontwikkelingen die mogelijk van invloed zijn op het gebruik van accommodaties, zoals de Wet Markt en Overheid en de aanpak Social Return.
3.1 Welke initiatieven ondersteunen we?
Daar waar het voor de gemeente een wettelijke verplichting is om de noodzakelijke huisvesting te regelen, levert de vraag “Welke initiatieven ondersteunt de gemeente?” geen discussie op. Daarnaast steunt de gemeente Waddinxveen in beginsel elk initiatief dat in meer of in mindere mate bijdraagt aan beleidsdoelstellingen van de gemeente. Waddinxveen heeft een actief verenigingsleven. De gemeente wil het huidige niveau, zowel de kwaliteit als de kwantiteit, graag behouden en waar mogelijk verder verbeteren. Toch zullen niet alle verzoeken om (extra) ruimte kunnen worden ingewilligd. Hiervoor worden in het kader van deze nota toetsingscriteria vastgesteld. De toetsingscriteria zijn vooral gericht op de mogelijkheden van gebruik van particuliere accommodaties, de beschikbaarheid van een geschikte ruimte bij gemeentelijke accommodaties en de hoogte van de eventueel noodzakelijke investeringen en indirecte subsidie in relatie tot de bijdrage aan de beleidsdoelstellingen. Hierbij moet antwoord gegeven worden op de vraag “Wat is het de gemeente waard?”
3.2 Voorstel ontwikkelen toetsingscriteria
Het is de verwachting dat met een ruime uitleg van alle beleidsdoelstellingen veel, zo niet alle, initiatieven in meer of mindere mate bijdragen aan een of meer gemeentelijke beleidsdoelstellingen. Het is wenselijk dat de gemeente een voorselectie maakt, zodat initiatieven met een geringe bijdrage kunnen worden afgewezen. Voorgesteld wordt om hiervoor een wegingsinstrumentarium te ontwikkelen, zogenaamde toetsingscriteria. Daarmee wordt de kans verkleind dat een initiatief dat weinig bijdraagt wordt gehonoreerd en er later een initiatief dat meer kan bijdragen, moet worden geweigerd, omdat er geen ruimte meer beschikbaar is. Gedacht wordt om een puntenstelsel in te voeren, waarbij per beleidsveld wordt bepaald welk minimum aantal punten nodig is om een verzoek voor inwilliging in aanmerking te laten komen. Na de vaststelling van deze nota worden het puntenstelsel en de beoordelingscriteria ontwikkeld.
De toetsingscriteria vallen uiteen in drie hoofdvragen:
De mogelijkheden van gebruik van particuliere accommodaties
Het beheren en exploiteren van accommodaties voor maatschappelijke doeleinden is voor de gemeente geen doel op zich. De gemeente heeft alleen een rol als particuliere accommodaties niet in de ruimtebehoefte kunnen voorzien of de voorwaarden, zoals kosten, waaronder dat mogelijk is, onder die specifieke omstandigheden niet haalbaar zijn. Op basis van dit criterium is de gemeente niet verantwoordelijk voor de huisvesting van bedrijfsmatig (commercieel) draaiende instellingen. Dit geldt ook voor bedrijfsmatig werkende instellingen zoals kinderopvang, buitenschoolse opvang en particulieren en instellingen die werkzaam zijn op het gebied van onder andere gezondheidszorg. Dit laat onverlet dat de gemeente de realisatie van dergelijke voorzieningen bij of in combinatie met gemeentelijke accommodaties kan faciliteren. Voorbeelden zijn informatie, hulp bij het proces of medewerking in verband met het bestemmingsplan. Incidenteel worden wel ruimtes commercieel verhuurd. Het gaat dan om de sporthal en de sportzalen.
Belangrijke ‘particuliere’ accommodaties zijn de onderwijsgebouwen en diverse sportaccommodaties. De gemeente is geen juridisch eigenaar van deze accommodaties. Vooral de onderwijsgebouwen bieden mogelijkheden voor particulier gebruik, omdat deze ruimten nagenoeg niet worden gebruikt in de avonduren en weekenden. Daarnaast wordt door multifunctioneel gebruik de wijkfunctie van dergelijke voorzieningen ook benadrukt.
De beschikbaarheid van ruimte / gemeentelijke accommodaties (op de gevraagde dagen en uren)
Bij de vraag over de beschikbaarheid van ruimten zijn er twee mogelijkheden:
Ruimten worden in beginsel structureel verhuurd, al of niet in medegebruik.
Huurders willen hun activiteiten plannen over een langere periode en zij willen rechtszekerheid. Daarom is het niet wenselijk om het gebruik van ruimtes elk jaar te toetsen. In de algemene verhuurvoorwaarden moet wel als ontbindende voorwaarde worden opgenomen dat de verhuur wordt beëindigd als de activiteiten in die ruimte worden gewijzigd ten opzichte van de activiteiten bij aanvang van de verhuur of wanneer de activiteiten niet langer bijdragen aan de beleidsdoelstellingen van de gemeente.
Het is mogelijk om de betreffende ruimten aan anderen te verhuren, op de dagen/tijden waarop die ruimte niet wordt verhuurd (medegebruik). Bovendien kan al verhuurde ruimte aan anderen worden verhuurd, indien voor de huidige gebruiker een passend alternatief voorhanden is.
Voor ruimten wordt elk jaar, schooljaar of seizoen een rooster opgesteld.
Voor een aantal accommodaties moeten voor een bepaalde datum verzoeken worden ingediend om ruimte te huren. Dit geldt bijvoorbeeld voor de binnensportaccommodaties. Als er meerdere verzoeken komen voor huur van bepaalde accommodaties of op bepaalde dagen en tijden, zijn voor het sportgebruik beoordelingscriteria van toepassing. Het gaat om regels over welke partijen voorrang krijgen bij huur van een accommodatie. Waddinxveense organisaties gaan voor organisaties van buiten Waddinxveen. Bewegingsonderwijs heeft voorrang op sportverenigingen. Binnensportverenigingen gaan voor buitensportverenigingen die slechts een paar maanden binnen huren en verenigingen en stichtingen gaan voor commerciële organisaties. Dergelijke beoordelingscriteria kunnen worden opgenomen in de nieuwe regeling.
De hoogte van de eventueel noodzakelijke investeringen en indirecte subsidie in relatie tot de bijdrage aan de beleidsdoelstellingen (“Wat is het de gemeente waard?”).
Als de gemeente geen accommodaties in eigendom heeft waarmee in de specifieke ruimtebehoefte kan worden voorzien, kan een verzoek niet worden gehonoreerd. De vraag of er nieuwe accommodaties of aanpassingen aan accommodaties moeten worden gerealiseerd, is in belangrijke mate afhankelijk van het antwoord op de derde vraag, “Wat is het de gemeente waard?”
Voor een ‘voorselectie’ kan een puntensysteem worden gebruikt, waarbij de volgende aspecten een rol spelen:
3.3 Reserve accommodatiebeleid
Voorheen stond in het oude accommodatiebeleid opgenomen dat een vereniging of organisatie bij de gemeente terecht kon voor een financiële regeling wanneer zij geld nodig had voor een accommodatie. Deze regeling is bekend onder de naam “Reserve accommodatiebeleid”. De stichtingskosten werden door drieën gedeeld, waarbij 1/3 van het bedrag uit eigen geld van de organisatie moest bestaan, 1/3 van het bedrag was een subsidie vanuit de gemeente en voor 1/3 van het bedrag kon bij de bank een lening worden aangevraagd, waarvoor de gemeente garant zou staan. Concordia heeft in 2005 gebruik gemaakt van deze regeling, waardoor de gemeente 1/3 van de accommodatiekosten heeft betaald en zoals gezegd garant staat voor de lening. Ook scouting Sint Victor heeft in 2000 gebruik gemaakt van deze regeling. Deze regeling, waarbij 1/3 deel door de gemeente wordt bekostigd, is geschrapt als bezuinigingsmaatregel.
De reserve was bedoeld ter financiering van aanvragen op grond van de subsidieverordening aan- en verbouw van sport-, sociaal-culturele en culturele accommodaties. Deze verordening is per 1 februari 2006 komen te vervallen. Gelet op de omschrijving van de reserve was ze uitsluitend bedoeld om aanvragen uit de genoemde subsidieverordening te bekostigen. Op het moment dat de financiële regeling niet meer geldig was, waren er ook geen richtlijnen meer wat betreft subsidiëring van accommodaties.
De reserve accommodatiebeleid bestaat nog steeds. De regeling die daaraan ten grondslag lag (1/3 1/3 1/3) niet. Per 1 januari 2017 is de stand van deze reserve circa € 143.000. In het begrotingsjaar 2011 is deze reserve gebruikt voor de afboeking van boekwaarden in het kader van de revitalisering van het Sportpark de Sniep en een bijdrage in de nieuwbouw van de Hockeyclub Waddinxveen. Tevens is de reserve in de jaren 2012 – 2015 gebruikt voor het opvangen van de incidentele gevolgen van de Nota Tarievenstelsel Sport.
Geadviseerd wordt om de reserve accommodatiebeleid ook de komende jaren te gebruiken om incidentele kosten te dekken samenhangend met de nieuwbouw of aanbouw van sport-, sociaal-culturele en culturele accommodaties. De reserve kan worden ingezet voor de herziening en optimalisering van gemeentelijke maatschappelijke accommodaties. Met behulp van de reserve kan de gemeente bijdragen bij het verhuizen van verenigingen en kunnen panden geoptimaliseerd worden voor multifunctioneel gebruik. Ook kan de gemeente een bijdrage leveren aan particuliere panden om de eigen gemeentelijke accommodaties vrij te spelen. De nieuwe toetsingscriteria die nu worden ontwikkeld zijn een richtlijn voor het al dan niet bijdragen aan de kosten van de investering en de hoogte van de bijdrage door de gemeente. Daarbij zal altijd worden bezien welke mogelijkheid er is dat een organisatie zo veel mogelijk zelf bijdraagt aan de kosten van de investering.
Het in bezit en beheer hebben van vastgoed is voor de gemeente geen doel op zich. Vastgoed is een middel om de beleidsmatig gewenste maatschappelijke doelstellingen en activiteiten te realiseren. Vooral daar waar de markt of andere partijen geen invulling aan die huisvestingsbehoefte geven en de maatschappelijke activiteiten wenselijk zijn en passen in het gemeentelijke beleid c.q. dit ondersteunen. Denk hierbij aan de huisvesting van culturele instellingen, sportverenigingen, buurthuizen en scholen. De gemeente heeft vastgoed in eigendom om deze activiteiten te realiseren en voor lange termijn te waarborgen voor de inwoners van Waddinxveen.
Bij de invulling van de huisvestingsbehoefte van de huidige maatschappelijke organisaties is beschikbaarstelling van de huisvesting verschillend. Enerzijds komen de verschillen voort uit de behoefte van de aanvrager/gebruiker voor het bereiken van het maatschappelijke doel. Anderzijds is het voor de gemeente van belang om de kosten voor de huisvesting zo effectief en efficiënt mogelijk in te zetten. Het beschikbaar stellen van een accommodatie wordt vastgelegd in een overeenkomst. Zo kent de gemeente erfpacht- , huur- en bruikleenovereenkomsten en Rechten van opstal (RvO). De keuze voor de toepassing van een van de overeenkomsten hangt af van de vraag in hoeverre de gemeente wel of geen grip wil hebben en houden op de situatie van de huisvesting en de mogelijkheid voor de maatschappelijke organisatie om zelfstandig, inclusief huisvesting, te kunnen functioneren.
Daar waar de gemeente zoveel mogelijk de kosten voor beheer en exploitatie bij de te huisvesten partij wil of kan leggen, wordt erfpacht en/of Recht van Opstal toegepast. Hierbij wordt (meestal) gekozen voor langlopende overeenkomsten van 20 tot 30 jaren, waarbij de vergoeding jaarlijks wordt geïndexeerd. Het gemeentelijke eigendom is hierbij langdurig gewaarborgd, omdat bij het aflopen van de overeenkomst de gemeente de gelegenheid heeft voor een heroverweging. Echter de gemeente heeft gedurende de looptijd van de overeenkomst weinig of geen invloed op de huisvesting. Voorbeelden van erfpacht zijn de drie tennisverenigingen en de Jeu de Boules vereniging. RvO’s zijn toegepast bij de clubhuizen van diverse (sport)verenigingen.
Huur- en bruikleenovereenkomsten
Deze overeenkomsten worden toegepast in situaties waarin organisaties niet in staat zijn zelf het vastgoed te exploiteren, omdat de kosten te hoog zijn. Ook worden deze overeenkomsten gebruikt daar waar de gemeente grip wil houden op het betreffende vastgoed en/of dit aan meerdere organisaties beschikbaar stelt. De huur- en bruikleenovereenkomsten hebben meestal een looptijd van één tot vijf jaar. De gemeente is hierdoor in staat de overeenkomsten bij afloop te herzien op de huur en de voorwaarden om het vastgoed zo optimaal mogelijk te gebruiken of te exploiteren. Bruikleenovereenkomsten worden door de gemeente toegepast om grip te houden op de locatie en het vastgoed, omdat het pand tevens betrokken is bij een mogelijke ruimtelijke ontwikkeling. Bij huur- en bruikleenovereenkomsten heeft de gemeente als eigenaar en verhuurder verplichtingen voor het beheer van het vastgoed. Voorbeelden van accommodaties die worden verhuurd zijn de sporthallen en WereldWijd. Voorbeelden van accommodaties die in bruikleen zijn, zijn de accommodaties van de schaatsvereniging en de club bij het Gemaal.
De scholen bevinden zich in een bijzondere situatie, mede vanuit de wetgeving. De gemeente is verplicht voor huisvesting te zorgen, maar zodra de school functioneert, komt de exploitatie en het beheer bij het schoolbestuur te liggen. Wanneer de school stopt met het onderwijs op een locatie en de onderwijsfunctie wordt van het vastgoed gehaald, komt het eigendom terug bij de gemeente.
Bij nieuwe aanvragen van maatschappelijke instanties voor huisvesting wordt door de gemeente eerst beoordeeld of de betreffende activiteiten passen binnen het gemeentelijke beleid of dat de activiteiten dit beleid ondersteunen. Wanneer hier positief over wordt geoordeeld, zal er naar huisvesting worden gezocht, afgestemd op de activiteiten van de instantie en de beschikbaarheid van huisvesting. Allereerst zal er worden gezocht naar ruimte binnen de bestaande huisvesting. Zo nodig wordt er geschoven in de bestaande ruimteverdeling. Wanneer dit niet mogelijk blijkt te zijn, zal er onderzocht moeten worden of huisvesting door (tijdelijk) te huren van derden of door misschien zelfs te kopen tot een oplossing kan leiden.
3.5 Huur- en gebruikersovereenkomst
De rechten en plichten van zowel de verhuurder (gemeente) als de huurder worden vastgelegd in algemene verhuurvoorwaarden, aangevuld met afzonderlijke huurovereenkomsten.
In Waddinxveen gelden op dit moment de volgende algemene voorwaarden:
Naast deze algemene voorwaarden worden met alle instellingen afzonderlijke huurcontracten afgesloten om de specifieke afspraken en voorwaarden vast te leggen. De vaste huurcontracten worden al een aantal jaar gemaakt volgens het model ROZ, de raad voor onroerende zaken. Hierdoor worden alle nieuwe contracten eenduidig opgesteld.
Door diverse oorzaken zijn er op het gebied van accommodaties beslissingen genomen waardoor een complexe situatie is ontstaan. Vaak is maatwerk toegepast, zijn uitzonderingen gemaakt, zijn afspraken niet (voldoende) vastgelegd of worden afspraken onvoldoende nagekomen, waardoor de mogelijkheden van sturing onder het gewenste niveau zijn gekomen. Daarbij is er een situatie van ongelijkheid en onevenredigheid in afspraken. De vastgoednota en deze nota accommodatiebeleid brengen weer nieuwe mogelijkheden voor een evenwichtig, transparant en uitvoerbaar accommodatiebeleid. Herziening van de algemene verhuurvoorwaarden en aanpassing van de specifieke huurcontracten is gewenst.
De algemene verhuurvoorwaarden zijn aan een actualisatie toe. Daar wordt op dit moment al aan gewerkt. Naast een algemeen deel kunnen ook algemene bepalingen worden opgenomen die van toepassing zijn op een groep van gelijksoortige accommodaties, bijvoorbeeld binnensportaccommodaties, horeca bij binnensportaccommodaties en wijkgebouwen. Er worden voor de sport beleidsregels opgesteld waardoor sportaccommodaties een bredere functie krijgen, van puur en alleen sport naar maatschappelijk. Na de vaststelling van de vastgoednota, de nota accommodatiebeleid en de nieuwe algemene voorwaarden moeten op termijn alle afzonderlijke verhuurovereenkomsten worden geactualiseerd en hierop worden afgestemd. Dit geldt ook voor de ruimten die momenteel om niet in gebruik worden gegeven, anders dan antikraak.
De raad heeft de nota’s Tarievenstelsel sport en Taakstellende bezuiniging sport vastgesteld op 29 juni 2011. De nota Tarievenstelsel sport bevat een nieuw tarievensysteem voor de binnen- en buitensportaccommodaties en een verhoging van de sporttarieven. Er is gekozen voor een model waarbij sprake is van een integrale kostprijsberekening en wegingsfactoren per accommodatie. Dit model zorgt voor een zekere harmonisatie van de tarieven, waardoor de toegankelijkheid van de duurdere sporten vergroot wordt. Er is bij de berekening van de tarieven onderscheid gemaakt tussen de binnensportlocaties en buitensportlocaties in Waddinxveen. Dit heeft te maken met de wijze van verhuur. De binnensportaccommodaties worden per klokuur verhuurd en bij de buitensportaccommodaties is er sprake van verhuur op jaarbasis.
In de nota Tarievenstelsel sport 2011 is besloten het tarievensysteem iedere vier jaar te evalueren en afhankelijk van de toenemende kosten te herijken. Dit is gebeurd in de Evaluatie tarievenstructuur sport 2012-2015, die gelijktijdig met deze nota aan de raad wordt aangeboden. In de evaluatie wordt geadviseerd de tarieven niet te herijken. Zowel voor de binnensport als voor de buitensport zijn de kosten van het onderhoud niet zodanig afgenomen dat de tarieven moeten worden aangepast. Voor de binnensport daalt het dekkingspercentage zelfs, door teruglopende huur van binnensportverenigingen. Bij buitensport is er een lichte stijging in het dekkingspercentage, maar dit heeft vooral te maken met het uitstel van renovatiewerkzaamheden door de gemeente. Deze renovaties zullen plaatsvinden in 2018 waardoor het dekkingspercentage weer zal dalen.
3.7 Onderhoud en zelfwerkzaamheid
Een belangrijk uitgangspunt rondom de sportaccommodaties binnen de gemeente Waddinxveen is dat er vanuit de verenigingen een bepaalde mate van zelfwerkzaamheid is. Zelfwerkzaamheid bestaat uit klein onderhoud. Het gaat om jaarlijkse cyclische onderhoudstaken die verenigingen zelf kunnen uitvoeren, zoals grasmaaien, zwerfvuil opruimen of het repareren van netten. Verenigingen krijgen korting op de huur voor de buitensportaccommodaties, wanneer er een bepaalde mate van zelfwerkzaamheid is. Voor de binnensportaccommodaties is het geen praktische optie om verenigingen onderhoud te laten uitvoeren, omdat het gebruik niet aan één vereniging is gekoppeld. De inschatting is dat het niet overzichtelijk wordt, de kwaliteit van onderhoud niet goed gestuurd kan worden en het veel regelkosten met zich meebrengt.
In de nota Taakstellende bezuiniging sport van 2011 is voorgesteld de zelfwerkzaamheid bij verenigingen te vergroten. In onderstaande tabel is te zien dat verenigingen een korting krijgen van totaal € 24.000. Ook is te zien dat sommige verenigingen geen zelfwerkzaamheidstaken uitvoeren. De bedragen vormen een mogelijke korting wanneer de verenigingen deze taken wel uitvoeren.
Tabel 3.1 Korting door zelfwerkzaamheid Waddinxveense buitensportverenigingen van 2012 tot en met 2016
* Dit bedrag zit nu in het onderhoudsbudget en kan door verenigingen worden uitgegeven.
3.8 Doorkijk naar de toekomst, nieuwe ontwikkelingen
Onderstaand worden recente ontwikkelingen beschreven die mogelijk van invloed zijn op het gebruik van de accommodaties en de spelregels.
Op 1 juli 2014 is de wet Markt en Overheid definitief van kracht geworden. Hierin staan nadere bepalingen over het marktconform beschikbaar stellen van huisvesting aan andere organisaties. De wet bevat gedragsregels voor gemeenten en andere overheden die goederen of diensten zelf of via overheidsbedrijven op de markt aanbieden. Eén van de gedragsregels is dat goederen en diensten minimaal tegen de integrale kostprijs aangeboden moeten worden. Sport wordt in de wet gezien als economische activiteit, omdat er ook commerciële aanbieders van sportactiviteiten zijn. Veel gemeenten stellen sportaccommodaties momenteel gesubsidieerd en onder de integrale kostprijs ter beschikking aan sportverenigingen, omdat sport een belangrijke bijdrage levert aan gezondheid en participatie binnen de gemeente. Als verenigingen de integrale kostprijs voor de accommodaties moeten betalen, gaan de kosten voor verenigingen fors omhoog. Dit zal leiden tot aanzienlijk hogere lidmaatschapstarieven, met negatieve gevolgen voor de sportdeelname.
Uitzonderingen mogelijk: Het algemeen belang van sport
De Wet Markt en Overheid maakt het mogelijk om af te wijken van de gedragsregels. Dit moet wel gebeuren op basis van een raadsbesluit, waarin is bepaald dat de daarin genoemde economische activiteiten plaatsvinden in het algemeen belang. Sport dient het algemeen belang, doordat het niet alleen leuk is om te doen, maar ook een belangrijke bijdrage levert aan gezondheid, veiligheid, participatie en sociale cohesie. Deze mogelijkheid is verwoord in artikel 25h, vijfde lid, van de Mededingingswet. De raad heeft op 9 juli 2014 besloten tot aanwijzing van de economische activiteiten ‘exploitatie’ en ‘verhuur’ van sportaccommodaties en de verhuur van maatschappelijk vastgoed als activiteiten die plaatsvinden in het algemeen belang, als bedoeld in artikel 25h, vijfde lid, van de Mededingingswet.
Niet iedereen neemt even gemakkelijk deel aan het arbeidsproces. De overheid kan daarom bij het verstrekken van inkoopopdrachten de opdrachtnemer verplichten of stimuleren om kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt te betrekken. Zo krijgen langdurig werklozen en gedeeltelijk arbeidsgeschikten een kans om werkervaring op te doen. Dit versterkt hun positie op de arbeidsmarkt. Deze aanpak wordt Social Return genoemd.
Social Return is in principe mogelijk bij alle inkoopprocedures onder en boven de Europese aanbestedingsdrempel. Aan Social Return bij inkoop kan op verschillende manieren worden vormgegeven. In het geval van een Europese aanbestedingsprocedure dient uiteraard rekening te worden gehouden met de geldende juridische kaders. In de praktijk worden, in toenemende mate, vormen van Social Return ook buiten inkoopprocedures toegepast. Bijvoorbeeld in subsidierelaties met organisaties. Ook bij maatschappelijke voorzieningen in de sport- en cultuursector en bij welzijnswerk is deze aanpak toepasbaar. Over de nieuwe nota inkoop- en aanbestedingsbeleid wordt de raad in de zomer van 2017 geïnformeerd.
In deze nota is op drie manieren inzicht gegeven in de maatschappelijke voorzieningen en accommodaties in Waddinxveen.
Vervolgens is in hoofdstuk 2 van de nota een beleidsvisie opgesteld over deze maatschappelijke voorzieningen en accommodaties. Voor de vier domeinen onderwijs, sport, cultuur en welzijn zijn de beleidsuitgangspunten uit de diverse bestaande beleidskaders geïnventariseerd en is de samenhang met het accommodatiebeleid beschreven. Naast deze beleidsstukken zijn er ook beleidsnota’s genoemd die meer overkoepelend van invloed zijn op maatschappelijke voorzieningen en accommodaties. Concluderend is te stellen dat op alle domeinen over alle beleidsnota’s heen één belangrijk uitgangspunt naar voren komt, namelijk het multifunctioneel inzetten van maatschappelijke accommodaties om sociale cohesie en maatschappelijke participatie te bevorderen.
In dit afsluitende hoofdstuk worden conclusies getrokken en aanbevelingen gedaan aan de hand van de besluitpunten die vanuit de nota voorliggen. Paragraaf 4.1 gaat over het al dan niet afstoten, behouden of aanpassen van maatschappelijke voorzieningen die in beheer zijn van de gemeente. Paragraaf 4.2 gaat over de gewenste beheervorm van de sport, waarover de raad parallel aan deze nota een apart beslisdocument ontvangt. In paragraaf 4.3 wordt voorgesteld een onderzoek te doen naar de wijze waarop welzijnsaccommodaties in de toekomst kunnen worden beheerd: de vier buurthuizen, het gebouw Waddinxveen WereldWijd en Kerkstraat 13. Paragraaf 4.4 sluit af met een aantal nieuwe regels voor gebruik bij het beheer van accommodaties. Voorgesteld wordt om:
4.1 Afstoten, behouden of aanpassen?
De maatschappelijke voorzieningen en accommodaties worden intensief gebruikt in de gemeente Waddinxveen. Voor een dorp heeft de gemeente veel voorzieningen die zorgen voor een bruisend maatschappelijk welzijn en voor sociale cohesie. Voor alle maatschappelijke voorzieningen en accommodaties in Waddinxveen kan gesteld worden dat deze behouden moeten blijven en dat kansen en mogelijkheden gecreëerd moeten worden om gebruik van de voorzieningen en accommodaties verder te intensiveren.
Voor wat betreft de onderwijsaccommodaties is reeds besloten dat vier schoolgebouwen worden afgestoten: de Koning Willem-Alexander school aan de Oranjelaan en aan de Peter Zuidlaan 5, de Bethelschool aan de Heggewinde en de Regenboog aan de Peter Zuidlaan 2. Als er binnen een jaar tijd geen belangstelling is van een kandidaat marktpartij wordt voorgesteld om de panden te slopen. Uitzondering daarop vormt het pand aan de Oranjelaan. Dat is aangemerkt als monumentaal pand en zal dus behouden blijven.
Voor wat betreft de sportaccommodaties is het van belang om de bestaande sportinfrastructuur in stand te houden. De uitbreiding van de wijk Triangel kan voor enige ledengroei zorgen bij de verenigingen. De huidige capaciteit van de sportaccommodaties kan een eventuele ledenstijging voldoende opvangen. De trend van het individueel sporten zorgt misschien weer voor een kleine afname van leden. Gezien het feit dat Waddinxveen graag een zelfstandige gemeente is met eigen voorzieningen, is het van belang om de sportmogelijkheden op peil te houden, zodat Waddinxveen een aantrekkelijke woon- en leefomgeving blijft. De sportaccommodaties zijn op onrendabele uren minder benut, maar ’s avonds en in het weekend worden de accommodaties goed gebruikt. De binnensportaccommodaties zijn noodzakelijk voor het bewegingsonderwijs van de scholen. Wanneer de scholen echter geen gebruik meer maken van de gymzaal aan de Johannes Postlaan wordt deze op termijn afgestoten.
Naar de functionaliteit en de huisvesting van het Coenecoopcollege, inclusief sporthal De Dreef, volgt in het voorjaar van 2017 een apart onderzoek. Mogelijk kunnen er in sporthal De Dreef bouwkundige en functionele aanpassingen worden gedaan om het gebruik van de hal te optimaliseren. Nu worden slechts twee zaaldelen gebruikt in plaats van drie. Het Coenecoopcollege huurt één zaaldeel. De Theo Thijssenschool heeft het tweede zaaldeel in gebruik. Als de gymzaal aan de Johannes Postlaan wordt afgestoten gaat het gebruik van sporthal De Dreef toenemen. De gemeente onderzoekt de mogelijkheden om drie zaaldelen in de Dreef gelijktijdig te kunnen verhuren. Onvoldoende vluchtwegen en kleedkamers maken dat nu niet mogelijk. De omvang van de hal biedt wel mogelijkheden om drie zaaldelen tegelijk te kunnen gebruiken. Ook geven de huurders aan dat zij de akoestiek in de hal matig vinden. De vraag welke investeringskosten moeten worden gemaakt om de sporthal aan te passen, maakt deel uit van het onderzoek.
De mogelijkheid voor verenigingen om zelf onderhoudstaken uit te voeren op de buitensportaccommodaties, levert op dit moment voor alle verenigingen een korting op. Deze korting wordt afgetrokken van het totaal te betalen bedrag voor de verenigingen. Verenigingen die geen bijdrage leveren aan de zelfwerkzaamheid krijgen wel korting voor zelfwerkzaamheid uitgevoerd door andere verenigingen. Geadviseerd wordt om het systeem aan te passen en de kostenbesparing die het de gemeente oplevert door zelfwerkzaamheid jaarlijks af te trekken per vereniging van het door hen te betalen tarief. Hierdoor wordt een ‘eerlijker’ systeem gehanteerd. Een vereniging die zelf geen onderhoudstaken op zich wil of kan nemen, krijgt geen korting. In de Evaluatie tarievenstructuur sport 2012-2015 wordt deze wijziging ten aanzien van zelfwerkzaamheid ter besluitvorming voorgelegd aan de raad.
Voor wat betreft de culturele accommodaties speelt de discussie over behouden of afstoten niet. Het gaat eigenlijk alleen om Cultuurhuys De Kroon. De gemeente is zelf geen eigenaar van Cultuurhuys De Kroon. De gemeente huurt het pand aan van een particuliere vastgoedbeheerder en verhuurt het aan de stichting Cultuurhuys De Kroon. De stichting verhuurt het pand onder aan alle gebruikers. De huurders krijgen nu subsidie van de gemeente en regelen de gebruikersovereenkomst met stichting Cultuurhuys De Kroon. Uit een jaarlijkse evaluatie kan in de toekomst eventueel een andere constructie met de huurders naar voren komen.
Het Cultuurhuys levert een belangrijke bijdrage aan een breed cultureel programma voor diverse doelgroepen en moet wat dat betreft voor Waddinxveen behouden blijven. Muziekvereniging Concordia heeft een eigen accommodatie. Met andere culturele instellingen, zoals de Waddinxveense Kunst Kring en het Historisch Genootschap, is de gemeente in gesprek om te zoeken naar een geschikte accommodatie. De toneelverenigingen Toi Toi en Maskerade huren ruimte bij welzijnsinstellingen en zijn mogelijk in de toekomst ook geïnteresseerd in ruimtegebruik bij andere maatschappelijke instellingen, zoals sportverenigingen.
Ook de welzijnsinstellingen blijven behouden voor Waddinxveen. Het gaat om WereldWijd, Kerkstraat 13 en de vier buurthuizen met de drie bijbehorende speeltuinen. Er wordt onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om de accommodatie van buurthuis Zonnig Zuid uit te breiden en de functionaliteit te verhogen. Dan kunnen er meer activiteiten worden gerealiseerd, zoals denksporten, dansles, vechtsporten, kleuteropvang en een peuterspeelzaal. Scoutingvereniging Klimop is bezig met nieuwe eigen huisvesting en verhuist mogelijk naar de nieuwe wijk Triangel.
4.2 Sportaccommodaties verzelfstandigen?
In het project Organisatie Sport Waddinxveen worden, naast verbetering van de huidige situatie binnen het gemeentelijk beheer, interne en externe verzelfstandiging en privatisering onderzocht en beoordeeld op haalbaarheid en toekomstbestendigheid voor de organisatie van de sport in Waddinxveen. De beoordeling zal plaatsvinden door weging van aspecten als kwaliteit, kansen, kosten en kwetsbaarheid. Ook de financiële consequenties worden voor zover als nu mogelijk berekend.
Het resultaat van het project is een besluitvormingsdocument op basis waarvan college en gemeenteraad een besluit kunnen nemen voor de gewenste organisatie van de sport. Het onderzoek is momenteel in volle gang en de planning is erop gericht om op 19 april 2017 een besluit te kunnen nemen.
Een voorlopige conclusie uit het onderzoek dat heeft plaatsgevonden is dat externe verzelfstandiging tot de mogelijkheden behoort. Privatisering is in dit onderzoek minder onderzocht, maar is niet bij voorbaat uit te sluiten. De opdracht van de raad is om het beheer, onderhoud en exploitatie van het zwembad, de drie sporthallen en de acht buitensportlocaties te verzelfstandigen.
4.3 Onderzoek naar verzelfstandigen welzijnsaccommodaties
Aansluitend op het onderzoek naar de verzelfstandiging van sportaccommodaties in de gemeente Waddinxveen, wordt voorgesteld onderzoek te doen naar een mogelijk andere beheervorm van de welzijnsaccommodaties. Exploitatie van de buurthuizen kan efficiënter. In de huidige situatie bepalen de besturen van de buurthuizen wanneer er activiteiten plaatsvinden en welke activiteiten dit zijn. Om te zorgen voor meer sociale cohesie en maatschappelijke betrokkenheid binnen de gemeente Waddinxveen, zal worden onderzocht of de buurthuizen beheerd kunnen worden door één partij. Deze partij kan de buurthuizen efficiënter verhuren. Aanvragen voor verhuur komen dan centraal binnen en mogelijk kan intensiever gebruik op deze manier worden gestimuleerd. Bijkomend voordeel is tevens dat één partij zicht heeft op en verantwoordelijk is voor onderhoud van de accommodaties. Voorstel is om dit idee samen met de betrokken partijen verder uit te werken gedurende de onderzoeksfase.
4.4 Nieuwe regels voor gebruik
In hoofdstuk 3 zijn diverse regels voor gebruik besproken. Een aantal nieuwe regels die van belang zijn voor het accommodatiebeleid worden hieronder samengevat:
Gebruik van de bestaande reserve accommodatiebeleid om incidentele kosten te dekken samenhangend met de nieuwbouw/aanbouw van sport-, sociaal-culturele en culturele accommodaties. Met behulp van de reserve kan de gemeente bijdragen bij het verhuizen van verenigingen en kunnen panden geoptimaliseerd worden voor multifunctioneel gebruik.
Samenvattend kan gesteld worden dat er voor cultuur en welzijn geen discussie bestaat over het behouden of afstoten van accommodaties. Alle accommodaties zullen behouden blijven. Voor wat betreft onderwijs geldt dat wanneer er binnen een jaar geen marktpartij is voor de vier panden die worden afgestoten, wordt voorgesteld deze panden te slopen. Uitzondering hierop is het pand met monumentaal karakter aan de Oranjelaan. Het onderzoek naar de sportaccommodaties en het beheer hiervan wordt gedaan binnen het project Organisatie Sport Waddinxveen. Het onderzoek leidt tot de voorlopige conclusie dat extern verzelfstandigen van het zwembad, de drie sporthallen en de acht buitensportlocaties tot de mogelijk behoort en ook privatisering niet uit te sluiten is. Om alle maatschappelijke accommodaties binnen de gemeente Waddinxveen optimaal te kunnen benutten en multifunctioneel te kunnen inzetten, worden nieuwe regels voor gebruik opgesteld.
Bijlage 2A Samenvatting onderzoek
Deze samenvatting toont de belangrijkste bevindingen uit het accommodatieonderzoek, zoals beschreven in bijlage 2B van deze nota. Het onderzoek heeft twee doelen. Het eerste doel van het onderzoek is een goed beeld te krijgen van de huidige maatschappelijke accommodaties van de gemeente Waddinxveen op het gebied van de vier domeinen onderwijs, sport, cultuur en welzijn. Het tweede doel is inzicht krijgen in de maatschappelijke behoefte aan huisvesting van maatschappelijke voorzieningen op het gebied van onderwijs, sport, cultuur en welzijn de komende 15 jaar. Op basis van informatie uit dit onderzoek, de wensen- en behoefteanalyse en de uitgangspunten vanuit alle beleidskaders kunnen conclusies worden getrokken en aanbevelingen worden gedaan over het omgaan met maatschappelijke voorzieningen en accommodaties in de gemeente Waddinxveen.
Om een goed beeld te krijgen van de huidige maatschappelijke accommodaties en de behoefteanalyse, zijn per domein telkens dezelfde onderzoeksvragen gesteld. Zo is er per domein gekeken naar welke organisaties de gemeente nu huisvest, wat voor activiteiten daar plaatsvinden, welke regels en voorwaarden daar aan verbonden zijn, wat hiervan de kosten voor de gemeente zijn en tot slot wat de behoefte aan huisvesting over 15 jaar is.
De gegevens over de gebouwen, de activiteiten die er plaatsvinden, de regels voor verhuur en de kosten die de gemeente maakt, zijn voor het grootste deel verkregen via data-analyse binnen de gemeente zelf. De input voor het onderzoek naar de vraag over toekomstige huisvesting van maatschappelijke voorzieningen komt uit eerder vastgestelde beleidskaders, zoals het IHP en het Vitaal Sportbeleid. Dit zijn recente beleidskaders, waarbij ook onderzoek is gedaan naar huisvestingsvraagstukken. Ook is gebruik gemaakt van het visietraject ‘Toekomstvisie Waddinxveen 2030’. Dit traject startte vrijwel tegelijkertijd met het onderzoek naar maatschappelijke voorzieningen en accommodaties in het kader van het opstellen van deze nota. Inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties konden in 2016 in de Toekomstcafés, de Toekomstvisie on Tour en de Dag van de Toekomst eveneens hun visie geven op voorzieningen op het gebied van onderwijs, sport, cultuur en welzijn. In hoofdstuk 2 van de nota wordt verder ingegaan op de beleidsuitgangspunten die vanuit dit visietraject zijn geformuleerd en die van toepassing zijn op maatschappelijke voorzieningen en het accommodatiebeleid.
In de gemeente Waddinxveen staan 55 gebouwen met een maatschappelijke functie. Van 22 gebouwen is de gemeente juridisch eigenaar. Deze 22 accommodaties zijn onderverdeeld in de vier domeinen die hieronder worden behandeld. Per domein wordt steeds eerst gekeken wat het huidige aanbod is van maatschappelijke voorzieningen. Vervolgens wordt de behoefte voor de komende 15 jaar besproken.
In de gemeente Waddinxveen zijn nu 10 instituten primair onderwijs, gehuisvest in 12 gebouwen, en er is 1 instituut voor voortgezet onderwijs (Coenecoopcollege). Voor de scholen in het primair en voortgezet onderwijs in de gemeente Waddinxveen geldt dat de schoolbesturen juridisch eigenaar zijn van de gebouwen. De gemeente is economisch eigenaar en draagt alleen de kapitaallasten. Kosten van beheer en exploitatie zijn voor de schoolbesturen. Zij ontvangen daarvoor een rijksvergoeding. Een uitzondering hierop is de Nieuwe School. Deze school is huidig schooljaar (2016-2017) gestart en huurt een onderwijsaccommodatie van de gemeente. Incidenteel worden schoolgebouwen buiten schooltijd gebruikt. De schoolgebouwen staan ’s avonds, in het weekend en tijdens de schoolvakanties grotendeels leeg.
Over de toekomstige huisvesting van het primair onderwijs heeft de gemeenteraad besloten tijdens de vaststelling van het Integraal Huisvestingsplan Primair Onderwijs (IHP) in april 2016. Bij de uitvoering van dit plan de komende zes tot acht jaar wordt de overcapaciteit in Waddinxveen-Noord afgebouwd. Vier gebouwen worden aan de onderwijsbestemming onttrokken. Vanwege woningbouw in de wijk Park Triangel wordt ondercapaciteit van de onderwijsaccommodaties verwacht. Dit wordt aangepakt door nieuwbouw. Er worden twee nieuwe basisscholen gebouwd. Een belangrijk doel van het IHP is ook om de bestaande onderwijsgebouwen technisch en functioneel geschikt te maken om daar de komende 30 tot 40 jaar goed basisonderwijs te kunnen geven.
Het onderzoek naar de wijze waarop de huisvesting van het voortgezet onderwijs toekomstbestendig kan worden gemaakt is een apart traject. Afgesproken is dat in juli 2017 een intentieovereenkomst wordt getekend met het Coenecoopcollege waarin staat op welke wijze de toekomstige huisvesting gestalte krijgt. Onderzoek naar de wenselijkheid en de mogelijkheden van nieuwbouw of renovatie van het bestaande gebouw en de rol van de gemeente daarbij is gaande.
De huisvesting voor de sportvoorzieningen wordt in het onderzoek opgesplitst in drie categorieën. Het gaat om vier binnensportaccommodaties, negen buitensportaccommodaties en het zwembad. Daarnaast zijn er ook nog private organisaties, zoals de zeven sportscholen in Waddinxveen. Dit zijn commerciële organisaties en zij zijn dan ook niet meegenomen in het onderzoek.
De verenigingen die gemeentelijke sportaccommodaties huren, betalen een bedrag aan huur dat afhankelijk is van het type gebruik. De binnensportaccommodaties worden per uur verhuurd en kunnen gehuurd worden tussen 8 uur ’s ochtends en 11 uur ’s avonds. De buitensportaccommodaties worden per jaar verhuurd. Naast de verschillende sportverenigingen maken ook scholen gebruik van de sportaccommodaties. Het gaat hier om gebruik van binnensportaccommodaties voor het bewegingsonderwijs van de basisscholen en beperkt gebruik van het zwembad door een aantal scholen. Eén zaaldeel van sporthal de Dreef wordt ook gebruikt voor de gymnastieklessen van het voortgezet onderwijs (Coenecoopcollege). Sporthal de Dreef, sportzaal de Duikelaar en sportzaal Groenswaard kunnen op incidentele basis ook verhuurd worden voor andere activiteiten.
Voor het gebruik van de binnensportaccommodaties voor het gymnastiek-/bewegingsonderwijs onder schooltijd betalen de basisscholen geen huurvergoeding. Dit is een verantwoordelijkheid van de gemeente omdat de gemeente hiervoor via de algemene uitkering gemeentefonds een genormeerde rijksvergoeding ontvangt. Binnen de gemeentelijke begroting wordt elk jaar een bedrag van ‘onderwijs’ naar ‘sport’ (intern) overgemaakt. Het gaat om een bedrag van totaal € 207.047 per kalenderjaar. Het is een vergoeding van kapitaal- en exploitatielasten voor het gebruik van de vier binnensportaccommodaties door de basisscholen. Het Coenecoopcollege betaalt los hiervan zelf een huurvergoeding voor het gebruik van sporthal De Dreef. Het schoolbestuur ontvangt namelijk rechtstreeks een vergoeding hiervoor van de rijksoverheid. Het gaat om een bedrag van circa € 19.000 per jaar voor één zaaldeel.
Voor de huur van de binnensportaccommodaties door verenigingen worden verschillende tarieven gerekend, afhankelijk van de accommodatie en afhankelijk van de wegingsfactoren die gebaseerd zijn op onder andere de kwaliteit van de accommodatie. Ook is er een verschil in dag- en avond/weekendtarief, waarbij het dagtarief lager is dan het avond/weekendtarief. In totaal betaalden de verenigingen in 2015 het bedrag van € 116.597 aan huur. Het dekkingspercentage voor wat betreft de bijdrage van de sportverenigingen aan de kosten van de binnensportaccommodaties was in 2015 15,50%.
De sportverenigingen hebben in 2015 voor de buitensportaccommodaties € 115.767 betaald aan huur. De kosten, inclusief de korting voor zelfwerkzaamheid, waren € 862.465. Hiermee komt het dekkingspercentage voor de buitensportaccommodaties op 13,42%. Dit houdt in dat de gemeente circa 87% van de buitensportaccommodaties financiert. De opbrengsten voor het zwembad zorgden in 2015 voor een dekkingspercentage van 51,6%.
Nagenoeg alle verenigingen hebben voldoende sportvelden, waarbij met name de voetbalverenigingen veel ruimte hebben. Voor de hockeyvereniging geldt dat zij op zaterdag een tekort aan velden heeft, maar op zondag is er voldoende capaciteit. De scholen maken nauwelijks gebruik van de buitensportaccommodaties. De nieuwbouwwijk Park Triangel zorgt voor een groei van Waddinxveen met 6.000 inwoners over 15 jaar. De verwachting is dat daarmee ook een stijging van de ledenaantallen zal plaatsvinden. De komende jaren zal de mogelijke stijging kunnen worden opgevangen binnen de huidige capaciteit. Noodzakelijke uitbreiding van accommodaties kan later zeker aan de orde komen.
In Cultuurhuys de Kroon op het Gouweplein 1 worden culturele activiteiten aangeboden in Waddinxveen. Het pand waarin Cultuurhuys De Kroon is gevestigd is geen eigendom van de gemeente. De gemeente huurt dit pand aan van een particuliere vastgoedbeheerder en verhuurt dit vervolgens aan stichting Cultuurhuys De Kroon. De stichting exploiteert het maatschappelijke en culturele centrum Cultuurhuys De Kroon en verhuurt het pand onder aan alle gebruikers. De gemeente Waddinxveen verstrekt activiteitensubsidie aan de organisaties die gebruik maken van Cultuurhuys De Kroon. Ook de huurlasten zijn in deze subsidiebedragen meegenomen. Het gaat om Stichting Vonk, Stichting Vrijwilligerswerk en bibliotheek De Groene Venen. Het Cultuurhuys krijgt zelf ook subsidie.
Muziekvereniging Concordia heeft een eigen clubgebouw, de Hoge Noot. De muziekvereniging is in beginsel zelf verantwoordelijk voor de eigen accommodaties en heeft voldoende ruimte in de accommodatie. Ook de muziekvereniging ontvangt van de gemeente een activiteitensubsidie. Daarnaast ontvangt één toneelvereniging subsidie van de gemeente.
Wanneer het gaat om welzijn, zijn er zes accommodaties waarvan de gemeente eigenaar is. Het gaat om vier buurthuizen en daarnaast het gebouw Waddinxveen WereldWijd en het pand aan de Kerkstraat 13. In het pand aan de Kerkstraat is het Sociaal Team gevestigd en het Centrum voor Jeugd en Gezin. Een deel van het pand wordt ook voor tijdelijke onderwijshuisvesting ingezet. In WereldWijd zijn zeven welzijnsorganisaties gevestigd, zoals Stichting VluchtelingenWerk en Stichting Gered Gereedschap. De ruimtes in WereldWijd worden nagenoeg alleen verhuurd aan organisaties met een ideële gedachte. Zij huren één of meerdere lokalen voor een vastgestelde periode. Dit kan zijn een aantal ochtenden per jaar, maar het kan ook zijn dat zij het hele jaar een ruimte huren.
Uit de behoefteanalyse wordt voor WereldWijd geconcludeerd dat deze accommodatie goed benut is. Momenteel komen er bij de gemeente Waddinxveen verschillende aanvragen binnen van organisaties die een ruimte in WereldWijd willen gebruiken. Er zijn op dit moment drie lokalen vrij. In 2017, met mogelijk uitloop naar 2018, zal de Theo Thijssenschool gebruik maken van de aula en een lokaal in WereldWijd. De gemeente Waddinxveen wil niet elke organisatie huisvesten in WereldWijd; de organisatie moet een ideëel gedachtegoed nastreven. Het gebouw is niet bestemd voor opslag.
Bij de buurthuizen kan geconcludeerd worden dat vanwege de wijkgerichte accommodaties en de laagdrempeligheid die dit met zich meebrengt, in de toekomst meer aangesloten kan worden op de visie vanuit het sociaal domein. Het is mogelijk deze wijkgebouwen intensiever te gebruiken en multifunctioneel gebruik meer te stimuleren ter bevordering van de sociale cohesie in de wijken. De wijze waarop de buurthuizen nu functioneren belemmert een intensiever gebruik. De bestuurders van de buurthuizen bepalen zelf wanneer en voor welke activiteit het buurthuis open gaat. Bij onvoldoende draagkracht of onvoldoende activiteiten kan de gemeente ingrijpen, maar dit is lastig na te gaan.
Daarnaast zijn er twee scoutinggroepen met hun eigen clubhuis, gelijk aan de clubgebouwen van de sportverenigingen. De scoutinggroepen zijn in beginsel zelf verantwoordelijk voor hun accommodaties. Scouting Sint Victor heeft een accommodatie die voldoet aan de vraag, ook voor de komende jaren. Scouting Klimop heeft wel behoefte aan een nieuwe accommodatie. Hierover worden momenteel gesprekken gevoerd. Wanneer scouting Klimop daadwerkelijk een accommodatie krijgt in Park Triangel, kan zij een maatschappelijke functie vervullen door de accommodatie open te stellen voor maatschappelijke initiatieven op tijden dat de vereniging zelf de accommodatie niet gebruikt. Wanneer scouting Klimop gehuisvest wordt in Park Triangel is ook deze accommodatie toekomstbestendig.
Conclusie onderzoek maatschappelijke accommodaties
Het onderzoek naar de maatschappelijke accommodaties op de vier domeinen onderwijs, sport, cultuur en welzijn heeft twee doelen:
Het eerste doel van het onderzoek is een goed beeld te krijgen van de huidige maatschappelijke accommodaties van de gemeente Waddinxveen. Geconcludeerd kan worden dat Waddinxveen veel voorzieningen heeft die zorgen voor maatschappelijk welzijn en sociale cohesie. Een kanttekening hierbij is wel dat het in stand houden van al deze voorzieningen voor relatief weinig inwoners veel kosten met zich meebrengt. Bij de buitensportverenigingen draagt de gemeente voor circa 87% bij aan de kosten en investeringen van deze accommodaties. Voor wat betreft de huidige maatschappelijke accommodaties wordt geconcludeerd dat de vraag in overeenstemming is met het aanbod. Met uitzondering van de sport. Bij de buitensportvelden is sprake van enige overcapaciteit. Ook is er overdag overcapaciteit in de binnensportaccommodaties. Tweederde van de ruimte staat overdag leeg. Door ander gebruik vanuit het onderwijs zal de bezetting van de sportzalen mogelijk verbeteren. De gemeente Waddinxveen kiest ervoor zelfstandig te zijn en als dorp een groot voorzieningenaanbod in stand te houden, waardoor het aantrekkelijk is voor mensen om in Waddinxveen te blijven wonen of te komen wonen.
Het tweede doel is inzicht krijgen in de maatschappelijke behoefte aan huisvesting van maatschappelijke voorzieningen op het gebied van onderwijs, sport, cultuur en welzijn de komende 15 jaar. Er is geen directe reden om aan te nemen dat er de komende 15 jaar krapte ontstaat bij de 22 accommodaties die in gemeentelijk bezit zijn. Het gebouw aan de Peter Zuidlaan 3 staat al op de lijst om te worden afgestoten. Als de onderwijsinstellingen geen gebruik meer maken van de gymzaal aan de Johannes Postlaan wordt deze mogelijk ook afgestoten. Knelpunt hierbij is wel dat de sportverenigingen die nu gebruik maken van de Johannes Postlaan niet op hetzelfde tijdstip zaalruimte kunnen huren in de andere binnensportaccommodaties. Daarnaast vallen op termijn vier onderwijsgebouwen terug aan de gemeente. Voor deze gebouwen is nog geen bestemming.
Er is een vrij compleet sportaanbod en er is een gevarieerd aanbod aan culturele verenigingen. De nieuwbouw in Park Triangel zorgt voor een groei van 6.000 inwoners. Zij kunnen voldoende gebruik maken van het huidige voorzieningenaanbod. Bij alle domeinen is er ruimte en zijn er kansen die kunnen worden benut om de accommodaties op een multifunctionele manier in te zetten. Zo staan de scholen in het weekend en ’s avonds overwegend leeg. Ook clubhuizen van verenigingen worden vaak overdag weinig gebruikt. Maatschappelijke organisaties zijn geïnteresseerd in de huur van clubhuizen van verenigingen. In de ‘Nadere regels verhuur gemeentelijke accommodaties’ staat dat de gemeentelijke accommodaties worden verhuurd ten behoeve van sportbeoefening. Accommodaties die voor andere doeleinden gehuurd kunnen worden zijn sporthal De Dreef, sportzaal De Duikelaar en sportzaal Groenswaard. Geadviseerd wordt om de regels voor het gebruik van maatschappelijke organisaties in de verschillende domeinen te versoepelen en multifunctioneel gebruik te stimuleren. Er is een onderzoek gaande om de bestemming sport voor de clubgebouwen te wijzigen in maatschappelijke doeleinden en hiermee de sportverenigingen meer mogelijkheden te bieden om activiteiten op het gebied van sociaal-cultureel, recreatie en educatie uit te voeren. Op deze manier kunnen er door de sportverenigingen meer inkomsten worden gegenereerd.
Bijlage 2B Onderzoek maatschappelijke voorzieningen en accommodatiebeleid in Waddinxveen
Dit onderzoek geeft inzicht in de maatschappelijke behoefte aan huisvesting van maatschappelijke voorzieningen op het gebied van onderwijs, sport, cultuur en welzijn voor de komende 15 jaar. In de gemeente Waddinxveen staan 55 gebouwen met een maatschappelijke functie. Van 22 gebouwen is de gemeente juridisch eigenaar. De andere 33 objecten betreffen huisvesting van het onderwijs en eigendommen van verenigingen en stichtingen. De scholen zijn in eigendom en beheer van de schoolbesturen. De eigendommen van de verenigingen en stichtingen betreffen meest clubhuizen die met een recht van opstal zijn gerealiseerd en dus buiten de exploitatie van het vastgoedbeheer vallen. Ondanks het feit dat scholen, verenigingen en bijvoorbeeld particuliere instellingen gehuisvest zijn in niet-gemeentelijke accommodaties hebben zij een functie in het (verder) huisvesten van maatschappelijke activiteiten.
De 22 maatschappelijke accommodaties waar de gemeente wel rechtstreeks zeggenschap over heeft, zijn verdeeld over de domeinen onderwijs, sport, cultuur en welzijn. Het gaat om één onderwijsaccommodatie, één cultuuraccommodatie, zes welzijnsaccommodaties en 14 sportaccommodaties. Deze laatste categorie wordt opgedeeld in één zwembad, vier binnensportaccommodaties en negen buitensportaccommodaties. In bijlage 1 van de nota is een tabel toegevoegd met daarin alle 108 vastgoedobjecten van de gemeente Waddinxveen. Met verschillende kleuren voor onderwijs, sport, cultuur en welzijn wordt aangegeven welke accommodaties een maatschappelijke functie vervullen. Tevens is in bijlage 3 van de nota een kaart bijgevoegd waar in Waddinxveen deze accommodaties te vinden zijn. Ook hier geven vier kleuren aan of het gaat om het domein onderwijs, sport, cultuur of welzijn.
Zoals gezegd zijn de scholen in eigendom en beheer van de schoolbesturen. De overgrote meerderheid van peuterspeelzalen, kinderdagverblijven en buitenschoolse opvangen is ook gevestigd in deze schoolgebouwen. In het gebouw aan de Wingerd 45 is momenteel De Nieuwe School gevestigd.
Achtereenvolgens worden in het onderzoek de onderwijsinstellingen, de sportaccommodaties, de culturele en welzijnsaccommodaties onder de loep genomen. Per sector wordt antwoord gegeven op de volgende vragen:
Welke organisaties huisvesten wij nu (capaciteit, functionele en technische kwaliteit)?
De gemeente bekostigt de huisvesting van het basis- en voortgezet onderwijs. Voor wat betreft primair onderwijs gaat het om 10 scholen op 12 locaties. Daarnaast is er ook het Coenecoopcollege voor voortgezet onderwijs. In onderstaande tabel staan de scholen genoemd met het adres, de oppervlakte en het leerlingenaantal in 2016.
Tabel 2.1. Gegevens onderwijsaccommodaties
Hoe huisvesten we maatschappelijke organisaties (particulier of gemeentelijk)?
In het totale voorzieningenaanbod vervullen de scholen en onderwijsgebouwen een belangrijke rol. Voor het basisonderwijs gaat het momenteel om ruim 2000 leerlingen, die vijf dagen per week gebruik maken van deze voorzieningen. Bij het voortgezet onderwijs gaat het om één school waar ruim 1000 leerlingen onderwijs volgen. Gebouwen en functies/activiteiten hangen nauw met elkaar samen. De doelgroep 4- tot 18-jarigen is een doelgroep waar ook andere maatschappelijke voorzieningen zich op richten. De school is dan ook een belangrijke samenwerkingspartner in het streven naar een nog completer aanbod van activiteiten op het gebied van educatie, sport, cultuur, welzijn en recreatie. Voor de scholen in het primair en voortgezet onderwijs in de gemeente Waddinxveen geldt dat de gemeente geen juridisch eigenaar is van de gebouwen. De schoolbesturen dragen de kosten waarvoor ze een rijksvergoeding krijgen. Een uitzondering hierop is de Nieuwe School. Deze school is huidig schooljaar gestart en huurt een onderwijsaccommodatie van de gemeente. Wanneer een gebouw niet meer nodig is voor onderwijs komt het juridisch eigendom om niet naar de gemeente. De schoolbesturen (juridisch eigenaar) mogen het pand niet belasten en/of bezwaren zonder toestemming van de gemeente. Met belasten en/of bezwaren wordt bedoeld dat de schoolbesturen geen hypotheek op het pand mogen aangaan en ook geen verbouwing mogen laten plaatsvinden die de waarde van het pand kan beïnvloeden.
Welke activiteiten worden daar ondergebracht?
In de onderwijsaccommodaties zitten de scholen gevestigd. Daarnaast bieden de onderwijsaccommodaties bij gedeeltelijke leegstand onderdak aan verschillende peuterspeelzalen, kinderopvang en buitenschoolse opvang. Voor het bewegingsonderwijs wordt gebruik gemaakt van de bestaande binnensportaccommodaties sporthal de Dreef, sportzalen Groenswaard en De Duikelaar en het gymnastieklokaal aan de Johannes Postlaan. Incidenteel worden schoolgebouwen ook buiten schooltijd gebruikt. De schoolgebouwen staan ’s avonds, in het weekend en tijdens de schoolvakanties echter grotendeels leeg.
Kosten van beheer en exploitatie zijn voor de schoolbesturen; zij ontvangen daarvoor zoals gezegd een rijksvergoeding. Voor wat betreft de andere accommodaties die voor onderwijs worden verhuurd, een deel van het pand op Wingerd 45 en een aantal lokalen in WereldWijd, geldt dat de huur die de scholen betalen aan de gemeente overeenkomstig de rijksvergoeding is die de schoolbesturen krijgen voor de gebouwafhankelijke kosten (voor beheer en onderhoud).
In tabel 2.2 zijn de financiële gegevens voor het onderwijs te zien. Voor de onderwijshuisvesting zijn er geen doeluitkeringen of andere inkomsten. De rijksvergoeding voor deze taak is onderdeel van de algemene uitkering gemeentefonds. Voor de financiering van bewegingsonderwijs door het basisonderwijs ontvangt de gemeente een genormeerde rijksvergoeding uit het gemeentefonds. Het gaat hier om een bedrag van totaal € 207.047 per kalenderjaar. Het Coenecoopcollege betaalt zelf een huurvergoeding voor het gebruik van sporthal De Dreef, aangezien het schoolbestuur hiervoor een vergoeding van de rijksoverheid ontvangt. De huurvergoeding bedraagt circa € 19.000 per jaar voor één zaaldeel.
Tabel 2.2 Financieel overzicht onderwijs 2015
* De apparaatslasten zijn relatief hoog in verband met de extra projecten uit het Integraal Huisvestingsplan Primair Onderwijs en het project ’scholenbouw Waddinxveen-Noord’. De eenmalige kosten voor het onderzoek naar de scholenbouw bedragen € 185.187. Dit bedrag maakt deel uit van de apparaatslasten in 2015.
Welke beheervormen worden gehanteerd?
In de bestaande situatie zijn de schoolbesturen juridisch eigenaar van de gebouwen en zijn zij ook verantwoordelijk voor onderhoud, beheer en exploitatie van het gebouw. De gemeente is, in lijn met de Wet Primair Onderwijs, in alle gevallen economisch eigenaar. Daarmee is een heldere scheiding in verantwoordelijkheden beschreven voor gebouwen met alleen een onderwijsfunctie. Bij multifunctionele gebouwen waarin meerdere functies onder één dak zijn ondergebracht is deze scheiding in eigendom, en daarmee verantwoordelijkheid, maatwerk. De huidige situatie binnen de gemeente Waddinxveen is dat alle schoolgebouwen waar huurders zitten, juridisch eigendom blijven van het schoolbestuur. Er wordt dus momenteel geen maatwerk geleverd. Leegstand kan worden bestreden door leegstaande ruimte in medegebruik te geven aan andere onderwijsinstellingen of te verhuren voor culturele, maatschappelijke of recreatieve doeleinden. In Waddinxveen zijn volgens deze constructie al enkele brede maatschappelijke voorzieningen ontstaan. Zo zitten er in meerdere onderwijsaccommodaties ook peuterspeelzalen en instellingen voor buitenschoolse opvang. Een bedreiging van leegstand is daarmee ingezet als kans voor profilering van de school, samenwerking en verlaging van exploitatietekorten.
Welke regels en voorwaarden voor gebruik worden gehanteerd?
In de toekomst moeten er zo mogelijk in Waddinxveen geen dislocaties – één school met gebouwen op meerdere locaties – voor basisonderwijs meer bestaan. Het bestaan van dislocaties is op onderwijsinhoudelijke gronden niet wenselijk en exploitatie technisch minder efficiënt. Alle scholen worden zoveel mogelijk op één locatie gehuisvest en de twee bestaande dislocaties zullen vervallen. Naast onderwijs faciliteert de gemeente tot op zekere hoogte ruimtelijk (alleen) kinderopvang van 2 ½ tot 4-jarigen.
Wat is de behoefte aan huisvesting van deze organisaties de komende 15 jaar?
De gemeenteraad heeft in april 2016 het Integraal Huisvestingsplan Primair Onderwijs 2016 (IHP) vastgesteld. Bij de uitvoering van dit plan wordt de overcapaciteit in Waddinxveen-Noord afgebouwd. Vier gebouwen worden aan de onderwijsbestemming onttrokken. De te verwachten ondercapaciteit, met name door woningbouw in Park Triangel, wordt aangepakt door nieuwbouw. Op pagina 43 van het IHP is de projectenlijst en planning voor het primair onderwijs te vinden. De eerste projecten rondom nieuwbouw en renovatie van onderwijsaccommodaties zijn gestart in 2016 en de laatste accommodaties zullen in 2022 daadwerkelijk in gebruik worden genomen. Een belangrijk doel van het IHP is ook om de bestaande onderwijsgebouwen technisch en functioneel geschikt te maken om daar de komende 30 tot 40 jaar goed basisonderwijs te kunnen geven. De verwachting is dat peuterspeelzaalwerk een wettelijke taak wordt van het primair onderwijs. Voor wat betreft de buitenschoolse opvang voor kinderen van 4 tot 12 jaar zijn er geen investeringen nodig, omdat de voor-, tussen- en naschoolse opvang kan worden gehuisvest in de bestaande lokalen die op die tijdstippen niet in gebruik zijn. In het IHP is benoemd dat elke school de ruimte krijgt voor één groep peuterspeelzaalwerk (2,5 tot 4 jaar). Dit geldt ook voor de vier scholen die nieuw gebouwd worden. Bij bestaande scholen komt deze ruimte vrij door daling van leerlingenaantallen. Voor de kinderopvang van 0 tot 2,5 jaar is bepaald dat de kinderopvangorganisaties zelf de volledige investering betalen.
Met het opstellen van het Integraal Huisvestingsplan primair onderwijs 2016 is voor het onderwijs al duidelijk wat de toekomstperspectieven zijn. Er wordt gezorgd voor voldoende huisvesting voor de komende jaren, waarbij er zo min mogelijk sprake moet zijn van dislocaties en waarbij ruimte wordt gecreëerd voor peuterspeelzaalwerk en voor-, tussen- en naschoolse opvang. Er wordt in Waddinxveen-Noord een daling van het aantal leerlingen verwacht, maar daartegenover staat dat het leerlingenaantal in Waddinxveen-Zuid zal stijgen, vooral door de woningbouw in Park Triangel.
Welke organisaties huisvesten wij nu (capaciteit, functionele en technische kwaliteit)?
Voor wat betreft sport is de huisvesting van de organisaties onderverdeeld in drie categorieën. De eerste categorie is zwembad de Sniep, te zien in tabel 3.1. De reddingsbrigade en zwem- en poloclub de Gouwe maken gebruik van het zwembad. In de tweede categorie vallen de vier binnensportaccommodaties. In deze vier accommodaties worden verschillende verenigingen gehuisvest zoals te zien is in tabel 3.2. Daarnaast beschikt de Theo Thijssenschool nog over een inpandige gymzaal. De gymzaal voldoet niet meer aan de huidige maatstaven voor sportaccommodaties. Vanwege de kleine afmetingen van het gymlokaal zijn er geen andere gebruikers. Op dit moment maakt de school zelf gebruik van het gymlokaal voor het bewegingsonderwijs van de onderbouwklassen. Daarnaast maakt de school voor de bovenbouw gebruik van sporthal De Dreef. Tot slot zijn in tabel 3.3 de buitensportaccommodaties weergegeven. De gemeente is eigenaar van de velden en verhuurt deze jaarlijks aan de buitensportverenigingen.
Tabel 3.2 Binnensportaccommodaties Waddinxveen
*Van deze drie zalen zijn er op dit moment maar twee zalen in gebruik door de slechte akoestiek in het gebouw. Er wordt momenteel onderzoek gedaan wat er ten aanzien van materialen en installaties, vluchtwegen en kleedkamers nodig is om de akoestiek te verbeteren en wat de vraag is vanuit scholen voor de huur van de verschillende zalen.
-1x hoofdveld natuurgras, 8700 m2 |
||||
-3x natuurgras, totaal 22.500 m2 |
||||
Tabel 3.3 Buitensportaccommodaties Waddinxveen
Hoe huisvesten we maatschappelijke organisaties (particulier of gemeentelijk)?
De organisaties in bovenstaande drie tabellen huren allemaal (een deel van) een gemeentelijke accommodatie, die eveneens in de tabel worden genoemd. Afhankelijk van de beheervorm huren deze organisaties de locaties per jaar of per uur. De verhuur van de binnensportaccommodaties is per uur. Wanneer niet de hele sportzaal gehuurd wordt, worden de kosten berekend naar evenredigheid van de delen die wel verhuurd worden. De huurtarieven zijn vastgesteld in de Tarievennota sport van 2011. De verhuur voor de binnensportlocaties wordt geregeld via Sportpunt Gouda. De tarieven van buitensport worden berekend over de huur per sportcomplex per jaar.
Daarnaast is een aantal particuliere verenigingen niet in de tabel genoemd. Zo heeft turnvereniging Toos in Waddinxveen een eigen accommodatie. Deze accommodatie is in het bezit van de turnvereniging zelf en valt daarom onder particuliere verhuur. Ook zijn er nog drie tennisverenigingen, een jeu de boules vereniging en zeven particuliere sportscholen in Waddinxveen waarbij de accommodaties niet in het bezit zijn van de gemeente. Deze accommodaties zullen verder niet besproken worden in dit onderzoek.
Welke activiteiten worden daar ondergebracht?
Er maken verschillende sportverenigingen gebruik van de gemeentelijk accommodaties voor binnen- en buitensport en het zwembad. Ook de scholen maken voor het bewegingsonderwijs gebruik van de binnensportaccommodaties en er wordt zwemles gegeven in het zwembad. De gemeente Waddinxveen is een aantal jaar geleden gestopt met het betalen van het schoolzwemmen. Een aantal scholen zwemt nog wel met de leerlingen, op regelmatige dan wel op incidentele basis. De scholen zijn belangrijke kostendragers van de binnensportaccommodaties. Onderwijsgebruik is essentieel voor de exploitatie van dergelijke binnensportvoorzieningen. Daarnaast is er sprake van incidentele verhuur van de binnensportaccommodaties aan andere partijen. De afgelopen jaren is hier echter weinig gebruik van gemaakt. In de praktijk was alleen tijdens Kerst een evenement genaamd ‘Kerst is Feest’ in sporthal De Dreef.
De kosten van de accommodaties zijn opgedeeld in binnensport, buitensport en het zwembad. De inkomsten voor zowel binnensport als buitensport zijn afkomstig van de bedragen die de verenigingen moeten betalen aan de gemeente voor het gebruik van de zalen en sportvelden; de huur.
In onderstaande tabellen zijn de financiële gegevens voor de binnensport en de buitensport uiteen gezet.
Tabel 3.4 Financieel overzicht binnensport 2015
Tabel 3.5 Financieel overzicht buitensport 2015
De tarieven voor de binnensport zijn op te delen in de commerciële tarieven en de tarieven voor verenigingen. De tarieven van de binnensport voor verenigingen en particulieren zijn gebaseerd op de zaalhuur van de vier verschillende sportzalen per uur. Hierbij zijn per sportzaal verschillende wegingsfactoren gehanteerd. Er is sprake van een dag- en een avond/weekendtarief, waarbij het dagtarief lager ligt dan het avond/weekendtarief. In 2015 hebben de verenigingen een bedrag van €116.597 betaald aan huur voor de binnensportaccommodaties. Meer informatie over de tarieven staat in de Evaluatie tarievenstructuur sport 2012-2015, die tegelijk met deze nota aan de raad wordt voorgelegd.
Ook de scholen maken gebruik van de ruimte in de binnensportaccommodaties. Het grootste gedeelte van de bezetting overdag komt voor de rekening van de scholen. Voor het gebruik van de binnensportaccommodaties voor het gymnastiek-/bewegingsonderwijs onder schooltijd betalen de basisscholen geen huurvergoeding. Dit is een verantwoordelijkheid van de gemeente, omdat de gemeente hiervoor via de algemene uitkering gemeentefonds een genormeerde rijksvergoeding ontvangt. Binnen de gemeentelijke begroting wordt elk jaar een bedrag van ‘onderwijs’ naar ‘sport’ intern overgemaakt. Het gaat om een bedrag van in totaal € 207.047 per kalenderjaar. Het is een vergoeding van kapitaal- en exploitatielasten voor het gebruik van de vier binnensportaccommodaties door de basisscholen. Het Coenecoopcollege betaalt los hiervan zelf een huurvergoeding voor het gebruik van een zaaldeel van sporthal De Dreef. Dit is omdat het schoolbestuur rechtstreeks een vergoeding hiervoor van de rijksoverheid ontvangt. Het gaat om een bedrag van circa € 19.000 per jaar voor één zaaldeel.
De kosten die de gemeente Waddinxveen heeft aan de binnensportaccommodaties, bestaan onder andere uit het jaarlijks cyclisch onderhoud, groot onderhoud, exploitatie en kapitaallasten. In 2015 was het dekkingspercentage voor de binnensportaccommodaties 45,65%. Dit houdt in dat de inkomsten nog niet de helft van de kosten dekken. Ruim de helft van de kosten van de binnensportaccommodaties komt dan ook voor rekening van de gemeente. Wanneer het dekkingspercentage wordt bekeken voor primair onderwijs en sport apart, blijkt dat het dekkingspercentage voor primair onderwijs 30,14% is en het dekkingspercentage voor de sportverenigingen 15,50% bedraagt. Overigens zijn in het dekkingspercentage voor primair onderwijs de uitkeringen van de rijksoverheid die in het verleden zijn ontvangen om accommodaties te stichten niet meegenomen.
De inkomsten bij de buitensportverenigingen bestaan alleen uit de tarieven die de verschillende sportverenigingen per jaar betalen voor de huur van de velden. In tabel 3.3 is te zien om welke verenigingen het gaat. In 2015 was het totale bedrag dat de verenigingen aan huur moesten betalen € 132.095.
Buitensportverenigingen voeren in het kader van zelfwerkzaamheid een aantal onderhoudstaken zelf uit. Hieronder valt bijvoorbeeld grasmaaien, snoeien, zwerfvuil opruimen en netten repareren. In ruil voor deze werkzaamheden krijgen de verenigingen korting op de contributie. De korting voor het uitvoeren van deze taken wordt in mindering gebracht op het totaalbedrag dat de verenigingen moeten betalen aan de gemeente. Dit omdat de gemeente onderhoudskosten uitspaart op deze manier.
De gemaakte kosten voor het onderhoud van de buitensportvelden zijn gebaseerd op de beheerplannen. In 2015 waren de kosten voor de buitensportaccommodaties € 862.465. Dit is inclusief een korting van € 24.000 voor de zelfwerkzaamheid. Het dekkingspercentage in 2015 was 13,42%. Dat betekent dat de gemeente voor 87% de buitensportaccommodaties financiert.
In 2015 waren de kosten voor Gouwebad De Sniep € 1.581.172. Dit is inclusief kapitaallasten van € 370.475. De opbrengsten waren € 815.682. Het resultaat inclusief de kapitaallasten en inclusief de gemeentelijke subsidie van € 743.540 is - € 21.950. Zonder dat de subsidie van de gemeente wordt meegenomen, is het resultaat een bedrag van - € 765.490. Het dekkingspercentage exclusief de kapitaallasten is 67,4%. Het dekkingspercentage inclusief de kapitaallasten is 51,6%.
Welke regels en voorwaarden voor gebruik worden gehanteerd?
De binnensportaccommodaties kunnen via Sportpunt Gouda gehuurd worden. Huur is mogelijk zeven dagen per week tussen 8 uur ’s ochtends en 11 uur ’s avonds. Eventueel kan in overleg van deze tijden worden afgeweken. Sporthal De Dreef, sportzaal De Duikelaar en sportzaal Groenswaard kunnen ook voor andere commerciële doelen dan sportbeoefening gehuurd worden, bijvoorbeeld Kerst is Feest in de Dreef.
Wanneer de huurder de accommodatie gebruikt voor minder uren dan in eerste instantie was overeengekomen in de huurovereenkomst, zal het teveel betaalde bedrag terugbetaald worden als de vermindering van het gebruik tenminste 7 dagen vóór aanvang van de huurperiode is gemeld. Tevens kan een huurperiode volledig geannuleerd worden. Wanneer dit tenminste 7 dagen voor de start van de huurperiode gebeurt, zullen er geen kosten in rekening gebracht worden. Extra huur van de accommodatie is mogelijk in overleg. Deze uren zullen naderhand in rekening gebracht worden.
Wat is de behoefte aan huisvesting van deze organisaties de komende 15 jaar?
Op termijn zullen de scholen geen gebruik meer maken van de gymzaal aan de Johannes Postlaan. Zij verhuizen naar een andere locatie. De gymzaal zal mogelijk worden afgestoten. Op dit moment maken structureel badmintonvereniging Lenie de Niet, karatevereniging Hunshin en sportschool HSW gebruik van de zaal. In het hoogseizoen huren ook zaalvoetbal, korfbalvereniging Korbis en volleybalvereniging Timios de zaal. Bij sluiting van de gymzaal ontstaat een knelpunt. De sportverenigingen die nu gebruik maken van de Johannes Postlaan kunnen in het hoogseizoen, zoals het er nu naar uitziet, niet op hetzelfde tijdstip dat ze nu spelen in de anderen binnensportaccommodaties in Waddinxveen worden ondergebracht. Als sporthal De Dreef geschikt wordt gemaakt voor het gelijktijdig verhuren van drie zaaldelen biedt dit wellicht voldoende mogelijkheden om de sluiting van de Johannes Postlaan op te vangen.
De huidige behoefte aan velden hangt af van de bespelingsdruk. Om een goede vergelijking te kunnen maken van verschillende verenigingen en de bespelingdruk te kunnen bepalen, wordt gebruik gemaakt van zogenoemde senior competitie eenheden, de s.c.e. norm. Eén s.c.e. kom overeen met de bespeling van twee seniorenteams op een wedstrijdveld met minimale speelveldafmetingen voor de duur van één wedstrijd. Jeugdteams worden minder zwaar gewogen dan senioren, omdat er bij jeugdwedstrijden sprake is van een minder zware belasting en een kortere spelduur.
Bijna alle verenigingen hebben voldoende sportvelden. Het aantal velden is getoetst aan de huidige normen van de sportbonden KNHB, KNKV en KNVB. Hieronder de conclusies.
In het seizoen 2013-2014 had Hockeyclub Waddinxveen (HCW) 29 teams. In het seizoen 2016-2017 is de club gegroeid naar 44 teams, waarbij met name de aanstroom van leden voor de D- en G-teams in het oog springt. Momenteel is er op de zaterdagen 20,5 uur aan veld beschikbaar, terwijl er 25 uur nodig is om te voldoen aan de adviesnorm van 60% thuiswedstrijden. Als er overgegaan wordt op semiwater- of watervelden, zal er meer ruimte nodig zijn. Op zondag is ruim voldoende speelcapaciteit aanwezig, omdat dan alleen de seniorenteams hun wedstrijden spelen. De hockeybond is bezig met een pilot om jeugdelftallen op zondag te laten spelen. Mogelijk kan de hockeyvereniging in de toekomst wedstrijden verplaatsen van zaterdag naar zondag om de bespelingsdruk op zaterdag te verlagen. In overleg met HCW is besloten om het groot onderhoud aan de velden uit te stellen.
Korfbalvereniging Korbis heeft in het seizoen 2016-2017 voldoende speelruimte beschikbaar. De club heeft 13 teams. Er is genoeg ruimte op het beschikbare kunstgrasveld en natuurveld om de wedstrijden te kunnen spelen. De velden voldoen ruim aan de norm.
Voetbalvereniging ASW is ten opzichte van seizoen 2013-2014 één team gekrompen. Zij heeft nu 17 zaterdagteams en 10 zondag teams. Voor beide wedstrijddagen heeft de club twee velden nodig. ASW heeft de beschikking over twee kunstgrasvelden en één natuurgrasveld, waarmee de velden ruim voldoen aan de norm. Bij ASW is er sprake van meer wedstrijdvelden dan strikt noodzakelijk is gezien het aantal spelende leden.
Voetbalvereniging Be Fair is net als ASW ook iets gekrompen in de afgelopen jaren. Het aantal herenseniorenteams en jongens juniorenteams is afgenomen, maar er is wel sprake van groei bij de damesteams en de G-teams. De club heeft volgens de norm 4,4 wedstrijdveld nodig en heeft 5 velden tot haar beschikking. Ook Be Fair heeft dus voldoende speelruimte.
Voor atletiekvereniging Antilope worden andere normen gehanteerd. In het Meerjarenplan Buitensport wordt genoemd dat voor een atletiekaccommodatie inclusief kunststof atletiekbaan een organisatorische planningsnorm wordt gehanteerd van 700 leden per atletiekbaan. Antilope kent op dit moment een ledental van circa 330 leden. Zij hebben flink minder leden dan mogelijk is op de atletiekbaan.
Voor handbal geldt een organisatorische planningsnorm van 10 teams per veld (E- en F-teams worden als een half team opgevat). Op wedstrijddagen kent het huidige veld voldoende capaciteit.
De behoefte aan extra sportvelden zal naar verwachting niet stijgen in Waddinxveen. Momenteel hebben de verenigingen over het algemeen voldoende sportvelden. Daarnaast zal waarschijnlijk het inwonertal in Waddinxveen stijgen door de bouw van de nieuwe woonwijk Park Triangel. De huidige veldcapaciteit is naar verwachting voldoende om eventuele groei van het ledental bij de verenigingen op te vangen. Bovendien hoeft de behoefte aan meer velden daarbij niet evenredig toe te nemen. De reden hiervoor is dat mensen steeds meer individuele sporten beoefenen, zoals in de sportschool of in de openbare ruimte. In Waddinxveen zijn er de laatste jaren veel nieuwe particuliere sportscholen bij gekomen.
In de gemeente Waddinxveen is een zeer veelzijdig aanbod aan binnen- en buitensportaccommodaties. Er zijn veel verenigingen die gebruik maken van deze accommodaties. De dekkingspercentages maken duidelijk zichtbaar dat de gemeente voor een groot deel bijdraagt aan de kosten van de sportaccommodaties. Deze indirecte subsidie die de gemeente betaalt zorgt voor een grote kostenpost. De regels en voorwaarden voor gebruik kunnen worden aangepast, waardoor efficiënter gebruik kan worden gemaakt van de accommodaties. Door bijvoorbeeld de termijn voor het teruggeven van zaalhuur te vergroten, kunnen wellicht andere gebruikers worden gevonden voor die uren. Ook zal gekeken moeten worden of het op termijn mogelijk is de gemeentelijke sportaccommodaties ook voor niet-sport gerelateerde activiteiten te verhuren. Tot slot blijkt dat de verenigingen in Waddinxveen voldoende ruimte hebben in hun accommodaties om de komende jaren hun sport te kunnen blijven beoefenen. Door groei van het inwonersaantal zal de bezetting van de accommodaties verbeteren. De landelijke trend, waarbij sportbeoefening steeds meer op individueel niveau en/of in de openbare ruimte plaatsvindt, zal mogelijk ook van invloed kunnen zijn op het gebruik van de accommodaties door sportverenigingen.
Welke organisaties huisvesten wij nu (capaciteit, functionele en technische kwaliteit)?
Er is één accommodatie voor wat betreft cultuur waar de gemeente invloed op heeft, namelijk Cultuurhuys De Kroon. Daarnaast heeft muziekvereniging Concordia een eigen clubgebouw, de Hoge Noot. Tevens zijn er nog verschillende culturele verenigingen, zoals het Historisch Genootschap, de Waddinxveense Kunst Kring en meerdere toneelverenigingen.
In Cultuurhuys De Kroon worden momenteel de volgende organisaties gehuisvest:
Hoe huisvesten we maatschappelijke organisaties (particulier of gemeentelijk)?
Het pand waarin Cultuurhuys De Kroon is gevestigd is geen eigendom van de gemeente. De gemeente huurt dit pand van een particuliere vastgoedbeheerder en verhuurt dit vervolgens aan Stichting Cultuurhuys De Kroon. Deze verhuurt de lokalen vervolgens onder aan de gebruikers. Stichting Cultuurhuys De Kroon exploiteert het maatschappelijke en culturele centrum Cultuurhuys De Kroon.
Voor muziekvereniging Concordia geldt dat zij een eigen accommodatie hebben, gelijk aan de clubgebouwen van de sportverenigingen.
Welke activiteiten worden daar ondergebracht?
In Cultuurhuys De Kroon vinden verschillende culturele activiteiten plaats, vanuit bovengenoemde organisaties. Daarnaast is de muziekvereniging vrij om de accommodatie te verhuren aan derden, zolang het gaat om maatschappelijke verhuur. De gemeente Waddinxveen heeft geen zicht op welke activiteiten dit zijn, tenzij deze genoemd worden in de jaarrekening of er een vergunning wordt aangevraagd.
De Waddinxveense Kunstkring heeft als doel het bevorderen van de beeldende kunst in algemene zin. Zij doet dit door het geven van lezingen door gastsprekers. Daarnaast organiseert de Kunstkring exposities, dagreizen naar musea en geeft zij maandelijks een nieuwsbrief uit, waarin naast de activiteiten van de Kunstkring ook een overzicht wordt gegeven van exposities in musea.
Het Historisch Genootschap is een vereniging die in het bijzonder tot doel heeft de kennis van de geschiedenis van Waddinxveen te bevorderen. Zij doet dit door het opsporen, verzamelen en publiceren van gegevens, documenten en voorwerpen van historische betekenis voor Waddinxveen. De organisatie zet door de hele gemeente vertelbanken neer. Het historisch genootschap zoekt ruimte om historisch materiaal permanent te kunnen exposeren en zoekt meer opslagruimte om roulerende exposities te kunnen houden. De Waddinxveense jeugd wordt betrokken bij kunst en cultuur. Het Historisch Genootschap is bezig met het opzetten van projecten op de Waddinxveense scholen om de jeugd iets mee te geven over de historie van Waddinxveen. Het genootschap wil de leerlingen graag uitnodigen in hun permanente expositieruimte.
De gemeente Waddinxveen stelt jaarlijks een exploitatiebijdrage beschikbaar voor het beheren en exploiteren van het pand Cultuurhuys De Kroon aan de Stichting Cultuurhuys De Kroon. In 2015 en 2016 was deze exploitatiebijdrage € 53.195. Voor 2017 is een bijdrage verstrekt van € 47.500.
Naast de exploitatiebijdrage die de gemeente betaalt aan Stichting Cultuurhuys De Kroon, krijgen ook Stichting Vonk en Bibliotheek De Groene Venen, beide vaste gebruikers van het cultuurhuis, subsidie inclusief huisvestingslasten van de gemeente. Concordia ontvangt van de gemeente Waddinxveen een activiteitensubsidie. Voor wat betreft cultuur wordt er een doorgaande leerlijn ontwikkeld op de basisscholen vanuit gelden voor Cultuureducatie. Hiervoor stelt de gemeente een bedrag van € 27.500 per jaar beschikbaar aan de scholen, met de voorwaarde dat scholen hier ook zelf aan bijdragen.
Voorheen stond in het oude accommodatiebeleid opgenomen dat een vereniging of organisatie bij de gemeente terecht kon voor een financiële regeling wanneer zij geld nodig had voor een accommodatie. De stichtingskosten werden dan door drieën gedeeld, waarbij 1/3 van het bedrag uit eigen geld van de organisatie moest bestaan, 1/3 van het bedrag was een subsidie vanuit de gemeente en voor 1/3 van het bedrag kon bij de bank een lening worden aangevraagd, waarvoor de gemeente garant zou staan. Concordia heeft in 2005 gebruik gemaakt van deze regeling, waardoor de gemeente 1/3 van de accommodatiekosten heeft betaald en zoals gezegd garant staat voor de lening. Ook scouting Sint Victor heeft in 2000 gebruik gemaakt van deze regeling. De regeling is echter geschrapt als bezuinigingsmaatregel. De hockeyvereniging in Waddinxveen voelde zich hierdoor benadeeld, ook zij wilde van de bijdrage en garantstellingsregeling gebruik maken voor nieuwbouw van de accommodatie.
Op het moment dat de financiële regeling niet meer geldig was, waren er ook geen richtlijnen meer wat betreft subsidiëring van accommodaties.
De investeringsbijdrage van de gemeente brengt kosten met zich mee. Ook de garantstelling legt beslag op het weerstandsvermogen van de gemeente Waddinxveen. Daarnaast zijn er nog de kosten van de ambtelijke uren; de gelden die binnenkomen zijn niet kostendekkend voor de ambtelijke inzet die bijvoorbeeld het herzien van het accommodatiebeleid met zich meebrengt.
Tabel 4.1 geeft de financiële gegevens van de culturele accommodaties weer. Te zien is dat er alleen baten en lasten voor de gemeente zijn voor Cultuurhuys De Kroon. Concordia is zelf eigenaar van de accommodatie en draagt dan ook zelf de kosten.
Tabel 4.1 Financieel overzicht cultuur 2015
Af te lezen is dat er een reservering voor groot onderhoud is van € 25.000. Hiervan is € 5.534 in 2015 werkelijk uitgegeven. De eenmalige inrichtingskosten voor BLOK5 (Cultuurhuys De Kroon) bedroegen € 191.799,21.
Welke beheervormen worden gehanteerd?
Stichting Cultuurhuys De Kroon heeft contracten met medegebruikers van Cultuurhuys De Kroon. Alle gebruikers blijven gerelateerd aan de gemeente in verband met subsidiëring.
Voor de muziekvereniging geldt dat zij zelf hun accommodatie beheren, net als de sportverenigingen hun eigen accommodaties beheren.
Welke regels en voorwaarden voor gebruik worden gehanteerd?
Er is zowel een uitvoeringsovereenkomst als een huurovereenkomst tussen Stichting Cultuurhuys De Kroon en de gemeente Waddinxveen. De taken van de Stichting worden als volgt omschreven:
Wat is de behoefte van huisvesting van deze organisaties de komende 15 jaar?
Voor Cultuurhuys De Kroon zal er een evaluatietraject gestart moeten worden om te bekijken waar nog een slag gemaakt kan worden voor wat betreft efficiëntie en samenwerking met de organisaties.
Muziekvereniging Concordia heeft voldoende ruimte in de accommodatie voor de komende jaren.
Geconcludeerd kan worden dat, ondanks het feit dat de gemeente destijds voor een derde deel heeft bijgedragen aan de kosten van de accommodatie, de muziekvereniging zelf verantwoordelijk is voor haar accommodatie. Voor wat betreft Cultuurhuys De Kroon is het van belang om in gesprek te gaan om te bepalen wat de voorwaarden zijn van het huisvesten van meerdere partijen in één accommodatie en waar er nog voordelen te behalen zijn.
Welke organisaties huisvesten wij nu (capaciteit, functionele en technische kwaliteit)?
Wanneer het gaat om welzijn, zijn er zes accommodaties van belang. Het gaat hier om vier buurthuizen, het gebouw Waddinxveen WereldWijd en het pand op Kerkstraat 13. Drie buurthuizen hebben ook een speeltuin in hun bezit: De Paddestoel, De Overkant en Zonnig Zuid. In het pand aan de Kerkstraat is het Sociaal Team gevestigd en het Centrum voor Jeugd en Gezin, maar een deel van het pand wordt ook voor tijdelijke onderwijshuisvesting ingezet.
In WereldWijd zitten de volgende organisaties:
Daarnaast zijn er ook nog twee scoutingverenigingen met hun eigen accommodatie: scoutinggroep Klimop en scoutinggroep Sint Victor.
Hoe huisvesten we maatschappelijke organisaties (particulier of gemeentelijk)?
Activiteiten die plaatsvinden in de buurthuizen komen met name vanuit de kaders van het sociaal domein. De besturen bepalen nu welke activiteiten er plaatsvinden in de buurthuizen. De gemeente is eigenaar van de accommodaties. De gemeente Waddinxveen heeft de visie dat er alleen ideële clubs gebruik mogen maken van de accommodatie WereldWijd. De leegstaande lokalen in WereldWijd worden gebruikt als leslokalen tijdens de verbouwing van de scholen. De twee scoutingverenigingen hebben een eigen accommodatie, gelijk aan dat van de buitensportverenigingen. De gemeente heeft hier geen zeggenschap over.
Welke activiteiten worden daar ondergebracht?
Zoals hierboven genoemd, wordt WereldWijd gebruikt door organisaties met een ideële gedachte. Daarnaast wordt de overige ruimte tijdelijk gebruikt als onderwijsaccommodatie. Activiteiten die in de buurthuizen worden georganiseerd zijn bijvoorbeeld een jongereninloop-avond, bingo, klaverjassen, knutselmiddagen, taallessen en handwerkclubjes. De accommodaties worden ook gebruikt als stemlokaal en er worden bestuurs- en ledenvergaderingen van en door verenigingen gehouden.
De beide scoutingverenigingen organiseren vele activiteiten voor hun eigen leden en zamelen hiervoor geld in met bijvoorbeeld de verkoop van stroopwafels of speculaas en met het wassen van auto’s.
Voor de buurthuizen geldt dat er geen huurovereenkomsten zijn met gebruikers. Er wordt alleen subsidie verstrekt, die gebruikt wordt voor de organisatie van activiteiten, het exploitatiebeheer van de buurthuizen en het onderhoud van de speeltuinen. Wel komen er initiatieven vanuit de samenleving zelf. Jongeren hebben recent een subsidieaanvraag voor een jongereninloop-avond in een van de buurthuizen ingediend.
Tevens heeft de gemeente Waddinxveen kosten aan de organisaties die gevestigd zijn in WereldWijd. Gebruikers van ruimten in WereldWijd krijgen een subsidie van de gemeente. Organisaties die gebruik maken van een ruimte in WereldWijd, betalen huur per keer of voor een jaar. Het huurbedrag is gebaseerd op de duur van de huur en de grootte van de ruimte die gehuurd wordt.
Scoutingvereniging Klimop heeft aangegeven een nieuw onderkomen nodig te hebben. Momenteel zijn gesprekken gaande om te kijken of het mogelijk is de scouting in de nieuwbouwwijk Park Triangel te huisvesten. De accommodatie zal dan een brede maatschappelijke functie kunnen invullen, aangezien er naast onderwijsgebouwen verder geen (maatschappelijke) accommodaties gepland worden. Er bestaat een reserve accommodatiebeleid en door de raad is inmiddels toegezegd dat wanneer scouting Klimop inderdaad een nieuwe accommodatie kan krijgen in Park Triangel, er dan €50.000 uit deze reserve wordt bijgedragen door de gemeente. Hierover moet in het eerste kwartaal van 2017 duidelijkheid worden gegeven.
Tabel 5.1 op de volgende pagina laat zien wat de baten en lasten zijn voor de welzijnsaccommodaties in 2015. Opvallend is dat er lasten zijn die opgedeeld kunnen worden per buurthuis, maar dat er ook lasten zijn die voor alle buurthuizen samen gelden. De gemeente heeft alleen kosten aan de buurthuizen en haalt hier geen opbrengsten uit. De enige opbrengsten vanuit de welzijnsaccommodaties zijn de huuropbrengsten van WereldWijd.
Tabel 5.1 Financieel overzicht welzijn 2015
Welke beheervormen worden er gehanteerd?
Voor wat betreft de buurthuizen is er sprake van gesubsidieerde huur voor de besturen, die vervolgens de tarieven voor de andere huurders bepalen. Wanneer de buurthuizen echter worden gebruikt voor een wijkactiviteit, wordt er geen huur betaald door de gebruikers. Zoals eerder genoemd worden de ruimtes in WereldWijd nagenoeg alleen verhuurd aan organisaties met een ideële gedachte. Zij huren een of meerdere lokalen voor een vastgestelde periode. Dit kan zijn een aantal dagdelen per jaar, maar het kan ook zijn dat zij het hele jaar een ruimte huren.
Voor de scoutingverenigingen geldt dat zij zelf hun accommodatie beheren, net als de sportverenigingen en de muziekvereniging hun eigen accommodaties beheren.
Welke regels en voorwaarden voor gebruik worden gehanteerd?
De accommodaties worden momenteel niet altijd optimaal benut. De gemeente wil huidig gebruik combineren met meer preventieve activiteiten in de wijk. Hierbij kan de inzet van een beheerder ook een positieve rol spelen, omdat zicht op het onderhoud dan bij vastgoed terecht komt. Een wens van de gemeente is dat zorgpartners meer wijkgerichte activiteiten gaan organiseren. Dit zal plaats kunnen vinden in de buurthuizen en eventueel in openstaande uren in de binnensportaccommodaties. Er moet meer samengewerkt worden met maatschappelijke partners, zodat de accommodaties gaan fungeren als ontmoetingsplekken in de wijk. Na het vaststellen van het accommodatiebeleid zal onderzocht worden wat de beste beheervorm is voor de buurthuizen, als vervolg op het onderzoek naar beheer van de sportaccommodaties.
Wat is de behoefte aan huisvesting van deze organisaties de komende 15 jaar?
Momenteel komen er bij de gemeente Waddinxveen verschillende aanvragen binnen van organisaties die een ruimte in WereldWijd willen gebruiken. Het gaat onder andere om de vraag naar opslagruimte. Het gebouw wordt nu ook als opslagruimte gebruikt en dat is niet de gewenste functie van dit gebouw. De ruimtes in WereldWijd worden nagenoeg alleen verhuurd aan organisaties met een ideëel gedachtegoed. Als de scholenbouw klaar is komen er in gebouw WereldWijd weer lokalen beschikbaar.
De buurthuizen bevinden zich verspreid over Waddinxveen. De gemeente wil multifunctioneel gebruik van deze accommodaties stimuleren. Het risico is dat dit lastig te realiseren is. Een van de redenen is dat in de huidige constructie een bestuur zeggenschap heeft over de activiteiten die plaatsvinden in de buurthuizen. De bestuurders van de buurthuizen bepalen nu zelf wanneer en voor welke activiteit het buurthuis opengaat. Bij onvoldoende draagkracht of onvoldoende activiteiten kan de gemeente ingrijpen. Dit is echter lastig na te gaan.
Scouting Sint Victor heeft een accommodatie die voldoet aan de vraag, ook voor de komende jaren. Scouting Klimop heeft wel behoefte aan een nieuwe accommodatie: hierover worden momenteel al gesprekken gevoerd. Wanneer zij gehuisvest kunnen worden in Park Triangel, is ook hun accommodatie toekomstbestendig. Bij de gesprekken met Scouting Klimop over de nieuwe accommodatie worden doelstellingen als wijkgerichte activiteiten door maatschappelijke partners en multifunctionaliteit al meegenomen.
In de gemeente Waddinxveen is er een goede spreiding door het aanbod in de vier buurthuizen. De toegang is laagdrempelig en in alle wijken zijn er mogelijkheden voor het optimaliseren van de sociale cohesie. Ook de accommodatie van scouting Klimop kan ingezet worden als welzijnsaccommodatie, wanneer zij daadwerkelijk verhuizen naar Park Triangel. De huisvestingsmogelijkheden voor welzijn zijn dan ook voldoende voor de komende 15 jaar.
In gebouw WereldWijd zijn op dit moment drie lokalen vrij. Nieuwe aanvragen kunnen echter niet altijd worden gehonoreerd. De gemeente Waddinxveen wil niet elke organisatie huisvesten in WereldWijd; de organisatie moet een ideëel gedachtegoed nastreven en voor opslagruimte is het gebouw niet bestemd. Wat betreft de buurthuizen kan geconcludeerd worden dat, vanwege de wijkgerichte accommodaties en de laagdrempeligheid die dit met zich meebrengt, in de toekomst meer aangesloten moet worden op de visie vanuit het sociaal domein. Dit zal leiden tot multifunctioneel gebruik van de accommodaties, dat de sociale cohesie in de wijk en de gemeente bevordert.
Wanneer scouting Klimop daadwerkelijk een accommodatie krijgt in Park Triangel, kan het gebouw een maatschappelijke functie vervullen door de accommodatie open te stellen voor maatschappelijke initiatieven op tijden dat de scoutingvereniging zelf de accommodatie niet gebruikt. De accommodatie krijgt dan een wijkgerichte functie. Plaatsing van de scouting in Park Triangel past binnen de visie maatschappelijke voorzieningen en accommodaties vanwege de volgende vier redenen:
Momenteel is de gemeente Waddinxveen nog in gesprek met de scoutinggroep. Idealiter wordt er in de overeenkomst die gesloten gaat worden tussen de gemeente en de scoutingroep opgenomen dat het openstellen van de accommodatie voor andere maatschappelijke initiatieven zeer wenselijk is. Dit sluit aan bij het multifunctionele gebruik van accommodaties binnen de andere domeinen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2020-117737.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.